De mijn van San José [in het Spaans Mina San José] is een eerder kleinere koper- en goudmijn die zich situeert nabij Copiapó, in regio Atacama te Chili. Uiteraard is de mijn nu thans wereldwijd gekend omwille van de instorting van een schacht in 2010, waarbij 33 mijnwerkers op 700 meter onder de grond gevangen kwamen te zitten. Anders dan bij vele mijnen met een vertikale mijnschacht wordt de ondergrond door de mijnwerkers bereikt via een lange slopende weg met vele spiraalbochten.
De mijn van San José
De San José mijn bevindt zich 45 kilometer noordwestwaarts van Capiapó. Men begon met het ontginnnen in 1889 en in 1957 stichtte Jorge Kemey Letay, een Hongaarse immigrant, de "San Esteban Mining Company" [San Esteban = de Heilige Stefanus, de eerste Christelijke martelaar]. De vergelijking met de Heilige Stefanus is treffend, want de Heilige jongeling stierf onder een regen van stenen, op bevel van het Sanhedrin te Jeruzalem, tijdens de eerste eeuw. Getroffen worden onder een regen van stenen, zoals de arme Heilige Stefanus, is nooit uit de gedachte van elke mijnwerker.
De mijn heeft een jaarlijkse omzet van meer dan 15 miljoen euro.
Tussen 2003 en 2010 vonden er verscheidene incidenten plaats in de mijn, waarbij minstens drie mensen om het leven kwamen. In 2007 kwam er een geoloog om het leven en dit had een tijdelijke sluiting van de mijn tot gevolg. In mei 2008 werd de mijn heropend door de Nationale Geologische Mijndienst [Sernageomon, Servicio Nacional de Geologica y Minera]. In juli 2010, verloor de mijnwerker Gino Cortés een van zijn benen bij een ongeval.
Op 5 augustus lichtte de "Compañía Minera San Esteban" de nationale overheid in dat er een instorting had plaatsgevonden om 14 uur plaatselijke tijd. De reddingswerken begonnen de dag daarop. De Nationale Hulpdienst van Chili rapporteerde die dag dat er 33 mijnwerkers waren vermist, waaronder Franklin Lobos, een gewezen voetballler uit de eerste divisie en Carlos Mamani, een Boliviaanse mijnwerker. Oorspronkelijk wist men niets over hun lot en was het zoeken tot men 17 dagen later, op 22 augustus 2010 de mijnwerkers wist te lokaliseren. Alle 33 mijnwerkers waren nog in leven. Niettegenstaande hun vondst, duurde het nog tot 69 dagen na de instorting, tot 13 oktober 2010, eer de eerste mijnwerker, Florencio Ávalos, enkele minuten na middernacht, kon worden bevrijd. Hoewel men aanvankelijk dacht dat de reddingsoperatie langer zou duren, werden alle ze alle 33 nog dezelfde dag bevrijd.
Omwille van het voorval wordt de "Compañía Minera San Esteban" thans als failliet beschouwd. San José is de enige mijn die door San Esteban wordt ontgind. Op 12 oktober verklaarde de Chilleense president, Sebastion Piñera, dat "de mijn dicht zal blijven tot de nodige veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om levens te sparen en de arbeidsomstandigheden als waardig worden beschouwd."
1785
In 1785 bestelde Don Martin de Lecuna een beeld van Onze Lieve Vrouw van Karmel bij een beeldhouwer te Quito. Het beeld en de verering ervan zijn sindsdien altijd al verbonden geweest met het Chileense volk en hun onafhankelijkheid. Op 5 december 1811 vroegen de generaals José Miguel Carrera en Bernardo O’Higgins aan de vicaris van Santiago de Chile om een "plechtige Eucharistieviering uit dankbetoon" voor hun welslagen in hun strijd voor onafhankelijkheid.
De H. Maagd van Karmel, Patrones van Chili
Op 5 januari 1817 plaatste generaal José de San Martin zijn wapenstok in de rechterhand van het beeld en noemde Haar de patrones van het Leger van de Andes. Op de vooravond van Slag van Chabuco noemde generaal O’Higgins de Maagd van Karmel plechtig tot patrones en generaal van de Chileense gewapende macht.
Toen in 1818 de Spaanse troepen opwaarts rukten, kwam het volk en haar leiders samen in de Kathedraal om hun gebeden en vertrouwen uit te spreken aan de voeten van het beeld van Onze Lieve Vrouw, waarbij ze de belofte maakten om een kerk ter ere van haar op te richten op de plaats waar de onafhankelijkheid van Chili zou worden ondertekend. Tegen het einde van het jaar werd aan de bouw ervan begonnen. De vereringsplaats werd voltooid in 1892 en de huidige kerk werd voltooid in oktober 1974.
