|
|
|
|
Download PDF
Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus Toelichting
Sinds drie eeuwen zijn talrijke pelgrims naar Notre-Dame du Laus gekomen om de Heer te ontmoeten, geleid door Maria de ‘bemiddelaarster van de zondaars’.
Zoals Bernadette in Lourdes Gods instrument was om al die menigten in gang te zetten naar de bekering van het hart, was de nederige herderin Benoîte en is nog steeds een discrete maar efficiënte gids. Velen kennen al de geschiedenis van de bedevaart van Notre-Dame-du-Laus. Nochtans was het belangrijk, vanuit al het zorgvuldiger bestudeerd archief, om ons tijdgenoten te helpen ontdekken wat er gebeurd is in dit dal en zich nog afspeelt.
Kanunnik de Labriolle brengt ons nu dit werk na hardnekkig en onverpoosd doorzetten. Deze kwieke en levendige pagina’s zijn het eindresultaat en de samenvatting van een belangrijke voorbereiding. De vorsers zullen het basiswerk dat hier gebundeld werd kunnen raadplegen. Het zal hen de gebeurtenissen van dit tijdperk [1664-1718], de religieuze psychologie van de Eerbiedwaardige Benoîte en de mystieke verschijnselen van de 54 jaar dat de herderin in dienst van de bedevaart doorbracht openbaren. Ook zullen ze het licht dat het verhaal werpt op de religieuze geschiedenis van de Haute-Provence tijdens het tweede deel van de XVIIe en het begin van de XVIIe eeuw ontdekken. Ze zullen nieuwe verhalen opmerken, tot op heden nooit gepubliceerd.
Voor de pelgrims die hun geloof willen uitdiepen en levendiger leden van de Kerk wensen te worden, ze zullen door dit werk geholpen worden om de rol van Maria, Moeder van de Kerk, beter te begrijpen, alsook het belang van het nederig christelijk leven in dagelijkse trouw aan het Evangelie, door Maria beleefd en nog steeds door haar aan ons voorgesteld. Geduldige opvoedster van het geloof van Benoîte leert de Maagd ons steeds ons geloof te beleven vol vreugde te midden van de beproevingen en in de fijngevoeligheid van het geweten ten overstaan van het hedendaagse materialisme.
De geschiedenis van de bedevaart van Notre-Dame-du-Laus, waar heden ‘Godzoekers’ heengaan die daarboven vrede en eenvoud vinden, is een teken dat God steeds onder ons aanwezig is en dat zijn Moeder altijd het arme en biddend hart bijstaat. Ze helpt hen Hem te ontmoeten opdat ze door hun leven en hun woord heel het Godsvolk zouden aantrekken om de Blijde Boodschap van het evangelie te verkondigen aan de hedendaagse mens.
Met dank aan Pater de Labriolle om ons beter Notre-Dame-du-Laus te doen beminnen, dit centrum waar je gekerstend bent om kerstenende te worden.
Nihil obstat 6 februari 1977 H. BON
Imprimatur +7 februari 1977 Mgr. Pierre Chague Bisschop van Gap
Voorwoord
Weldra twintig jaar zijn verlopen sinds mijn voorganger Mgr. Chagué de eerste uitgave inleidde van het werk van kanunnik de Labriolle: ‘Benoîte de herderin van Notre-Dame-du-Laus’. Ik heb beide mensen niet gekend en nochtans ben ik hen zo nabij door mijn banden met Benoîte Tencurel en het heiligdom van Laus vanaf de dag dat ik naar het bisdom Gap kwam en bisschop gewijd werd in het domein Laus.
Laus heeft vele veranderingen ondergaan de laatste twee decennia: De personen komen en gaan, de muren worden afgebroken, verbouwd en veranderd. Maar nu zoals voorheen en meer zelfs ontvangt Laus jaarlijks duizenden pelgrims, retraitanten of enkelingen die de stilte, de ingetogenheid en de rust opzoeken. Hoeveel vergaderingen, sessies, congressen of studiedagen zijn er waarop wordt nagedacht en gedeeld. Wat een volkstoeloop ook tijdens de grote jaarlijkse bedevaarten of de bisdomfeesten. Gisteren en vandaag trekt de Maagd van Laus de licht- en Godzoekers aan in deze zonovergoten bergen. Gisteren en vandaag neemt de stralende figuur van Benoîte de kinderen en jongere, ouders en grootouders, priesters en religieuzen op sleeptouw. Nadat Mgr. Chagué opnieuw de aanvraag voor zaligverklaring van Benoîte indiende en dankzij het werk van kanunnik de Labriolle zijn andere in gang gekomen, zodat de aanvraag vandaag goed is gevorderd. Allen worden uitgenodigd te bidden opdat ze nu vlug een goede afloop zou genieten.
Zoals de talrijke werken die de laatste twintig jaar verschenen over Benoîte en Laus, is de heruitgave van het boek van kanunnik de Labriolle relevant voor de interesse die de oorsprong, de geschiedenis en het leven van dit heiligdom opwekt. Dankzij deze pagina’s die, ongeacht het enorme werk dat eraan voorafging, een gewone en klare stijl behouden, zullen nieuwe lezers Benoîte Rencurel beter leren kennen, begrijpen en beminnen in haar historische waarheid zowel als in de vervoering waarvan dit werk getuigt.
