|
Download PDF
Zoektocht 5. Is Jezus God? Is Jezus God?
Hebt u ooit al iemand ontmoet met zo’n persoonlijke aantrekkingskracht dat hij of zij steeds in het middelpunt van de aandacht staat? Misschien is er iets ondoorgrondelijk aan zijn of haar persoonlijkheid of intelligentie. Zo is het tweeduizend jaar geleden gegaan met Jezus Christus.
Jezus’ grootsheid was duidelijk waarneembaar voor allen die hem gehoord en gezien hebben. Waar de aandacht voor de meeste groten geleidelijk afneemt in de geschiedenisboeken is die bij Jezus het tegenovergestelde en blijft hij steeds het middelpunt in ontelbare boeken en mediaberoering. Veel van deze verdeeldheid draait rond de radicale standpunten die Jezus heeft verkondigd.
Als een onaangekondigde timmerman uit een weinig bekend dorp uit Galilea in Israël, heeft Jezus beweringen gemaakt die, indien ze juist zijn, die een diepe betrokkenheid hebben op onze levens. Volgens Jezus zijn u en ik bijzonder en maken wij deel uit van een kosmisch ontwerp, met Hem in het centrum ervan. Deze en overige gelijkaardige beweringen, verbaasden iedereen die ze heeft gehoord.
Het waren hoofdzakelijk Jezus' buitensporige beweringen die er de oorzaak van waren dat hij zowel door de Joodse als de Romeinse autoriteiten als een excentriekeling werd aanzien. En, alhoewel hij een buitenstaander was met geen diploma’s en geen enkele politieke ambitie, veranderde Jezus, in drie jaar tijd, de wereld voor de komende 21 eeuwen. Andere morele en godsdienstige leiders hebben ook hun inslag gehad, maar nooit zoals deze onbekende timmerman uit Nazareth.
Wat was het dat Jezus zo verschillend maakte? Was hij enkel een groot man, of was het meer?
Deze vragen komen tot de ziel van wie Jezus werkelijk was. Sommigen geloven dat hij louter een grote morele leraar was. Anderen geloven dat hij de leider is van de grootste godsdienst ter wereld. Maar velen hun geloof gaat nog veel verder. Christenen geloven dat God onder ons is gekomen in menselijke gedaante. En er zijn ook genoeg redenen om aan te nemen dat dit zo was. Zo, wie is dan waarachtig die Jezus? Laat ons dit eens nader bekijken.
Wanneer we de meest controversiële persoon uit de geschiedenis naderbij bekijken, stellen wij ons de vraag: kon Jezus slechts louter een grote morele leider geweest zijn?
Een grote morele leider
Bijna elke geleerde erkent dat Jezus een groot moreel leider was. In werkelijkheid is zijn schitterend menselijk inzicht omtrent de menselijke moraal een vaardigheid die zelfs door overige godsdiensten erkend wordt. In zijn boek "Jezus van Nazareth", schrijft de Joodse geleerde, Joseph Klausner: "het wordt over de hele wereld toegegeven dat Christus de zuiverste en edelste ethiek onderwees die de morele grondbeginselen en stelregels van de verstandigste mensen uit de oudheid naar de achtergrond verwijst."
Jezus bergrede wordt een ongeëvenaarde leer over de menselijke ethiek, die ooit door iemand is uitgesproken, genoemd. In werkelijkheid is veel van wat we vandaag weten over de "gelijke rechten" het resultaat van Jezus’ leer. Historicus Will Durant zei over Jezus dat "hij leefde en onverminderd streed voor gelijke kansen: in moderne tijden zou hij naar Siberië gestuurd zijn. Jezus is het tegengestelde van de politieke correctheid, van elk gezond verstand."
Sommigen hebben geprobeerd om Jezus’ leer over de ethiek van hem te scheiden en lieten verstaan dan hij eenvoudigweg een groot man was die hoogstaande morele principes onderwees.
President Thomas Jefferson, ooit de verlichte rationalist, zat in zijn kamer in het Witte Huis met de identieke copies van het Nieuwe Testament, een mooi afgewerkt exemplaar en een exemplaar dat uit een bundel papier bestond. In de loop van een aantal nachten maakte hij vlug werk met het knippen en plakken van zijn eigen Bijbel, een klein volume dat hij "De filosofie van Jezus van Nazareth noemde" Na elke gedeelte dat Jezus’ goddelijke oorsprong suggereerde, er te hebben uitgehaald, bleef er van Jeffersons Jezus niet veel meer over dan een goede, zedengids.
