|
|
|
|
Download PDF
Zoektocht 8: Zijn mensen het resultaat van de Evolutie? Wetenschappelijk bewijs toont aan dat menselijke wezens een unieke soort is die superieur is aan enig andere soort die vandaag bestaat of ooit heeft bestaan.
In de film Planet of the Apes (De Apenplaneet), is astronaut Leo Davidson in het jaar 2029 op een verkenningsmissie in de ruimte, als zijn ruimteschip plots door een wormgat wordt gezogen. Niet wetende waar ze waren, of hoeveel jaren ze in de toekomst waren gereisd, landen hij en zijn bemanning op een onbekende planeet waar geen leven lijkt te bestaan. Opeens treffen ze een gevorderde stam van intelligente, sprekende apen aan, die over een groepje van stomme mensen heersen. Davidsons bemanning wordt gedood door de brutale heersers, maar hij kan ontsnappen naar een verlaten plek die de Verboden Zone noemt, een plaats die de apen vrezen.
Op het einde ontdekt Davidson dat hij eigenlijk op Aarde geland is, in het jaar 3978. En de Verboden Zone is het woestijnachtige overblijfsel van een oude nucleaire Holocaust die de mensheid zo goed als uitroeide. In het zand vind hij een overblijfsel van het Vrijheidsbeeld en andere herinneringen aan een beschaving die ooit bestond.
De belangrijkste boodschap is duidelijk : menselijke oorlogsvoering en zelfvernietiging hebben de apen in staat gesteld om als dominante soort te evolueren. Maar er is nog een andere, subtielere boodschap: mensen en apen zijn verbonden door een evolutionaire stamboom. Hoewel de film grappig en onderhoudend is, weerspiegelt de boodschap het Darwiniaanse paradigma dat we slechts toevallige wezens zijn in een toevallige wereld.
Het volledige Darwiniaanse paradigma draait eigenlijk rond het thema dat de mens niet uniek is maar slechts het eindprodukt is van een lange evolutionaire ketting. De redenering is als volgt : vermits ons lichaam op dat van apen lijkt, en vermits veel van ons DNA gemeenschappelijk is, moeten we wel verwant zijn aan de apen. Materialisten noemen dit het bewijs dat Darwin het bij het rechte eind had over onze afkomst van lagere levensvormen.
Het doel van dit artikel is niet te speculeren over hoe het leven en hoe de verschillende soorten ontstonden. Een super-intelligente ontwerper kon op verschillende manieren leven geschapen hebben, door natuurwetten te gebruiken of bovennatuurlijke wetten. Sommige wetenschappers, zoals Simon Conway Morris en Richard G. Colling, geloven in geplande evolutie waarbij de natuur op ingenieuze manier werd samengesteld om uiteindelijk u en mij te creëren. Maar we hebben het hier over wat vooraanstaande wetenschappers ontdekt hebben over onze oorsprong. M.a.w., wat onthult het bewijs over onze soort, zijn we enkel vergevorderde apen of zijn we uniek en onderscheiden van andere soorten? Als het laatste waar is zou dat vast en zeker geloofwaardigheid geven aan het argument dat we ontworpen werden.
Kijk! Een mens
Het fossielenspoor heeft schepsels onthuld die op apen gelijken maar een aantal mensachtige kenmerken hebben. Deze leden van de apenfamilie die door wetenschappers hominiden worden genoemd zijn duidelijk niet menselijk, maar evolutionisten geloven dat ze uiteindelijk tot onze soort evolueerden. Evolutionisten gaan uit van de veronderstelling dat het leven één grote stamboom is.
Ze zoeken naar een fossielenspoor die Darwin’s macro-evolutietheorie van onze soort bevestigen. Maar, als het bewijs aantoont dat de Homo Sapiens plots verscheen met eigenschappen die verschillend waren van alle andere levensvormen, ligt de mogelijkheid dat wij ontworpen werden plots voor de hand.
