Dit is het voorspellende gedeelte rond de geheimen, in real time te volgen door onze lezers. Het gaat hier over voorspellingen wanneer de geheimen zich waarschijnlijk zullen manifesteren. Het oordeel over de geloofwaardigheid ervan blijft dus bij de lezer. Gods wegen zijn immers ondoorgrondelijk.
"En de maan werd rood..." [Voor uw eigen oordeel]
Inleiding
"De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt." [Joël 2:31]
Door de hele geschiedenis zijn zons- en maansverduisteringen aanzien als tekenen van God. Op 28 mei 585 v.Chr. vond er een door Thales van Milete voorspelde zonsverduistering plaats tijdens de slag bij de Halys tussen Alyattes II, koning van Lydië en Cyaxares, koning van de Meden. Beide koningen besloten om hun vijandelijkheden op te schorten en sloten vrede. De Halys werd sindsdien beschouwd als grens tussen de twee koninkrijken.
In de Chinese oudheid werd er gedacht dat het een teken van de draak was die de zon had verzwolgen. Ze geloofden dat de draak moest worden gedood om het einde van de wereld te voorkomen. En zo was er bij elke eclips de gedachte dat degene die oog in oog zou staan met de draak, zou overwinnen. De Chinese astronomen moesten voorspellen wanneer de draak een volgende keer zou komen om de zon te verzwelgen. Het was een tijd die overheerst werd door rituelen van getrommel en gezangen op de achtergrond. De keizer zond bij elke voorspelling zijn boogschutters uit om zo de draken te verjagen. In het oude Indië en Indonesië speelden de draken een gelijkaardige rol bij zonsverduisteringen.
Oude astronomen waren heel goed in het voorspellen van verduisteringen. Naast de Chinezen hielden ook de wijzen uit Mesopotamië alles in detail bij [geboorte van Jezus] en zowel de Grieken als de Romeinen hielden in hun heidense vereringen ook rekening met zons- en maansverduisteringen.
Op 21 december 2010 was er een totale maansverduistering, net vóór Kerstmis. Het was de eerste totale maansverduistering in bijna drie jaar. Het was de eerste totale maansverduistering die plaats vond tijdens de winterzonnewende [21 december] sinds 1638 en enkel de tweede sinds de tijd van Christus.
Daarenboven was de maan, tijdens deze de eclips van 21 december, ongewoon rood en dit door de eerdere uitbarsting van de vulkaan Merapi in Indonesië, eind oktober.
Nog geen twee weken later, op de vierde dag van het nieuwe jaar, verduisterde een gedeeltelijke zonne-eclips de hemel boven Europa, het noordelijke gedeelte van Afrika en het westen van Azië.
In een normaal jaar zijn er zo’n twee zonsverduisteringen zichtbaar ergens op aarde, met een overeenkomende maansverduistering een aantal weken later, maar dit jaar zijn er vier zonsverduisteringen en twee maansverduisteringen: de zonsverduistering die we hebben gehad op 4 januari, en de volgende respectievelijk op 1 juni, 1 juli en 25 november en de maansverduisteringen achtereenvolgens op 15 juni en 10 december.
Mark Blitz van de Joodse gemeenschap El Shaddai [een van de Joodse benamingen voor God] in Bonner Lake, Washington, merkte dit ongewone patroon van zonne- en maanactiviteit op, met daarbovenop een buitengewone "tetrade" die zal plaatsvinden in 2014. Een "tetrade" is de benaming die de NASA gebruikt wanneer er vier opeenvolgende totale maansverduisteringen plaatsvinden, een zo ongewoon zeldzame gebeurtenis dat dit maar acht maal is gebeurd in de tijd na Christus. Alle maansverduisteringen die in 2014 en 2015 plaatsvinden zijn dus totale maansverduisteringen.
De jaren 2014/2015 overlappen bovendien een Joods sabbatjaar. Volgens de wetten van Mozes moest het land elk zevende jaar onbebouwd blijven. Wat er vanzelf aan het land ontsprong in dat jaar was voor de armen, vreemden, en voor de dieren van het veld. "Zes jaren zult gij uw akker bezaaien, en zes jaren uw wijngaard besnijden en de inkomst daarvan inzamelen. Doch in het zevende jaar zal voor het land een sabbat der rust zijn, een sabbat van de Heer: uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet besnijden." [Leviticus 25:3-4].
Blitz merkte op dat deze vier opeenvolgende totale maansverduisteringen zullen plaatsvinden tijdens het Joodse Pescha [Pasen] en de Joodse Soekot [Loofhuttenfeest], eerst in 2014 en opnieuw in 2015. Maar ook de bijkomende zonsverduisteringen in 2015 vinden plaats op Joodse feestdagen: Nisan 1 [aanvang van het Joodse religieuze jaar] en Tishri 1 [Rosj Hasjna of het Joodse Nieuwjaar].
We krijgen dus de volgende tabel voor die periode:
15 april 2014: totale maansverduistering [Pescha]
8 oktober 2014: totale maansverduistering [Soekot]
20 maart 2015: totale zonsverduistering [Nisan 1, begin van de Joodse religieuze kalender]
4 april 2015: totale maansverduistering [Pescha]
13 september 2015: gedeeltelijke zonsverduistering [Rosj Hasjna, het Joodse Nieuwjaar]
28 september 2015: totale maansverduistering [Soekot]
Het volgende Joodse sabbatjaar begint op Rosj Hasjna 2014 en eindigt op Rosj Hasjna 2015. Op elk van deze zes Joodse feestdagen zal de zon worden verduisterd en zal de maan geen licht geven.
Zal dit nogmaals gebeuren tijdens de éénentwintigste eeuw? Neen.
Gebeurde dit tijdens de twintigste eeuw?
Ja, in 1949/1950, het jaar volgend op de onafhankelijkheid van Israël van 14 mei 1948 en nogmaals in 1967/1968, het jaar dat Jeruzalem werd bevrijd tijdens de zesdaagse oorlog!