Op algemeen verzoek van de Chileense Bisschoppen, kondigde het Vaticaan in 1923 de Maagd van Karmel af tot hoofdpatrones van alle Chilenen, niet enkel het leger en de zeemacht. Er zijn twee beelden van de Maagd Karmel die door de Chilenen worden vereerd, één bij de nationale vereringsplaats van Maipú [het oorspronkelijke beeldje dat gemaakt werd te Quito, Ecuador in 1785], het andere is gemaakt in Frankrijk en wordt thans vereerd in de Basiliek van de Verlosser van Santiago de Chili.
Santiago, Chili, Basiliek van de Verlosser
Een zelfgemaakte kapel
Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel is de patrones van Chili. Op 13 oktober was het de 93ste verjaardag van het "zonnewonder" dat plaatsvond te Fatima, Portugal 1917. Onze Lieve Vrouw van Fatima verscheen als Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel [en droeg de kledij der Karmelietessen] tijdens de zesde verschijning te Fatima, op 13 oktober 1917, tijdens het tafereel der visioenen dat zich afspeelde tijdens het zonnewonder.
Afgelopen maart schonk Paus Benedictus een nieuw beeld van Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel aan Chili. Het beeld reisde door het hele land om vertroosting te brengen aan de slachtoffers die leden onder de verschrikkelijke aardbeving van het voorjaar.
De media werd voor de gek gehouden op 13 oktober. Hoe kwam het dat de mijnwerkers geestelijk gezond, verenigd en onvertwijfeld bleven? Wat heeft hun hoop op hun redding zo sterk ondersteund tijdens deze verschrikkelijke beproeving? Het was zonder twijfel hun geloof, hun katholieke geloof!
Volgens een CNA rapport uit Santiagio, dat verscheen op 27 augustus, hadden de 33 ingesloten mijnwerkers van de San José mijn in Atacama, Chili, verzocht om religieuze beelden en foto’s naar beneden te brengen, in hun bange afwachting op hun redding. Chileense woordvoerders hadden gezegd dat de reddingswerken maanden zouden duren ... ze hoopten de mijnwerkers te kunnen bereiken tegen Kerstmis. Men had reeds een smalle doorgang kunnen maken om zo boodschappen, voorraden en verzoeken over te maken aan de ingesloten mijnwerkers.
En alhoewel men al een kruisbeeld had laten afdalen, bleven de mijnwerkers verzoeken om meer beelden van Maria en de Heiligen ... om aldus een eigengemaakte kapel te kunnen bouwen. "Hun wens was om een gedeelte van hun afgesloten ruimte in te richten als een kapel, een vereringsplaats," aldus de Chileense Minister van Gezondheid, Jaime Manalich.
Later had de president van Chili, Sebastian Pinera, met de mijnwerkers een telefoongesprek gehad, waarop hij een beeld van de Heilige Laurentius, de patroonheilige van de mijnwerkers, in het presidentieel paleis had geplaatst, samen met 32 Chileense en één Boliviaanse vlag, die elk van de, sinds 5 augustus gevangen mijnwerkers, vertegenwoordigde.
Medjugorje en Garabandal
Medjugorje
Op 25 augustus 1991 geeft Onze Lieve Vrouw de volgende boodschap door te Medjugorje via Marija Pavlovic: ""Lieve kinderen! Vandaag nodig Ik u uit om te bidden, nu zoals nooit hiervoor, nu Mijn plan zich begint te verwezenlijken. satan is sterk en wenst Mijn plannen van vrede en vreugde weg te wissen door u te laten denken dat Mijn Zoon niet standvastig is in Zijn beslissingen. Daarom roep Ik u op, lieve kinderen, om nog beter te bidden en te vasten. Ik roep u op tot negen dagen van zelfverzaking, zodat met uw hulp, alles wat Ik wens te verwezenlijken door de geheimen, die Ik begonnen ben in Fatima, volbracht kan worden. Ik vraag u om nu, lieve kinderen, het belang van Mijn komst en de ernst van de situatie te willen begrijpen. Ik wens alle zielen te redden en ze aan God voor te stellen. Laat ons daarom bidden opdat alles wat Ik begonnen ben zich volledig zou volbrengen. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."