Dus zijn paleontologen erin geslaagd om de kloof tussen hominiden en ons te overbruggen en een evolutionair verband aan te tonen?
We zijn allemaal al naar musea geweest met bijna-rechtopstaande aapachtige wezens die vermoedelijk tot ons, mensen, evolueerden. Deze tentoonstellingen en tekeningen in biologieboeken doen vermoeden dat er harde fossiele bewijzen zijn om de bewering te ondersteunen dat zo’n fossielen ontdekt werden. In feite hebben paleontropologen stukken van beenderen en schedels gevonden van een verscheidenheid aan primaten waarvan ze veronderstellen dat het menselijke voorouders zijn. Ardipithecus ramidus, de oudste ervan, dateert van 4 miljoen jaar geleden. Homo habilis en Homo erectus worden beschouwd als recentere leden van onze stamboom.
Het lijkt allemaal zo overtuigend. Maar wat op een sterk argument voor menselijke voorouders lijkt, valt aan duigen wanneer de feiten duidelijk worden. Henry Gee, hoofdredacteur wetenschappen bij Nature schrijft: "De tijdsintervallen die tussen fossielen liggen zijn zo enorm dat we niets definitiefs kunnen zeggen over hun mogelijk verband."
Het probleem is dat paleontropologen proberen om een enorme puzzel te leggen met slechts een paar stukjes van beenderen en tanden die volgens Gee "in een kleine doos passen." Een van de meeste vermaarde evolutionisten van de twintigste eeuw, Stephen Jay Gould geeft de moeilijkheid toe: "De meeste hominidefossielen zijn slechts stukjes van kaken en schedels, maar ze dienen als basis voor eindeloze speculatie."
Gould is niet de enige met die mening. Harvard dierkundige Richard Lewontin bevestigt eveneens: "Als we het verre verleden bekijken, nog voor de oorsprong van de Homo Sapiens, worden we geconfronteerd met een fossielenbestand dat uit stukjes bestaat en onsamenhangend is."
Maar toch hebben deze stukjes kaak en schedel, hoe schaars en onsamenhangend ook, een paar goeie inzichten gegeven over het unieke karakter van onze soort. Laten we wat dieper graven.
Het eerste wat vreemd lijkt aan de Homo Sapiens is zijn verschijning in de geschiedenis. Ondanks de traditionele tekeningen in leerboeken, lijkt de intelligente, man-met-de-laptop eerder abrupt tevoorschijn te zijn gekomen.
Hoewel er kleine stukken van hominidebeenderen ontdekt werden, is er een enorme sprong van zulke wezens naar onze eigen soort. Natuuronderzoeker Ian Tattersall [curator aan het American Museum of Natural History] merkt in zijn boek: The Fossil Trail [Het Fossielenspoor] op : "Er gebeurde iets uitzonderlijks, misschien wel totaal toevallig, met de geboorte van onze soort." Tattersall verwijst hier naar de plotse verschijning van mensen in het fossielenbestand.
Biologen kunnen niet verklaren waarom onze soort zo plots verscheen. Professor John Maynard Smits, Biologisch Emeritus aan de Universiteit van Sussex schrijft: "Er gebeurde iets raadselachtigs ... Het fossielenbewijs is onregelmatig, maar het lijkt alsof hominiden plots hersens ontwikkelden die qua omvang sterk op de onze gelijken." M.a.w., de sprong van hominiden naar mensen is onverklaarbaar. Er werden geen verbanden ontdekt.
De meeste hominiden hadden kleine, aapachtige hersenen en konden niet spreken. En dan verschijnt de mens opeens in het fossielenbestand met een aantal unieke kenmerken, zoals een vergrootte hersencapaciteit. Waarom zijn er geen duidelijke verbanden tussen hominiden zonder taal en Homo Sapiens?