De Israëlische Onafhankelijkheid
De "tetrade" vond toen plaats op de volgende data:
13 april 1949: Pesach
7 oktober 1949: Soekot
2 april 1950: Pesach
26 september 1950: Soekot.
Tussen 1936 en 1939 breekt de Arabisch-Palestijnse opstand uit. Arabieren organiseren een algemene staking tegen het Britse bestuur en de Joodse inwoners van Palestina. De staking slaat al snel om in een volksopstand en de gewelddadigheden worden hardhandig door de Britten neergeslagen. Ruim 5.000 Arabieren, 400 Joden en 200 Britten komen hierbij om. Als reactie op de Arabische opstand leggen de Britten beperkingen op aan de Joodse instroom in Palestina. De leider van de Husseini-partij, Amin al-Hoesseini, vlucht en werkt tenslotte in Berlijn samen met het nazi-regime door antisemitische propaganda-uitzendingen te verzorgen. De leider van de gematigde partij van de Nashashibi's blijft in Palestina.
In 1937 adviseert de commissie-Peel, die door de Britten in het leven was geroepen om over de situatie in Palestina te oordelen, om Palestina op te delen in twee delen waarbij één derde een Joodse staat zou moeten worden. De Britse regering neemt dit plan vanwege Arabische tegenstand niet over. In 1939 neemt het Britse Lagerhuis het "MacDonald White Paper" aan waarbij de Joodse immigratie in Palestina wordt beperkt en de Palestijnen zelfbestuur in het vooruitzicht wordt gesteld. Kort hierop breekt de Tweede Wereldoorlog uit. De Duitse heerschappij over grote delen van Europa leidt tot de Holocaust [in Israël de Shoah genoemd]. Bij de systematische vervolging van en moord op de Europese Joden komen naar schatting tussen de vijf en de zes miljoen Joden op een brutale wijze om het leven.
Na de oorlog wordt de roep om een Joodse staat luider. Ook in Palestina komt er meer verzet, van beide zijden, tegen de Britten. Zo komen bij een bomaanslag op het Koning Davidhotel, gepleegd door de Irgoen-militie van de latere Israëlische premier Menachem Begin, 91 mensen om het leven.
Op 29 november 1947 stemt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in met het plan van de internationale UNSCOP-commissie [United Nations Special Comité on Palestine] voor de opdeling van het mandaatgebied Palestina in verschillende delen: een Israëlisch, Arabisch en internationaal bestuurd deel [Jeruzalem en Bethlehem].
De Joodse gemeenschap [die zich Yishuv noemde] zou krijgen:
Oost-Galilea met Safed en Tiberias,
De vruchtbare kustvlakte van in het noordelijke Haifa tot voorbij Tel Aviv in het zuiden
Het grootste deel van de Negevwoestijn.
De Arabische Palestijnen krijgen toegewezen:
West-Galilea met Acre en Nazareth
De Westoever van de Jordaan tot Beersheba in het zuiden
De Gazastrook met Isdud en Rafah en een aansluitende strook van de Negev langs de Egyptische grens tot dertig kilometer voorbij El Auja.
Internationaal toezicht door de VN op de raakpunten ["kissing points“, bruggen en onderdoorgangen] van de samenstellende delen zou ervoor zorgen dat elke staat een aaneengesloten gebied vormde. Van de 1,6 miljoen inwoners is op dat moment 1 miljoen Arabier en 600.000 Jood. Het land is grotendeels publiek bezit van het Britse mandaatsgezag. 16,5% is in handen van Arabieren die elders in de Arabische wereld [onder andere Beiroet en Damascus] wonen. De Joden hebben 8,6% van het land in handen terwijl de lokale Arabische bevolking 3,3% bezit.
BBC Documentaire: The birth of Israël
In het voor de Joodse staat bedoelde deel vormen Joden met 55% van de bevolking [niet meegerekend 90.000 nomadische bedoeïenen die er een deel van het jaar verbleven] een meerderheid. De Joodse leiding wilde aanvankelijk heel Palestina, maar accepteert de VN-deling; de Palestijnse leiding niet en vrijwel onmiddellijk breekt er een burgeroorlog uit tussen Joden en Arabieren.
De kritische Israëlische historicus Morris onderscheidt in zijn boek "1948" twee perioden tot 15 mei 1948:
November 1947 - maart 1948. Een guerrillaoorlog breekt uit, waarin Palestijnse milities de overhand hebben Zij worden gesteund door 6.000 tot 8.000 vrijwillige strijders van buiten Palestina, vooral uit Egypte, Syrië en Irak die het Arabische Bevrijdingsleger [onder leiding van Fawzi al-Qawuqji] kwamen versterken. De Joodse Haganah-militie stelt zich defensief op, door een gebrekkige organisatie en later om de vertrekkende Britse militairen niet te provoceren.
April - mei 1948. De Haganah gaat in het offensief om strategische posities te verwerven met het oog op de verwachte invasie van buitenlandse Arabische legers op 15 mei 1948. Onder meer worden de corridor Tel Aviv - Jeruzalem en de steden Haifa, Jaffa en Tiberias veroverd. Vooral na half mei 1948 kwamen meer dan 4.000 buitenlandse Joodse en niet-Joodse vrijwilligers het Israëlische kamp versterken: onder meer piloten, zeelui en specialisten in communicatie en tanks.
Een groot deel van de Arabische bevolking vlucht voor het geweld of wordt verdreven. Tussen 4 april en 10 mei 1948 voert het Joodse leger het "Plan-Dalet" uit dat de gebieden die aan de Joodse staat waren toegekend moest verdedigen en ook hierbuiten plaatsen met Joodse bevolkingsconcentraties moest innemen. Het plan stelt het als volgt: "Het doel van het plan is om de macht te verkrijgen over gebieden van de Joodse staat en de grenzen te verdedigen. Tevens is het streven macht te verkrijgen over Joodse nederzettingen en bevolkingsconcentraties buiten dit gebied [dat aan de Joodse staat was toebedeeld] van reguliere, semi-reguliere en kleine troepenmachten van binnen en buiten de staat."
