Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Biografie J.M. Vianney. Hoofdstuk 6. Hulppastoor te Ecully

  
 
Download PDF

Hoofdstuk 6. Hulppastoor te Ecully

De nieuwe priester keerde uiteraard terug naar Ecully, bij pastoor Balley, die onmiddellijk het Te Deum aanhief om de aanstelling aan zijn beschermeling te vieren. De actieve, ontembare pastoor van Ecully had bekomen dat Jean-Marie hem als hulppastoor werd toegewezen. Eigenlijk had deze voor een ogenblik gewenst dat hij hulppastoor zou worden van M. Jacquet, de pastoor van de Noés, waar velen die hem aan het werk gezien hadden, tijdens zijn jaar als dienstweigeraar, verlangend naar hem uitkeken. Maar de gezondheid van pastoor Balley, die strenger werd vervolgd tijdens de Revolutie dat zijn collega van de Noés, waar de bevolking samenzwoer met de dienstweigeraars, had hier ook onder geleden en hij zag er op zijn leeftijd ouder uit als normaal en de plicht van liefdadigheid gaf de doorslag voor de nieuwe priester om zijn goede vader te Ecully, die hem zoveel bij zijn roeping had geholpen, bij te staan in zijn dikwijls te vermoeiende, dagelijkse taken.


Ecully, Kerk ten tijde van J.M. Vianney

Ondertussen had Jean-Marie, die nog steeds de verkeerde reputatie had geen goede herder te zijn, nog steeds niet de toelating verkregen om de zonden te mogen kwijtschelden. Opnieuw kwam de onvermoeibare Balley bij Mgr. Courbon bepleiten om op dit voorbehoud terug te komen en dit "gelet op het onophoudelijke werk van genade van deze uitverkoren ziel." De hulpbisschop stemde hiermee in en de eerste biechteling van de jonge hulppastoor was zijn oude beschermheer zelf, pastoor Balley.

Tussen de meester en zijn leerling was er ondertussen een soort wedstrijd in het ascetisme ontstaan, in die mate zelfs dat de aartsbisschop, die hierover werd gewaarschuwd door zielen die medelijden kregen, moest tussenkomen bij pastoor Balley en zijn hulppastoor om hen aan te sporen om een minder strenge vroomheid voor zichzelf op te leggen.

De hulppastoor begon met zijn eerste sermoenen. Zijn zus Marguerite, lid van de parochie, aanhoorde deze en vond zijn preken "lang en uiterst ingewikkeld": eigen familie heeft dikwijls een meedogenloos oordeel. "Nochtans," zal ze zeggen, "indien men in de parochie wist dat het mijn broer was die het woord nam, zouden de aanhangers toestromen."

Ongetwijfeld voelden de parochianen zich aangetrokken door het ‘charisma’, zoals men dat vandaag zou zeggen, van deze jonge en onervaren priester.

De pastoor van Ecully, ondermijnd door de jaren van omzwervingen en angst ten tijde van de Terreur, stierf op 65-jarige leeftijd, op 17 december 1817, in de armen van zijn "lievelingszoon." Onmiddellijk ging er een delegatie van de parochianen naar de primaat met de vraag om M. Vianney tot pastoor te willen benoemen, in de plaats van de overleden titularis. Maar de aartsbisschop oordeelde dat de parochie van Ecully een veel te belangrijke post vertegenwoordigde voor deze priester die nog steeds als een "stommeling" werd beschouwd en de religieuze autoriteiten benoemden een uitstekende leerling van het groot seminarie, M. Tripier, in de plaats, een weinig wereldse priester die niet van plan was om zijn parochie om te vormen, maar die wel opviel te Lyon. Hij bezocht voornamelijk de huizen van de rijkste parochianen, waarbij hij er telkens voor zorgde om niet te zijn vergezeld van zijn veel te nederige hulppastoor. Dit zou onwenselijk zijn. Hij zou zich niet op zijn gemak voelen. Stel u voor: hij zou zelfs de plaats bevuilen met zijn gekreukte soutane en zijn slecht gepoetste schoenen.


Ecully, nieuwe Kerk ingewijd in 1846

Uiteindelijk ging de nieuwe pastoor van Ecully zijn meerderen verzoeken om zich te ontdoen van deze hinderlijke, ascetische vicaris. De aartsbisschop willigde zijn verzoek in en men vond ergens een onbekende parochie in wat met men "het Siberië" noemde. De parochie telde tweehonderd dertig zielen.. De pastoor kwam zojuist , op zevenentwintig jarige leeftijd, te overlijden van tuberculose. De goede elementen, de schitterende studenten, kregen allemaal parochies toegewezen langs de Rhône en de Loire. Benoemd worden in het departement Ans stond gelijk aan "in ongenade gevallen" zijn. Daarenboven ging het zelfs helemaal niet om een volwaardige parochie, maar om een kapelaanschap, waarvan sprake was het onder het bestuur te brengen van de aangrenzende parochie Savigneux. In elk geval bevond er zich niet ver van Ars een kasteel, dat toebehoorde aan de graven Garets van Ars en de kasteelheren wensten absoluut niet dat de pastoor in hun buurt zou weggaan. Vastberaden kwamen ze tussen bij de aartsbisschop die, om tegemoet te kunnen komen aan deze personen die blijkbaar vrienden hadden te Parijs, er mee instemde dat de ongewenste hulppastoor verder mocht verblijven in de pastorie van Ecully.

Niemand twijfelde eraan dat hij een van de meest schitterende christelijke priesters zou worden.

Vertaling: Chris De Bodt