Ironisch kwamen Jeffersons gedenkwaardige woorden in de Onafhankelijkheidsverklaring uit Jezus’ onderricht dat elke persoon van een onmetelijke en gelijke belangrijkheid is voor God, ongeacht geslacht, ras of sociale status. Het bekende document gaat door: "... Wij houden deze woorden voor vanzelfsprekend, dat alle mensen gelijk geboren zijn, dat zij door hun Schepper geschapen zijn met zekere onvervreemdbare rechten ... "
Maar nooit is de vraag gesteld: hoe kon Jezus zo’n grote morele leider zijn als hij loog over zijn goddelijke natuur? Misschien was hij uiteindelijk niet zo moreel, en had hij enkel als motief om een grote godsdienst, nieuwe godsdienst op te richten. Laat ons bekijken of dit Jezus’ grootheid verklaart.
Een grote religieuze leider
Verdiende Jezus de titel van "grote godsdienstige leider?" Verrassend genoeg heeft Jezus nooit beweerd een dergelijke leider te zijn. Integendeel, Hij vermeed de religieuze leiders uit zijn tijd en had nooit de ambitie om tot hun gemeenschap te behoren. Hij predikte bijna volledig buiten het gevestigde religieuze raamwerk.
Als men Jezus vergelijkt met de overige grote religieuze leiders, valt er een merkwaardig onderscheid te merken. Ravi Zacharias, die opgroeide als Hindoe, heeft alle wereldgodsdiensten grondig bestudeerd en merkte een fundamenteel onderscheid op tussen overige religieuze leiders en Jezus Christus.
Wat we ook stellen over hun verkondigingen, aan één werkelijkheid valt er niet te ontsnappen: Het zijn leiders die naar hun onderricht verwijzen. In allen treedt er een onderricht op, een levenswijze. Het is niet Zarathustra tot wie u zich moet wenden, het is Zarathustra naar wie u luistert. Het is niet Boeddha die u bevrijdt, het is zijn edele waarheid die u leidt. Het is niet Mohammed die u verandert, maar de Koran die u verlicht. In tegenstelling, onderwees of lichtte Jezus niet enkel Zijn boodschap toe. Hij maakte zichzelf identiek aan Zijn boodschap.
De waarheid in Ravi Zacharias’ visie wordt onderlijnd door de aantal malen dat Jezus eenvoudig "Kom tot Mij", "Volg Mij" of "Gehoorzaam Mij" onderrichtte. Ook maakte Jezus boven alles duidelijk dat zijn voornaamste opdracht erin bestond om de zonden te vergeven, iets wat enkel God kan doen.
Geen enkele ander godsdienstige leider ooit beweerde dat hij de macht bezat om de zonden te vergeven. Maar dit is niet de enige bewering van Jezus dat hem onderscheidt van de overigen. In "Grootste Wereldgodsdiensten", zegt Huston Smith, "Slechts twee mensen hebben ooit hun tijdgenoten zo erg verbaasd dat de vraag die werd opgeroepen niet was "Wie is Hij?", maar "Wat is Hij?" Dit waren Boeddha en Jezus. De antwoorden van deze personen was precies het tegenovergestelde: Boeddha zei ondubbelzinnig dat hij een gewone mens was, geen god, alsof hij de latere pogingen om hem te vereren voorzag. Jezus, aan de andere kant, verklaarde dat Hij van goddelijke oorsprong was.
Beweerde Jezus God te zijn?
Van in de vroegste jaren van de Kerk werd Jezus duidelijk God genoemd en door de meeste Christenen als God aanzien. Toch was zijn goddelijke oorsprong het onderwerp van grote debatten. En zo rijst de vraag: Heeft Jezus werkelijk beweerd dat Hij God, de Schepper, is, of was zijn goddelijkheid iets dat uitgevonden of aangenomen was door de schrijvers van het Nieuwe Testament?
Sommige geleerden geloven dat Jezus zo’n krachtige leraar en boeiende persoonlijkheid was, dat zijn leerlingen eenvoudig aannamen dat het God was. Of misschien wilden ze enkel denken dat ze God waren. John Dominic Crossan en het Jezus Seminarie (een marginale beweging van sceptische geleerden, vooral gericht tegen mirakels) behoren tot hen die geloven dat Jezus verkeerd werd vergoddelijkt.
