Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [3]

  
 
Download PDF

Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [3]

36. Aan haar broer Pierre

Nevers, 17 juli 1877

Ik ben erg blij dat je bij de Zeer Eerwaarde Heer Sempe verblijft, die u goede raad zal kunnen geven. Ik meen dat u daar grote behoefte aan hebt. Het schijnt dat u zich met betrekking tot Marie en Joseph, onze schoonbroer, totaal ongepast gedragen hebt. Er is mij een verhaal verteld dat me veel verdriet gedaan heeft. Ik had nooit gedacht dat u in staat was zich tot een dergelijk punt te verlagen. Luister waar het om gaat: laatst zou u Joseph en Marie op de weg van Poueyferre ontmoet hebben, u [...] [...] uit de voeten, om hun vervolgens een 'lange neus' te geven. Als dat waar is, draag ik u op excuses aan te bieden voor uw gebrek aan respect jegens hen en het verdriet dat u hun hebt aangedaan.

Is dit de manier om de opvoeding die u van de goede Paters genoten hebt, te benutten? Denkt u hun dank te betuigen en troost te schenken door hun goede voorbeeld en hun vriendelijke lessen zo slecht in de praktijk te brengen?

Denkt u dat de goede God en de Heilige Maagd hiermee tevreden of vereerd zouden zijn? Zeker niet. Als u van hen houdt, toch!, moet u dat bewijzen door u voortaan onberispelijk te gedragen. U bent de jongste van het gezin, u bent respect verschuldigd aan Marie, aan Joseph en aan Jean-Marie, ik wil dat u van hen allemaal houdt, dat [...] [...] pater Sempe [...] zijn goede raad die u voordeel brengt, daar ben ik zeker van.

Ik ben erg blij dat je het beroep van tuinman uitoefent, wat je verder zal kunnen helpen, zeker als het je bevalt. Ik raad je aan om slecht gezelschap te mijden. Het zal je kwaad berokkenen zonder dat je het in de gaten hebt. Houd van je werk, je zult zien dat je jezelf erin kwijt kunt.

Ik hoop, lieve Pierre, dat dit de eerste en de laatste keer was dat men mij verwijten maakt over [..]

P.S. Mijn gezondheid gaat vooruit, ik wandel iedere dag in de tuin om kracht op te doen.

Het ga je goed.

37. Aan haar broer Pierre

Nevers, 7 oktober 1878

Lieve broer,

Onze hooggeachte Moeder-Overste had me, toen ze mij jouw lieve brief overhan­digde, bijna berispt omdat ik jou zo lang niets over mijn gezondheid bericht heb. Ik ben blij je te kunnen zeggen dat mijn krachten beetje bij beetje terugkeren. Ik ben wel nog een beetje wankel. Sedert een maand of drie ben ik aan krukken overgeleverd. Maar wees niet bevreesd, het is niks ernstigs, gewoon gewrichtsontsteking in mijn knie, die me wel pijn bezorgd heeft, dat is waar, maar het is al voorbij.

Lieve vriend, ik kan deze brief niet versturen zonder je in mijn geluk te laten delen. Op 15 september, de dag die gewijd is aan de Zeven Smarten van de Heilige Maagd, is mij de buitengewone gunst verleend mijn grote religieuze geloften af te leggen. Steun mij door in je gebeden Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd te danken. De reden waarom ik je zo zelden schrijf, is deze: men heeft me verteld dat mijn brieven overal rondgaan. Dat heeft me veel verdriet gedaan, en als dat nog eens gebeurt, schrijf ik niemand meer.

Wat je tranen betreft, ik zal je zeggen dat bij het lezen van je brief mij dezelfde zwakheid overviel. Ik moest mijn toevlucht nemen tot mijn zakdoek. Je ziet dat ik begrijp wat je goede hart doormaakt. Laten we, goede vriend, een beetje mild voor elkaar zijn: als de goede God van ons het offer vraagt dat wij elkaar op deze aarde niet meer terugzien, moeten wij dat met vreugde brengen. Ik verzoek je mijn diepe respect aan Monseigneur over te brengen, door Zijne Hoogheid te vragen of hij mijn dank wil aanvaarden voor het feit dat hij zich verwaardigt zo'n groot belang in jou te stellen.

Het ga je goed, lieve broer, ik omhels je allerinnigst. Je geheel toegewijde zus, die je ontmoet bij de Geheiligde Harten van Jezus en Maria,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

P.S.: Ik sluit in mijn brief een klein Heilig Hart in dat ik gemaakt heb, draag het bij je.

38. Aan haar broer Pierre

Nevers, 5 januari 1879

Lieve broer,

Ik ontving je brief met voelbare vreugde. Dat vermoedde je wel, denk ik, omdat je mijn tedere gevoelens voor jou kent. Ik was ook blij te horen dat Jean-Marie een goede reis heeft gehad, want ik wachtte ongeduldig op nieuws van hem. Ik had hem zozeer op het hart gedrukt mij bij aankomst te schrijven omdat ik vreesde dat hem iets vreselijks was overkomen.

