Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

mei

03



Taizé. Frère Roger Schutz. Biografie. Inleiding

  
 
Download PDF

Taizé: Frère Roger Schutz, biografie. Inleiding

Op 16 augustus 2005, terwijl duizenden jongeren Broeder Roger omringen voor het avondgebed in de kerk van de Verzoening, benadert een jonge Roemeense vrouw de stichter van Taizé en brengt hem twee messteken toe in de hals. Ze roept. Met bloedvlekken op zijn wit kleed van prior sterft hij kort daarop.

De man die symbool heeft gestaan voor ‘verzoening’, eerst in de Kerk en later in heel Europa, is vermoord zoals andere vrededragers in de XXe eeuw, Gandhi of Martin Luther King. Maar daar houdt de vergelijking op: Gandhi en Martin Luther King waren het slachtoffer van een fanaat, daar waar Broeder Roger bezweek door een geesteszieke die nog geen proces kreeg.

Veertig jaar lang kwamen in deze kerk van de Verzoening miljoenen jongeren vanuit alle werelddelen, aangetrokken door een Gemeenschap waarvan de prior een charismatische figuur was met een uitzonderlijke levensloop. Ook de leiders in de Kerk, zoals Johannes Paulus II in 1986, bezochten Taizé. Mensen op zoektocht, onbekenden of beroemdheden kruisten elkaar hier zonder ophef. In tegenstelling met de beklimming van de Rots van Solutré die François Mitterand met enkele vrienden jaarlijks ondernam op Pinksterzondag bleef de band tussen de president en het nabije Taizé lang verborgen. Sinds geruime tijd kwam hij graag naar Taizé, meestal daags na zijn pelgrimstocht van Solutré. Een jaarlijks discreet bezoek dat hij verder zette na zijn verkiezing. Hij hield van de plek, de stilte van de kerk en zijn gesprek met Broeder Roger. "Ik hou van hem, hij doet me deugd," zei hij. Iemand anders kon hetzelfde beweren: Hubert Beuve-Méry, die ook niet tot de belijdende kristenen behoorde. De stichter en directeur van Le Monde ontdekte Taizé in 1958. Trouw kwam hij steeds terug naar zijn vriend en vertrouweling: Broeder Roger.

Taizé is nu wereldbekend. De vermaarde ’Liederen van Taizé’ werden tientallen malen vertaald. De ‘Bijeenkomsten van Taizé’ op de Bourgondische heuvel, in een Europese grootstad rond het jaareinde of in een ander werelddeel trekken duizenden jongeren aan van alle nationaliteiten.

Taizé fascineert. Kerkelijke mensen of niet, ze ondergaan het ‘mysterie’ van Taizé, van zijn succes en van zijn charismatische stichter.

De geschiedenis van de Gemeenschap sinds haar ontstaan [1940] wijst op haar aantrekkingskracht en zijn gedaanteverwisselingen. Eerst, in 1940-1942, was Taizé een onthaalplek voor vluchtelingen en zwervende Joden, waar de jonge stichter Roger Schutz alleen verbleef. Vanaf 1944 tot aan het Tweede Vaticaans Concilie werd het een belangrijk centrum van de oecumenische beweging, een poging tot gemeenschapsleven vanuit protestantse visie maar open voor alle Kerken, op zoek naar een ‘Universele verzoende Kerk’. Tenslotte werden Taizé en zijn stichter ‘in de wereld gedropt’ ... beter gezegd deden ze dat zelf: een onverwacht mediatiseren gepaard met de inhuldiging van de Kerk van de Verzoening op de heuvel, de deelname van Roger Schutz en Max Thurian aan het Concilie en de constante stijging van het aantal bezoekers en retraitanten in Taizé.

