Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



OLV van Belpasso: Deel 1. Belpasso Samengevat

  
 
Download PDF

Onze Lieve Vrouw van Belpasso

De verschijningen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso doen veel denken aan deze te Medjugorje: beiden hebben tien geheimen. In tegenstelling tot Medjugorje echter, staat de plaatselijke Bisschop volledig achter de verschijningen. Dit verhaal van Onze Lieve Vrouw van Belpasso bestaat uit een drieluik:

  • Belpasso samengevat
  • Rosario's dagboek
  • Rosario's verslagen
Deel 1: Belpasso samengevat

Rosario Toscano werd geboren op 22 juni 1971 te Catania en was bij het begin van de verschijningen 15 jaar oud. Als enige kind leefde hij in een welstellende familie, dankzij de goedlopende zaken van zijn vader. Tijdens zijn kinderjaren waren er geen voortekenen of aanwijzingen dat er verschijningen zouden plaatsvinden. Zijn jonge leven speelde zich volledig af te Catania, waar zijn ouders woonden en waar zijn vader, die nog niet zo lang geleden stierf, werkte. Hij liep achtereenvolgens lagere en middelbare school bij het "Instituto delle Sacramentine," de "Leonardo da Vinci school," de "Fratelli delle Scuole Cristiane," en de "Liceo Principe Umberto." Na zijn middelbare studies ging hij naar de Universiteit te Catania, aan de Faculteit der Letteren.

Maar tijdens dit eerder gewone verhaal begon er plots een merkwaardig voorval. Rosario werd plotseling ziek, door een raadselachtig virus, dat een hoge koorts en een totale afmatting van het lichaam tot gevolg had. Op het ogenblik dat men alle hoop op genezing had opgegeven begonnen de bovennatuurlijke ervaringen, op 4 mei van 1986.

De Verschijningen

Strikt gezien begonnen de verschijningen op zondag 11 mei 1986 en eindigden ze op 1 mei 1988. Tezamen waren er 32 verschijningen en tijdens de laatste verschijning vertelde Maria dat ze een drieëndertigste maal zou verschijnen, zonder echter een datum op te geven. Rosario legt hier met de volgende woorden uit wat er gebeurde tijdens de verschijningen:

  • Elke keer richtte ik mijn ogen op boven de rots [na te knielen en een tijd, met gebogen hoofd in gebed verzonken, te wachten]. Ik kon de Heilige Maagd niet onmiddellijk zien. Ik zag een kleine wolk komen van uit de richting van de zee. Deze wolk naderde vlug de rotsDe wolk, die de grootte had van een persoon, schitterde daarna op de rots en begon zich daarna te openen zoals een bloem die zich opent. Toen de wolk zich opende, zag ik Onze Lieve Vrouw te voorschijn komen, zo krachtig dat de helderheid van de zon leek te verzwakken, zelfs tot op het punt dat de zon eruit zag als de maan tijdens het daglicht. Op hetzelfde ogenblik begonnen de mensen ook te zwijgen en werd alles rondom mij stil. Bij het openen van de wolk kreeg deze ook een andere vorm en vormde ze een soort kussen tussen de rots en de voeten van Onze Lieve Vrouw. De wolk opende zich langzaam, op deze wijze dat eerst het hoofd van Maria te voorschijn kwam en toen bad ik: "Gegroet, Mijn Koningin." Vervolgens kreeg ik Haar hele lichaam te zien tot aan de voeten.
  • Rondom mij kon ik niets waarnemen en ik had het gevoel dat ik alleen was en dat ik enkel de Heilige Maagd en de rots zag. Het licht dat Maria uitstraalde was onmetelijk, maar het verstoorde mijn zicht niet, integendeel, mijn ogen waren als een magneet op Haar gericht, wat mijn blik constant op Haar gericht hield.
  • Voor Zij zich tot mij richtte, keek de Heilige Maagd eerst naar de mensen, waarbij Zij glimlachte. Het deed Haar duidelijk genoegen om naar Haar kinderen te kunnen kijken, bij het bezoeken van de plaats.
  • Hierna richtte Maria Haar ogen op mij en begon Zij te praten.

Onze Lieve Vrouw was steeds in het wit gekleed, maar dit wit straalde zo’n grote helderheid uit, zoals de weerkaatsing op rustig, kristalhelder water. Zo’n intense lichtsterkte had ook tot gevolg dat de lucht, de achtergrond, een andere kleur kreeg en van hemelsblauw veranderde naar het opkomende daglicht.

De Moeder van God droeg steeds een witte mantel vanaf het hoofd tot aan de voeten. Haar kleed bestond uit één geheel en om Haar middel droeg zij een soort gouden koord , die met één enkele knoop was vastgemaakt, en de koord hing tot beneden Haar knieën. Het rechtse gedeelte van de koord was iets langer dan het linkse gedeelte. De mouwen van Haar kleed kwamen tot aan Haar vuisten en ze waren niet strak gespannen. Haar kleed viel zachtjes op Haar voeten, in heel mooie plooien, maar zonder de voeten te verstoppen.

De Heilige Maagd was blootsvoets en men kon de voeten zien tot voorbij Haar tenen. Haar voeten bevonden zich op de wolk, die ondoordringbaar leek: men had niet de indruk dat Maria stond op een soort leegte, of in het midden van de lucht. Ze stond werkelijk op de wolk. De huidskleur was de Heilige Maagd was wit, met een roze blos op de wangen. Het haar van Maria was kastanjebruin, maar met een lichtrode schijn, zoals bij kastanjes, en licht golvend, maar ik weet niet of het lang of kort was, omdat Haar hoofd steeds bedekt was. Haar ogen waren intens azuurblauw, de kleur van saffier. Soms heeft het water van de zee zo’n kleur, wanneer de zon er op schijnt, maar dan nog lijkt dit bijlange niet op de ogen van de Heilige Maagd.

