|
Download PDF
Het Sacrament de Ziekenzalving Voorwoord
De ziekenzalving is een sacrament waarvan de betekenis en de vruchten ervan minder goed gekend zijn.
Ik heb al dikwijls gemerkt dat er aan het ziekbed van een zwaar zieke er niemand aan denkt om een priester te roepen om de ziekenzalving toe te dienen. Ook niet bij mensen waarvan men weet dat ze het wel zouden waarderen. Niet noodzakelijk uit kwade wil, maar men denkt er dikwijls gewoon niet aan.
Nochtans is dit één van de mooiste dingen die wij kunnen doen voor een zieke of een stervende: een priester roepen om dit prachtige sacrament toe te dienen.
Indien de zieke bewusteloos is, aarzel niet om er zelf om te vragen. Indien de zieke wel bij bewustzijn is: vraag het hem of haar. Ze zijn vaak te ziek en denken er niet aan om het te vragen. Ik heb het zelf in mijn familie ervaren. Ook als je denkt dat ze er niet voor openstaan, vraag het toch maar, je kan het nooit weten.
Na het lezen, de volgende weken van wat de Kerk ons zegt over dit sacrament, zal je het met mij eens zijn, dat dit een buitengewoon geschenk is. Laat ons er dan ten volle gebruik van maken.
Volgende vragen komen aan bod:
- Wat is de betekenis van ziekte en lijden?
- Geneest Jezus nu nog?
- Welke opdracht hebben wij als christen en de priester in het bijzonder?
- Wie mag het sacrament toedienen?
- Wanneer mag men dit toedienen?
- Hoe dikwijls?
- Is het noodzakelijk?
- Welke vruchten zijn eraan verbonden?
Catechismus
Door de sacramenten van de christelijke initiatie ontvangen wij het nieuwe leven van Christus. Dit leven nu dragen wij 'in aarden potten' [2 Kor. 4,7]. Het is nog 'met Christus verborgen in God' [Kol. 3,3]. Wij zijn in 'onze aardse woning' [2 Kor. 5,1] nog onderworpen aan lijden, ziekte en dood. Dit nieuwe leven als kind van God kan door de zonde verzwakt worden en zelfs verloren gaan.
Onze Heer Jezus Christus, geneesheer van onze ziel en ons lichaam, die de lamme zijn zonden vergeven heeft en hem zijn lichamelijke gezondheid heeft teruggegeven, wilde dat zijn kerk, in de kracht van de heilige Geest, zijn werk van genezing en heil zou voortzetten, zelfs jegens haar eigen leden. Dit is het doel van de twee sacramenten van genezing: het boetesacrament en de ziekenzalving.
De ziekenzalving
'Door de heilige ziekenzalving en het gebed van de priesters legt de gehele kerk de zieken in handen van de lijdende en verheerlijkte Heer, opdat Hij hen zou opbeuren en behouden. Meer nog, zij spoort hen aan zich vrijwillig bij het lijden en sterven van Christus aan te sluiten en aldus het hunne tot het welzijn van het Volk van God bij te dragen'.
1. Haar grondslagen in de heilsgeschiedenis
Ziekte in het menselijk leven
Ziekte en lijden behoren van oudsher tot de ernstigste problemen waardoor het menselijk leven beproefd wordt. In de ziekte ervaart de mens zijn onmacht, beperktheid en eindigheid. Elke ziekte is een voorbode van de dood.
Ziekte kan leiden tot angst, tot terugval op zichzelf, soms zelfs tot wanhoop of opstandigheid tegenover God. Ze kan iemand ook tot een grotere rijpheid brengen, hem helpen te onderscheiden wat in zijn leven niet wezenlijk is, om zich te keren tot datgene wat dat wel is. Heel vaak leidt ziekte ertoe God te zoeken en naar Hem terug te keren.
Christus als geneesheer
Het medelijden van Christus voor de zieken en de talrijke genezingen van allerlei gebrekkigen zijn een schitterend teken van het feit dat 'God genadig heeft neergezien op zijn volk' [Lc. 7,16] en dat het rijk Gods heel nabij is. Christus heeft niet enkel de macht om te genezen, maar ook die om zonden te vergeven: Hij is gekomen om de gehele mens naar ziel en lichaam te genezen; Hij is de geneesheer die de zieken nodig hebben. Zijn medelijden met al wie lijden, gaat zo ver dat Hij zich met hen vereenzelvigt: 'Ik was ziek en gij hebt mij bezocht' [Mt. 25,36]. Zijn voorliefde voor alle noodlijdenden heeft in de loop der eeuwen zonder ophouden de bijzondere aandacht van de christenen gewekt voor allen die lichamelijk en geestelijk lijden. Zij staat aan de oorsprong van de onvermoeibare inspanningen om hen op te beuren.