Een ander aspect van de mythe is de geestdrift van de jongeren, Fransen en Europeanen, een strekking begonnen in de jaren zestig en uitgegroeid tot een ‘Christen Woodstock’. Het ‘Jongerenconcilie’ in 1974 werd een ongehoord succes dat leidde tot de ‘Europese Jeugddagen’ en de ‘Pelgrimstocht van vertrouwen op aarde’. Zo breidde de enorme aandacht rond Taizé uit en verplichtte de Gemeenschap een nieuwe begeleidingspedagogie voor de jongeren aan te wenden. Beurtelings schaarden zich in Parijs, Barcelona, Warschau, Praag en vele andere steden duizenden jongeren rond Broeder Roger tegen het jaareinde. Sinds einde van de jaren 1980 en het verval van de Oost-Europese communistische regimes droeg Taizé niet weinig en op uitzonderlijke wijze bij tot de verzoening van de jonge Europeanen uit Oost en West.

Taizé fascineert. Kerkelijke mensen of niet, ze ondergaan het ‘mysterie’ van Taizé, van zijn succes en van zijn charismatische stichter.

De geschiedenis van de Gemeenschap sinds haar ontstaan [1940] wijst op haar aantrekkingskracht en zijn gedaanteverwisselingen. Eerst, in 1940-1942, was Taizé een onthaalplek voor vluchtelingen en zwervende Joden, waar de jonge stichter Roger Schutz alleen verbleef. Vanaf 1944 tot aan het Tweede Vaticaans Concilie werd het een belangrijk centrum van de oecumenische beweging, een poging tot gemeenschapsleven vanuit protestantse visie maar open voor alle Kerken, op zoek naar een ‘Universele verzoende Kerk’. Tenslotte werden Taizé en zijn stichter ‘in de wereld gedropt’ ... beter gezegd deden ze dat zelf: een onverwacht mediatiseren gepaard met de inhuldiging van de Kerk van de Verzoening op de heuvel, de deelname van Roger Schutz en Max Thurian aan het Concilie en de constante stijging van het aantal bezoekers en retraitanten in Taizé.

Een ander aspect van de mythe is de geestdrift van de jongeren, Fransen en Europeanen, een strekking begonnen in de jaren zestig en uitgegroeid tot een ‘Christen Woodstock’. Het ‘Jongerenconcilie’ in 1974 werd een ongehoord succes dat leidde tot de ‘Europese Jeugddagen’ en de ‘Pelgrimstocht van vertrouwen op aarde’. Zo breidde de enorme aandacht rond Taizé uit en verplichtte de Gemeenschap een nieuwe begeleidingspedagogie voor de jongeren aan te wenden. Beurtelings schaarden zich in Parijs, Barcelona, Warschau, Praag en vele andere steden duizenden jongeren rond Broeder Roger tegen het jaareinde. Sinds einde van de jaren 1980 en het verval van de Oost-Europese communistische regimes droeg Taizé niet weinig en op uitzonderlijke wijze bij tot de verzoening van de jonge Europeanen uit Oost en West.

Ondanks de mythische dimensie van Taizé blijft de symbolische gestalte van de stichter, Roger Schutz ondertussen Broeder Roger genoemd (1915-2005), op velerlei vlakken miskend. Marguerite Léna, een intelligente waarneemster van Taizé, diep meelevend met hem, erkent dat er een ‘legende’ is gesmeed rond de toen nog levende stichter.

Dit boek, een eerste biografie van Broeder Roger, wil daarvan afstand nemen om deze figuur terug in de historische context te plaatsen. Geen eenvoudige taak, want Taizé houdt niet van geschiedenis en archief en besteedt meer aandacht aan geheim en discretie. De wens bestaat, zoals in vele kloosters en congregaties, dat de ups en downs van hun bestaan niet in het openbaar worden onthuld. Er werd van bij het begin ook gekozen om geen archief te bewaren. "Levende dingen dienen niet uitgepluisd," beweerde Broeder Charles-Eugène, in de jaren 1970 belast met de communicatie van de Gemeenschap. Broeder Roger zelf sprak in zijn dagboek met scherpe woorden over een auteur die zich kritisch en te nieuwsgierig had opgesteld: "Sommige teksten over ons laten ons niet onverschillig. Het bezoek van degene die hekelende beweringen schreef stelde zich lichtjes aan als geloofsrechter. Hij voedt zich met de overschotten van anderen."