Haar hart was donkerrood, in vele doornen verstrikt. Haar hart leek verankerd in een soort heester, met vlammen erover. Uit Haar volledige hart kwam er zo’n intense en allesbevattende lichtstraal. Elke keer als de Heilige Maagd mij Haar hart toonde, voelde ik mijzelf doordrongen van dit licht, zoals een spons doordrongen is van het water. Ik voelde dit licht in en buiten mij. Dit zoete Hart verscheen mij nooit aan de buitenkant van Haar kleed, zoals velen verkeerd denken, maar het was zo lichtgevend, dat het door Haar kleed scheen, dat op dat ogenblik zo doorschijnend was als een sluier.

De Moeder Gods droeg steeds een rozenkrans in Haar rechterhand. De kraaltjes waren wit, zoals parels, maar de ketting en het Kruis leken als goud. Maria’s handen waren niet groot, maar eerder in verhouding tot Haar gestalte. Zij was zo’n 1,55 meter groot. Zij leek niet meer dan 18 jaar oud.

Tijdens de eerste verschijning van 11 mei 1986 hield de Heilige Maagd de handen gevouwen met een Rozenkrans tussen de handen.

In de verschijning van 8 juni 1986, juist na de openbaring van Haar naam opende Maria Haar handen en strekte Haar rechterarm uit, met de Rozenkrans in de hand, als een uitnodiging tot gebed. Zij boog Haar linkerarm lichtjes als een gebaar van bescherming. Tijdens deze verschijning toonde Maria Haar hart.

Toen Onze Lieve Vrouw op 1 december 1986 de volledige Rozenkrans bad met Rosario, begon Zij met het Kruisteken. Toen nam Zij een nieuwe houding aan, anders dan de overige verschijningen, waarbij Zij een betekenisvol gebaar maakte. Met Haar rechterhand plaatste Zij het Kruis van de Rozenkrans tegen Haar Onbevlekte Hart, terwijl Zij met Haar linkerhand, door Haar vingers, de kraaltjes afging tijdens het gebed.

Op 1 februari 1987 maakte Maria, op een bepaald ogenblik tijdens de verschijning, een gebaar zoals te Fatima. Zij bracht Haar open handen naast elkaar en vanuit Haar handpalmen scheen er een intens licht op de grond, voor de plaats waar Rosario zich op de knieën bevond. Rosario zag dat de grond zich opende en kreeg daarna een visioen van de hel te zien.

Vele malen verscheen de Heilige Maagd in tranen, als Onze Lieve Vrouw der Smarten [zie de verschijningen van 8 juli 1986 en 18 juni 1986]. Tijdens de verschijning van 1 april 1988 kwam Zij daadwerkelijk als Onze Lieve Vrouw der Smarten en bevond Zij zich op Haar knieën onder het Kruis, waarbij Zij Rosario uitnodigde om drie mysteries van de Rozenkrans te bidden. Dit is het ogenblik dat de ziener zich ervan bewust werd, uit Haar gebaren, dat Zij tussenkwam voor ons. Er was nog iets prachtig: elke keer dat Rosario zei: "Heilige Maria, bid voor ons, arme zondaars," keken Haar ogen liefdevol richting Hemel.

Elke keer dat ik poogde te beschrijven hoe Maria aan mij verscheen, vroegen vele mensen zich af of Zij Zich in al Haar 32 verschijningen op dezelfde wijze toonde, met de rechterhand naar voor gestrekt en de linkerhand een beetje naar achter gebogen, zodat haar Onbevlekte Hart zichtbaar werd. Op deze vraag antwoordde Rosario "Neen," want de Heilige Maagd nam verschillende houdingen aan tijdens Haar verschijningen. Niettemin heeft Rosario deze bijzondere houding uitgekozen omdat het zo’n diepe indruk maakte op hem, en omdat het op een volmaakte wijze de boodschap van het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede weergaf. Inderdaad, zelfs de gebaren van Maria hebben een betekenis en zijn een taal op zichzelf, een boodschap.

Een beschrijving geven van zelfs de kleinste gebaren van de Heilige Maagd is bijna onmogelijk, maar het is niet moeilijk om de meest terugkerende en bijzondere gebaren voor de ogen te halen.

Als Maria spreekt over de Rozenkrans, en het aanbeveelt als een heel doeltreffend gebed, houdt Zij deze voorwaarts en heft ze deze lichtjes omhoog. De betekenis hiervan is dat ze de Rozenkrans lijkt voor te dragen als een anker van de redding, of als de krachtige betekenis van de verlichting der zielen van de alledaagse problemen, of door de Rozenkrans te verheven tot een bovennatuurlijke werkelijkheid, of als een ketting van liefde die de mensen van God bindt.

Als Zij spreekt over Haar Onbevlekte Hart, wijst Zij met de wijsvinger van Haar rechterhand, dezelfde hand waarmee Zij de Rozenkrans vasthoudt, naar Haar hart. Met dit gebaar lijkt Zij ons een veiliger weg te tonen op onze reis naar God, waarbij Haar Onbevlekte Hart de deur lijkt te openen naar een veilig onderkomen, de verblijfplaats van Gods liefde in Haar, een plaats waar men een meer directie kennis verwerft van volmaakte liefdadigheid, een plaats waar de ziel zichzelf volledig kan verlaten, wordt hervormd en tot volmaaktheid wordt gebracht. Het is belangrijk dat de Heilige Maagd Haar hart aanwijst met dezelfde hand waarmee Zij de Rozenkrans vasthoudt, omdat Zij hiermee aantoont dat men door het gebed Haar Onbevlekte Hart kan bereiken.