Sommige bronnen voeren aan dat “Plan-Dalet” het verdrijven van zoveel mogelijk inheemse Arabieren tot doel had. Andere bronnen halen oproepen van Arabische leiders aan [die de Arabische bevolking opriepen tijdelijk te vluchten in afwachting van de verwachte Arabische overwinning] als verklaring voor het massaal vluchten van de Arabische bevolking.
Op 9 april 1948 werd in het dorp Deir Yassin door de Joodse milities Irgoen, Lehi en Hagana een bloedbad aangericht waarbij naar schatting 135 tot 145 Arabische burgers werden vermoord. De bezetting van Deir Yassin maakte deel uit van de campagne om de verbinding van Tel Aviv naar West-Jeruzalem open te houden. Hierop nam het aantal Arabische vluchtelingen verder toe. Op 12 mei 1948 werden ongeveer honderd Joodse bewoners van het Kfar Etzion-blok van kibboetsen ten zuiden van Jeruzalem, na overgave, vermoord door Arabische milities.
Het Britse gezag werkte niet mee aan het voorbereiden van de deling van Israël: de VN "Implementation Comité" mag pas per 1 mei 1948 Palestina in, twee weken voor het eind van het Britse mandaat en dus veel te laat.
Op 14 mei is er de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring. Op 15 mei 1948 loopt het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop roept het Joods Agentschap een dag eerder de staat Israël uit. De Amerikaanse president Truman erkent Israël binnen een half uur de facto, de formele erkenning zal tot 1949 op zich laten wachten. De Sovjet-Unie en vrijwel al haar satellietstaten alsook Zuid-Afrika en Ierland erkennen Israël vrijwel onmiddellijk volledig. De Sovjet-Unie draagt er zorg voor dat Israël grootscheeps de wapens in Tsjechoslowakije kan kopen, die de komende strijd tussen Joden en Arabieren in het voormalige mandaatgebied Palestina mede zullen beslissen. Nog dezelfde dag volgt de Pan-Arabische invasie en begint de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948, die ook wel de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog wordt genoemd. In december 1948 wint Israël uiteindelijk deze oorlog. De "tetrade" van 1949/1950 is een hemelse bevestiging dat de nieuwe staat Israël een feit is.
De zesdaagse oorlog
De "tetrade" vond toen plaats op:
24 april 1967: Pesach
18 oktober 1967: Soekot
13 april 1968: Pesach
6 oktober 1968: Soekot.
In 1967 zoekt en krijgt de Egyptische president Gamal Abdel Nasser steun in de Arabische wereld voor zijn plannen om het Suezkanaal en de Golf van Akaba [Golf van Eilat] voor Israëlische scheepvaart te blokkeren. De blokkade, een daad van oorlog volgens internationaal recht, wordt door Israël als bedreigend ervaren. Nasser dwingt tevens de VN-vredestroepen, die sinds de Suezcrisis in de Sinaï aanwezig waren om de partijen uit elkaar te houden, te vertrekken. De VN moeten hier wel aan toegeven.
Op 5 juni 1967 gaat Israël over tot de aanval op Egypte en Syrië en is de Zesdaagse Oorlog een feit. Onder leiding van opperbevelhebber Yitzchak Rabin verovert het Israëlische leger in zes dagen de Sinaï en de Golanhoogten. De Egyptische luchtmacht wordt op de eerste dag van de oorlog vrijwel geheel uitgeschakeld. Israël deed een beroep op Jordanië om zich niet in de strijd te mengen maar koning Hoessein valt toch aan. Israël neemt vervolgens de Westelijke Jordaanoever en delen van Jeruzalem, waaronder de oude stad, in. Na zes dagen van vijandelijkheden komt het tot een staakt-het-vuren. De Veiligheidsraad van de VN neemt in november resolutie 242 aan die oproept tot de Israëlische terugtrekking uit bezette gebieden in ruil voor Arabische erkenning van Israël achter veilige grenzen.
Documentaire: 1967 The six-days war
Door de bezetting van de Westelijke Jordaanoever kwamen ca. een miljoen Palestijnen onder Israëlische controle te wonen, hetgeen spanningen in de Israëlische samenleving veroorzaakte. In het publieke debat betoogden Moshe Dayan, Israël Galili en anderen dat de Palestijnen geïntegreerd moesten worden. Pinhas Sapir en anderen pleitten juist voor totale segregatie. Uiteindelijk won het kamp-Dayan de steun van de regering-Meir.
De Palestijnen werden in Israël ingezet als goedkope arbeidskrachten. Hun lonen stegen vergeleken met de eerdere situatie, maar bleven achter die van Israëlische arbeiders. De arbeid van Palestijnen in Israël stuitte op weerstand bij de radicalere zionisten, die Israël als een "exclusief Joods werk" zagen.
Drieënhalf jaar of zeven jaar van Grote Verdrukking?
Het idee van een zevenjarige “Grote Verdrukking” is ontstaan uit de volgende verzen.
Daniël 7:25. "Hij [een bepaalde koning in de eindtijd] zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd."
Daniël 9:27. "Hij [een toekomstige vorst] zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een verwoesting brengende gruwel te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt."
Daniël 12:7. "Daarop hoorde ik [Daniël] de in linnen geklede man die zich boven het water van de rivier bevond, spreken. Hij hief beide handen op naar de hemel en zwoer bij de eeuwig Levende: Eén tijd, een dubbele en een halve tijd: wanneer de macht van het heilige volk niet langer verbrijzeld zal worden, dan zullen al deze dingen zich hebben voltrokken."
