Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Ja, er bestaat een hel

  
 
Download PDF

Ja, er bestaat een hel [met een duisternis die de duisternis van onze ziel weerspiegelt]

Als we de Hemel willen zien, vangen we de glimpen op van de pracht van de natuur rondom ons. Als we de hel willen zien, kunnen we die ook waarnemen: het is een woestenij. Denk aan een drooggelegde laagvlakte ... denk dieper na ... denk, natuurlijk, aan een duisternis [maar eveneens aan een helse gloed]. De hel is het tegengestelde van liefde en als je sterft dan zal het leven na de dood het licht of de duisternis in jou weerspiegelen.

Bestaat er een onderwereld?

Het is geen aangenaam onderwerp, maar door het te ontkennen brengt men de zielen in gevaar. Van de heiligen tot degenen die, via bijna-doodervaringen, een beeld hebben opgevangen van de eeuwigheid kunnen we het volgende zeggen over de laagste niveaus: Het begint met een duisternis. Het eindigt niet met een tunnel. Het begint daar.

In sommige beschrijvingen is de hel iets als een kerker, een muffe bevuilde duivelachtige onderwereld waar de zielen gevangen zitten in "cellen" en achter gesloten tralies gepest worden door demonen.

De Heilige Theresia van Avila zag dit ooit tijdens het gebed:

"Ik was opeens, zonder te weten hoe, zo dacht ik, terechtgekomen in de hel. Ik realiseerde me dat het de Wil van de Heer was dat ik de plaats zou zien, die ik door mijn zonden verdiende en die de duivels voor mij hadden voorbereid. Dit gebeurde in een zeer korte tijdsspanne, en zelfs al moest ik nog verschillende jaren leven, dit zou ik onmogelijk kunnen vergeten.

De ingang, dacht ik, geleek op een zeer lange nauwe doorgang, zoals een vuurhaard, zeer laag, donker en erg beperkt: de grond was precies vol water dat geleek op smerig, slechtriekend modder waarin boosaardige reptielen waren. Op het einde was er een lege plaats uit de wand gehouwen, zoals een kast en het was daar dat ik mezelf terug vond in gevangenschap. Maar het zicht van dit alles was nog aangenaam in vergelijking met wat ik daar voelde. Mijn gevoelens, denk ik, konden onmogelijk worden overdreven, ook kan niemand ze verstaan.

Ik voelde vuur in mijn ziel. Ik ben totaal onbekwaam om de aard ervan te beschrijven. Mijn lichamelijk lijden was zo ondraaglijk dat ik, alhoewel ik gedurende mijn leven de strengste vormen van lijden heb doorstaan. Het ergste om te verdragen, zoals de dokters zeggen, is zoiets als het verschrompelen van de zenuwen gedurende mijn verlamming. Op die pestplaats, waar ik volledig machteloos hoopte op comfort of gemak, kon ik onmogelijk zitten of liggen omdat er geen plaats voor was. Ik werd naar deze plaats gedreven die leek op een gat in de muur, en die muren die er zo vreselijk uitzagen, kwamen neer op mij en verstikten me."

De hel is, juist zoals het ons is aangeleerd, een plaats van kwelling. Het is de uitwendige uitdrukking van de haat. Brandende haat. Soms is er vuur. Slechter dan om het even wat is de volledige afwezigheid van de Heilige Geest. Het is iets dat we vormen van onszelf als we een hatelijk egoïstisch leven leiden of als we God verwerpen.

Het is ongelooflijk dat zelfs op het allerlaatste moment, in de overgang naar het hiernamaals, in de tunnel [als de ziel zich uiteindelijk realiseert dat het de dood overwint, sommigen zo arrogant zijn en vijandelijk en hatelijk, en Hem nog altijd weigeren en dus is de hel hun keuze]. Diegenen die zich niet behaaglijk voelen met God lonken naar de drabbigheid van de omgeving die overeen stemt met de smerigheid van hun karakter. Zulke zielen zijn niet zo veroordeeld tot de hel zoals hier geschetst.

Sommigen zeggen dat slechts een heel klein percentage van degene die een bijna-dood ervaring beleefden, ervaringen hebben van de hel. Anderen beweren dat het aantal hoger is maar dat bij de terugkeer hun verstand of bewustzijn dat blokkeert. Chirurgen hebben patiënten beschreven die op de operatietafel bezweken en gilden wanneer ze terug tot leven werden gewekt ... in paniek door wat ze hadden ondervonden.

Er is geen voedsel ... er is geen warmte.

Het is een duisternis.

Er zijn schepsels.

Verschillende soorten van duivels achtervolgen de veroordeelden met gelaatstrekken zoals deze van misvormde wezens. Hun enige genoegen is hun opgehoopte haat tegenover anderen en de Heilige Theresia zei dat de fascinatie slechter was dan de afrekening van "duivels die het vlees scheuren met hun tangen."

We hoeven hier niet lang bij stil te staan. Angst is niet productief, en diegene die van God houden hebben geen reden om bang te zijn om naar het laagste van het traject te worden gestuurd, zoals Howard Storm beschrijft als "de zinkput van het universum."

Anderen beschrijven het vuur. Gedurende de fameuse verschijningen in Fatima zag de zieneres Lucia dos Santos ze als volgt: Demonen en zielen in menselijke vorm, zoals doorschijnende sintels, allemaal zwart gekleurd of bronsachtig van kleur, zwevend in een oppervlaktebrand, nu in de lucht gehouden door de vlammen die samen uitgestoten worden met grote rookwolken, nu terug vallen op beide kanten zoals vonken in een reusachtig vuur, zonder gewicht of harmonie, en tussen kreunen en krijsen van pijn en wanhoop. De demonen konden worden onderscheiden door hun angstaanjagende en afschuwelijke gelijkenis van vreeswekkende en onbekende dieren die allemaal zwart en doorschijnend waren.