Toen Maria, op 1 november 1987, zei: "Mijn lieve kinderen, ik wens dat u allen heiligen wordt," maakte Zij een beweging met beide handen, alsof ze alle mensen tot Haar wou nemen die zich op het grasplein bevonden, door Haar handen tot Haar borst te brengen, de ene hand boven de andere en beide handen op het hart gedrukt, alsof Haar hart een krachtige betekenis heeft voor de heiligheid.

Toen Rosario op 1 juni 1987 aan Maria vroeg wat we moeten doen om de Heilige Geest te aanroepen, antwoordde Zij: "Heeft uzelf volledig aan Mij en Mijn Hart: Ik ben de woonplaats van de Heilige Geest." Deze woorden gingen gepaard met een gebaar, waarbij Zij Haar beide naar Haar Hart richtte en ze daarna uitstrekte, zoals een moeder die haar kinderen aanspoort om tot haar te komen en haar te omhelzen.

Bij het spreken over de zonden van Haar kinderen, neemt Onze Lieve Vrouw een ernstige gelaatsuitdrukking aan. Haar gelaatsuitdrukking is strenger, of eerder bedroefd, wanneer er wordt gesproken over onze beledigingen aan Jezus omwille van onze zonden. Maar, toen Zij de hel toonde in de verschijning van 1 februari 1987, werd haar gelaatsuitdrukking zeer ernstig en verontrust, met geen enkele verandering aan haar gelaat, alsof Zij wou vertellen dat er niets meer kon worden gedaan voor de zielen die in het vuur werden gestort, en dat hun toestand er gekomen is door hun gedrag.

Wanneer Maria de zegen gaf, deed ze dit soms met uitgestrekte handen [vooral bij het zegenen van religieuze voorwerpen] met de handpalmen naar voor en naar beneden gericht en soms maakte Zij bijna het Kruisteken, discreet en zonder bruuske beweging, alsof Zij zichzelf niet boven de rol van de priesters wou plaatsen. Rosario heeft dit meer dan eens waargenomen.

Wanneer Zij op 8 december 1987 verscheen in de Kerk van de Heilige Filippus Nero, de stichter van de Orde der Oratorianen, te Acireale, hield Zij de handen gesloten. Enkel op het einde van Haar boodschap, bij het uitspreken van de woorden "Gebed, herstel, boete," scheidde Zij Haar handen. Bij het uitspreken van deze drie woorden lichtte Zij haar handen langzaam omhoog, waarbij ondertussen Haar Onbevlekte Hart verscheen.

De locuties

Onder de mystieke fenomenen die Rosario heeft ervaringen waren er ook locuties of de "gesprekken zonder verschijningen." Deze bijzonderheid is veel minder bekend  dat de verschijningen, misschien omdat deze gebeurtenissen een meer persoonlijk karakter hadden [de Heilige Maagd head hem uitgenodigd "in een afgezonderde plaats," 1 oktober 1987]. Rosario bleef meer zwijgzaam dan ooit over deze locuties. We weten dan de locuties begonnen op 7 oktober 1987, het feest van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans.

Maria had hem op voorhand ingelicht [tijdens de verschijning van 1 oktober 1987] dat hij op 7 oktober een gave van Onze Heer zou ontvangen. En Zij informeerde hem met deze woorden: "De Heer wenst u een bijzondere genade te geven, dat goed zal zijn voor al Zijn mensen." Hieronder kan men de gave van het "charisma" [gave van de Heilige Geest] verstaan, een buitengewone gave, die niet wordt gegeven voor het persoonlijk belang van de gelovigen, maar voor het "algemeen welzijn" van het volk van God. De locutie, in het bijzonder de innerlijke, valt binnen de sfeer van die gaven die God ons schenkt zowel voor het algemeen welzijn als voor de persoonlijke geestelijke groei van ieder individu.

Rosario heeft vele locuties gehad, tot zelfs na de verschijningen. Wat deze betreft, vernoemt hij dat het geen innerlijke locuties zijn: zij behoren tot een ander fenomeen, wat de deskundigen de "auditieve" locuties noemen.

Rosario zegt dat de stem duidelijk en ondubbelzinnig hoorbaar was. De Bijbel geeft bekende voorbeelden van deze gave: God spreekt tot Adam en Eva [Genesis 3:9], tot Hagar [Genesis 21: 14-19] en tot Samuel [1 Samuel 3: 3-14].

Klaarblijkelijk heeft Rosario dit soort locutie reeds eerder ervaren, namelijk op 4 mei 1986, toen de bovennatuurlijke verschijnselen begonnen. Hoe dan ook begon, volgens Rosario, dit fenomeen op 7 oktober 1987. Op die dag werd hem officieel de gave geschonken, als een onderdeel van zijn geestelijke begaafdheid.

Zelfs Vader Dino, de eerste geestelijke leider van de ziener, beweert tijdens een beslissend moment met betrekking tot zijn geloof [misschien zelfs tijdens andere nachten] dit soort locuties te hebben ervaren.