Menselijk uniek
De plotse verschijning van de mens heeft ervoor gezorgd dat wetenschappers zoals Harvardgeleerde Lewontin de beweringen over de ontdekkingen van een ontbrekende schakel tussen mensen en apen de kop ingedrukt heeft. Hoewel hij een evolutionist is, geeft Lewontin toe: "Ondanks de optimistische en opwindende beweringen door sommige paleontologen, kunnen er geen fossiele hominide soorten als onze directe voorouder aangeduid worden."
De plotse verschijning van de mens in de geschiedenis van onze planeet, heeft ervoor gezorgd dat een aantal wetenschappers het woord "mirakel" gebruiken. Tijdens een interview met het Franse wetenschappelijke maandblad La Recherche, vroeg men aan Marcel Schutzenberger: "Is de verschijning van het menselijke wezen een mirakel?"
De Franse wiskundige antwoordde: "Natuurlijk. En het blijkt dat er stemmen opgaan onder de hedendaagse biologen, en ik bedoel andere stemmen dan de mijne, die twijfel kunnen zaaien over het Darwiniaans paradigma dat al twintig jaar de discussie domineert."
Mensen die geloven in de snelle overgang van soorten zijn niet in staat om een bevredigende verklaring te geven van de bijna gelijktijdige verschijning van een aantal biologische systemen die mensen van hogere primaten onderscheiden.
Schutzenberger verwees hiermee naar een aantal fysiologische verschillen tussen mensen en primaten, waarvan geen overgangsfossielen werden ontdekt.
Hij besluit zijn interview met zijn visie dat er geen materialistische verklaring is voor de plotse ontwikkeling van de mens: "De werkelijkheid is dat we geconfronteerd worden met iets wat ons inbeeldingsvermogen volledig te boven gaat."
Zelfs evolutionisten zoals Mayr die geloven dat wij van hominiden afstammen schrijft: "De mens is inderdaad zo uniek en zo verschillend van alle andere dieren zoals theologen en filosofen altijd beweerd hebben."
In diezelfde geest merkt Ian Tattersall over het unieke karakter van de mensheid op: "Homo Sapiens zijn een volledig onderscheiden entiteit op deze Aarde en zouden als dusdanig waardig moeten beschouwd worden in plaats van vervalst te worden met elk hominidefossiel met ietwat grote hersenen dat toevallig gevonden werd."
Van alle hominiden had enkel de Neanderthaler grote hersenen. Maar volgens DNA-onderzoek was de Neanderthaler een onderscheiden soort. En volgens Olson "lijken ze niet de vloeiende taal ontwikkeld te hebben die ons laat verbazen, aanpassen en creëren."
Welke oorzaak deed de mensheid de dierenwereld overstijgen, de ruimte exploreren, computers ontwikkelen, DNA ontdekken en kunst en muziek creëren? Wat maakt ons uniek? Het antwoord ligt in de anderhalve kilo wegende grijze massa die ons hoofd zit.
Anderhalve kilo grijze verbazing
Dus, wat moeten we denken over de menselijke hersenen? In het algemeen associëren we complexiteit met intelligentie. Hoe complexer een gebouw of machine, des te meer intelligentie is er vereist om het te bouwen. De menselijke hersenen bevatten 12 miljard neuronen (zenuwcellen) die via 100 triljoen verbindingen met mekaar verbonden zijn. Om zich een getal als 100 triljoen te kunnen inbeelden stelt moleculair bioloog Michael Denton voor om zich een bos voor te stellen dat de helft van de Verenigde Staten van Amerika bedekt. Als elke boom 100.000 bladeren bevat zouden de verbindingen in de menselijke hersenen gelijk zijn aan het totaal aantal bladeren in het hele bos.
Maar de verbindingen in de hersenen zijn niet zomaar kruispunten zoals in een snelwegstructuur. Het is een optimaal georganiseerd netwerk dat de complexiteit van alle communicatienetwerken op de planeet Aarde ver te boven gaat.