Vaak vraagt Jezus van de zieken dat zij geloven. Om te genezen maakt Hij gebruik van tekens: speeksel en handoplegging, slijk en afwassing. De zieken willen Hem aanraken, 'want er ging van Hem een kracht uit die allen genas' [Lc. 6,19]. In de sacramenten houdt Christus niet op ons 'aan te raken' om ons te genezen.
Ontroerd door zoveel lijden laat Christus niet alleen toe dat de zieken Hem aanraken. Hij maakt hun ellende tot de zijne: 'Hij heeft onze zwakheden weggenomen en onze ziekten heeft Hij gedragen' [Mt. 8,17]. Hij heeft niet alle zieken genezen. Zijn genezingen waren tekens van de komst van het rijk Gods. Zij kondigen een diepere genezing aan: de overwinning op zonde en dood door zijn Pasen. Op het kruis heeft Christus heel het gewicht van het kwaad op zich genomen en de 'zonde van de wereld' weggenomen [Joh. 1,29], waarvan de ziekte slechts een gevolg is. Door zijn lijden en dood op het kruis heeft Christus aan het lijden een nieuwe zin gegeven: het geeft ons voortaan de mogelijkheid met Hem gelijkvormig te worden en ons met zijn verlossend lijden te verenigen.
'Geneest de zieken...'
Christus nodigt zijn leerlingen uit Hem te volgen door op hun beurt hun kruis op te nemen. Door Hem te volgen, verwerven zij een nieuw zicht op ziekte en op zieken. Jezus verbindt hen met zijn leven van onthechting en dienstbaarheid. Hij laat hen delen in zijn dienstwerk van medelijden en genezing: "Zij vertrokken om te prediken dat men zich moest bekeren. Zij dreven veel duivels uit, zalfden zieken met olie en genazen hen." [Mc. 6,12-13].
De verrezen Heer vernieuwt deze opdracht: "In mijn naam [...] zullen zij aan zieken de handen opleggen en dezen zullen genezen zijn" [Mc. 16,17-18] en bevestigd die door de tekens die de kerk verricht onder aanroeping van zijn naam. Deze tekens laten op bijzondere wijze zien dat Jezus waarlijk "God is die redt." Aan sommigen geeft de heilige Geest een speciale gave om ziekten te genezen, waarmee de kracht van de genade van de Verrezene getoond wordt. Niet altijd echter verkrijgt het gebed, hoe intens ook, genezing van ziekten. Zo krijgt de heilige Paulus van de Heer te horen: 'Je hebt genoeg aan mijn genade. Kracht wordt juist in zwakheid volkomen' [2 Kor. 12,9]. Het lijden dat ik te verduren krijg, kan als zin hebben 'dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus ten bate van zijn lichaam dat de kerk is' [Kol. 1,24], zo leert ons de heilige Schrift. 'Geneest zieken!' [Mt. 10,8]. Dit is de taak die de kerk van de Heer heeft ontvangen en zij tracht die zowel door haar zorg voor de zieken als door haar voorbede, waarmee zij hen bijstaat, te verwezenlijken. Zij gelooft in de levenwekkende aanwezigheid van Christus, geneesheer van ziel en lichaam. Deze aanwezigheid is bijzonder werkzaam door de sacramenten, en heel speciaal door de eucharistie, brood dat eeuwig leven geeft en waarvan de heilige Paulus aangeeft dat het in verband staat met de lichamelijke gezondheid.
De apostolische kerk kent echter een specifieke ritus ten gunste van de zieken, waarover de heilige Dakobus getuigt: 'Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden' [Jak. 5,14-15]. De Overlevering heeft in deze ritus één van de zeven sacramenten van de kerk erkend.
Een sacrament voor zieken
De kerk gelooft en belijdt dat één van de zeven sacramenten in het bijzonder bestemd is om hen te sterken die door ziekte beproefd worden: de ziekenzalving
De heilige ziekenzalving werd door Christus onze Heer ingesteld als een sacrament van het Nieuwe Verbond, een sacrament in de waarachtige en eigenlijke zin van het woord; door Marcus1 werd het bedekt aangeduid, maar door de apostel Dakobus, de broeder des Heren, is het aan de gelovigen aanbevolen en uitdrukkelijk verkondigd.
Zowel in het oosten als in het westen bestaan er van oudsher in de liturgische traditie getuigenissen over zalvingen van zieken met gezegende olie. In de loop der eeuwen werd de ziekenzalving steeds meer slechts toegediend aan hen die op het punt stonden te sterven. In navolging van het tweede Vaticaans concilie heeft de Apostolische constitutie 'Sacram unctionem infirmorum' van 30 november 1972 voor de Romeinse ritus het volgende vastgesteld: Vandaar dat men was gaan spreken van het 'laatste oliesel'. Ondanks deze ontwikkeling heeft de liturgie nooit nagelaten de Heer te bidden de zieke gezond te maken, indien dit hem tot heil strekt.