Wat zijn eigen auditieve locuties betreft, zegt Rosario dat de stem die hij hoorde enkel gebeden doorgaf. Later, vanaf 1 mei 1988, lijken de auditieve locuties zich verder te ontwikkelen. Rosario denkt dat dit het gevolg is van de belofte de Maria hem deed die dag, om hem zo voor te bereiden op het einde van de verschijningen: "Ik zal later in de toekomst terugkeren," zei Onze Lieve Vrouw, "maar dit betekent niet dat ik u in de steek laat. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds met U zijn." [1 mei 1988].

Gedurende deze periode lijkt deze gave volmaakt te zijn geworden en vermengde het zich met een ander fenomeen dat begon op de avond van 1 mei 1988. Op een dag gaf Rosario over dit tweede fenomeen een vertrouwelijke mededeling aan zijn geestelijke begeleider, toen hem de vraag gesteld werd hoe hij zich voelde na 1 mei 1988, de dag van de laatste verschijning.

Dit was zijn antwoord: Een paar minuten na de laatste verschijning, was mijn gemoedstoestand dezelfde als na de overige verschijningen, alhoewel de Heilige Maagd had gezegd dat ik Haar niet meer zou zien. Toen dit echter daarna bewust tot mij begon door te dringen, kwam er bij het neerschrijven, het nalezen en het overdenken van Haar laatste boodschap, een treurnis over mij.

Diezelfde nacht nog voelde ik een sterke pijn in mijn schouder, als een vuur dat mijn hart wou verteren. Ik werd naar een vriendin van de familie gebracht, die dokter is. Zij schreef mij geneesmiddelen voor, maar vergeefs, het brandend gevoel wou niet weggaan. Daarna begon ik te beseffen dat deze toestand geen echte pijn was, integendeel, ik kreeg het gevoel van een onschrijfbaar genoegen en bemoediging. Dit genoegen herinnerde mij aan een eerdere verschijning, of liever, ik had hetzelfde gevoel dan tijdens de verschijning van 18 juni 1986. Toen toonde de Heilige Maagd mij Haar Onbevlekte Hart en voelde ik een licht binnen en buiten mij: ik was doordrongen van dat licht zoals een spons doordrongen is van het water. Ik begreep ten volle deze nieuwe toestand toen ik dacht aan haar woorden: "Ik zal niet meer komen." In feite had ze, als een belofte, gezegd: "maar dit betekent niet dat ik u verlaten heb. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij u zijn."

Van toen af, tot vandaag, voel ik dit "geestelijke vuur" binnen in mij, dat mij bewust maakt van de nabijheid van Maria tijdens mijn dagelijkse leven, in het bijzonder bij omstandigheden die te maken hebben met de gebeurtenissen rond de rots van Belpasso.

De ontwikkeling van de gave van locutie past blijkbaar als een gedeelte van dit fenomeen. De stem lijkt zelfs meer en meer van binnenin te komen. In korte tijd is deze bovennatuurlijke gave veranderd van een auditieve locutie naar een innerlijke locutie. In deze dialoog blijkt Rosara raadgevingen, ophelderingen en voorstellen te ontvangen, zowel voor persoonlijke, tijdelijke en geestelijke situaties. Rosario heeft de neiging deze boodschappen bekend te maken wanneer hij denkt dat de juiste tijd gekomen is, en dit zal waarschijnlijk gebeuren wanneer de gebeurtenissen rond de verschijningen in werkelijkelijkheid zullen plaatsvinden.

De geheimen

In de boodschappen van Belpasso verwijzen de woorden "barmhartigheid" en "gerechtigheid" naar werkelijke tijdsperioden. De tijd van barmhartigheid, waar we nu moeten gebruik van maken, vooraleer het te laat is [daar "er niet veel tijd zal zijn"], is de huidige tijd. En wat met de tijd van gerechtigheid? Wat houdt deze in voor ons? Wat zal er gebeuren wanneer de tijd van barmhartigheid over is? Misschien is het ons niet verboden om eerbiedig nieuwsgierig te zijn en een blik op de geheimen te werpen, want Rosario zelf, die ze tot de vijfde verjaardag van de verschijningen moest geheim houden [11 mei 1991], heeft zelf hints gegeven over de opbouw en de inhoud ervan. Hij zei: "Ik heb u deze dingen verteld enkel om u in te lichten, opdat u zich zou bewust worden van de vele dingen, waarvan u het recht hebt om ze te kennen."

Wat de geheimen betreft, weten we iets uit de boodschappen, iets uit het officiële rapport en iets uit Rosario’s antwoorden op bepaalde vragen. De geheimen zijn aan Rosario doorgegeven op 1 maart 1987. Er zijn er 12, waarvan 2 voor Rosario zelf en 10 voor de mensheid. Dat de geheimen ernstig zijn en gewichtig, kunnen we afleiden uit diverse dingen:

  • De bezorgde, opgewonden toon van de volledige boodschap van Onze Lieve Vrouw van 1 maart 1987.
  • De onthulling, de daaropvolgende maand, dat "er zeer ernstige straffen komen voor de mensheid."
  • De boodschappen als een geheel, met name hun gelijkenis met de boodschappen van andere verschijningen over de hele wereld.
  • De toon van de laatste boodschap en de uitleg die werd gegeven; de woorden die werden gebruikt.
  • De houding en de gelaatsuitdrukking van de ziener na de verschijning van 1 maart 1987 en in de verdere uiteenzetting die door hem werd gegeven.