Er blijft dus geen enkele twijfel meer over: Medjugorje is de voortzetting en voltooiing van het werk dat Maria is begonnen te Fatima. Op 13 oktober 1917, toen de laatste van de zes verschijningen plaatsvond te Fatima en toen ook het zonnewonder plaatsvond, verscheen Maria als Onze Lieve Vrouw van Karmel. Dit is een eerste aanwijzing van een Hemelse tussenkomst, aangezien Onze Lieve Vrouw van Karmel de hoofdpatrones is van Chili.
Een tweede aanwijzing vinden we in de datum van de instorting van de schacht. In 1984, kort voor de vijfde augustus, verklaart Maria aan de gebedsgroep van Ivan [en Marija ook nog destijds], dat 5 augustus 1984 Haar tweeduizendste verjaardag zal zijn. Alhoewel de Kerk de verjaardag van Maria officieel viert op 8 september, zegt Maria hier duidelijk dat Haar echte verjaardag 5 augustus is. Dit is de tweede aanwijzing.
De derde aanwijzing vinden we in de dag van de redding van de mijnwerkers. Oorspronkelijk waren de meest optimistische schattingen dat de mijnwerkers pas tegen Kerstmis zouden worden bevrijd. Maria voorzag het anders: de eerste mijnwerker werd naar boven gebracht om enkele minuten na middernacht van 13 oktober 2010 en nog dezelfde dag zouden ze allemaal worden bevrijd. De Patrones van Chili had alles mooi gepland.
Er zijn nog andere aanwijzigen die de Heilige Familie compleet bij de redding betrekken. De naam van de mijn is San José of Sint Jozef, de echtgenoot van Maria. Van de eerste dag tot de laatste waren er 33 kompels opgesloten. Jezus werd ter dood gebracht op 33-jarige leeftijd. Een verwijzing naar Haar Zoon en Redder. Het voorval vond plaats op 13.10.10. Tel deze cijfers bij elkaar op en u bekomt eveneens het getal 33 als uitkomst. De boorwerkzaamheden duurden 33 dagen en tenslotte duurde de rit voor de redding precies 33 minuten.
Maar, zoals onze geestelijke begeleider het zo mooi heeft uitgedrukt. Niet alleen was er de medewerking van de Hemelse zijde, maar ook de mijnwerkers hebben tijdens die 69 dagen veel tijd besteed aan gebed en vasten. Ze richtten een eigen kapel in en de meeste mijnwerkers hun eerste daad bij de redding was het maken van een Kruisteken en een bedanking voor hun Hemelse Redding. Het is een schoolvoorbeeld van hoe Maria het te Medjugorje steeds omschrijft: "door gebed en vasten kan men alles bekomen, zelfs oorlogen vermijden."
Garabandal
De "Goede Vrijdagboodschap" van 2 april 2010 aan Mirjana Dragicevic betekende een keerpunt in de verschijningen van Medjugorje: "Lieve kinderen. Vandaag zegen Ik u op een bijzondere wijze en bid Ik voor u opdat u zou terugkeren op het juiste pad van Mijn Zoon, uw Redder, uw Verlosser, tot Hem die u het eeuwige leven schonk. Denk na over al het menselijke, over alles wat u verhindert om u op de weg te begeven naar Mijn Zoon, over de vergankelijkheid, de gebreken en de beperkingen, en denk dan aan Mijn Zoon, aan Zijn Goddelijke Oneindigheid. Veredel uw lichaam en vervolmaak uw ziel, door uw overgave en gebed. Wees klaar, Mijn kinderen. Dank u."
Meteen komen we na bijna 29 jaar verschijningen in een nieuwe fase terecht, of zoals wij het noemen, vóór de "rode fase" is er de "oranje fase," of de fase waarin de boodschappen anders zijn, de fase voorafgaand aan de geheimen. De rampen zijn vanaf deze datum nog niet uit het nieuws geweest en bovendien blijven ze lange tijd aanhouden.
Nadat een Ijslandse vulkaan vooral in Westeuropa het luchtverkeer een tweetal weken aan de grond houdt, ontploft op 20 april voor de kust van New Orleans, het olieboorplatform "Deepwater Horizon." Laat 20 april 2010 nu net de eerste verjaardag zijn van het overlijden van Marie-Loli Mazon, de enige zienster te Garabandal aan wie Onze Lieve Vrouw te Garabandal de datum van de Waarschuwing heeft medegedeeld. De ramp houdt lang aan en blijft duren tot men er op 16 juli 2010, na vele eerdere mislukte pogingen, in slaagt om het lek volledig te dichten. 16 juli is een toevallige datum, dacht u? Absoluut niet! Op 16 juli is het de Feestdag van Onze Lieve Vrouw van Karmel.