Ik heb van onze hooggeachte Moeder vernomen dat mijn zus ziek was, hetgeen me zeer bedroefd heeft, omdat ik niet wist hoe ernstig het was: het is al een tijdje terug. Ik wil heel graag weten hoe het zit. Misschien zat het haar dwars dat mijn broer mij is komen opzoeken zonder haar iets te vertellen. Als je daarover iets te weten kunt komen zonder te laten merken dat ik je daarover heb aangesproken, zou je me een groot plezier doen. Ik vraag je verstandig en zachtaardig te zijn, als je wilt dat de goede God je het genoegen schenkt waarnaar je kennelijk zo sterk verlangt, namelijk mij te komen opzoeken. Ik ga vooruit, ik hoest minder nu het weer een beetje zachter wordt. Onze hooggeachte Moeder heeft mij toegestaan een noveen te houden voor Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes om genezing voor mij te vragen. Die eindigt zaterdag. Ik nodig je uit je intenties daarmee te verenigen, dat vraag ik ook aan heel mijn familie. Mocht ik genezen, dan vraag ik jullie allemaal naar de Grot te gaan uit dankbaarheid voor deze grote gunst.

Je wilt wel zo vriendelijk zijn mijn diepe respect aan de Monseigneur over te brengen, ik hoop dat hij mijn goede wensen voor het nieuwe jaar wil aanvaarden. [...] Misschien wil je ook mijn gevoelens bij de familie vertolken, zeg hun dat zij altijd op mijn vurige wensen kunnen rekenen.

Met deze gevoelens neem ik afscheid van je, welbeminde broer, in de plezierige verwachting je te ontmoeten, duizend gelukwensen,

Adieu pour Dieu,

Je liefhebbende zus,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

39. Aan haar broer Pierre

Nevers, 8 december 1872

Mijn lief broertje,

Ik dank je voor het goede nieuws over de familie. Ik ben vooral blij te vernemen dat onze neef Pierre Vignes bij jou in Garaison is. Ik raad jullie beiden aan lief te zijn, vlijtig je huiswerk te maken en veel te houden van de goede God en de Heilige Maagd, opdat zij ons mogen beschermen. Op die manier zullen jullie je lieve en gewaardeerde leraar tevredenstellen. Ga door, mijn lieve vriendjes, om welwillend tegemoet te komen aan zijn zorg en vaderlijke inspanningen, de goede God zal jullie liefhebben en zegenen. Ik ben heel tevreden met de goede voornemens die je op retraite gemaakt hebt, vooral dat je de goede God en de Heilige Maagd met heel je hart wilt liefhebben; dat vraag ik alle dagen voor jou. Bijna had ik aan jouw voornemens deze nog willen toevoegen: om Jezus te behagen zal ik bijzonder mijn best doen in de klas, om geen tijd te verliezen. Vaarwel, mijn lieve kleine Pierre, breng mijn respect over aan de Heer Overste door mij in zijn dringende gebeden aan te bevelen. Ik vraag hem mijn dank te aanvaarden voor al het goede dat hij voor jou doet. Ik omhels jullie, mijn lieve vrienden, allerinnigst, en ik beveel me aan in jullie gebeden opdat ik een ijverige religieuze mag worden. Laten we ook bidden voor de arme zondaars, en voor onze Heilige Vader, voor de heilige Kerk. Laten we de dierbare zielen in het vagevuur niet vergeten, vooral die van onze lieve verwanten.

Vaarwel, mijn lief broertje, vergeet mij niet bij de Heilige Harten van Jezus en Maria. Daar ontmoet ik jou,

Je toegewijde zus,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

Hier mijn adres:

Zuster Marie-Bernard Soubirous,
Moederhuis van de Zusters van Barmhartigheid,
Saint-Gildard, Nevers.

40. Aan haar nicht Jeanne Vedere

Nevers, 30 maart 1875

Lieve nicht,

Het is overbodig u te vertellen welk geluk ik onderging toen ik vernam dat Onze-Lieve-Heer uiteindelijk uw wens heeft verhoord door u het vurige verlangen te laten realiseren dat u al zo lang koesterde, namelijk uzelf op een bijzondere manier aan Hem te wijden. Het lijkt me dat u tegenwoordig verlangend omgaat met kruis en lijden, om hem zo uw liefde en dankbaarheid te betuigen.

Mijn lieve nicht, vraag Onze-Lieve-Heer of hij mij een vonkje van Zijn liefde wil geven. U moest eens weten hoeveel ik daarvan nodig heb! Ik vraag u, beloof mij alle dagen voor mij te bidden dat ik een vrome en vurige religieuze zou worden, wat slechts een klein streven is. Ik reken op uw goedheid, niet?

U zult ongetwijfeld vernomen hebben dat ik mijn beide ouders verloren heb. Ik vraag u zo goed te zijn zo nu en dan tot Onze-Lieve-Heer te bidden voor de rust van hun dierbare ziel. Ik zou u zeer erkentelijk zijn indien u hen in de gebeden van uw communiteit wilt aanbevelen, evenals mijzelf, mijn zus en mijn beide broers. Ik zal u niet vergeten in mijn gebeden, hoe zwak ook.

Wilt u, vraag ik u, lieve nicht, mijn diepe respect betuigen aan uw Eerwaarde Moeder Abdis, evenals aan uw geachte Moeder de Novicen-meesteres, en mij in hun dringende gebeden aanbevelen. Wilt u, vraag ik u, mij niet vergeten wanneer u uw dierbare ouders schrijft en hun mijn diepe respect betuigen.