De woorden die door Onze Lieve Vrouw zijn gebruikt laten geen ruimte voor twijfel. Het zijn bijzonder "onaangename" gebeurtenissen [1 mei 1988], "heel ernstige straffen" [1 april 1987], "zuivering" [1 oktober 1987].

Op 11 mei 1987 verklaarde Rosario: "Velen hebben zichzelf afgevraagd of deze onaangename gebeurtenissen heel erbarmelijk zijn. Weet dat ik gedurende weken heb geweend en dat ik geen vrede meer zou gevonden hebben, was het niet dat het Hart van onze Moeder mij had getroost en dat Gods genade mij niet had begeleid.

De boodschappen laten ons in hun geheel begrijpen dat God een beslissing heeft gemaakt en de tijdslijn heeft bepaald: daarom zullen de geheimen in alle geval plaatsvinden en kunnen ze enkel worden verzacht. Men kan dit ook afleiden uit de droefheid waarmee Onze Lieve Vrouw aankondigde en voorspelde dat de mensen zullen falen in het volgen van Haar boodschappen en waarschuwingen: "Velen zullen opnieuw hervallen in hun zonden en zullen God en Zijn wetten vergeten." [1 mei 1988]

Uit de ingewikkeldheid van de boodschappen kan men afleiden dat de straffen uit de geheimen twee redenen tot doel hebben:

  • Het zijn straffen voor de zonden.
  • Ze zijn een zuivering om de Tweede Komst van Christus voor te bereiden.

God heeft de mens de mogelijkheid gegeven om zichzelf te zuiveren door een leven van boete, opoffering, vasten en vooral het gebed en een toevlucht tot de sacramenten. De zonden die leiden tot de straffen zijn "oppervlakkigheid en onverschilligheid" [1 februari 1988], "geestelijke gemakzucht" [1 mei 1988], "het zichzelf bewust verkopen aan de wereldse voldoeningen" [1 februari 1988], "het vergeten en ontkennen van God en Zijn wetten" [1 mei 1988] en "de onverschilligheid voor Jezus en zijn opofferingen' [1 juni 1987]. Al deze zonden vinden hun oorsprong in onze "harten van steen" [1 augustus 1987]. In het bijzonder heeft Gods volk een beslissende rol te spelen, door de woorden van Maria in de praktijk om te zetten en mee te werken aan "het verzachten van de harten, die nu zijn versteend," "de zuivering van de anderen door geestelijke ijver in hen op te wekken," [1 augustus 1987] en door hen allen "tot de eenheid van Christus en tot vrede te brengen."

De geheimen maken deel uit van Gods groot plan "met het oog om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus." [Efeziërs 1:10] Het is een versnelling van de geschiedenis tot de Parousia, de Tweede Komst van Christus. Dat de Heer toont dat deze geheimen bestaan is een bijkomend teken van Zijn Barmhartige Liefde van Zijn Hart en Zijn bijzondere voorliefde voor Zijn volk.

We mogen geen verkeerde houding aanneming tegenover de geheimen. We mogen hen niet benaderen met een lege nieuwsgierigheid, noch met ijdelheid, in gedachten houdende dat de Heer deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen houdt, maar ze aan eenvoudige mensen onthult" [Mattheus 11:25]. Integendeel, wij moeten de geheimen met eerbied benaderen, dezelfde eerbied die we hebben tegenover de wil van God, bron van alles. De overwinning van het Onbevlekte Hart van Maria en de periode van vrede zijn een teken, onder de verscheidene andere tekens, die aan de wereld niet alleen de glorie van Maria zal tonen, maar ook deze van de Kerk, wat onder het zevende geheim kan worden begrepen.

Wat de tijdsspanne betreft gaat het over deze generatie. Niet alleen de boodschappen bevestigen dit stilzwijgend, maar er is ook het gegeven dat Rosario is aangeduid om de geheimen zelf aan te kondigen. Niettemin mogen wij onszelf niet wijsmaken dat de geheimen nakend zijn [tussen vandaag en morgen]. Als we naar de geheimen van Fatima kijken, zien we dat er 67 jaren zijn overgegaan. Rosario zelf zegt bijvoorbeeld over het zevende geheim dat dit zeker nog niet voor morgen is. Integendeel, men is geneigd om te denken dat minstens drie geheimen nabij zijn, aangezien de overwinning van het Onbevlekte Hart van Maria en de periode van vrede dichtbij is. In zijn verklaring van 11 juni 1991 zegt Rosario dat "de tijd van de vrede dichtbij is."

Eerder heeft hij een waardevolle uitleg erover gegeven; "In de wereld zal er een periode van vrede zijn. Deze is nog niet aangebroken omdat er eerst een meer zichtbaar teken van de bekering van Rusland moet geschieden: dan zal er, zonder uitzondering, een periode van vrede komen over de wereld [november-december 1990].

Voor wie de geheimen bestemd zijn en wat de onaangename gebeurtenissen betreft die ze inhouden, weten we dat ze op alle mensen slaan [1 maart 1987], maar niet op dezelfde manier. In het bijzonder moet iedereen door deze zuivering gaan, daar niemand kan zonder bruidskledij voor de Jezus verschijnen, die zal terugkeren [1 mei 1988 en Rosario’s verslag van 11 mei 1991].