Nochtans, vreemde paradox, gaf Broeder Roger veel prijs in zijn dagboek, niet zonder voorzorgen en omzichtigheid. Zijn geschriften zijn bezaaid met souvenirs, taferelen, personages en anekdotes waarin van weglatingen en toespelingen zeer handig gebruik wordt gemaakt. Weinig namen, vaag zinspelen of verzwijgen onderhouden het mysterie: "iemand uit Rome kwam," schrijft hij. Hij verduidelijkte niet dat het kardinaal Willebrands was, gelast met het afsluiten van een akkoord tussen de Gemeenschap en de Heilige Stoel. Zo ook noemt hij maar eens Peter Rutishauer zonder er bij te voegen dat hij psychoanalyticus is die geregeld met hem kwam praten wanneer hij diep depressief was.

Voorbeelden van deze nauwgezette discretie komen veelvuldig voor. De ontmoetingen van Roger Schutz en Max Thurian met Puis XII en andere Romeinse gezagsbekleders in 1949 werden maar openbaar in 1960. Broeder Roger koos al in 1972 Broeder Aloys als opvolger tijdens een reis naar Afrika, maar openbaarde dat eerst twintig jaar later. Dat hij sinds 1972 communiceert in de katholieke Eucharistie wordt maar bekend in 2005 bij de uitvaart van Johannes Paulus II.

De geloofsweg die zijn grootvader aan moeders kant aflegde [katholiek seminarist tot subdiaken, dan priester in de oudkatholieke Kerk, alvorens zijn wijding tot hervormde dominee] heeft Broeder Roger altijd verzwegen en dit onderwerp blijft taboe in Taizé.

De weigering van de geschiedenis stemt overeen met de weigering Taizé te verstarren in woorden, data en bijkomstige overwegingen. "Het voornaamste, verklaarde Broeder Roger eens om zijn leven samen te vatten, is dat het een dagelijkse herschepping was." Een "herschepping" die hij bondig noemde met de vermaarde uitdrukking: de "dynamiek van het voorlopige." Bij het stelselmatig beschrijven van het leven van de stichter van Taizé komt deze dynamiek overal en altijd te voorschijn. Het is te zien op de foto’s die in de pers verschijnen hoe zijn uiterlijk verandert. In de eerste jaren van de Gemeenschap en tot in 1950 draagt de prior een grijsblauwe katoenen trui. In de jaren 1960 wanneer hij de oecumenische samenkomsten van priesters, dominees en bisschoppen in Taizé houdt draagt hij meestal een donker pak, een wit hemd en een zwarte das. Later, onder het ‘Jongerenconcilie’, meer ontspannen, kiest hij voor een pullover. Tenslotte en op ingeven van Moeder Teresa in 1976 draagt hij steeds het wit kleed dat ook onder de diensten werd gedragen: zo was hij gemakkelijk herkenbaar tijdens de massabijeenkomsten rond gebed.

Deze uiterlijke veranderingen gingen gepaard met wijziging van zijn handtekening: eerst was het "Roger Schutz, prior in Taizé," dan "Broeder Roger, prior in Taizé" om later, vanaf 1971, simpelweg "Broeder Roger van Taizé" te worden. Zijn drang naar soberheid werd steeds dieper. Hij verzaakte aan zijn titel van "prior" nadat hij al eerder, einde jaren 1950, verschillende taken als dominee had weggelaten. Weinige eigentijdse mensen zijn oud genoeg om Roger Schutz te hebben zien voorgaan in het heilig Avondmaal of bij een gewone viering.