Excuseer, lieve nicht, dat ik zo getreuzeld heb u te schrijven, ik ben altijd erg lui in het opnemen van de pen.

Het ga u goed, mijn lieve nicht. Ik laat u in de Heilige Harten van Jezus en Maria.

Zuster Marie-Bernard Soubirous

41.Aan haar nicht Lucile Pene

Nevers, 21 mei 1873

Lieve nicht,

Ik dank je voor de gebeden die je voor mij gedaan hebt, evenals voor die van je lieve familie. Bid minder voor mijn gezondheid en veel meer voor mijn arme ziel. Vraag Onze-Lieve-Heer of hij van mij een religieuze naar zijn hart wil maken. Gezondheid bezat ik altijd genoeg, maar liefde voor
Onze-Lieve-Heer bezit ik nooit genoeg.

Ik vraag je mijn respectvolle en innige groeten aan mijn ooms en tantes over te brengen. Zeg je kleine broertje dat hij braaf en gehoorzaam moet zijn aan zijn papa en mama. Hij moet verstandig worden, want hij bereidt zich voor op zijn Eerste Communie.

Ik draag Marie op mijn neefjes en nichtjes Nicolau namens mij te omhelzen, evenals de kleine Bernadette Vignes, van wie ik veel hou. Stuur mij een bericht over hen wanneer je mij schrijft.

Het ga je goed, lieve nicht, vergeet me niet bij de Heilige Harten van Jezus en Maria.

Je geheel toegewijde nicht,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

42. Aan haar nichtje Lucile Pene

Nevers, 3 november 1876

Lieve nicht,

Ik heb je brief die me zo veel plezier deed, nog niet eerder kunnen beantwoorden; de enige reden voor deze vertraging is mijn slechte gezondheid. Ik voel me thans lets beter; toch kan ik de ziekenzaal nog niet verlaten.

Ik was zeer bezorgd, lieve nicht, toen ik hoorde dat je je man eraan moest herinneren dat men op zondag naar de mis dient te gaan. Ik vrees voor jullie, als ik eraan denk dat Onze Lieve Heer gezegd heeft dat we voor alles net koninkrijk van God en zijn rechtvaardigheid moeten zoeken. Hij belooft dat al het andere er ons vervolgens bij gegeven zal worden. Ik dring erop aan dat jullie de heilige zondag naleven. Werken op zondag zal jullie niet rijk maken; integendeel, je zult ongeluk over jullie en jullie kinderen afroepen. Alsjeblieft, doe dat niet. Jullie moeten een voorbeeld zijn, niet alleen voor mensen uit de stad, maar ook voor vreemden die naar Lourdes komen.

Ik vraag je mijn respect over te brengen aan mijn lieve oom en mijn lieve tantes, en ook aan mijn lieve meter.

Ik beveel mijn neven en nichten aan hun religieuze plicht steeds trouw te vervullen. Ik vraag jullie allen voor mij tot de Heilige Maagd te bidden, elke keer wanneer jullie naar de Grot gaan. Het ga je goed, lieve vriendin.

Je nicht, die je innig omhelst, Zuster Marie-Bernard Soubirous

PS: Mag ik je vragen deze brieven van mij zo snel mogelijk bij Marie en mijn broer Pierre te bezorgen.

43. Aan haar peettante, tante Bernarde

Nevers, 27 december 1876

Mijn goede en lieve meter,

Ik wil de eerste dag van het jaar niet voorbij laten gaan zonder u het beste voor het nieuwe jaar te wensen. Ik verzeker u dat ik mijn gebeden, hoe zwak ook, ter uwer intentie en voor de noden van uw lieve familie tot de Heer richt. Ik heb het heerlijke vertrouwen, goede en lieve meter, dat mijn beide neven en mijn lieve nichten u steeds meer tot troost strekken, ook in de toekomst, als zij zich tegenover uw goede en liefdevolle raadgevingen steeds gehoorzaam en volgzaam opstellen.

Ik bid mijn nichten of ze mij in hun gebeden niet willen vergeten, vooral wanneer ze naar de Grot gaan. Ik geloof dat Lucile een beetje boos op mij is: omdat ik geen bericht meer van haar krijg, vraag ik me vaak af waarom. Nu, ik geloof dat ik het gevonden heb. Ik herinner me dat zij me een keer uit Saint-Pé geschreven heeft. Ik ben totaal vergeten haar te antwoorden; ik vraag haar of ze het mij niet kwalijk wil nemen. Het is geen onverschilligheid van mij, maar een nalatigheid die ik zeer betreur. Hoe gaat het met mijn lieve petekind? Houdt ze veel van de Goede God? Is ze verstandig? Ik wou dat ik nieuwjaarsgeschenken had die ik haar kon sturen, maar ik ben erg arm, ik heb niets, helemaal niets. Wel bid ik tot het Heilige Kind Jezus om haar Zijn liefde als nieuwjaarsgeschenk te geven, en dat Hij haar almaar vromer mag maken, evenals haar zussen. Ik draag haar op jullie allen een dikke kus van mij te geven.

Mijn lieve meter, u zult niet tevreden zijn als ik deze brief verstuur zonder over mijn gezondheid te spreken. Ik voel me beter, maar mijn maag is bepaald niet meegaand. Daarom doe ik er deze keer zo lang over te herstellen. Maar het ontbreekt me niet aan goede zorg: ik ben beduusd van al die goedheid die mijn oversten en vriendinnen mij betonen. Ik besluit, mijn goede en lieve meter, door u allerinnigst te omhelzen, evenals mijn lieve nichten.