De Heilige Maagd heeft gezegd dat Zij een teken zou geven als bewijs van Haar verschijningen [1 januari 1987] en heeft dit later nader omschreven: "Alvorens alles begint, wat betekent, alvorens de geheimen zullen plaatsvinden, zal Ik u inlichtingen, zodat u het aan iedereen kunt zeggen. Dit zal het concrete teken zijn van Mijn verschijningen, het hoogst belangrijke teken van in de Hemel voor de ernst ervan." [1 mei 1988]

Rosario zal opnieuw als tussenpersoon handelen, maar deze keer om de toekomstige gebeurtenissen. In de laatste van de grote verschijningen kan men deze verandering waarnemen: te Lourdes gaf Maria drie persoonlijke geheimen aan Bernadette, te Fatima drie geheimen [of beter gezegd, één geheim bestaande uit drie gedeelten], waarbij het de kerkelijke hiërarchie wordt toegestaan om ze al dan niet bekend te maken. Te Belpasso, Medjugorje en in andere verschijningen van vandaag zullen de geheime boodschappen met een absolute zekerheid worden bekend gemaakt.

De Belpasso-geheimen zijn zeer nauw verbonden met elkaar. Zij zijn, zoals de geheimen van Fatima, "één enkel geheim dat bestaat uit verschillende gedeelten die zullen worden voltrokken in de toekomst. Enkel God beslist wanneer de geheimen zullen worden bekendgemaakt, en Zijn beslissing zelf is een concreet teken, het Hoogst belangrijke teken in de Hemel voor de ernst ervan." [1 mei 1988]

Waarom spreekt Maria over "ernst?" Omdat het voor velen te laat zal zijn wanneer de toekomstige gebeurtenissen zullen worden openbaar gemaakt. Het aangeven en de openbaring van de geheimen voor de mensheid [en eveneens het aantal 10] herinnert ons op een heel bijzondere wijze aan de tien plagen van Egypte.

Rosario zegt: "Met betrekking tot wat er in de toekomst staat te gebeuren, moet u weten dat Onze Lieve Vrouw ons op voorhand zal informeren en beschermen, als wij Haar aanbevelingen hierover zullen volgen."

Het zal vooral het zevende geheim zijn dat ons zal doen herinneren aan de Bijbelse schema. De geheimen houden gebeurtenissen in die geleidelijk aan zullen toenamen in intensiteit. Rosario zegt dat het zevende geheim zich zal voordoen wanneer de onaangename, "akelige gebeurtenissen" op hun hoogtepunt zullen zijn [verslag van 11 mei 1991]. Van het zevende geheim is het geweten dat het gewijzigd is [In Medjugorje zegt men dat het verzacht is]: "Zeg aan iedereen dat het zevende geheim zich niet meer zal voordoen, maar dat het zal vervangen worden door een andere gebeurtenis die alle mensen van God, verspreid over de hele wereld, zal verheugen" [1 maart 1988]. De Heilige Maagd zegt niet dat het zevende geheim niet meer bestaat, maar Zij zegt dat het "vervangen" is door iets anders. Bovendien zegt Zij dat de vervangende gebeurtenis "verheugend" zal zijn, maar enkel voor "Gods mensen verspreid over de hele wereld." Rosario heeft hierover verdere uitleg gegeven op 11 mei 1991. Hij weet dat hij uitleg moet geven, maar hij is bang dat het paniek en angst zal veroorzaken en zo neemt hij elke voorzorg om niet alleen de nadruk te leggen op de somberheid ervan, maar eveneens hoop te geven. Maar laat ons luisteren naar wat Hij zegt: "Nu ben ik vol hoop over de goedheid van de Heer. In feite wenst de Heer Zijn kinderen geen angst aan te jagen, maar ons enkel wakker te houden. Denk enkel aan Onze Lieve Vrouw en Haar witte gordel: het is een symbool dat betekent dat we steeds moeten klaar staan. De Heer verlaat nooit Zijn schepselen, Zijn liefde voor hen kent geen grenzen. Wanneer de wereld wordt getroffen door onaangenaame gebeurtenissen zal er, wanneer deze op hun hoogtepunt zijn, steeds een vuurtoren schijnen in de nacht: het zevende geheim." Over dit geheim heeft de Koningin der Vrede gezegd: "Het zal worden vervangen door een andere gebeurtenis, dat het volk van God, verspreid over de hele wereld, zal behagen." In feite heeft Onze Lieve Vrouw gezegd dat ze opnieuw zal verschijnen, en niet enkel zal Zij iedereen, door mij, waarschuwen, voordat alles zal plaatsvinden, maar Zij zal ook komen om ons te beschermen en te bemoedigen wanneer de beproevingen lastiger worden, om mij het zevende geheim te laten onthullen, het geheimen van de Barmhartigheid. Hoe dan ook, is dit nog zo ver af, dat we beter aan de woorden van Jezus uit het Evangelie denken: "Het is niet nodig dingen toe te voegen aan de alledaagse problemen."

De vemelding van Maria "omsloten met een gordel" of "de uitnodiging om klaar te zijn" herinnert onmiddellijk aan de parabels van Jezus over het waakzaam blijven, maar ook aan de nacht van de bevrijding uit Egypte, toen het bloed van het Lam, het Joodse volk vrijwaarde van de engel des doods [Exodes 12:11].

Als we zorvuldig lezen wat Rosario zegt, begrijpen wij waarom het schema van het zevende geheim, dit is dat meer lijkt op het patroon van de tien platen van Egypte. Het zevende geheim zal een "vuurtoren in de nacht" zijn. Dit, meer wat er gewoonlijk wordt gezegd, zou ons de ernst van het geheimen moeten doen begrijpen.