In navolging van het tweede Vaticaans concilie heeft de Apostolische constitutie 'Sacram unctionem infirmorum' van 30 november 1972 voor de Romeinse ritus het volgende vastgesteld:
Het sacrament van de ziekenzalving wordt toegediend aan zieken die in gevaar verkeren; zij worden op het voorhoofd en op de handen gezalfd met speciaal hiervoor gezegende olijfolie of, naargelang van de omstandigheden, met andere speciaal hiervoor gezegende olie, van plantaardige afkomst, waarbij slechts eenmaal deze woorden worden uitgesproken: 'Moge onze Heer Jezus Christus door deze heilige zalving en door zijn liefdevolle barmhartigheid u bijstaan met de genade van zijn heilige Geest. Moge Hij u van zonden bevrijden, u heil brengen en verlichting geven'.
2. Voor wie is het sacrament bestemt en wie dient het toe?
In geval iemand ernstig ziek is ...
De ziekenzalving 'is niet uitsluitend het sacrament van wie in het uiterste Levensgevaar verkeren. De geschikte tijd om het te ontvangen is ook reeds dan aanwezig, wanneer een gelovige tengevolge van ziekte of ouderdom in levensgevaar geraakt'.
Wanneer de zieke na de zalving weer beter wordt, kan hij in geval van een nieuwe ernstige ziekte het sacrament opnieuw ontvangen. Tijdens dezelfde ziekte kan dit sacrament herhaald worden, wanneer de toestand verergert. Het is gepast de ziekenzalving te ontvangen, voordat men een zware operatie ondergaat. Dit geldt ook voor oudere mensen, wanneer zij duidelijk zwakker worden. '
... Laat hij de presbyters van de gemeente roepen
Enkel de bisschoppen en presbyters zijn de bedienaars van de ziekenzalving. De zielzorgers hebben tot taak de gelovigen in te lichten over de weldadige werking van dit sacrament. Gelovigen moeten zieken aansporen beroep te doen op een priester om dit sacrament te ontvangen. Zieken dienen zich er in een goede gesteldheid op voor te bereiden, geholpen door hun zielzorger en door heel de kerkelijke gemeenschap, die uitgenodigd wordt de zieken op bijzondere wijze met haar gebed en broederlijke aandacht te omringen.
3. Hoe wordt dit sacrament gevierd?
Zoals alle sacramenten is de ziekenzalving een liturgische gemeenschapsviering, of zij nu in familieverband, in een ziekenhuis of in een kerk, voor een enkele zieke of voor een groep gehouden wordt. Het is heel passend dat zij plaatsvindt tijdens een eucharistieviering, die de gedachtenis van het Pasen van de Heer is. Indien de omstandigheden er aanleiding toe geven, kan de viering van het sacrament voorafgegaan worden door het boetesacrament en gevolgd worden door het sacrament van de eucharistie. Als sacrament van het Pasen van Christus zou de eucharistie altijd het laatste sacrament van de aardse pelgrimstocht moeten zijn in de vorm van het 'viaticum' [reisvoedsel] voor de 'overgang' naar het eeuwig leven.]
Woord en sacrament vormen een ondeelbaar geheel. De viering wordt geopend met een woorddienst, voorafgegaan door de schuldbelijdenis. De woorden van Christus en het getuigenis van de apostelen wekken het geloof van de zieke en van de gemeenschap op om de Heer de kracht van zijn Geest te vragen.
De viering van het sacrament behelst voornamelijk de volgende elementen: 'de presbyters van de gemeente' [Jak. 5,14] leggen de zieken in stilte de handen op. Zij spreken in het geloof van de kerk een gebed over de zieken uit. Dit is de epiklese die eigen is aan dit sacrament en vervolgens geven ze de zalving met de olie die, zo mogelijk, door de bisschop gezegend is. Deze liturgische handelingen geven aan, welke genade dit sacrament aan de zieken verleent.
4. De vruchten van dit sacrament
Een bijzondere gave van de heilige Geest. De eerste genade van dit sacrament is een genade van troost, van vrede en bemoediging om de moeilijkheden te overwinnen die eigen zijn aan een toestand van ernstige ziekte of aan de broosheid van de ouderdom. Deze genade is een gave van de heilige Geest die het vertrouwen en het geloof in God vernieuwt en wapent tegen de bekoringen van de duivel, een bekoring van ontmoediging en angst voor de dood. Deze bijstand van de Heer door de kracht van zijn Geest wil de zieke leiden tot de genezing van zijn ziel, maar ook van zijn lichaam, indien dit de wil van God is. Bovendien, 'als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden' [Jak. 5,15].