Uw dienstwillige petekind,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

44. Aan haar petekind Bernadette Nicolau

Nevers, 11 januari 1879

Mijn lieve kleine petekind,

Je brief bezorgde mij een intense vreugde. Alles wat jullie aangaat, heeft mijn belangstelling, want ik draag jullie allen steeds tedere gevoelens toe. Ik dank je voor de goede gebeden die je voor mij gedaan hebt. Ik op mijn beurt bid dat je verstandig, gehoorzaam en vroom mag blijven. Ik vind het jammer dat je de school gaat verlaten terwijl je nog zo jong bent. Dit is het moment waarop je het meest zou moeten profiteren, nu je iets ouder bent en verstandiger.

Nou ja, niemand is tot het onmogelijke gehouden. Als je nodig bent als hulp van mijn peettante, moet je daar iets voor opofferen. Zeg haar, je moeder, dat ik aan haar denk wanneer ik pijn lijd en dat ik mijn lijden vaak aan God opdraag omwille van haar, van jou en van je broers. Ik dank mijn peettante voor haar bedoeling mij iets via mijn broer op te sturen. Ik ben haar daarvoor net zo dankbaar als wanneer ik het zou bezitten. Wanneer je de gelegenheid hebt mijn lieve Moeder en de Zusters te ontmoeten, wil je dan zo vriendelijk zijn hun mijn goede wensen voor het nieuwe jaar over te brengen. Verzeker hun dat ik de mooiste herinneringen aan hen bewaar.

Het ga je goed, mijn lieve kind, ontvang een liefdevolle kus van je liefhebbende peettante,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

[...] je zult vast lachen om mijn onbezonnenheid, ik ben te moe om nog eens opnieuw te beginnen, adieu.

45. Aan haar petekind Bernadette Nicolau

Nevers, 26 augustus 1876

Mijn liefste Bernadette,

Ik dank je voor het goede nieuws over de familie. Ik ben verheugd te vernemen dat jullie alien in goede gezondheid verkeren. Ik vraag Onze Lieve Heer jullie daarin te bewaren.

Ik bid mijn lieve Meter zich niet zo om mijnentwille te kwellen. Ik voel me de laatste dagen al wat beter. Ik heb niet veel pijn, ik voel me alleen erg zwak. Mijn maag weigert voedsel, vandaar dat ik er zo lang over doe weer op krachten te komen. Ik voel me al wat beter, dus nogmaals kwel u niet: ik word verzorgd als een pasgeboren baby. Ik ben nogal beduusd door alle goede dingen die onze vereerde Moeder-Overste mij geeft, nog afgezien van de goede zorgen die de verpleegster mij geeft. Alle lieve Zusters zijn goed voor mij. Ze zeggen vaak dat ze elk wel een deel van mijn pijn zouden willen overnemen, zodat ik kon hollen als vroeger. Dat maakt me aan het lachen, en dan zeg ik hun dat mijn grootste verdriet er op dit moment uit bestaat dat ik niet met hen kan meedoen. De gewone gang van zaken van mijn geliefde communiteit volgen, dat zou voor mij ware vreugde betekenen.

Wees verzekerd, mijn liefste Meter, dat ik u niet vergeten ben, op uw naamdag, bij Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd, evenmin als mijn lieve petekind, ik hoop dat zij u troost zal brengen. Ik vraag u mijn zus niet te vertellen dat ik pijn lijd. Het ga je goed, lief petekind, ik besluit met jullie alien allerinnigst te omhelzen en me in jullie gebeden aan te bevelen,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

46. Aan haar zus Marie

Nevers, 6 September 1874

Lieve Marie,

Met genoegen heb ik vernomen dat je gezondheid goed is, evenals die van je kleine meisje. Vraag Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd of ze ons dit lieve kind, dat ik zo liefheb, willen bewaren. Toch, lieve Marie, zou ik duizendmaal liever haar dood vernemen dan, later, dat zij geen goed christen was. Jullie beseffen toch welke zorg jullie aan de opvoeding van dit lieve kind moeten besteden? Leer haar, zodra ze hiertoe in staat is, de goede God en de Heilige Maagd kennen en beminnen, leer haar jullie te respecteren, en breng haar de afschuw bij voor het kwaad. Zo lessen jullie je plicht als vader en moeder in. Vergeet niet dat Onze-Lieve-Heer jullie, op een dag, rekenschap zal vragen over deze dierbare ziel.

Duizend kusjes van mij aan peettante en heel haar familie. Ik bid elke dag tot Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd dat zij allen braaf mogen zijn en de goede God beminnen. Ja, lieve kinderen, bemin de goede God in jullie leven, het is het grootste geluk dat jullie hier op aarde kunnen beleven, en het enige dat ons eeuwig gelukkig in de hemel zal maken.

Vergeet me niet bij mijn tante Basile en mijn oom Jean-Marie en hun gezinnen. Nogmaals, duizend kusjes voor ieder.