Zoals al de andere geheimen, zal ook dit op voorhand worden afgekondigd, maar, zegt Rosario, "niet alleen zal Onze Lieve Vrouw iedereen, door mij, waarschuwen, maar zij zal komen om ons te beschermen en te bemoedingen wanneer de beproevigen lastiger worden, om mij het zevende geheim, het "Geheim van Barmhartigheid" de laten bekend maken. Dit betekent dat de openbaring van het zevende geheim aanwijzingen zal inhouden over wie zal beschermd en ondersteund worden door de gehele duur van de gebeurtenis, en dat is de reden waarom de gebeurtenis niet voor iedereen een aangenaam effect zal hebben.

Naar het einde toe van 1991, toen de Goldoorlog juist was begonnen, verklaarde Rosario in het Oratorium van de Heilige Filippus Nero, voor een beperkt publiek, dat "deze oorlog niet lang zou duren." Rond dezelfde tijd, verzekerde Hij opnieuw dat wij ons geen zorgen hoeven te maken de geheimen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso, daar wij "onder Haar bescherming zullen staan."

Hetzelfde overkwam de Israëlieten tijdens de periode van de tien plagen. Wij verwijzen hier in het bijzonder naar de plaag van de duisternis en de plaag van dood der eerstegeboren. De negende plaag was een drie dagen durende duisternis die door de Heer was gezonden, maar "de Israëlieten hadden licht waar ze leefden." [Exodus 10:23]

In de tiende plaag kwam de Engel des Doods [het eerste Pascha] en doodde de eerstgeborenen van Egypte, maar de Engel des Doods liet de huizen van de Israëlieten onberoerd, daar Mozes, bij het aankondingen van de plaag, de Israëlieten had verteld hoe ze deze konden ontlopen: ze moesten het bloed van een lam nemen en de deur vooraan ermee merktekenen [Exodus 12: 1-13].

Het zevende geheim zal een gebeurtenis zijn dat de glorie van de Kerk aan de hele wereld zal doen uitstralen. We hebben meer juistere uitleg over dit geheim door Rosario zelf die zei, om futiele schattingen en gissen te vermijden, dat iets "dat vergeten was" opnieuw in ere zou hersteld worden. Wat het volk van God betreft, dat van de voordelen van het zevende geheim zou genieten, zei Rosario: "Wie terug zal keren naar de Kerk en een leven van geloof zal leiden dat het licht van het Evangelie uitstraalt, kan zichzelf beschouwen als een lid van het volk van God."

Vervolgens bevestigde hij wat men reeds kon vermoeden uit de boodschap van Onze Lieve Vrouw van 1 maart 1988: "Het zevende geheim is een meer aangenaam feit, niet voor de hele mensheid, maar voor het volk van God, dat potentieel kan groeien tot in het oneindige, zoals de barmhartigheid van God, die eveneens oneindig is."

Over de woorden "iets dat vergeten is," gaf Rosario de volgende aanwijzing: "Denk niet aan de ongehoorzaamheid tegen Gods geboden, men moet eerder denken aan iets dan ooit een gebruik was in de gschiedenis van de Katholieke Kerk, maar daarna werd veronachtzaamd, en dat terug in gebruik zal komen, en dat afhangen hoe de omstandigheden zich zullen ontwikkelen." En hij maakte de volgende vergelijking; "De schipper die met zijn schip op weg is naar een haven, verandert zijn bestemming niet als de zee stormachtig is: in de plaats hiervan zal hij het licht van de vuurtoren volgen en wil hij het riscio niet lopen om uit koers te raken, en zal zij dus zo laten begeleiden om zo gemakkelijker te haven te kunnen bereiken." De schipper is het volk van God. De haven is het toevluchtosoord vor de eeuwige redding. De vuurtoren is het zevende geheim, dat ons helpt om gemakkelijker de haven te bereiken, en in duidelijke taal, "het toevluchtsoord."

In maart 1988 werd aan Rosario de vraag gesteld of er aan de geheimen een blijvend teken is verbonden dat de Heilige Maagd zou achterlaten te Belpasso [Zij heeft het volgende beloofd op 1 januari 1987 met deze woorden: "Ik zal een teken laten als een bewijs van Mijn verschijningen."] Hierop kon Rosario geen antwoord geven. Maar in Haar laatse boodschap heeft Onze Lieve Vrouw verklaard dat het teken dat ze heeft beloofd eenvoudig de aankondiging van de toekomstige gebeurtenissen zal zijn die de geheimen inhouden. Bij het stellen van deze vraag werd er de vergelijking gemaalt met het blijvende teken dat Maria heeft beloofd dat Zij zal achterlaten in Medjugorje en dat in de geheimen van Medjugorje is inbegrepen. Uit Rosario’s antwoord en uit wat de Heilige Maagd heeft gezegd te Belpassa, kan men vermoeden dan, vanuit dit standpunt bekeken, de geheimen van Medjugorje niet volledig dezelfde zijn als deze van Belpasso.

Ook werd aan Rosario de vraagd gesteld of er één van de geheimen over Belpasso zelf ging en Rosario zei dat dit het geval was. Rosario nam hierover alle twijfel weg toen hij zei: "Onder de geheimen is er één over Belpasso zelf, meer precies een geheim dat een aanwijzing geeft over dingen die Belpasso zelf aangaan, maar we kunnen het niet omschrijven als een teken." Maar de Heilige Maagd zal van deze profetie gebruik maken om ons een teken te geven [1 mei 1988] en, daar de geheimen van Belpasso over toekomstige gebeurtenissen gaan, kunnen we het enkel vanuit dit standpunt omschrijven als een teken.