Alhoewel boeken zoals de "Da Vinci Code" beweren dat Jezus’ goddelijkheid een latere leer werd van de Kerk, tonen bewijsstukken het tegengestelde aan. De meeste Christenen die de boeken van het Evangelie als betrouwbaar aanvaarden, houden vast dat Jezus zijn goddelijkheid beweerde. Dat geloof kan worden opgespoord tot aan Jezus’ directe volgelingen.
Maar er zijn diegenen die aanvaarden dat God een grote leraar was, maar Hem niet god willen noemen. Als deïst [geloof aan God berustend op de rede, niet op de openbaring] had Thomas Jefferson er geen probleem mee om Jezus’ onderricht over het moraal en de ethiek de aanvaarden, terwijl ze Zijn goddelijkheid ontkenden. Maar zoals er reeds is gezegd, en dit zal verder bestudeerd worden, indien Jezus niet was die Hij beweerde te zijn, dan moeten er alternatieven worden onderzocht.
Zelfs een oppervlakkig lezen van de Bijbel onthult dat Jezus beweerde iemand die zijn die meer was dan een profeet zoals Mozes of Daniël. Maar het is de aard van deze beweringen die ons aangaan. Twee vragen zijn de moeite om de aandacht te trekken:
- Heeft Jezus werkelijk beweerd God te zijn?
- Wanneer hij "God" zei, bedoelde Jezus dan dat Hij de Schepper was van het universum waarover gesproken wordt in de Hebreeuwse Bijbel?
Laat ons Jezus’ woorden in Mattheus 28:18 overwegen, om deze vragen te beantwoorden, namelijk: "Mij is alle macht gegeven, in de hemel en op de aarde." Wat betekent het dat Jezus alle macht is "gegeven?"
Vooraleer te praten over Jezus onder menselijke gedaante, is er ons gezegd dat Hij in eeuwigheid naast elkaar bestaat met Zijn Vader, en dat Hij als God alle macht heeft. Maar de brief aan de Filippenzen 2: 6-11 vertelt ons dat zelfs als Jezus had bestaan onder de vorm van God, Hij hier "afstand van nam" om als mens te worden geboren. Dezelfde passage vertelt ons dat, na Zijn verrijzenis, Jezus opnieuw hersteld werd in zijn vroegere glorie en dat, op een zeker dag, elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde en elke tong zal belijden: "Jezus is de Heer", tot eer van God, de Vader.
Wat bedoelde Jezus eigenlijk toen hij beweerde "Mij is alle macht gegeven, in de hemel en op de aarde?" "Macht" was een welbegrepen begrip in de door Romeinen bezette Israël. In die tijd was Caesar de hoogste autoriteit in de hele Romeinse wereld. Een bevelschrift van hem kon onmiddellijk legioenen in beweging brengen voor een oorlog, misdadigers veroordelen of vrijspreken en wetten en voorschriften invoeren. In feite was Caesars gezag zo groot dat hij van zichzelf beweerde van goddelijke afkomst te zijn.
En zo beweerde Jezus minstens evenveel gezag te hebben als Caesar zelf. Maar Hij zij niet alleen dat Hij meer gezag had over de Joodse leiders en Romeinse overheersers. Jezus beweerde dat Hij de opperste macht was over het universum. Tot diegenen tot wie Hij sprak, betekende dit dat Hij God was. Niet zomaar een God, maar de God. Zowel de woorden als de daden van de apostelen getuigen van het feit dat zij werkelijk geloofden dat Jezus God was.
Heeft Jezus beweerd de Schepper te zijn?
Maar is het mogelijk dat Jezus’ enkel Gods gezag weerspiegelde en dat Hij niet beweerde dat Hij in feite de Schepper was. Bij een eerste vluchtige blik blijkt dit aannemelijk. Jezus bewering dat hij alle macht bezat blijkt enkel zin te hebben als Hij ook de Schepper van het universum is. Het woord "alle" bevat de "alles-inbegrepen schepping" zelf.
Als wij Jezus woorden van nabij bekijken, komt er een zeker patroon te voorschijn. Jezus deed verregaande beweringen over zichzelf die, indien juist, onbetwistbaar duiden op zijn goddelijkheid. Hier zijn enkele van zijn beweringen, zoals deze zijn opgetekend door ooggetuigen:
- Ik ben de Verrijzenis en het Leven [Johannes 11:25]
- Ik ben het Licht en de Wereld [Johannes 8:12]
- Mijn Vader en Ik zijn één [Johannes 10:30]
- Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde [Openbaringen 22:13]
- Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven [Johannes 14:6]
- Ik ben de enige Weg die leidt naar de Vader [Johannes 14:6]
- Als u Mij hebt gezien, hebt u de Vader gezien [Johannes 14:9]
Opnieuw moeten we teruggaan naar de context. In de Hebreeuwse geschriften, antwoordde God aan Mozes, toen deze Zijn naam vroeg aan het brandende braamstruik: "IK BEN". Hij vertelde Mozes dat Hij de enige Schepper is, eeuwig en tijdovertreffend.