Lieve zus, probeer me te laten weten of mijn broer Marie-Bernard nog altijd in Eauze is. Ik ben zeer ontstemd over hem: ik heb hem tweemaal geschreven zonder een antwoord zijnerzijds. Ik dank Joseph voor de opdracht die hij voor mij gedaan heeft. Wat me vooral met vreugde vervulde, is dat hij zijn taak zo getrouw heeft uitgevoerd; dat is de grootste troost die jullie me kunnen schenken.

Ik kan niet antwoorden op de brief die je in de jouwe hebt bijgesloten: wij mogen alleen onze familie aanschrijven.

Vergeet me niet in jullie gebeden, vooral wanneer jullie naar mijn geliefde Grot gaan.

Omhels de kleine Bernadette namens mij. Met vreugde heb ik vernomen dat zij zo verstandig is.

Ik neem afscheid, mijn lieve Marie, door je allerinnigst te omhelzen, evenals je lieve meisje. Ik ben geheel en al je toegewijde zus, in de Heilige Harten van Jezus en Maria,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

47. Aan haar zus Marie

Nevers, 4 juli 1875

Lieve Marie,

Ik maak me ongerust: het schijnt dat de Gave buiten haar oevers is getreden. Ik wil graag weten of het water de Grot en de molens die aan de oevers van de Gave liggen, beschadigd heeft. Voor de stad hoeft men niet te vrezen, lijkt mij. Het schijnt dat de overstroming veel schade heeft berokkend in Tarbes, in Bagnères, en dat daar zelfs slachtoffers zijn, en ik vrees het ergste voor mijn familie in Momères. Probeer mij daarover te berichten.

Onze nicht Jeanne heeft mij uit La Trappe geschreven en me gevraagd jou en mijn broers te groeten. Ik maak me ongerust over haar, omdat ze zich dicht bij Toulouse bevindt, waar de overstroming een ontzettende ravage heeft aangericht. Het schijnt dat de mensen die door het water verzwolgen zijn, niet te tellen zijn. lets dergelijks heeft men nog nooit gezien. De goede God bestraft ons, maar altijd als vader. De straten van Parijs waren overgoten met het bloed van talloze slachtoffers, en dat was niet voldoende om de in het kwaad gestaalde harten te raken. Ook de straten van de Midi moesten gewassen worden, opdat zij ook hun slachtoffers hadden. Mijn God! Wat is de mens blind, als hij zijn hart niet opent voor het licht van het geloof. Hadden wij ons, na zulke verschrikkelijke rampen, niet moeten afvragen wat dergelijke verschrikkelijke beproevingen heeft kunnen uitlokken?

Laten we goed luisteren om de stem te vernemen die diep in ons binnenste zegt: de zonde, ja, de zonde, die het grootste ongeluk is en ons al die bestraffingen oplegt. Het kwaad dat wij in onze slechtheid begaan, keert zich tegen ons. Ziehier het geluk en het voordeel dat het werk van de zonde ons oplevert. O, mijn God, vergeef het ons en wees ons genadig!

Mijn goede Marie, ik vraag je om mijn gevoelens te vertolken bij mijn lieve familie, ooms, tantes, neven en nichten: geef hun duizend omhelzingen van mij. Een grote kus voor je kleine meisje van mij. Het schijnt dat ze heel meegaand geworden is: bericht mij over haar en over mijn beide broers, zo snel mogelijk. Hoe gaat het met hen? Ik vind hem erg lui om niet te schrijven. En ik weet niet wat ik moet denken van Jean-Marie, die me al zo lang niet meer geschreven heeft. Ik vraag je, zeg hem dat hij mij niet zonder bericht moet laten. Wanneer ga je mijn lieve voedster opzoeken, geef haar duizend kusjes, ook aan haar kinderen, van mij.

Onze lieve Zuster Nathalie vertelde me dat je het voornemen hebt mij op te zoeken. Neem van mij aan, lieve vriendin, dat ik zeker gelukkig zou zijn je te zien, evenals mijn broers. Maar anderzijds, het is zo ver dat ik, als er, per ongeluk, onderweg iets ergs met jullie zou gebeuren, het mij de rest van mijn leven zou verwijten.

Het ga je goed, mijn lieve Marie. Je zus die je omhelst,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

48. Aan haar zus Marie

Nevers, 25 juni 1876

Mijn goede, lieve Marie

De Zeer Eerwaarde Heer is zo welwillend mijn berichten aan jou en mijn kleine broer over te brengen. Ik ben blij van zo'n gelegenheid gebruik te kunnen maken om je over mijn gezondheid te berichten, die niet bijzonder goed is. Ik hoop desondanks dat de koorts nog eens wegtrekt. Ik ga naar de mis zondag. Mijn krachten keren elke dag een beetje terug. Maar maak je niet ongerust, ik zal er nog niet van sterven deze keer.

Ik stuur je twee door onze Heilige Vader gezegende medailles die in aanraking zijn geweest met de kom van het heilig Kind Jezus in de Notre-Dame van Loretto. De ene is voor jou, de andere voor mijn nichtje, en de heilige Jozef is voor mijn schoonbroer. Ik vraag hem deze in zijn broekzak te bewaren en ik zou wensen dat hij elke dag dit gebed tot hem zegt: "Grote heilige Jozef, bid voor mij en mijn familie, bescherm ons!" Ik hoop dat jullie mij deze kleine dienst niet ontzeggen. Stuur me bericht over jullie zodra je kunt; ik ben ongerust over Pierre. Ik vrees dat hij het helemaal niet goed maakt; hij heeft mijn brief van 29 februari niet beantwoord. Maar als Pierre toen niet thuis was, stuur hem die brief dan toe wanneer je hem schrijft. Ik vergat te zeggen dat mijn goede en gewaardeerde meesteres je de medaille toestuurt.