De vereniging met het lijden van Christus. Door de genade van dit sacrament ontvangt de zieke de kracht en de gave om zich inniger te verenigen met het lijden van Christus: hij wordt in zekere zin geconsacreerd om vrucht te dragen door de gelijkvormigheid met het verlossend lijden van de Heer. Het lijden, gevolg van de erfzonde, ontvangt een nieuwe zin: het wordt deelname aan het verlossingswerk van Jezus.
Een kerkelijke genade. De zieken die dit sacrament ontvangen, 'dragen bij tot het welzijn van het Volk van God' door 'zich vrijwillig aan te sluiten bij het lijden en sterven van Christus'. Door de viering van dit sacrament spreekt de kerk in de gemeenschap van de heiligen voor de zieke ten beste. Door de genade van dit sacrament draagt de zieke op zijn beurt bij tot de heiliging van de kerk en het welzijn van alle mensen, voor wie de kerk lijdt en zichzelf aan God de Vader opdraagt door Christus.
Een voorbereiding op de laatste overgang. Wordt het sacrament van de ziekenzalving toegediend aan allen die aan ernstige ziekten of gebreken lijden, in sterkere mate is zij bestemd voor wie op het punt staan dit leven te verlaten, zodat men het ook sacramentum exeuntium [sacrament van de stervenden] heeft genoemd. De ziekenzalving voltooit wat met het doopsel was begonnen: de gelijkvormigheid met de dood en verrijzenis van Christus. Zij voltooit de heilige zalvingen die als bakens heel het christelijk leven markeren. Die van het doopsel had in ons het nieuwe leven bezegeld; die van het vormsel had ons gesterkt voor de strijd van het leven. Deze laatste zalving omgeeft het einde van ons aardse leven met een stevig schild met het oog op de laatste strijd, voordat we het huis van de Vader binnentreden.
5. Het viaticum, laaste sacrament van de christen
Aan hen die dit leven gaan verlaten, geeft de kerk naast de ziekenzalving ook de eucharistie als viaticum. De gemeenschap met het lichaam en bloed van Christus, ontvangen op het ogenblik van de overgang naar de Vader, heeft een bijzondere betekenis en een bijzonder belang. Zij is zaad van eeuwig leven en de kracht tot verrijzenis, naar de woorden van de Heer: 'Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag' (Joh. 6,54). Als sacrament van de gestorven en verrezen Christus is de eucharistie hier sacrament van de overgang van de dood naar het leven, van deze wereld naar de Vader.
Zoals de sacramenten van het doopsel, het vormsel en de eucharistie een eenheid vormen als 'sacramenten van de christelijke initiatie', zo kan men zeggen dat de biecht, de ziekenzalving en de eucharistie als viaticum op het einde van het christelijk leven 'de sacramenten zijn die voorbereiden op het vaderland' of de sacramenten die de pelgrimstocht voltooien.
In het kort
"Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden." [Jak. 5,14-15].
Het sacrament van de ziekenzalving heeft als doel een bijzondere genade te verlenen aan de christen die te kampen heeft met de moeilijkheden die verbonden zijn met een ernstige ziekte of met ouderdom.
Wanneer de gelovige ten gevolge van ziekte of ouderdom in levensgevaar begint te verkeren, is dit zeker het moment dat hij de heilige ziekenzalving ontvangt.
Wanneer een christen zwaar ziek is, kan hij de ziekenzalving ontvangen, en daarna telkens wanneer, na het ontvangen ervan, zijn toestand verergert.
Alleen de priesters, dit wil zeggen presbyters en bisschoppen, kunnen het sacrament van de ziekenzalving toedienen; hiervoor gebruikt hij olie die gezegend werd door de bisschop of, indien nodig, door de presbyter zelf die het,sacrament toedient.
Het wezen van de viering van dit sacrament bestaat in de zalving op het voorhoofd en de handen van de zieke (in de Romeinse ritus) of op nog andere lichaamsdelen (in het oosten, een zalving die gepaard gaat met het liturgisch gebed van de celebrant, waarin hij bidt om de bijzondere genade van dit sacrament.
De bijzondere genade van het sacrament van de ziekenzalving heeft als vruchten:
- de vereniging van de zieke met het lijden van Christus, tot zijn eigen welzijn en dat van heel de kerk - troost, vrede en bemoediging om op christelijke wijze het lijden van de ziekte of de ouderdom te verdragen - de vergeving van de zonden, indien de zieke die niet door het boetesacrament heeft kunnen verkrijgen - het herstel van de gezondheid, indien dit aan het geestelijk heil ten goede komt - de voorbereiding op de overgang naar het eeuwig leven .
Anne Van Der Sloten
|
|