Onze herinneringen [alle miljard triljoen van hen] zijn niet geïsoleerd in één sectie van de hersenen maar zijn verbonden doorheen het netwerk. Elk ‘kruispunt’ kan een deel van een herinnering zijn. Dus de geheugencapaciteit de menselijke hersenen is eigenlijk bijna oneindig. In die anderhalve kilo grijze materie van u kan genoeg informatie om 20 miljoen boeken te vullen.
In het onderzoek naar ons universum is er niets dat in de buurt komt van de complexiteit van de menselijke hersenen. Stephen Hawking vergelijkt de complexiteit van de menselijke hersenen met de meeste hedendaagse computers en onthult de overweldigende superioriteit van ons brein: "In vergelijking met meeste computers die één centrale verwerkingseenheid hebben, hebben de hersenen miljoenen verwerkingseenheden ... die tegelijkertijd werken."
Zelfs bij gebruik van de meest gesofisticeerde ontwerptechnieken die de mens kent zouden ingenieurs een eeuwigheid nodig hebben om een object te bouwen dat enigszins op de menselijke hersenen gelijkt. Zelfs dan zouden ze niet weten hoe er aan te beginnen. De overweldigende verwerking vind plaats in een gebied van onze hersenen die de hersenschors (cortex cerebri) heet en op die plaats is het menselijke raadsel het grootst.
Het Mysterie van Bewustzijn
De hersenschors is het gebied in onze hersenen waar op mysterieuze wijze "materie wordt omgezet naar bewustzijn." De hersenschors onderscheidt mensen van alle andere dieren. Hoewel het verschil tussen het menselijke genoom en dat van een chimpansee op minder dan 1 percent geschat wordt, heeft onze hersenschors tien keer meer neuronen. Maar dat is niet alles. Mayr onthult: "Het unieke karakter van onze hersenen lijkt te liggen in het bestaan van veel verschillende soorten neuronen (misschien wel veertig)." En ondanks de DNA-gelijkenissen zijn er tussen mensen en chimpansees nog zo’n 40 miljoen verschillen.
Bovendien hebben recente studies uitgewezen dat chimpansees zich niet bewust zijn van hun eigen gedachten, een eigenschap die enkel menselijk blijkt te zijn.
Bewustzijn van gedachten ligt buiten ons vermogen om te creëren, zelfs in de meest gesofisticeerde computerprogramma’s. Toen schaakgrootmeester Gary Kasparov verslagen werd door de IBM supercomputer Deep Blue, realiseerde de computer zich niet eens dat hij gewonnen had. Deep Blue had niet het zelfbesef dat wij als vanzelfsprekend beschouwen. Dat noemt men het bewustzijn, een mysterie dat filosofen en wetenschappers als eeuwenlang verbijsterd.
Ons bewustzijn, en diens manipulatie van ideeën, bevinden zich in de prefrontale cortex. Het is daar dat we redeneren, overwegen, ons voorstellen, fantaseren en antwoorden zoeken naar het waarom van ons bestaan. Dit prefrontale cortexgebied beslaat een veel groter deel van de hersenschors dan bij eender welk dier, en het is de meest complexe ordening van materie in het universum.
Als we ons piepklein zouden kunnen maken en de ongelooflijke activiteit in het binnenste deel van de hersenschors zouden bekijken, zouden we iets zien dat lijkt op een caleidoscoop van vuurwerk dat alle richting uitslaat. Deze elektrische impulsen zijn miljarden van geordende patronen die tot onze gedachten en verbeelding leiden. Al deze gedachten doorkruisen ons bewustzijn.
Terwijl we slapen rust ons bewustzijn, maar de hersenen blijven actief. Zelfs tijdens de slaap pulseren en kloppen onze hersenen ... dromen, herinneren, dingen uitzoeken. Onze gedachten, visioenen en fantasieën hebben een fysieke realiteit.
