Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 4: Moeder van de Heer

  
 
Download PDF

Hoofdstuk 4: Moeder van de Heer

Het was de bloedigste en meest angstaanjagende periode in de geschiedenis van Rome. Er waren al snel geruchten over geesten in de buurt van Nero’s begraafplaats, en in de naastgelegen gebieden zouden verschijningen in de vorm van kraaien waargenomen zijn.

Zo’n afgrijselijke gebeurtenissen werden enkel door de genade van Christus verjaagd, die Zijn moeder en Zijn eigen wonderen zond.

Zo’n veertig kilometer ten noordoosten van Rome op de berg Guadagnolo, was de Romeinse officier Placidus, die onder keizer Trajanus (97 tot 117 n.C.), diende op een dag aan het jagen toen hij en zijn metgezellen een ongewoon en prachtig hert zagen. De geschiedenis vertelt niet wat het dier zo uniek maakte maar het was zo groots dat Placidus besliste om het te vangen. Hij dreef het naar een plek op de berg waar er geen uitweg leek te zijn, maar net voor hij het dier kon grijpen maakte het dier een sprong, landde buiten zijn bereik op een rots en keek hem stoutmoedig aan.


Guadagnolo, Klooster

Tot zijn verbazing zag Placidus het lichaam van Christus op een lichtgevend kruis dat tussen de takken van het gewei van het hert verscheen.

Er was ook een stem te horen en iets dat op een goddelijk licht leek en Placidus’ ziel doorboorde. Hij voelde een onweerstaanbare drang om de God van de Christenen te aanbidden. Toen de officier terug in Rome was liet hij zichzelf en zijn gezin dopen en zijn naam wijzigde in Eustachius.

Als bekeerling was hij ook een martelaar. Het nieuws over zijn bekering bereikte de Romeinse autoriteiten en toen Eustachius zijn nieuwe geloof weigerde te verloochenen werden hij en zijn gezin in een kokende ketel gegooid.

Ontelbare anderen ondergingen hetzelfde lot omdat Satan de grote dreiging van het Katholicisme onmiddellijk de kop wou indrukken. Christenen werden gestenigd, vertrapt, levend gevild, onthoofd en zelfs in stukken gescheurd of de ingewanden uitgerukt terwijl ze bij bewustzijn waren. Ze werden uitgehongerd. Ze werden gekruisigd. Dit waren de mensen die het Katholicisme hadden gesticht en in plaats van het Christendom uit te roeien was hun dood het zaad dat het deed groeien.

Hoe meer de Kerk vervolgd werd, des te sterker groeiden haar wortels, net zoals een jonge boom die door de wind geteisterd wordt. De toewijding aan Maria begon de aanbidding van de heidense godinnen te overstijgen. Waar Maria ook was, waar ze zich toonde, daar was geloof, liefde en volharding, zelfs tot in het martelaarschap toe.

Geloof doofde de vlammende pijlen van Satan, en zoals Paulus in een brief aan de Efezen [6:12] schreef was het geen strijd tegen menselijke krachten 'maar tegen de vorstendommen en de machten, de heersers van deze wereld van duisternis, de kwade geesten in de hogere sferen'. Satan was prins van de wereld maar Christus zond Zijn moeder om de wereld terug te nemen. Dat denkbeeld werd ook duidelijk gemaakt door verschijningen aan belangrijke stichters van de Kerk zoals Bisschop Gregorius van Caesarea. Op een avond, net voor zijn inwijding tot bisschop in 240 n.C., zocht Gregorius goddelijke leiding bij de Drie-Eenheid toen hij een verschijning zag van een oudere man.

Het was Johannes, de Evangelist, vroom en nobel, in een heilig gewaad. Gregorius schrok, sprong uit zijn bed en vroeg aan Johannes waarom hij gekomen was. De verschijning zei op een vriendelijke en rustige manier : "Kalmeer jezelf, m’n zoon. Ik ben gekomen om je te helpen". Johannes hield z’n hand uit en wees in een bepaalde richting.