Daniël 12:11. "En vanaf het moment dat het dagelijks offer wordt afgeschaft en een verwoesting brengend afgodsbeeld is opgericht, zullen er twaalfhonderd negentig dagen verstrijken."
Openbaringen 11:2. "De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen, die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappelen."
Openbaringen 11:3. "Ik zal mijn twee getuigen [Elijah en Enoch] opdracht geven om te profeteren. Gedurende twaalfhonderd zestig dagen zullen ze dat doen, gehuld in een boetekleed."
En ook nog volgens Daniël, hoofdstuk 9: "Zeventig weken zijn vastgesteld voor je volk en je heilige stad, voordat aan de overtredingen een einde komt en de zonden zijn afgesloten, voordat het wangedrag is vergolden en eeuwige gerechtigheid is gebracht, voordat het profetisch visioen bezegeld is en het allerheiligste gewijd. Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop het woord is uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn. Na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden vermoord, zonder dat iemand het voor hem opneemt. Het volk van een toekomstige vorst zal verderf brengen over de stad en het heiligdom. Hij zal zijn einde vinden in een overstroming. Tot aan het einde van de strijd zullen er verwoestingen zijn, zoals is vastgesteld. Hij zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een ”verwoesting brengende gruwel” te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt."
De "verwoesting brengende gruwel“, of Daniëls zeventigste week, zou in het midden van deze periode vallen en eindigen met de terugkeer van Jezus Christus. Jezus noemde de tweede helft van deze periode de “Grote Verdrukking" en spreekt hierover in Mattheüs 24:15-22: "Wanneer jullie dus de ”verwoestende gruwel“, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zien staan op de heilige plaats [lezer, begrijp dit goed], dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten. Wie op het dak van zijn huis is, moet niet naar beneden gaan om nog spullen te halen, en wie op het land is, moet niet terugkeren om zijn mantel te halen. Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Bid dat jullie niet in de winter zullen moeten vluchten en ook niet op een sabbat. Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen. En als die tijd niet verkort zou worden, dan zou geen enkel mens worden gered, maar omwille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort, maar eerder, in Mattheüs 24:8 blijkt hij naar de eerste helft te verwijzen, als ”dat alles is het begin van de weeën”.
Er worden in deze aanhalingen verschillende tijdsaanduidingen gebruikt, die allemaal op eenzelfde periode lijken te duiden. "Eén tijd, een dubbele tijd en een halve tijd" is drieënhalf. "De helft van de week" is drieënhalve dag. "Twaalfhonderd negentig dagen" is ongeveer drieënhalf jaar [1.277 dagen]. "Tweeënveertig maanden" is eveneens drieënhalf jaar. En ook "twaalfhonderd zestig dagen" is ongeveer drieënhalf jaar. Als "drieënhalve dag" symbolisch geïnterpreteerd wordt, zou dit als een periode van drieënhalf jaar gezien kunnen worden.
Vandaag aanziet men deze periode van zeven jaar als de gehele periode van de "Grote Verdrukking“, maar strikt gezien zegt de Bijbel dat deze periode slechts drieënhalf jaar aanhoudt [Daniël 7:25, 12:6-7 en 11 en Openbaringen 13:5 en 7; vergelijk ook Daniël 9:27 met Mat 24:15, 21 en zie Openbaringen 11:2-3 en 12:6 en 14].
Ontknoping: Polen, Polen en nogmaals Polen
Tot hier toe hebben we voornamelijk gesproken over het Joodse gedeelte, maar Jezus zou Jezus niet zijn als hij de grootste eer niet zou voorbehouden aan Zijn volgelingen, de katholieken. Was de eerste paus niet Jezus' belangrijkste apostel: de Heilige Apostel Petrus, de rots waarop Jezus Zijn Kerk zou bouwen?
Er is een belangrijk gegeven dat ons leidt naar een mogelijke periode rond dewelke de waarschuwing zal vallen en dat is de uitspraak van Maxima Gonzalez, Conchita Gonzalez' tante en meter. Zij zegt dat Conchita haar ooit heeft verteld dat de waarschuwing zal gebeuren na een bisschoppensynode.
In feite was dit een voorspelling, want ten tijde van Garabandal waren er nog geen bisschoppensynodes. Deze zijn het gevolg van Vaticaan II. De eerste bisschoppensynode was een gewone bisschoppensynode en vond plaats van 29 september tot 29 oktober 1967. Normaliter is deze profetie verbonden aan een gewone bisschoppensynode en die vangt steeds aan einde september om te eindigen op de laatste zondag van oktober.
Met dit gegeven in het achterhoofd, volgen we opnieuw de raad van de profeten en van de Evangelisten en gaan we kijken of er eventueel een bijzonder hemels teken valt waar te nemen in november. Op de site van de NASA zien we dat er op 13 november 2012 een totale zonsverduistering zal plaatsvinden. Hier valt ons meteen op dat 13 november 2012 dezelfde dag van de maand is als deze van de laatste verschijning in Garabandal, nl. 13 november 1965.
Zonsverduistering van 13 november 2012
Dit wil echter niet zeggen dat de "Grote Waarschuwing" op deze datum zal vallen. Het kan een voorbode zijn. De waarschuwing valt op een gebeurtenis die begint met de letter "A", en voorlopig kan er niet worden achterhaald waarvoor de "A" zou kunnen staan [zie verder].
Toch gaan we verder kijken. Neem het als een soort oefening. De toekomst zal uitwijzen in hoeverre deze oefening ook juist zal zijn.