Men kan ook zeggen dat de geheimen van Belpasso iets zijn als een samenspel tussen Fatima en Medjugorje. De inhoud van de geheimen zullen schriftelijk worden afgegeven aan de plaatselijke Bisschop [niet allen in één keer] en elk document zal een erg nauwgezette omschrijving bevatten van de gebeurtenissen die moeten komen. De waarschuwing door Rosario zelf een algemene waarschuwing zijn, en zal een zekere periode aan de gebeurtenissen voorafgaan. Rosario zal min of meer zeggen: "Wees voorbereid, klaar, want de verwezenlijking dan dit en dat geheim is op handen." Het bewijs ligt in het document dat in het bezit van de Bisschop zal zijn.

Hierna schreef Rosario nog twee verslagen, een op 1 oktober 1993, wat eigenlijk gewoon de tekst is van een mondelinge aanmaning, die door anderen is neergeschreven en daarom door hem nooit werd bevestigd of ondertekend en een ander laatste verslag van 11 mei 1999. Lees voorzichtig het laatste verslag en schenk vooral aandacht aan de onderlijnde zaken, omdat ze, volgende Rosario, de wil van God weergeven, en bovendien, duidelijk aantonen dat we moeten doen om niet onverwacht te worden overvallen door de toekomstige gebeurtenissen.

Standpunt van de Kerk

Over de verschijningen aan de Rots van Belpasso heeft de kerk steeds een voorzichtige houdig aangenomen, wat ook de taak is van de Kerk bij het voordoen van dergelijke verschijnselen. De Kerk heeft echter steeds de neiging gehad om de verschijningen als echt te beschouwen. Ter bevestiging hiervan heeft de Aartsbisschop van Catania, Mgr. Bonmarito, altijd nauw contact onderhouden met Rosaro, en heeft hem in vele interviews "de zuivere jongen van Belpasso genoemd." De Aartsbisschop zelf komt dikwijls naar de rots, zowel officieel als individueel. Het volgende zijn de woorden van de bisschop uit het "Jezus" tijdschrift nr. 5 van mei 1989: "Ik heb reeds over Rosario Toscano gesproken toen ik nog bisschop van Agregento. De beweerde verklaringen gebeurden steeds rond de Middag, elke eerste dag van de maand. En deze rare combinatie, alsmede het feit dat de mensen bij duizenden naar de rots trokken, deed mij versteld staan en maakten een hevige indruk op mij. Om alleen maar een voorbeeld te geven, enkel vanuit Burgio alleen, een klein dorpje uit mijn vorige bisdom, vertrokken op zondag zes bussen vol gelovigen naar Borrello, een gehucht van Belpasso. Allen gingen naar de verschijningsplaats, de parochiepriester inbegrepen.

Van zodra ik verantwoordelijk werd voor deze plaats zag ik Rosario komen. Ik heb hem driemaal ontmoet en daarna spaken we andere ontmoetingen af en ik moet zeggen dat deze jongen waarachtig zuiver is. Dit is een zuiver gegeven waarover ik meer en meer zekerheid kreeg bij elke volgende ontmoeting. Rosario is gezond, evenwichtig, sereen en hij zoekt geen aandacht.

Op een keer vertelde hij mij letterlijk de vokgende woorden: "Hoe gelukkig voel ik mij, nu dat de mensen mij niet langer voor mij komen en ik nu zelf naar de Rots kan gaan om er te in stilte te bidden tot de Heilige Maagd." Hij zei dit zonder er zich van bewust te zijn hoe belangrijk het was ... hij zei me steeds: "Als u wenst dat in naar de Rots ga om er te bidden, zal ik dat doen, maar indien u dit niet wenst, zal ik dat ook niet doen. Ik wil dat u de dag bepaald wanneer ik moet gaan, voor mij is dat goed." In het kort: hij is volledig gehoorzaam.

Op 1 mei 2000 heeft de Aartsbisschop het beeld van "Onze Lieve Vrouw van de Rots van Belpasso" en de kapel als het Heiligdom ingezegend.

Tot vandaag wordt de Rots van Belpasso, elke eerste zaterdag van de maand, bezocht door pelgrims [gemiddeld zo’n drieduizendtal], die van alle streken uit Sicilië en Zuid-Italië komen. De dienst begint er op 10 uur ’s morgens met het bidden van de Heilige Rozenkrans, gezangen en het nadenken over de boodschappen, terwijl er overal op het gazon priesters ter beschikking zijn voor de biecht.

Op 12 uur begint de Misviering waarin alle aanwezige priesters, die op dat ogenblik vrij zijn voor de biecht, concelebreren. Dan stoppen de bedevaarders met het bidden. Rosario neemt niet altijd deel aan de Misvieringen, om aldus te vermijden dat te veel aandacht naar hem zou gaan, zoals hij steeds heeft vermeld.

De aankomst en het verblijf van de bedevaarders verloopt volgens de grootste orde en met volledige oplettendheid, dankzij het onvermoeibare werk van de leden van het Comité van de Koningin van de Vrede [Comitato Regina Pacis]. Hun voorzitter is Dr. Alfio Tomasello, een advocaat. Hij wordt door velen geholpe, waaronder Mevrouw Maria Calvagno, een journaliste, die de uiteindelijke versie van "Het dagboek van Rosario Toscano en de boodschappen [Il diario di Rosario Toscano e i messaggi]" heeft voorbereid, een boek van onschatbare waarde voor elkeen die meer wenst te weten over de verschijningen en de boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso.



Vertaling: Chris De Bodt

Wordt vervolgd

Bijgewerkt tot en met 4 december 2009