Met Onze Lieve Vrouw van Karmel en 2 april en 16 juli is het verband duidelijk: in Garabandal verscheen Maria als Onze Lieve Vrouw van Karmel. Meteen is er ook een verband met Chili, waarvan Onze Lieve Vrouw van Karmel de hoofdpatrones is.
Geredde mijnwerkers: een les uit Chili
Onder normale omstandigheden zou ik mezelf zitten afvragen: "Wat zit ik in Godsnaam op dit onwezenlijk uur nog mails te zenden?" Maar deze keer heb ik een goede uitleg: ik kijk naar de berichtgeving van de Chileense televisie over de reddingsoperatie in de mijn van San José, nabij Copiapó, in de Chileense Atacama woestijn, 3.000 meter boven de zeespiegel, met bergen langs alle zijden die tot 7.000 meter reiken. Dit is een verschrikkelijke plaats. Als men zegt dat het in zuiden van Californië nooit regent, dan regent het nog minder in Atacama. Het schaarse leven dat ginds overleeft, hangt af van de "camanchaca," een heel dichte mist, die opstijgt vanuit het westen, het kustgebied, tijdens de nacht. Als u denkt dat u als eens midden in een dikke mistlaag hebt gezeten, wacht dan tot u midden in de camanchaca zit. Het is een ervaring van zo goed als blind zijn. De vochtigheid ervan is de enige bron van water hier.
De "Camanchaca"
Terwijl ik zit na te denken, heb ik het gevoel alsof er voor ons een heel mooie boodschap in hedendaags mirakel zit. Denk eens na, deze 33 mijnwerkers, eenvoudige mensen met een familieleven, met echtgenotes, zonen en dochters, hebben allen hetzelfde gemeen: uiterste armoede, omdat niemand op zoek gaat naar werk in een 140 jaar oude mijn, tenzij men echt nood heeft aan werk. Zij die dit soort werk aanvaarden, doen het voor de tengere voordeeltjes.
Als u er geen idee van hebt hoe arm de mensen leven in Chili, probeer u het u dan eens voor te stellen, maar vermenigvuldig het daarna met 10, zo hard is het leven in de Atacama woestijn. Chili lijdt en was ooit overgeleverd in de handen van een communistische regering die er, in het begin van de jaren ’70, bijna in geslaagd was om het land op vier jaar tijd op de rand van de afgrond te brengen.
Het land begint het laatste decennium stilaan uit de sloot te raken. Chilenen zijn heel nationalistisch van aard en zoals nergens ter wereld zijn hun mijnwerkers de hardste onder de hardere en de armste onder de armeren, maar dat hield hen niet tegen om gelovig te zijn. Gevangen in de ondergrond, ontving ieder van hen een rozenkrans die persoonlijk gezegend was door Paus Benedictus XVI. Ze baden zonder ophouden en hadden een klein altaar gebouwd in hun schuilplaats, met enkele religieuze beelden er op.
Hebt u de aanvang van de redding gezien? Hebt u dan ook opgemerkt dat de president van Chili er absoluut geen probleem in zag om een Kruisteken te maken. Hij voelde er zich niet beschaamd voor om God te bedanken om het leven van de mijnwerkers te hebben gespaard. Ook prees hij zijn landgenoten, omdat ze zich zo goed weten te redden hebben uit de schrikwekkende aardbeving, eerder dit jaar. Hij koos ervoor om de eer niet voor zichzelf op te strijken, maar legde er de nadruk op dat het een werk was van eenheid onder alle Chilenen, elke dag opnieuw, en dat ze niet moeten zitten te wachten tot er een ramp gebeurt om als zusters en broeders samen te werken voor het welzijn van Chili.
De Chileense president, Sebastian Piñera, heeft op 13 oktober de harten gestolen van iedereen. De man liep ooit nog school aan het Sint-Bonifatiuscollege te Brussel, omdat zijn vader vroeger ambassadeur was van België tijdens het presidentschap van Eduardo Frei Montalva. Hebt u de warme knuffels opgemerkt die de brave man uitdeelde aan elke geredde mijnwerker? Hartverwarmend! Ziet u uw baas op het werk dit reeds doen bij u? Nochtans zou het de werksfeer meer dan ten goede komen.