Het is eveneens geweten dat het mirakel zal plaatsvinden binnen het jaar nà de waarschuwing, in de maanden maart, april of mei, telkens tussen de achtste en de zestiende [de achtste en de zestiende inbegrepen]. Het mirakel zal eveneens samenvallen met een groot en gelukkig feest binnen de Kerk dat zo zelden is dat het nog niet heeft plaatsgevonden tijdens het leven van Conchita Gonzalez. Bovendien zal het mirakel geschieden op een donderdagavond om 20.30 uur aan de pijnbomen in Garabandal en op de feestdag van een martelaar van de Eucharistie. Voor het jaar 2013 komen de volgende donderdagen in aanmerking:
Maart 2013: 14 maart
April 2013: 11 april
Mei 2013: 9 en 16 mei.
Als we de heiligenkalender bekijken, springt hier één datum direct in het oog en dat is 11 april 2013. Dat is de feestdag van de Heilige Stanislaw van Krakau [Pools: Kraków], bisschop en martelaar van de Eucharistie, vermoord op 49-jarige leeftijd in het jaar 1079, terwijl hij de mis opdroeg in de Sint-Michaëlskerk te Krakau. De koning bracht hem eigenhandig om het leven.
Welke groot en gelukkig feest zou er op deze dag kunnen vallen? Een hele grote hint is ons onlangs duidelijk gemaakt in verband hiermee. De tombe van Paus Johannes Paulus II, die zalig verklaard werd op het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid, 1 mei 2011, zal van de crypte van het Vaticaan worden overgebracht naar de kapel van San Sebastian, naast het beeld van de Piëta in de Sint-Pietersbasiliek. Garabandal heet voluit San Sebastian de Garabandal.
Elke goede katholiek weet nu dat deze gegevens voldoende zijn om, onder voorbehoud, te kunnen weten wanneer de feiten zich zullen openbaren:
De "Grote Waarschuwing" zal plaatsvinden op 13 november 2012, de verjaardag van de laatste verschijning van Garabandal.
Het "Grote Mirakel" zal plaatsvinden op 11 april 2013, de dag dat aan Paus Johannes Paulus II [die ooit, net als Stanislaw van Krakau, verbonden was aan het bisdom Krakau] de titel "de Grote" zal worden verleend, eventueel in combinatie met zijn heiligverklaring [dit laatste is echter geen voorwaarde, volgens de vrijgegeven informatie te Garabandal]
Het "Grote Mirakel" zal niet plaatsvinden op een feestdag, gewijd aan Jezus, noch aan Maria. 11 april 2013 is een dag die in aanmerking komt hiervoor.
Aan drie heiligen uit Polen verleent de Heer dus het voorrecht die dag: de Heilige Zuster Faustina Kowalska, de Heilige Paus Johannes Paulus II en tot slot de Heilige Stanislaw van Krakau.
Medjugorje
Wanneer de eerste drie geheimen van Medjugorje zullen plaatsvinden is ongekend, aangezien de zieners van Medjugorje zéér weinig informatie hebben gegeven over de mogelijke aanvang ervan. Er is echter iets wat tot nadenken stemt. Mirjana Dragicevic heeft onthult dat het eerste geheim niets goeds inhoudt en zal samenvallen met de opschudding en de val van een regio in de wereld. Ok heeft Mirjana verklaard: "De mensen zullen weten wanneer het eerste geheim zal plaatsvinden," wat er kan op wijzen dat de opschudding in deze regio al een tijdlang zal bezig zijn, voor de val ervan. Ook zal, als gevolg van het eerste geheim, "de macht van satan" worden gebroken.
Uiteindelijk zal de periode van de waarschuwingen eindigen op de dag van het "Grote Mirakel“, die volgens deze analyse zou vallen op 11 april 2013, eveneens de dag dat aan Puas Johannes Paulus II de titel "de Grote" zal worden verleend, eventueel gepaard gaand met zijn heiligverklaring. Hoe langer de datum van het eerste geheim van Medjugorje dus op zich laat wachten, hoe korter de tijdspanne wordt van de waarschuwingen.
Zijn de data geloofwaardig?
Enkele testen op het eventuele waarheidsgehalte:
De "Grote Waarschuwing” vindt plaats op een dertiende, een datum die ons bekend is van Fatima, Garabandal en Akita, maar ook nog van vele andere verschijningen met betrekking tot de eindtijd. Ook werd Paus Johannes Paulus II neergeschoten op een dertiende, waarna hij het jaar daarop, op 13 mei 1982, de kogel die hem had verwond, ging inzetten in de kroon van Onze-Lieve-Vrouw te Fatima.
Paus Johannes Paulus’ tombe zal na zijn zaligverklaring worden overgebracht naar de kapel van San Sebastian in de Sint-Pietersbasiliek, gelegen naast het beeld van de Piëta [Italiaans: Pietà]. San Sebastian = San Sebastian de Garabandal, zoals het dorpje Garabandal voluit heet.
Een fiool met daarin met bloed van Paus Johannes Paulus II, dat werd afgetapt net voor zijn dood, zal na zijn zaligverklaring worden gebracht naar de kerk van Lagiewniki dat deel zal uitmaken van het centrum ter zijner nagedachtenis. Lagiewniki ligt in het aartsbisdom Krakau. Paus Johannes Paulus II was aartsbisschop van Krakau vanaf 13 januari 1964 en aldaar kardinaal van 26 juni 1967 tot aan zijn pausschap op 16 oktober 1978.
De profetieën van de Heilige Malachias omschrijven Paus Johannes Paulus II als "De Labore Solis“, of "van het werk van de zon": Paus Johannes Paulus II werd geboren tijdens een zonsverduistering, op de dag van zijn begrafenis was er een hybride-zonsverduistering en zo zal er ook op de dag van de waarschuwing eveneens een zonsverduistering zijn [de drie zonsverduisteringen gaan hier in crescendo: van een onvolledige zonsverduistering over een hybride-zonsverduistering, tot een totale zonsverduistering].
We hebben op "Medjugorje België en Nederland" al veel aandacht besteed aan het getal 11. De datum 13/11/2012 = 1 + 3 + 1 + 1 + 2 + 0 + 1 + 2 = het getal 11.
