|
|
|
|
Download PDF
Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822] Toen de rust weer was hersteld na de franse revoluite (1793-1798) ontstond er in de Kerk een grote bereidheid om de schade te herstellen die was gedaan in deze verschrikkelijke jaren van ommekeer, verwardheid en verwoesting. Zo begon een mooie periode voor de Kerk in Frankrijk, met de stichting van vele religieuze organisaties die zich bezig hielden met verschillende goede bezigheden.
De stad Bordeaux werd gezegend met drie nieuw religieuze gemeenschappen. Pater Guillaume-Joseph Chaminade stichtte de gemeenschap van de Marianisten, Moeder de Laourous stichtte een congregatie voor de zorg van berooide vrouwen, en pater Pierre-Bienvenu de Noailles organiseerde een gemeenschap van vrouwen die de naam kreeg: De Heilige Familie van Bordeaux, waarvan de leden de kerk op verschillende manieren steunde. Deze laatste gemeenschap, waarvan de leden vaak ook wel de Vrouwen van Loreto worden genoemd, werd opgericht in 1820, twee jaar voor het wonder. De stichter, Pater de Noailles was toen de parochiepriester van de kerk van de Heilige Eulalie. De congregatie van de Heilige Familie van Bordeaux groeide zeer snel, met vele huizen die werden gebouwd in en rond Bordeaux. Het was in de kapel van een van deze huizen dat het wonder van Bordeaux plaats vond ... om precies te zijn op De Rue Mazarin nummer 22-24.
Pierre-Bienvenue de Noailles
Bordeux, Eglise Sainte Eulalie We zullen de aanwezige priester de feiten rond het wonder laten vertellen, aangezien hij ze keurig en nauwkeurig heeft vastgelegd. Het volgende stukje is een vertaling van een deel van het document dat hij geschreven heeft: "Ik wil verklaren dat ik een priester ben die wonende is in de beurt van de parochie van St. Eulalie bij Bordeaux. Ik heb geen andere bedoelingen, behalve publiekelijk te bevestigen de gegevens rond de gebeurtenis die plaatsvond bij de Vrouwen van Loreto. Ik was zelf getuige van dit wonder. Ik wil verklaren voor de ogen van mijn Schepper, mijn God, dat de volgende gegevens waar zijn en betrouwbaar zijn."
De priester de Noailles, hoofd van het Instituut van Loreto, was niet in staat om zelf het lof te vieren voor de gemeenschap van Loreto en smeekte mij daarom om hem voor deze viering te vervangen. Ik ging toen naar het huis van deze zusters, op de derde van deze maand, de eerste zondag van de Paaskring, vier uur in de namiddag. Toen ik daar aankwam was ik meteen bereid om met het lof te beginnen. Uiteraard stelde ik het heilige Sacrament uit met wierook, en toen keek ik naar de monstrans. Ik had de Heilige Hostie daar neergezet, maar in plaats van de Heilige Hostie zag ik daar Onze Verlosser, hoofd, schouders en armen, in het midden van cirkel dat om Hem heen hing als een lijst, zoals bij een schilderij. Maar dit was geen schilderij, want Hij leek levend te zijn.
Klooster "La Solitude" te Martillac
Mère Rita Bonnet, algemeen overste, samen met twee weeskinderen Zijn uitstraling was erg wit en Hij had het postuur van een jonge man van een jaar of dertig. Hij was enorm mooi. Hij droeg een donkerrode sjaal over Zijn schouder en borstkas. Zijn hoofd hing af en toe naar links, en dan weer naar rechts. Verward door dit wonder dacht ik dat dit een illusie was, omdat ik mijn ogen niet kon geloven, maar het wonder bleef duren. Ik kon niet langer in onzekerheid blijven en dus vroeg ik de misdienaar, die het wierookvat droeg, om dichterbij te komen. Ik vroeg hem of hij iets buitengewoons zag. Hij antwoordde dat hij het wonder al had gezien, en nu nog steeds kon zien. Ik vroeg hem om de overste te halen. Daar in de sacristie was ze zelf verstomd over het wonder en volledig overmand door sentimenten. Ik zelf, ik stond gebogen tegen de vloer. Ik hefte alleen mijn ogen op en was nederig in de aanwezigheid van mijn Verlosser. Tranen van vreugde overvielen mij door deze genade. Het wonder duurde tijdens alle hymnen van het Gezegende Sacrament, het Canticum en de Lezingen. Toen het Canticum voorbij was naderde ik het altaar, ik weet niet helemaal hoe ik dat deed, want ik had de moed niet om dichterbij te komen. Ik pakte de monstrans op en gaf daarmee de zegen. De hele tijd dacht ik na over De Goddelijke Verlosser die in mijn handen zichtbaar was. Ik gaf de Vrouwen van Loreto de wonderlijke zegen welke, zonder twijfel, erg vruchtbaar was voor deze nieuw orde. Ik plaatste de monstrans weer op het altaar, maar toen ik de monstrans opende zag ik de Hostie niet meer; De Hostie waarin Onze Verlosser was gekomen om zijn zegen te geven. Trillend en met tranen in mijn ogen verliet ik de kapel.