Het ga je goed, ik neem afscheid met een allerinnigste omhelzing voor jou en vooral voor mijn nichtje. Tot ziens.

Je geheel toegewijde zus in de heilige Harten van Jezus en Maria.

Zuster Marie-Bernard Soubirous

PS: Een van onze lieve Zusters heeft me een rood ei gegeven in de hoop dat mijn nichtje er plezier aan beleeft. Ik stuur het je met genoegen. Tot ziens.

49. Aan haar zus Marie

Nevers, 26 augustus 1876

Lieve zus,

Laten we de almachtige hand van Onze-Lieve-Heer altijd beminnen en zegenen. Hij treft ons om ons te genezen en ons het niets van deze ellendige aarde te laten zien, waar we slechts voorbijgangers zijn. Ik begrijp dat het voor een moederhart bijzonder droef is, ik zou zelfs zeggen wreed, haar vierde kind te verliezen. Deze beproeving is inderdaad bijzonder hard. Maar als ik de dingen met het oog van het geloof bezie, kan ik niet nalaten om uit te roepen: gelukkig de moeder die engelen naar de hemel stuurt om voor jou en heel je familie te bidden. Zij zullen onze beschermers zijn bij Onze-Lieve-Heer en bij de Heilige Maagd. Ik stel me deze lieve kleine groep graag voor, in de hemel, terwijl ze voor ons bidden, arme ballingen op deze ellendige aarde. Houd moed, onze familie is groter in de hemel dan op aarde. Laten we bidden, werken en lijden zo velen, zoals het de Heer belieft. Over niet al te lange tijd zullen we hun geluk wellicht delen.

Mijn goede en lieve Marie, ik adviseer je redelijk te blijven, ook Joseph. Laat je niet meeslepen door je verdriet. Jullie zouden me plezier doen als je weldra laat horen hoe het met jullie gaat; daar wacht ik met ongeduld op. Onze vereerde Moeder-Overste laat jullie weten dat zij deelneemt aan jullie verdriet, zo ook de lieve Zusters van de communiteit die voor jullie bidden. Mijn gezondheid is niet verslechterd. Het schijnt dat het gerucht ging dat ik dood was ...

[Ik bid je om geen geloof te hechten aan wat men allemaal zegt zonder dat je een brief uit Nevers ontvangt]. Het ga je goed, lieve Marie,

Je zus, die je hartelijk omhelst,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

50. Aan haar zus Marie

Nevers, 3 november 1876

Beste zus,

Ik ben verbaasd dat je me niet vaker een bericht stuurt nu Pierre weer thuis is. Wat doet hij? Ik bid je om mij te informeren of hij erover denkt weer naar Garaison te gaan. Hij moet weten wat hij wil gaan doen, want hij is nu zo oud dat hij een baan moet zoeken, als hij tenminste geen religieuze roeping heeft. Ik wil niet dat hij zijn tijd verdoet met duimen draaien.

Onze vereerde Moeder-Overste vertelde me dat je het voornemen hebt mij op te zoeken. Ik laat je daarin helemaal vrij, alleen vraag ik je mij voor je vertrek te schrijven. Ik dank je voor het pakje dat je zo goed was mij via pater Pomian toe te sturen. Ik hoop, lieve vriendin, dat je je religieuze plicht niet verzaakt, en ook Joseph niet. Ik raad je aan, voor al het andere, je uiterste best te doen om de goede God te dienen. Herinner je hoe Onze Lieve Heer ons zegt eerst het koninkrijk van God te zoeken, de rest wordt ons erbij gegeven.

Ik vraag je mijn lieve voedstermoeder met duizend lieve dingen te overladen. Met droefenis heb ik vernomen dat mijn arme voedstervader gestorven is. Probeer mij haar adres te sturen zodat ik haar kan schrijven. Vergeet niet mijn diepe respect aan mijn lieve Moeder te brengen, en ook aan alle lieve Zusters, en beveel me aan in hun dringende gebeden. Het ga je goed, mijn goede zus, ik besluit met je allerinnigst te omhelzen,

Je geheel toegewijde zus,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

51. Aan haar zus Marie

Nevers, 27 december 1876

Mijn goede en lieve Marie,

Ik verlang ernaar jou op de eerste dag mijn beste wensen voor het nieuwe jaar te sturen, en ook aan Joseph. Tegelijkertijd wil ik jullie een klein verwijt maken: ik ben erg verbaasd dat jullie mijn laatste brief nu al twee maanden niet beantwoord hebben. Waar moet ik jullie lange zwijgen aan toeschrijven? Ik ben echt bang dat jullie ziek zijn. Ik wil dat je me heel gewoon de reden vertelt zonder iets achter te houden.