Toen Maria de naam van de martelaar van de Eucharistie onthulde aan Conchita Gonzalez, heeft Conchita deze naam nogmaals moeten vragen aan Maria, omdat deze moeilijk te onthouden was voor haar: Stanislaw van Krakau is niet meteen een naam om gemakkelijk te onthouden voor een Spaans meisje.
Dat de Heer ongewone aandacht zou schenken aan Polen kan afgeleid worden uit de dagboeken van de Heilige Zuster Faustina Kowalska, eveneens een Poolse.
Men zou kunnen weerleggen dat er reeds een heiligverklaring is geschied tijdens het leven van Conchita Gonzalez en dat is ook zo. Paus Pius X is heilig verklaard in 1954. Conchita zei ooit: "het gaat om een soort dogma, een gebeurtenis die zelden is en die nog niet heeft plaatsgevonden tijdens mijn leven”. Indien Conchita letterlijk zou zeggen dat het om een heiligverklaring zal gaan, dan zou men al te gemakkelijk de datum kunnen vooropstellen. Daarom ligt de sleutel tot de oplossing bij iets anders: men zal aan Paus Johannes Paulus II de titel "de Grote" verlenen, een soort "dogma”, waarvan slechts twee pausen tot op heden de drager van zijn: Paus Gregorius I de Grote [540-604] en Paus Leo de Grote [400-461]. De Heiligverklaring van Johannes Paulus II is dus geen voorwaarde.
De veronderstelling dat het om een jonge martelaar van de Eucharistie zou gaan is een foute veronderstelling die gebaseerd is op een passage uit het boek "She went in haste to the mountains”. Op een bepaald moment haalt Conchita, bij wijze van voorbeeld, het verhaal van een jongeman aan die neergeslagen wordt door zijn vrienden, omdat hij de communie wil brengen aan iemand en weigert zijn vrienden te volgen, maar er staat duidelijk bij dat voorbeeld vermeld dat deze niet dood gaat. Aldus kan het ook niet om de martelaar van de Eucharistie gaan. Waarschijnlijk betreft het een gebeurtenis uit het leven van de martelaar die wordt bedoeld.
Het betreft een minder gekende martelaar van de Eucharistie. Op het moment dat de Helige Moeder deze informatie heeft meegedeeld aan Conchita Gonzalez, waren Zr. Faustina Kowalska en haar Dagboek van de Goddelijke Barmhartigheid nauwelijks gekend. Het is pas na de aanstelling tot Paus van Johannes Paulus II dat de dagboeken meer en meer bekend werden. Ook kende bijna niemand de Heilige Stanislaw van Krakau. Nu we zoveel jaren verder zijn krijgt de "ontknoping rond Polen," dus een hele andere dimensie.
En de geheimen van Medjugorje dan? Het is niet geweten of het “Grote Mirakel”, of het "eeuwigdurende teken”, zoals voorspeld te Garabandal en Medjugorje op dezelfde dag zullen vallen.
Aanvankelijk was er een vermoeden dat de "Grote Waarschuwing" niet zou vervat zijn in de eerste twee geheimen van Medjugorje. Dit heeft alles te maken met de woorden van Vr. Pétar die uitdrukkelijk heeft verklaard dat de eerste twee geheimen uitsluitend verbonden zijn aan Medjugorje, terwijl de "Grote Waarschuwing" vervat zit in de geheimen van Garabandal. Dit vermoeden is afgezwakt door het feit dat er op 13 november van 2012, precies één jaar dus voor de veronderstelde datum, maar liefst drie zieners uit Medjugorje aanwezig waren in Italië: Marija, Ivan en Vicka. Vooral de aanwezigheid van Vicka trekt hier de onze aandacht, omdat zij zich, omwille van haar ziekte weinig verplaatst. Ook heeft zij maar op het allerlaatste moment beslist om toch naar Italië te gaan die dag.
Er blijven raadsels:
Toegegeven, er is nog een zwakke schakel: de waarschuwing zal plaatsvinden op een gebeurtenis met de "letter A”. Dit gegeven blijft een raadsel. Maar dit raadsel kan misschien in de toekomst worden opgelost door aan deze gebeurtenis een bepaalde benaming te geven die begint met de letter A, of gewoonweg door het woord "Aviso“, wat de kinderen van Garabandal altijd gebruikten als ze het over de “Grote Waarschuwing” hadden.
In zijn brief aan Paus Johannes Paulus II van 16 december 1983 rapporteerde Vader Tomislav Vlasic informatie die Mirjana aan hem gaf tijdens een gesprek op 5 november 1983: vóór het ”zichtbare teken” wordt gegeven aan de mensheid [derde geheim], zullen er drie waarschuwingen worden gegeven aan de mensen, in de vorm van gebeurtenissen op aarde. Wat hierbij opvalt is dat het zichtbare teken wordt voorafgegaan door twee geheimen, maar drie waarschuwingen.
Er zijn nog andere aanwijzingen
De eerste aanwijzing is de boodschap van Onze-Lieve-Vrouw van 25 augustus 1991 te Medjugorje: "Lieve kinderen! Vandaag nodig Ik u uit om te bidden, nu zoals nooit hiervoor, nu Mijn plan zich begint te verwezenlijken. satan is sterk en wenst Mijn plannen van vrede en vreugde weg te wissen door u te laten denken dat Mijn Zoon niet standvastig is in Zijn beslissingen. Daarom roep Ik u op, lieve kinderen, om nog beter te bidden en te vasten. Ik roep u op tot negen dagen van zelfverzaking, zodat met uw hulp, alles wat Ik wens te verwezenlijken door de geheimen, die Ik begonnen ben in Fatima, volbracht kan worden. Ik vraag u om nu, lieve kinderen, het belang van Mijn komst en de ernst van de situatie te willen begrijpen. Ik wens alle zielen te redden en ze aan God voor te stellen. Laat ons daarom bidden opdat alles wat Ik begonnen ben zich volledig zou volbrengen. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."