Sinds Mozes’ tijd, verwees geen enkel praktiserende Jood naar zichzelf of iemand ander als "IK BEN". Daarom maakte Jezus bewering van "IK BEN" de Joodse leiders woedend. Op een bepaald moment legden sommige leiders aan Jezus uit waarom zij Hem wilden doden: "Omdat u, een gewoon mens, van uzelf beweert dat u God bent." [Johannes 10:33]
Maar het punt is niet eenvoudig dat zo’n zin de religieuze leiders woedend maakte. Het punt is dat ze precies wisten wat Hij zei: Hij beweerde God te zijn, de Schepper van het universum. Het is enkel deze bewering die tot de beschuldiging van godlastering leidde. Jezus’ bewering dat hij God is wordt duidelijk gegarandeerd, niet alleen eenvoudigweg door Zijn woorden, maar ook door de reactie op Zijn woorden.
Wat soort God?
Het idee dat we allen deel uitmaken van God en dat in ons het zaad van de goddelijkheid zit, is niet eenvoudigweg een mogelijke betekenis van Jezus’ woorden en daden. Zo’n gedachten zijn revisionistisch, vreemd aan zijn leer, vreemd aan zijn overtuiging en vreemd aan het verstaan van Zijn leer door Zijn leerlingen.
Jezus onderrichtte dat Hij de God is op de wijze waarop de Joden het begrip "God" verstonden en op de wijze waarop de Hebreeuwse Schriften God omschreven, niet op de wijze waarop de hedendaagse New Age het begrip God verstaan. Wanneer zij dus spraken over God, spraken zij niet over kosmische krachten. Het is gewoon slechte geschiedenis om opnieuw te willen definiëren wat Jezus beweerde over het concept "God."
Maar als Jezus God niet was, is het dan nog correct om hem een grote morele leider te noemen? C.S. Lewis argumenteerde: "Ik probeer te vermijden om het idiote idee dat sommigen over Hem hebben, te zeggen. Ik wil Jezus aanvaarden als een groot ethisch leider, maar ik aanvaard zijn goddelijke aanspraak niet. Dat is het enige wat we niet moeten zeggen."
In zijn zoektocht naar de waarheid, wist Lewis dat hij de beide begrippen over Jezus’ identiteit niet kon aanvaarden. Ofwel was Hij "de vleesgeworden God", ofwel waren zijn beweringen vals. En als ze vals waren, dan kon Jezus ook geen grote ethische leider zijn. Ofwel loog Hij opzettelijk ofwel was Hij een gek met een goddelijk complex.
Was Jezus een leugenaar?
Een van de bekendste en invloedrijkste politieke werken aller tijd is geschreven door Niccolo Machiavelli in 1513. In zijn klassieker "Il Principe", verheerlijkt Machiavelli de macht, het succes, de reputatie en doeltreffendheid boven trouw, geloof en eerlijkheid. Volgens Machiavelli mag men liegen om zijn politiek doel te bereiken.
Kon Jezus zijn volledige leer opgebouwd hebben rond een leugen en dit met het oogpunt om macht te verwerven? Zijn Joodse tegenstanders probeerden Hem voortdurend als een bedrieger en leugenaar te bestempelen. Zij probeerden Hem met allerlei listige vragen in de val te lokken, zodat Hij zichzelf zou tegenspreken. Maar Jezus antwoordde met een opmerkelijke rechtlijnigheid en samenhang.
De vraag die ons aanbelangt is wat Jezus mogelijk kon hebben ertoe gebracht om Zijn hele leven in een leugen door te brengen. Hij onderrichtte dat hij het tegengestelde van de leugen en de schijnheiligheid was en zo zou hij het zeker niet hebben gedaan om Zijn Vader te verheugen. Hij loog zeker ook niet in het belang van zijn volgelingen [allen, behalve één, stierven de marteldood]. Het feit dat Jezus een leugenaar zou zijn kan met een aan de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden uitgesloten.
Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars
|
|