Ik maak me flink zorgen over Pierre, die al lang niet meer geschreven heeft. Je zou bijna denken dat hij het erg druk heeft, omdat hij mijn laatste brief niet heeft kunnen beantwoorden en hij geen bericht van jullie heeft kunnen geven. Het lijkt me dat hij ergens toch wel een momentje had kunnen vinden om mij te schrijven, al was het maar twee regels. Ik zal je vertellen dat ik enorm bezig ben met hem: ik vraag me vaak af, als hij thuis is, wat doet hij dan? Ik verzoek je me te vertellen of hij zich goed gedraagt en hoe hij zijn tijd invult.

Mijn goede zus, ik vraag je mij zo snel mogelijk bericht te sturen, ik maak me behoorlijk zorgen over je gezondheid. Ik raad je aan om in alle mildheid de offers te brengen die de goede God je door je lieve kinderen heeft opgelegd, laten we hem liefhebben en ons altijd aan de heilige Wil van de goede God onderwerpen. Stuur me bericht over Jean-Marie, elke keer wanneer je iets ontvangt.

Ik schrijf niet aan Pierre, omdat hij mijn brieven niet beantwoordt. Mijn gezondheid gaat vooruit, maar ik kan de ziekenzaal toch nog niet verlaten, behalve op zondag om de heilige mis bij te wonen.

Het ga je goed, mijn goede zus, ik besluit door me in jullie gebeden aan te bevelen en jullie allen allerinnigst te omhelzen.

Je geheel toegewijde zus in de Heilige Hart en van Jezus en Maria,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

52. Aan haar zus Marie

Nevers, 28 april 1873

Lieve Marie,

Ik haast me je over mijn gezondheid te berichten. Zie, hoe ik voor de zoveelste keer herleef nadat ik drie maanden het bed heb gehouden. Het begon met een aanval van astma die betrekkelijk lang duurde. Daarna kwam een forse bloedspuwing, die me de minste beweging verbood op straffe van een nieuwe spuwing. Je zult moeiteloos geloven dat mijn opvliegende natuur zich er niet naar schikt zo gekluisterd te worden. Maar zie hoe mijn krachten terugkeren. Op Paaszondag heb ik voor het eerst weer de mis bijgewoond. Onze-Lieve-Heer is goed. Ik was zo gelukkig hem driemaal per week in mijn arme, onwaardige hart te ontvangen. Het kruis werd minder zwaar, en het lijden zoet, wanneer ik dacht aan het bezoek van Jezus en het bijzondere voorrecht hem in mijn hart te bezitten: Hij, die lijdt met hen die lijden, weent met hen die wenen. In wie vindt men een vriend die weet mee te lijden en terzelfder tijd onze pijn te verzachten als Jezus? Slechts in Jezus, en in Jezus alleen. Laten we hem liefhebben en ons met heel ons hart aan Hem hechten.

Ik vraag je mij te laten weten of mijn nicht Lucile Nicolau bij de Zusters van het Kruis van Saint-Pe is, vergeet het niet, ik wil het erg graag weten. Mijn broer Marie-Bernard heeft me bericht, het schijnt dat Joseph hem heeft opgezocht. Ik zou jullie ook bij mij willen uitnodigen als het niet te ver was. In de hemel zullen we elkaar terugzien, daar is geen reden meer voor een scheiding. Ik vraag je zo goed te zijn om mijn respectvolle groeten te willen overbrengen aan heel onze lieve familie. Ik vraag hun mij niet te vergeten in hun gebeden, vooral wanneer jullie naar mijn geliefde Grot gaan. Soms zullen jullie mij er treffen; ik ga er vaak heen, zelfs zonder toestemming. Bericht mij zo snel mogelijk over jezelf, als ook over de kleine Justine. Omhels haar namens mij. Het ga je goed, mijn lieve zus, ontvang de verzekering van mijn oprechte en religieuze genegenheid,

Je toegewijde zus,

Zuster Marie-Bernard Soubirous

53. Aan moeder Alexandrine Roques, overste van het Hospitium te Lourdes

Nevers, 25 juni 1876

Lieve Moeder,

Ik maak van de gelukkige gelegenheid gebruik u te berichten over mijn slechte gezondheid. Ik schaam me ervoor, maar toch moet ik u zeggen dat ik me voortdurend beroerd voel. Sedert enkele dagen voel ik me wat beter. Ik kan de heilige mis zondag bijwonen. Dat beschouw ik als een grote troost, vooral omdat ik zo lang van deze grote genade buitengesloten was. Ik heb nog niet veel kracht, ik kan niet alleen naar de kapel gaan, maar heb eerder twee armen nodig dan een. Dat is een beetje vernederend, maar ja, wat valt eraan te doen, men kan er zich maar het best bij neerleg-gen, aangezien de goede God het zo wil.

De gezondheid van onze eerwaarde Moeder-Overste lijkt de laatste tijd enigszins vooruit te gaan. Op het feest van het Heilig Hart kon zij naar beneden komen voor het officie, maar naar het schijnt was zij 's avonds doodop. Overbodig te zeggen dat u steeds voor haar moet bidden. Ik heb op de ziekenzaal gezelschap gekregen van onze lieve organiste, Zuster Claire, die erg ziek is. Zij heeft een ernstige vorm van longontsteking. Ik heb haar beloofd dat u voor haar een noveen voor Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes houdt, net als de Lieve Zusters. Zij is daar bijzonder gelukkig mee en dankt u bij voorbaat. De communiteit begint er vanavond mee, maar u kunt haar voortzetten. Wij hopen zo dat de Heilige Maagd haar geneest; ze is innemend en een engel van vroomheid.