Er is niemand die bewustzijn echt begrijpt of hoe we het gekregen hebben. Sir John Maddox, ex-hoofdredacteur van Nature bespreekt het raadsel van bewustzijn: "Niemand begrijpt hoe beslissingen gemaakt worden of hoe verbeeldingskracht ontstaat. Waaruit bewustzijn bestaat, of hoe het zou moeten beschreven worden is evenzeer raadselachtig. We begrijpen cognitieve processen nu even goed als een eeuw geleden."
Materialisten hebben jarenlang geprobeerd om mensen te herleiden tot niets meer dan een reeks van driften en instincten.
Maar in werkelijkheid kiest het menselijk bewustzijn tussen de instincten. Het bewustzijn staat boven onze instincten, driften en verlangens en het kiest welke het zal gebruiken.
Dus de mens kan ervoor kiezen om zijn eigen drang naar overleving te negeren. Zo’n heldendaad gaat in tegen Darwin’s overleving van de sterkste en kan niet verklaard worden door materialisten. Er lijkt met het bewustzijn iets te zijn dat het zelfbehoud overstijgt.
Een ander voorbeeld van bewustzijn is de objectiviteit van het eigen ik: u onderscheidt uzelf door uw ervaringen. Via stimulatie kan u heel goed pijn of plezier voelen terwijl u afgescheiden bent van de ervaring die de pijn of het plezier veroorzaakt. Het is dit objectieve bewustzijn van onze eigen gedachten dat uniek is aan mensen.
Het probleem dat ons bewustzijn stelt is zo moeilijk dat Laurence C. Wood zei: "Veel hersenwetenschappers hebben moeten aannemen dat er een onstoffelijk brein bestaat, ook al geloven ze niet in een leven na de dood."
Welk proces in de natuurlijke selectie kon tot het menselijk bewustzijn geleid hebben? Hoewel evolutionisten geprobeerd hebben om hier een antwoord op te geven, weet eigenlijk niemand het. Wetenschappers hebben ook geen verklaring voor de menselijke verbeeldingskracht en creativiteit.
Bij de mensen lijkt het vermogen tot simulatie van alternatieve toekomstige gebeurtenissen plaats te vinden binnenin ons subjectief bewustzijn. Oxford dierkundige Richard Dawkins geeft toe dat Darwiniaanse evolutie er geen verklaring voor geeft. Hoewel Dawkins een vurig materialist blijft, schrijft hij: "Waarom dit gebeurt is voor mij het grootste mysterie in de biologie."
Zelfs vooraanstaand evolutionist Stephen J. Gould erkende dat natuurlijke selectie geen verklaring kon geven voor de menselijke hersenen. Gould gaf toe: "Ik weet niet waarom de hersenen groter werden. We konden in ieder geval niet schilderen of schrijven."
Verschillend door ontwerp
Waarom kregen we deze onvoorstelbaar complexe hersenen met de mogelijkheid om te spreken? En volgens evolutionisten zijn onze hersenen onveranderd gebleven. Mayr schrijft: "Wat misschien het verbazingwekkendst is, is het feit dat de menselijke hersenen niet lijken veranderd te zijn sinds de eerste verschijning van Homo Sapiens. ... En waar kwam het bewustzijn en heldendaden vandaan? Er lijkt geen evolutionaire verklaring te zijn voor deze unieke menselijke eigenschappen.
In zijn boek What Evolution Is, [De betekenis van evolutie] beweert Ernst Mayr dat onze soort de enige uit meer dan een miljard soorten is die uitzonderlijke intelligentie kreeg.
Dus wat moeten we over onszelf denken? We maken muziek en kunst. We dromen en verbeelden ons dingen. We proberen om de sterren te bereiken door space shuttles te lanceren en door met krachtige telescopen naar het universum te staren. En we vragen ons af waarom we hier zijn, op dit kleine vlekje dat we Aarde noemen. Het raadsel van de mens lijkt naar iets of iemand anders dan ons te wijzen.
Einde
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Y-Origins: The facts presented by scholars
|
|
|
|
|