Dit geeft me de gelegenheid om ieder die op een of andere manier, soms in een verborgen en onbarmhartige taak, Laus verder uit te bouwen tot een plek van onthaal en gebed, te bedanken, in het bijzonder degenen die aan de heruitgave van dit boek deelnamen. Ook, vanzelfsprekend, ieder uitnodigen die in de stappen van Benoîte wil meegaan om naar Laus te komen en er met haar de boodschap van barmhartigheid en bekering die Maria toevertrouwt te beluisteren en bezinnen. Zo, het derde millennium nabij, zal Laus steeds beter de wens van Maria beantwoorden door altijd beter, samen met alle Maria-oorden, een plek van kerstening en bezinning te zijn, kortom een ontmoetingspunt met de Verlosser der aarde door bemiddeling van zijn heilige Moeder.
+ Georges LAGRANGE Bisschop van Gap 1 maart 1996
Inleiding
Vooraleer dit werk te doorlopen dient de lezer ingelicht over de ware inhoud. Hij zal er het woelige bestaan van Benoîte, herderin van Laus, in ontdekken, nu voor het eerst beschreven in de sociaal-politieke context van de streek in de XVIIe eeuw. De voornaamste personages worden er in de verf gezet, alsook de invloed van de gebeurtenissen van Laus op het kerkelijk leven in de bisdommen Gap en Embrun.
Dit verhaal is als doorweven met getuigenissen van tijdgenoten, in kostbare Handschriften bewaard, die tijdens het leven zelf van de herderin werden samengesteld door notabelen uit de streek en waardevolle getuigen van de aangehaalde feiten. De auteur van dit werk heeft zorgvuldig elke persoonlijke beoordeling vermeden om alleen de waarachtige Documenten aan het woord te laten met hun oorspronkelijke tint die de religieuze sfeer uit die tijd weergeeft alsook het diepe geloof van de getuigen.
Deze Handschriften werden tot nu toe weinig uitgebaat. In vier Boekdelen gebonden en gedeponeerd in het Archief van het Heiligdom Laus, bezorgen ze een stevige historische basis aan het verhaal dat volgt en dat in verre de stof niet uitput noch alle rijkdom ervan uitdrukt.
De lezer wordt soms verrast door de overvloed aan bovennatuurlijke fenomenen die in heel het leven van Benoîte, gezante van Maria, voorkomen. Ze moeten niet letterlijk begrepen worden in de stijl van de XVIIe eeuw. In dit uitsluitend historisch werk is hun mystieke betekenis niet ontkend: hier wordt enkel de waarachtige tussenkomst van de Maagd aangegeven. De evaluatie volgens modern inzicht zal een taak zijn voor bekwame experts en onder wie er al enkele van op de hoogte zijn.
Bij het overlopen van het nederige bestaan van Benoîte kan de lezer misschien meer respect en achting krijgen voor haar vijftig jaar lange heldhaftig en vruchtbaar apostolaat en kan hij zich verbazen dat het tot op heden bijna onbekend bleef.
R. de Labriolle
Kenmerken van de auteurs van de handschriften
François GRIMAUD (1620-1703), advocaat en procureur des Konings in Gap, Rechter in de vallei van de Avance: hij verhaalt eind 1666 de grote verschijning op 29 augustus 1664 en de eerste gebeurtenissen rond de bedevaart. Hij was consul in Gap in 1673.
Jean PEYTIEU (1640-1689), doctor godgeleerdheid, twintig jaar kapelaan in Laus. Zijn verhaal over het begin van de bedevaart, in 1671 geschreven voor de nieuwe aartsbisschop van Embrun, en zijn schrift met Nota’s die Memoires heten en in 1688 werden gebundeld, zijn nauwkeurig en overtuigend.
Pierre GAILLARD (1621-1715), aartsdiaken van Gap, vicaris generaal en official, doctor godgeleerdheid en licentiaat kerkelijk recht, nam vanaf 1665 deel aan de gebeurtenissen in Laus. Hij ontving vanaf 1696 alle nuttige getuigenissen voor zijn uitgebreide Geschiedenis van Laus, geschreven tussen 1707 en 1711.
François AUBIN (1650-1733), eremijt vanaf 1680 in de bergen nabij Laus, nam nota’s over zijn gesprekken met Benoîte en maakte die over aan M. Gaillard die hij in zijn werk bijstond.
Verder, Raymond JUVENIS (1628-1703), procureur des Konings in het baljuwdomein van Gap, verslaggever op de hoogte van de toenmalige gebeurtenissen, gaf een vervolg aan de uitgebreide ‘Geschiedenis van de Hautes-Alpes’ door de jezuïet Fornier aangaande de periode 1643-1680. Hij geeft verslag over de gebeurtenissen op Laus met enkele details.
Vertaling: Broeder Jozef
|
|
|
|
|