We gingen op zoek naar Broeder Roger met als voornaamste zorg om nooit de waarheid van een uitzonderlijke levensloop te verbloemen. Buiten zijn dagboek, waarin je dikwijls tussen de regels moet lezen, zijn er andere bronnen om de verschillende etappes van zijn leven op te halen: zo de getuigenissen die we konden opvangen bij zijn familieleden (o.a. bij Maria Strugala, zijn aangenomen dochter), zijn Broeders of ex-Broeders, katholieke, protestantse of orthodoxe vrienden die getuige waren van zijn leven.

Veel archief uit kerkelijke, institutionele of private kringen in Frankrijk en Zwitserland leverde rijke openbaringen, verrassingen en kostbare documenten.

Op het einde van dit zoekwerk verschijnt het leven van een man van God die doorheen heel de XXe eeuw over de "wallen" wou klimmen: deze van de religieuze verdeeldheid, de generatiekloven, ook zijn eigen wallen. Broeder Roger was een veerman aan de grens. Als Zwitser trekt hij naar Frankrijk in 1940. Als calvinist sticht hij de eerste protestantse monnikengemeenschap op Franse bodem. Als zoon van een dominee, zelf dominee overstijgt hij het protestantisme. "Formeel is hij katholiek" zei kardinaal Kasper, voorzitter van de Pontificale Raad voor de eenheid der christenen, in 2005 aan kardinaal Barbarin die hem vroeg tot welk geloof Broeder Roger toebehoorde. Zijn ideaal was helpen en verzamelen. In 1940-1942 beschermt hij politieke vluchtelingen en Joden; in 1945-1946 ondersteunt hij twee kampen van Duitse krijgsgevangenen nabij Taizé opgericht; in de jaren 1950-1960 leidt hij de oecumenische dialoog; vanaf 1966 voelt hij een golf van radicale opstand bij de Europese jeugd, waarin hij een drang allerlei vragen ziet. Tot op het einde van zijn leven brengt hij een begeleidingspedagogie voor de jongeren op gang.

Op het einde van dit zoekwerk verschijnt het leven van een man van God die doorheen heel de XXe eeuw over de "wallen" wou klimmen: deze van de religieuze verdeeldheid, de generatiekloven, ook zijn eigen wallen. Broeder Roger was een veerman aan de grens. Als Zwitser trekt hij naar Frankrijk in 1940. Als calvinist sticht hij de eerste protestantse monnikengemeenschap op Franse bodem. Als zoon van een dominee, zelf dominee overstijgt hij het protestantisme. "Formeel is hij katholiek" zei kardinaal Kasper, voorzitter van de Pontificale Raad voor de eenheid der christenen, in 2005 aan kardinaal Barbarin die hem vroeg tot welk geloof Broeder Roger toebehoorde. Zijn ideaal was helpen en verzamelen. In 1940-1942 beschermt hij politieke vluchtelingen en Joden; in 1945-1946 ondersteunt hij twee kampen van Duitse krijgsgevangenen nabij Taizé opgericht; in de jaren 1950-1960 leidt hij de oecumenische dialoog; vanaf 1966 voelt hij een golf van radicale opstand bij de Europese jeugd, waarin hij een drang allerlei vragen ziet. Tot op het einde van zijn leven brengt hij een begeleidingspedagogie voor de jongeren op gang.

Broeder Roger behoort de Kerkgeschiedenis toe, maar ook de Europese geschiedenis. Het is niet toevallig dat er hem meerdere grote Europese prijzen werden toegekend in de jaren 1980-1990. Leek en politicus hebben hem erkend als een bruggenbouwer onder de jeugd van de Europese volkeren, een verzoener.

De Kerken hebben in hem een bindend element gezien dat niet kon genegeerd worden, waarmee ze soms een harde en moeilijke dialoog voerden. Als Taizé, van protestantse oorsprong, het katholicisme naderbij kwam, was er tegelijk een beweging in tegenovergestelde richting; Taizé heeft zowel de Protestantse, als de katholieke Kerk beïnvloed.

Over "Broeder Roger van Taizé," spreekt men zoals over Franciscus van Assisi of Moeder Teresa van Calcutta: man en een plaats zijn onverbrekelijk verbonden.

Vertaling: Broeder Joseph