Eén ding hebben we zeker geleerd. De Chileense President gelooft in God en voelt zich niet ongemakkelijk bij het tonen van zijn geloof en om God te bedanken voor de goede afloop. Toen hij zijn prachtige vrouw een kus gaf, kon met zou de uitstraling van geluk van zijn gelaat aflezen. Zijn gevoelens waren absoluut niet geveinsd.
Dank u, president Sebastian Piñera, omdat u ons een les in nederigheid hebt geleerd
Mijnexperte noemt de redding van de Chileens mijnwerkers een mirakel
De wereld heeft op 13 oktober kunnen toezien hoe een reddingcapsule, de "Fenix Eén" alle 33 mijnwerkers één voor één heeft naar boven gebracht. Terwijl de mijn in Chili zich op meerdere duizenden kilometers bevindt van Idaho, heeft het reddingsteam een rijk gevulde ervaring opgedaan met betrekking tot het redden van mijnwerkers.
Newschannel 7 ging dan ook praten met een professor geologie aan de universiteit van Idaho. Het bezoeken van mijnen maakt deel uit van haar werk met de Geologische expertise te Idaho.
Dr. Virginia Gillerman geeft de donkere gangen van de mijnen over de hele wereld gezien en heeft een indrukwekkende kennis opgebouwd. Zij heeft mijnen bezocht in Zuid-Amerika, Austrialië en de Verenigde Staten.
Ze weet waarom de reddingsoperatie riskant was. De kans bestond dat er een enorme druk zou vrijkomen. Het boren diende dus met de grootste voorzichtigheid en nauwkeurigheid te gebeuren. En dan spreken we nog niet over de gevangen mijnwerkers, die nooit langer dan 12 uur beneden in de tunnels zijn en nu voor meer dan twee maanden moesten zien te overleven.
"Het moet een mentale en emotionele ontbering geweest zijn, voor iedereen, denk ik, omdat, ook al hadden ze wat voorraad en werd er voor hen, nadat ze gevonden werden, zo goed mogelijk zorg gedragen, toch voelt men zich nog steeds in een duistere gevangenis, met 33 verschillende karakters," zegt Dr. Gillerman.
Nu werkt ze bij de Geolosche expertise te Idaho, een groep die de mijnwerkers onderricht geeft over de gevaren van hun werk. Het is een moeilijke opdracht, want de mijnen brengen heel wat geld op. In 2008 was de omzet een miljard dollard, enkel voor Idaho. Er ligt dus heel wat druk op onze schouders, waardoor we fouten kunnen maken.
In Idaho, Silver Valley, in het noorden, wordt, zoals de naam het reeds zegt, zilver ontgonnen, terwijl het in het zuiden vooral om fosfaat gaat. In centraal Idaho is het dan vooral molybdeen. Bijkomend aan al deze zorg, gaat het in Idaho vooral om heel diepe mijnen, nog dieper dan deze in Chili.
"Deze mijnwerkers werken in diepten van meer dan 1.600 meter ondergronds, in feite dus onder het zeeniveau en tussen rotsgebieden die onder een enorme druk staan. Zeker gebeuren er soms instortingen en ongelukken. Gelukkig niet al de dikwijls, maar de mogelijkheid is nooit ver weg," zegt Dr. Gillerman.
En Idaho heeft geleerd uit de ervaring. In mei 1972 was er een mijnramp die tot de ergste behoorde uit de geschiedenis van de VS. Nabij Kellogg brak er vuur uit in de "Sunshine Mine," waarbij de rook zich over het hele netwerk van tunnels verspreidde. Hierbij kwamen 91 mijnwerkers om het leven en werden er strengere regels opgesteld voor de mijnuitbaters.
Sunshine Mine, Silver Valley, Idaho
Dat is nu tientallen jaren geleden, maar kan er een andere "Sunshine" of "Chiliramp" gebeuren in Idaho?
"Jazeker. Wij hopen uiteraard dat het niet voorvalt, want we hebben strenge veiligheidsvoorschriften, vooral in mijnen die bestaan uit harde rots. Deze uit Idaho behoren daar allen toe. Voor zij die de veiligheidsvoorschriften voor mijnen opstellen is het een gedeelde verantwoordelijkheid, waarvan het ene gedeelte bij de Staten valt en het overige gedeelte bij de Mine Safety and Health Administration, een agentschap opgericht in 1978, een aantal jaren na de mijnramp in het noorden van Idaho."
Om af te sluiten nog een prachtige documentaire over de "Silver Valley Gold Rush"