Aangezien de verschijningen te Fatima, met uitzondering van de maand augustus 1917, toen de kinderen in de gevangenis waren opgesloten, allen plaatsvonden op een dertiende en de laatste verschijning te Fatima viel op 13 oktober 1917, is 13 november het logische vervolg van Fatima.
Een tweede aanwijzing is dat men in het jaar 370 vóór Christus, op 11 april is begonnen met de bouw van de tweede tempel van Jeruzalem.
Een derde aanwijzing is dat er in 2012 effectief een bisschoppensynode doorgaat over de evangelisatie. Deze vangt aan op 7 oktober 2012 om te eindigen op 28 oktober 2012. Noteer dat het hier gaat over de dertiende algemene bisschoppensynode.
Een vierde aanwijzing vindt men terug in wat Mirjana heeft vrijgegeven over het eerste geheim: "het gaat om een opschudding in een regio van de wereld" en "een bepaald gebied in de wereld zal er verlaten bijliggen. Er zullen geen mensen meer wonen en niets zal er nog groeien." Deze gegevens kloppen met de actualiteit: geheel Noord-Afrika is in een toestand van revolutie en de tsnuami en de ramp met de kernreactoren te Fukushima van 11 maart 2011 [een toestand die elke dag verslechtert] brengen ons heel dicht bij met de tweede onthulling.
De vijfde aanwijzing is te vinden de verschijning van Onze Lieve Vrouw te Akita: u vindt de uitleg in het volgende artikel.
Maria en het geheimzinnige getal 101
"Het getal 101 heeft een betekenis. Het betekent dat de zonde in de wereld gekomen is door toedoen van een vrouw*, en het is door een vrouw dat de redding zal komen. De nul tussen de twee enen stelt de eeuwige God voor, wezen van in de eeuwigheid tot in de eeuwigheid. De eerste 1 stelt Eva voor, en de tweede de Maagd Maria." [Zuster Agnes Sasagawa’s Beschermengel]
In 1973, te Akita in Japan, begon de Maagd Maria te verschijnen aan Zuster Agnes Sasagawa. Tijdens haar verschijningen gaf Ze boodschappen aan Zuster Sasagawa die voor de hele wereld bestemd waren. Heden worden de boodschappen van de Maagd Maria, waarvan de authenticiteit door de Katholieke Kerk werd bevestigd, door velen beschouwd als de meest dreigende profetieën van een toekomstige straf tegen de mensheid. De verschijningen te Akita zijn de enige goedgekeurde verschijningen waarin een wenend beeld voorkomt.
Akita, Zuster Agnes Sasagawa
De Heilige Moeder zei tot Zuster Agnes Sasagawa: "Zoals ik u vertelde, als de mensen zich niet bekeren en zichzelf beteren, zal de Vader een verschrikkelijke straf brengen over de hele mensheid. Het zal een straf zijn die groter is dan de zondvloed, zoals men nog nooit heeft gezien. Vuur zal uit de lucht vallen en een groot deel van de mensheid verslinden, zowel de goeden als de slechten, en zelfs priesters en gelovigen zullen niet gespaard blijven. De overlevenden zullen zich zo verlaten voelen dat ze de doden zullen benijden. De enige wapens die zullen overblijven zullen de Rozenkrans zijn, en het Teken dat Mijn Zoon zal achterlaten. Bid elke dag de Rozenkrans. Bid de Rozenkrans voor de Paus, de bisschoppen en de priesters.
De duivel zal zelfs tot in de Kerk werkzaam zijn zodat men kardinalen tegenover kardinalen en bisschoppen tegenover bisschoppen zal zien staan. De priesters die mij vereren zullen geminacht worden en tegenstand vinden bij hun broeders [andere priesters]. Kerken en altaren zullen afgebroken worden. De Kerk zal vol zijn met mensen die compromissen sluiten en de duivel zal veel priesters en gewijde zielen dwingen om de weg van de Heer te verlaten."
Een minder gekend feit over de visioenen te Akita echter, is de vernoeming van een geheimzinnig numeriek teken van hoop, het nummer 101, een numeriek teken van de overwinning van het goede over het kwade. Zuster Sasagawa ontving het symbolische getallenteken 101 aan het einde van haar visioenen. De verschijningen te Akita zijn de laatste verschijningen die zowel boodschappen van O.L.V. bevatten, alsook een wenend beeld, die door de Katholieke Kerk officieel werden goedgekeurd.
In 1973 sprak Zuster Agnes Sasagawa over visioenen van de Maagd Maria, alsook over stigmata en een wenend beeld van de Maagd Maria. Naar verluidt weende het beeld 101 keer tijdens de volgende 6 jaar. De nonnen te Yuzawadai zeiden ook dat er stigmata op het beeld verschenen, evenals op de handen van Zuster Agnes. De stigmata op het beeld verschenen voordat het beeld begon te wenen, en verdwenen toen de tranen begonnen.
Het beeld van Maria huilde precies 101 maal
Volgens goedgekeurde berichten verscheen op een dag haar Beschermengel aan de zuster in het klooster. Hij had een Bijbel bij zich. De Beschermengel opende de Bijbel en wees naar een bepaald vers dat Zuster Agnes Sasagawa onmiddellijk herkende als hoofdstuk 3, vers 15 van het Boek van Genesis: "En ik zal vijandigheid brengen tussen jou en de vrouw, en tussen je nakomeling en de hare. Hij zal je hoofd verpletteren en jij zal zijn hiel raken."
De engel vertelde haar: "Het getal 101 heeft een betekenis. Het betekent dat de zonde in de wereld gekomen is door toedoen van een vrouw, en het is door een vrouw dat de redding zal komen. De nul tussen de twee enen stelt de eeuwige God voor, wezen van in de eeuwigheid tot in de eeuwigheid. De eerste 1 stelt Eva voor, en de tweede de Maagd Maria."