Mijn lieve Moeder, u staat op het punt het laatste nieuws uit onze communiteit mondeling te ontvangen door de zussen van mijn lieve Zuster Melanie, die haar zijn komen bezoeken, en door onze tweede spirituaal, die naar Lourdes komt voor zijn gezondheid. Ik beveel hem bij u aan, evenals bij de Zeer Eerwaarde Heer Pomian. Hij is bijzonder bescheiden, en wanneer hij zich beroerd voelt, vrezen wij dat hij evenals de laatste keer verzuimt onderweg ergens halt te houden. Ik heb met hem te doen, omdat ik weet hoe lang hij er al naar verlangt deze reis te maken. Ik hoop dat de Heilige Maagd hem deze genade zal toestaan. Sta me toe u te zeggen, mijn lieve Moeder hoezeer ik naar nieuws van u verlang, evenals van onze lieve Zusters. Ik weet dat u het erg druk hebt, vooral op dit moment. Ik bid ook heel in het bijzonder voor u allen, maar ik hoop dat u ook een beetje namens mij, die de luiheid nu al zo lang tot kunst verheft, wilt werken.

Ik vraag u zo goed te zijn, mijn lieve moeder, mijn gevoelens van respect en dankbaarheid aan Monseigneur Peyramale en Pater Pomian over te brengen, alsmede mij in hun dringende gebeden aan te bevelen. Ontvang, lieve Moeder, evenals de lieve Zusters, mijn gevoelens vol dankbaarheid en liefde van uw dienstwillige kind.

Zuster Marie-Bernard Soubirous

54. Aan moeder Augustine Ceyrac

4 december 1865

Lieve Moeder,

Verontschuldig de vertraging die ik genomen heb om u te danken. Ik zou uw hartelijke brief eerder beantwoord hebben, maar ik heb het tot deze dag uitgesteld om u te laten weten dat de pillen die u mij in uw goedheid toegestuurd hebt, mij enige verlichting bezorgden. Ik heb ze precies ingenomen op de manier die u me voorgeschreven hebt. Ze hebben me beslist goed gedaan: ik sliep minder onrustig, mijn eetlust nam toe, en de eeuwige hoest die me zo uitput, leek verdwenen. Verheugd zag ik mijn gezondheid enigszins verbeteren, maar ik ben snel teruggevallen. Na ongeveer twee weken werd ik verkouden, waarbij mijn oude hoest en een hevige irritatie mij nogal hebben doen lijden. Twee dagen lang ging het iets beter. Ik verlangde intens dat mijn gezondheid krachtiger zou worden. Ik zou zeer gelukkig zijn tot de familie van de Zusters van Nevers te behoren. Gelieve daarom, mijn liefste Moeder, mij te gedenken in uw gebeden zodat ik binnenkort in staat zal zijn mij geheel aan onze goddelijke Verlosser te geven.

Hoewel mijn gebeden onvolmaakt zijn, richt ik ze elke dag tot Onze Lieve Vrouw van Lourdes, allereerst voor u, lieve Moeder, die mij zo veel aandacht schenkt, en vervolgens voor heel de gemeenschap van Figeac, waaraan ik zo vaak denk.

Mijn lieve moeder vraagt mij u te zeggen dat het haar spijt dat zij u op dit moment niet schrijven en zij herinnert zich uw ... [enkele woorden in onleesbaar handschrift] ... lieve Moeder, gelieve mijn gevoelens van respect te aanvaarden en te geloven in mijn diepste dankbaarheid.

Bernadette Soubirous

P.S. Als de pillen goed zijn voor astma, wilt u daarvan dan een buisje opsturen voor een mijnheer die aan deze kwaal lijdt, en de prijs noemen.

55. Aan Moeder Sophie Cresseil

Nevers, 21 September 1876
J.M.J.

Lieve en gewaardeerde Moeder Sophie,

Ik weet niet hoe ik u kan danken en mijn grote dankbaarheid kan betuigen voor de mooie Christus die u zo goed was mij toe te sturen. Het geluk dat ik ondervind wanneer ik hem aanschouw, is onbeschrijflijk. Reeds lang verlangde ik ernaar een grote Christus naast mijn bed te kunnen zetten, en daarom riep ik, toen ik hem zag en met een omhelzing aan mijn hart drukte: 'Welk een geweldige ingeving van mijn lieve Moeder Sophie.' Ik heb toestemming gekregen om het te houden: ik ben gelukkiger met mijn Christus boven mijn bed dan een Koningin op haar troon. Mijn lieve Moeder, omdat ik niet weet hoe ik u mijn dankbaarheid kan betuigen, kijk ik zo veel mogelijk naar het Beeld van de gekruisigde Jezus en bid ik dat hij u steeds opnieuw weer zegent, evenals al uw personeel. Sta me toe, mijn lieve Moeder, dat ik mij in uw dringende gebeden aanbeveel, evenals in die van al onze lieve Zusters. Ik zal u niet vergeten in de mijne, hoe zwak ze ook zijn, een kleine [...] bijzonder aan mijn geliefde Zuster Nathalie, namens mij.

Wilt u, mijn lieve Moeder, de eerbetuiging van mijn diep respect aanvaarden en de uitdrukking van mijn grote dankbaarheid,

Zuster Marie-Bernard Soubirous