Toen Gregorius die richting uit keek zag hij toch zijn verbazing de gedaante van een vrouw, méér dan mens, met een helderheid die vergelijkbaar was met een fakkel. Ze was onvoorstelbaar mooi en gracieus en majesteitelijk en Johannes sprak haar aan met "Moeder van de Heer." Ze droeg de Evangelist op om aan Gregorius het mysterie van de vroomheid bekend te maken.

Johannes deed dat met krachtige en onvergetelijke woorden. "De Vader heeft nooit bestaan zonder de Zoon, noch heeft de Zoon ooit bestaan zonder de Geest", zei de verschijning, "en deze Drie-Eenheid is onveranderlijk."

Dat waren de fundamenten van de leer van de Drie-Eenheid. Dat was een formule voor de Kerk. Dat was ook het begin van ongelooflijke gebeurtenissen.

Vriend en vijand beschouwden Gregorius als een nieuwe Mozes want de verschijningen van Maria en Johannes leken hem machtig gemaakt te hebben. Ze leken hem de genaden van genezing en bekering verleend te hebben. Encyclopedieën bevatten legendes over zijn gave om de toekomst te zien. Hij kon ook fysische gebeurtenissen veroorzaken. Op een keer stak hij zijn staf in een rivier of stroom waardoor de richting ervan veranderde en hij had speciale krachten tegen boze geesten. Op een keer, toen hij een heidense tempel binnenging, begon hij zijn zuivering met het Kruisteken. De tempelwachter werd woedend toen hij de geesten niet meer kon oproepen maar zelfs hij bekeerde zich toen hij zag dat Gregorius gezag had over de demonen.

Bij wijze van test vroeg men aan Gregorius om een grote steen te bevelen zich te verplaatsen, en tegen alle logica in verplaatste de steen zich inderdaad naar een andere plaats.

Menigten stroomden toe. Mensen werden genezen. Bij anderen werd de duivel uitgedreven. En al gauw was de stad Neocaesarea, de thuisstad van amper zeventien Christenen, bekeerd. Maria’s kracht was duidelijk te zien in de vestiging van volledige bisdommen en in de verdediging van het Katholicisme tegen ontelbare ketters zoals de Gnostici en Montanisten, die zichzelf als de echte Christenen beschouwden en zichzelf boven de Kerkelijk traditie plaatsten.

Het was duidelijk dat de Heilige Geest, die sinds de Verrijzenis op een speciale manier naar beneden was gezonden, nu veel mirakels verrichte om de Kerk op te bouwen. De mirakels waren niet gestopt bij de Verrijzenis van Christus. Er waren er nu in overvloed. De Heilige Geest was op aarde en waar de officiële publieke openbaringen van de Heilige Schrift gestopt waren, liet de Kerk toe dat ze gevoed en in traditie hersteld werd door private openbaringen. De Kerk was het mystieke lichaam van Christus, niet zo maar een instelling. De mystiek werd vaak door Maria gebracht en de bouwstenen ervan werden gemengd met het bloed van martelaars. Nabij Napels werd een priester, Felix genaamd, gegeseld, geketend en in een foltercel gegooid maar hij kreeg al snel het bezoek van een verschijning die de cel met een helder licht vulde en de gesloten deuren openmaakte.


Christendom voor Keizer Constantijn

Er was ook bovennatuurlijke hulp tegen binnenvallende heidense stammen uit de Germaanse gebieden. Toen Christenen door Germaanse "barbaren" in het nauw gedreven waren in wat nu Oostenrijk is, werd de lucht opeens donker en de bliksem sloeg met zo’n hevigheid in dat de barbaren op de vlucht gingen en de Christenen de overwinning behaalden.

Vertaling: Mario Lossie

Bron: Michael Brown