De pastoor van Izbicno stelt de kinderen vragen over al die tekenen in Herzegovina en de verschijning van Maria op zovele plaatsen: "Het is God die ze geeft. Mijn kinderen, hebt u niet gemerkt dat het geloof begint uit te doven. Er zijn zovelen die enkel maar uit gewoonte naar de kerk gaan. Het is nodig om het geloof te doen herleven. Het is een geschenk van God. Als het nodig zou zijn, zou Ik in elk huis verschijnen."
Tegen de kleine Jakov die weent omdat Vicka ziek is: "Het kruis is nodig omwille van de zonden in de wereld."