Drie mooie foto's van het interieur van de kapel "La Solitude" en de Monstrans met de Hostie Zodra ik de kapel uit kwam kwamen er allemaal mensen op mij af, zowel uit het huis als leken van de parochie, die mij vroegen of ik het wonder had mogen aanschouwen en ze vroegen mij vele vragen over dit onderwerp. Ik kon alleen dit zeggen: "Jullie hebben Onze Verlosser gezien, waarmee Hij duidelijk heeft willen laten blijken dat Hij altijd bij ons is en waarmee Hij wil vragen om Hem altijd lief te hebben. Nog meer dan eerst moeten we Hem lief hebben en de goede dingen doen, want Hij heeft ons deze genade gegeven. Toen ging ik naar huis, maar tijdens de nacht bleef ik denken over het wonder dat ik had gezien. De volgende dag, maandag, ging ik naar de parochie va St Eulalie en kwam ik priester Noailles tegen. Ik vertelde hem wat er was gebeurd, en er kwamen ook andere mensen op ons af en vertelden over het wonder. Ook al had ik graag gewild er lang over te praten, had de misdienaar en enkele andere hem alles al verteld."
Wat er ook gebeurde. Ik verklaar wat ik heb gezien en bijna heb aangeraakt. Ik weet niet wat de gevolgen zullen zijn van mijn getuigenis, maar ik zou een zeer ondankbare man zijn en schuldig zijn als ik weigerde om de waarheid te verkondigen."
Dit document was getekend: "Delort, priester" en was geschreven op 5 februari 1822.
Naar deze getuigenis gaf de Moeder-overste, die knielden in de sacristie, een bevestiging. In het begin van haar verslag erkend ze dat, hoewel het gebruikelijk was om de ogen af te wenden voor de Sacramentele Jezus, ze toch de neiging had om naar de Hostie te blijven kijken. Ze ging verder: "Ik zag dat de Hostie was vervangen door Onze Verlosser, Jezus Christus, volledig lichtgevend. Ik kon Zijn hoofd zien, en zijn borstkas. Hij was omlijst met de cirkel van de monstrans, maar Hij bewoog Zijn Hoofd van links naar recht en het leek wel als Hij uit de cirkel wilde komen, naar de plaats waar ik was. Ik zag licht flitsen aan alle kanten . Dit was zo snel dat het wel leek om lange stammen licht die uitbarstte in mooie bloemen, voordat ze verdwenen. Hiermee was ik bezig tijdens de Hymne van het Heilig Sacrament, het Canticum en de lezingen. Ik had de kracht niet om te zingen omdat in mij een grote vurigheid heerste. Ik zei tegen mezelf dat ik heel blij zou zijn als het werkelijk mijn God was die Zichzelf aan mij wilde laten zien, en ik zou blij zijn om Hem te zien, omdat ik vaak voor deze genade had gewenst. Ik ervoer het eerst als een illusie, maar ik bleef Onze Verlosser zien op dezelfde manier. Ik was zo bezig met deze aanwezigheid dat ik niet door had welk effect het had op de priesters en de anderen. Ik ging naar huis zonder met iemand te spreken, maar er kwamen mensen naar me toe om mij te vertellen wat ze hadden gezien. Ik zag toen dat ik geen fout begaan had en ik zegende Onze Verlosser voor de genaden die Hij ons nederige huis had geschonken. Ik bevestig al deze dingen in de aanwezigheid van Jezus, Marie en Jozef" Ook al zien we Hem niet altijd met de ogen van ons lichaam, Hij gaf mij toch de genade om Hem te mogen zien ... Dit document was getekend "Moeder-Overste van het huis van Loretto op 6 februari 1882."
Andere getuigenissen werden gegeven en getekend door de misdienaar en enkele andere getuigen, van wie allen verklaarden dat ze het hoofd en de borstkas van Onze Verlosser hebben gezien, terwijl Hij met zijn armen bewoog een lief glimlachte naar de gemeenschap. Ze verklaarden dat de hele tijd Zijn linkerhand rustte op de rode sjaal die Hij over Zijn schouders droeg, terwijl Hij Zijn rechterhand omhoog hield, zoals bij de zegen. Dit beeld duurde tijdens het hele Lof, wat zeker 20 minuten duurde.
De aartsbisschop van Bordeaux erkende het wonder van deze kerk. Paus Leo XII bevestigde ook deze gebeurtenis en schreef een brief waarin hij het feest van het Heilig Huisgezin instelde ter herdenking aan deze gebeurtenis en ter erkenning van de orde, in wiens kapel dit wonder had plaats gevonden. Ook heeft de Paus het heeft van de eerste Zondag van de Paaskring gekoppeld aan het feest van het Heilig Huisgezin ... en ongebruikelijke dubbele viering door ook alleen in Bordeaux wordt gevierd. In 1921 heeft Paus Benedictus XV dit feest verspreid naar de hele kerk. Het feest van het Heilig Huisgezin wordt nu gevierd in de kersttijd.
Elke jaar zijn er vieringen in de congregatie van het Heilig Huisgezin ter herdenking van het wonder, maar alleen onder de zusters, want er zijn weinig katholieken die van de gebeurtenis afweten. De simpele monstrans die tijdens het wonder werd gebruikt wordt nog steeds bewaard in het huis van de orde van Bordeaux.
Pater Peter de Noailles, de stichter van de congregatie van het Heilig Huisgezin en de parochiepriester tijdens het wonder, staat op de lijst voor de heiligverklaringen.
|
|
|
|
|