"We konden de personen zien vooraleer ze in het vuur gingen, en dan konden we ze zien als ze uit het vuur kwamen," zeggen de zieners uit Medjugorje die hiet visioen over de hel hebben gezien. "Alvorens ze in het vuur gingen, geleken ze op normale mensen. Hoe meer ze tegen Gods wil zijn, hoe dieper ze in het vuur belanden, en hoe dieper zij gaan, hoe meer ze tekeer gaan tegen Hem. Als ze uit het vuur komen, hebben ze geen menselijke vorm meer. Ze zijn meer zoals groteske beesten, die hun gelijke op aarde niet kennen. Ook zagen ze een mooi meisje de vlammen binnengaan en als ze eruit kwam was ze "niet langer menselijk."

"Deze schepsels waren ooit mensen," zegt Dr. Howard Storm, de atheïst die op weg was via een wazige, nevelige doorgang vooraleer hij werd gered door Jezus.

"De beste weg om hen te beschrijven is de denken aan de slechtst mogelijke persoon die je je kunt inbeelden, ontdaan van elk stukje gevoel. Sommigen schijnen anderen te vertellen wat ze moeten doen, maar ik had geen inzicht op de organisatie van die troep. Ze schenen niet te worden gecontroleerd of te worden begeleid door iemand. Kortweg, daar was een massa wezens die volledig werden gedreven door een teugelloze wreedheid. Ze hadden zeer lange scherpe vingernagels, en hun tanden waren langer dan normaal. Ik was voorheen nog nooit gebeten door een wezen. Het niveau van lawaai was ongehoord. Ontelbare mensen lachten, schreeuwden en beschimpten. In het midden van de drukte was ik het voorwerp van hun verlangen. Mijn doodsangst en kwelling was hun opwinding.

Hoe meer ik vocht, hoe groter hun opwinding. Ze speelden met mij net zoals een kat speelt met een muis. Elke nieuwe aanval op mij veroorzaakte een gejoel van huiveringwekkend gelach. Ik heb niet alles beschreven wat er gebeurde. Er zijn dingen die ik niet erg vind dat ik ze me niet meer herinner. In feite, veel van wat er voorviel was eenvoudigweg te walgelijk en te storend om te onthouden. Ik heb er jaren over gedaan om te trachten zoveel als mogelijk te verdringen. Na die ervaring, wanneer ik me deze details ook herinnerde, werd ik getraumatiseerd."

Een atheïste die stierf tijdens haar werk vond zichzelf "omgeven van een geluid, zo luid en pijnlijk, dat het was alsof een reusachtige goederentrein rond haar hoofd draaide."

"Op een diep niveau wist ik dat dit mijn ‘eeuwige’ toestand zou worden. Ik was me acuut bewust van een plaats van zo’n duisternis dat ik onmogelijk mijn hand, die ik juist voor mijn open ogen had geplaatst, kon zien.

Daar was geen enkele vorm van licht.Er was niets in deze duistere, luidruchtige, chaotische plaats dan alleen mijn gedachten en mezelf. Ik was alleen en in doodsangst maar ik had, hoe zou ik het noemen, uitgebreide kennis. Het was alsof ik alle mysteries van het universum begreep en wat we als belangrijk hier in dit leven beschouwen heeft geen belang in het grote schema van dingen. Ik voelde niemand in deze plaats dan alleen mezelf en ik wist dat ik hier gans de eeuwigheid alleen zou doorbrengen zonder vrede.

De vraag die mij bezig hield was: "Wat heb je ooit in je leven gedaan dat volledig onegoïstisch was?"

"Als ik aan deze vraag dacht, realiseerde ik me dat ik altijd had gehandeld om mezelf te behagen," herinnerde ze zich. "Ik had nooit een vriendelijk woord gezegd of een vriendelijke daad verricht die niet gemotiveerd was dan door eigenbelang."

De meesten onder ons hoeven daar geen schrik van te hebben. Maar we moeten de onvolmaakte dingen opruimen [voor het vagevuur zoniet ....].

In een onderzoek hadden twaalf procent van de personen die een bijna-door ervaring hadden gekend, dingen gezien die op de hel geleken, sommigen met modder en vuur. Eén daarvan was een man, Don Brubaker, die een hartaanval had en eerst in een vochtige, mistige tunnel viel waar hij een reusachtig gloeiende rode bal, bijna zoals een licht van de voorlampen van een trein, zag.

"Op dat moment, als de rode bal op mij afkwam, ondervond ik angst zoals nooit tevoren," schreef hij. "Als het naderde, besefte ik dat het een echt breed, griezelig rood oog was. Het stopte als het dicht bij mij kwam, en begon dan rond mij te kronkelen door de tunnel. Ik kon er nauwelijks naar kijken, die starende blik was zo doordringend."

Dat is de hel en dan, bijna overlappend, zijn er de lagere niveaus van het vagevuur. Dit is ook een plaats van duisternis, die zo erg lijkt op de hel dat de bijna-dood getuigen ze verwarren met de verwerping.

Er is, hoe dan ook, een belangrijk verschil: Hoe vreselijk het laagste niveau van het vagevuur is, de ziel is daar gered en zal ooit naar de hemel opstijgen.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Henk