Vader Yasuda, de spiritueel begeleider van Zuster Agnes, zei dat deze passage uit Genesis beschouwd wordt als de eerste lichtstraal van de redding, de eerste belofte van een Heiland, gemaakt door God. Het is ook het eerste vers in de Bijbel die naar de Onbevlekte Ontvangenis van Maria verwijst, die nooit door Satan gedomineerd werd.
Wat verwijst in dit artikel naar 11 april? Hier ligt het antwoord in het aantal keren dat het beeldje tranen weende, nl. 101 maal. 11 april is dag 101 in het jaar 2013 en zoals algemeen geweten is Akita een eindtijdverschijning.
Het verband tussen de kometen Hale-Bopp en Hyakutake
"Dan zullen er tekenen zijn aan de zon, de maan en de sterren." [Lucas 21: 25]
Hale-Bopp
Komeet Hale-Bopp [officiële aanduiding C/1995 O1] was waarschijnlijk de meest geobserveerde komeet van de 20ste eeuw, en was een van de helderste kometen van de afgelopen paar decennia. De komeet was gedurende lange tijd [18 maanden] met het blote oog zichtbaar. Dit is tweemaal zo lang als de vorige recordhouder, de komeet van 1811.
Komeet Hale-Bopp
Hale-Bopp werd op 23 juli 1995 ontdekt op een grote afstand van de zon, wat deed vermoeden dat de komeet wel eens bijzonder helder zou kunnen worden in de omgeving van de zon. Dit deed de komeet ook en was gedurende het voorjaar van 1997 gemakkelijk zichtbaar met het blote oog.
De komeet werd genoemd naar de twee ontdekkers, Alan Hale en Thomas Bopp en keert terug rond het jaar 4377.
Hyakutake
De komeet Hyakutake [officieel C/1996 B2] is een zeer heldere langperiodieke komeet die werd ontdekt op 31 januari 1996 en daarna maandenlang met het blote oog zichtbaar bleef. Hij werd ontdekt door de Japanse amateursterrenkundige Yuri Hyakutake [1950 – 2002]. Hyakutake had zich pas op de zoektocht naar kometen toegelegd en dit was zijn tweede ontdekking in zes weken tijd. De komeet passeerde de aarde op 25 maart 1996 op een afstand van slechts 15 miljoen km en kruiste haar baan op 28 maart 1996. Ze passeerde op enkele graden van Polaris [de poolster] op 27 maart 1996. Na de periheliumpassage op 1 mei 1996, op een afstand van 0,230 AE, kon ze vanaf 10 mei 1996 weer worden waargenomen op het zuidelijk halfrond. Komeet Hyakutake bleek toen echter zwakker dan verwacht.
Komeet Hyakutake
Op de komeet Hyakutake werden zowel ethaan als methaan gevonden wat voor het eerst op een komeet werd aangetoond. Opmerkelijk is de omloopbaan van 10.000 jaren.
Tijdens een ongeplande passage van de ruimtesonde Ulysses door de staart van de komeet op 1 mei 1996 besefte men dat komeetstaarten misschien veel langer zijn dan voorheen aangenomen. De staart was ongetwijfeld meer dan 570 miljoen km lang, veel langer dan de zichtbare lengte en ongetwijfeld de langste die tot dan werd waargenomen, sinds de grote komeet uit 1843.
Het verband tussen beiden kometen:
Bij het vergelijken van de banen van de kometen Hyakutake tijdens de maand april van 1996 en Hale-Bopp tijdens de maand april 1997 werd er opgemerkt dat beide banen elkaar kruisten met een hoek van 90 graden en met deze kruising een perfecte afbeelding van een kruis vormden. Daarenboven kruisten beide kometen dit punt op exact dezelfde dag van het jaar [11 april]. Met andere woorden: Op 11 april 1996 was de komeet Hyakutake precies op dezelfde plaats in de hemel waar te nemen als de komeet Hale-Bopp, op 11 april 1997.
Maar nog uitzonderlijker: waar bevond zich deze plaats aan de hemel? Dit punt bevond zich in het sterrenbeeld Perseus. In de Griekse mythologie is Perseus een held. Hij was de zoon van Zeus en Danaë. Vooral bekend is zijn optreden tegen de gorgon Medusa. De bekendste der Gorgonen is [de in tegenstelling tot haar zusters sterfelijke] Medusa. Zij wordt gedood door de heros Perseus. De gorgonenkop is een van de vaste attributen van de godin Athena. Perseus schenkt haar Medusa's hoofd, dat zij voortaan op haar kuras of aigis draagt. Tevens komt het voor op de aigis van Zeus. Vaak zien we hierom een gorgonenkop als ornament op [bijvoorbeeld Romeinse] wapenuitrustingen terug. De gorgonenkop kwam ook voor als antefix en akroterion op Griekse en Etruskische tempels.
Het kruisingspunt was in precies in het midden van het hoofd van Medusa, namelijk aan het oog. Dit oog is de ster Algol. De ster staat ook bekend als Gorgona, Gorgonea Prima, Duivelsster en El Ghoul. De meeste van deze onheilspellend klinkende namen dankt de ster aan haar veranderlijke karakter.
Perseus met het hoofd van Medusa [Algol in het linkeroog van het hoofd van Medusa]
In de Griekse mythologie kruisen deze twee kometen elkaar dus op dezelfde dag, met één jaar verschil, waarbij ze een perfect kruis vormden in het oog van Medusa!
Volgens het “Starlore” Handboek [mythische verhalen over de sterren en sterrenbeelden] is Algol de meest kwaadaardige ster. Nog interessanter wordt het als we zien hoe de Joden deze ster noemden. In het Hebreeuws staat deze ster gekend als het hoofd van satan!