|
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 11: Lichten, geluiden, graven
|
|
|
|
Download PDF
Hoofdstuk 10: Lichten, geluiden, graven "Weesgegroet Maria, vol van genade". Het waren krachtige woorden. "De Heer is met U". Zo begon de Rozenkrans. "Gezegend zijt gij onder alle vrouwen". Het waren de woorden van de engel, een aartsengel, bij de begroeting (Lukas 1:28) en elke keer ze herhaald werden vroegen ze om tussenkomst. Ze vroegen om de komst van Maria. Ze werden opgezegd zoals een hymne of lied herhaald wordt, geen ijdele herhaling maar een aanroeping, en hoewel het niet het volledige "Weesgegroet" was, maakte het haar grootser elke keer het opgezegd werd. Het bracht kracht met zich mee omdat het een uitnodiging was. De Heer was met hen die Maria aanriepen. Zij was diegene naar wie men zich moest wenden als men Zijn aandacht wilde en de beste manier om dat te doen was door eenvoudigweg de begroeting te citeren want elke keer men de Bijbel citeerde verjoeg het de duivel en bracht het de Heilige Geest.
Elke begroeting lichtte de sluier op net zoals Gabriël dat had gedaan. En hoe meer het samen met een overpeinzing van de mysteries van Christus werd opgezegd, des te meer werd die persoon door een hemelse sfeer omringt en des te groter was de roep tot Maria om naar de aarde te komen.
Het bereidde Haar de weg voor.
Het was geen ijdele herhaling! Het bracht Maria. Het bracht de engelen. Het overstemde de heidense toverformules. En het resultaat was een losbarsting. Hoe meer mensen haar erkenden, des te meer werd Maria toegestaan om tussen te komen. En dus ging het nieuwe millennium verder met verschijningen die niet alleen belangrijk genoeg waren om geschiedenis te schrijven, maar die ook enorm in aantal stegen tijdens de volgende eeuwen.
In Turijn, Italië werd een oude verwaarloosde kerk vervangen door een kapel nadat Maria verschenen was aan een edelman, Markies Arduino van Ivrea. Ze beloofde hem een goeie gezondheid als hij een kapel zou bouwen ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Troost. Op 23 november 1014 startte hij met de bouw ervan en werd genezen van zijn ernstige aandoening. Keizer Henry van Italië, die recentelijk een anti-paus uit Rome verdreven had, zag tijdens het bidden in de Basiliek van Maria de Meerdere in Rome "de Vorst en Eeuwige Priester Jezus Christus" binnenkomen om de Mis te vieren, samen met heiligen, engelen en de Heilige Maagd, die een engel naar Henry stuurde. De engel raakte Henry aan z’n dij aan en zei : "Aanvaard dit teken van Gods liefde voor je kuisheid en rechtvaardigheid." Vanaf dat moment was de keizer kreupel, een aandoening die hij erkende als het geschenk van lijden.
Rome, Basiliek Heilige Maria de Meerdere, Heuvel Esquilijn Net zoals de miraculeuze Mis te Einsiedeln en veel andere plaatsen, was de realiteit van iets te zien dat niet van deze aarde is, de ervaring van de eeuwigheid aan te raken, hoe kort dan ook, de aanleiding voor een totale verandering van de keizers’ zienswijze. Kort erna gebruikte hij zijn schatkist ... staatsgeld ... om kathedralen te bouwen. Dat was nog één van Maria’s beweegredenen: grote gebouwen neerzetten die als vlaggenschepen van Jezus dienden, in plaats van als verheerlijking van keizers, in plaats van als eerbetoon aan de mens en z’n rijkdommen, in plaats van als verheerlijking van de wereld.
In Engeland werd Westminster Abbey gebouwd en in het Franse Chartres waar Maria het bolwerk van de Druïden had vervangen, zag men mannen die "in alle bescheidenheid karren en andere voertuigen voorttrokken" om te helpen bij de bouw van een augustijnenkathedraal die bij de top tien van de wereld zou gaan behoren. De nederigheid van de arbeiders werd beloond met mirakels en genezingen.
Westminster Abbey Ook op de hoogten van Montserrat werden mirakels gemeld, waar het verborgen beeld uit Barcelona [dat Eterius gekregen had en uit de eerste eeuw zou dateren] ontdekt werd door twee herders uit Olesa die gezang hoorden en lichten zagen toen ze hun kudden hoedden langs de oevers van de rivier Llobregat.
Het was een zaterdagavond. Er was zoete, zachte muziek en een vreemd licht op het oostelijk deel van de berg. Het leek alsof duizend kaarsen naar beneden daalden. Er was een grot dichtbij. José Maria De Sagarra schreef: "De stomverbaasde jongens vertelden hun visioen aan de priester van Monistrol die hen niet geloofde en het licht met z’n eigen ogen wou zien."
De volgende zaterdag verscheen het opnieuw. Toen de hele stad het wonder gezien had en de priester van Monistrol het aan de bisschop van Manresa had verteld, ging er een lange processie, met de bisschop op kop, naar de verlichtte grot. De lofzangen, de lichten en de welriekende geur die van deze mysterieuze plaats opstegen hadden zo’n invloed op de mensen dat de bisschop, die vervuld was met de diepste devotie, de opdracht gaf om de grot binnen te gaan. Daar vonden ze de afbeelding, die sindsdien een bron van mirakels en voorwerp van wereldwijde verering is geweest. De bisschop wou die prachtige schat meenemen naar z’n kathedraal te Manresa, maar toen zij die de Maagd droegen op de plek kwamen waar heden de kloosters staan, konden ze geen stap voor- of achterwaarts meer doen. Dit nieuwe mirakel werd beschouwd als een teken van de Maagd om haar heiligdom op die exacte plek te vestigen, zoals ook gebeurde.
Het fenomeen gebeurde op vier opeenvolgende zaterdagen. Er waren menigten die bij de rivier lofliederen zongen en baden. De mirakels begonnen kort na zonsondergang op één van de avonden, toen een helder licht de duisternis doormidden spleet. Het verlichtte de scherpe rotsen, die ene plek, en dan werd de lucht gevuld met de prachtigste muziek en de menigte werd stil, sprakeloos van angst en verbazing. Het verschijnsel duurde ongeveer tien minuten en dan verdween het licht tussen de rotsspleten en doofde de muziek uit.
Kroniekschrijfster Isabel Allardyce schrijft: "De volgende dag werd een expeditie georganiseerd om de plaats te bezoeken waar deze vreemde dingen hadden plaatsgevonden en zij die hiervoor werden uitgekozen slaagden slechts met de grootste moeite in hun poging. Ze moesten mekaar vasthouden om niet van de nauwe richels te vallen en grote omwegen maken toen er onoverkomelijke obstakels waren, en vaak moesten ze gaten houwen om hun voeten te kunnen plaatsen in steile rotsen die hun doorgang belemmerden. Nabij de top van de berg zagen ze een grot waarvan de ingang gedeeltelijk met stenen versperd was, en toen ze deze verwijderden vonden ze binnenin een mooie, met grote vakkundigheid in hout gesneden afbeelding van de Maagd en het Kindje."
Kort nadien werd de afbeelding in een kleine kerk geplaatst, die op de torenhoge rots werd gebouwd. De kerk was voorbestemd om uit te groeien tot een enorm geheel van kapellen en kerken, en uiteindelijk het prachtige klooster, en om één van de grootste bedevaartsplaatsen ter wereld te worden. Ik heb deze plaats bezocht en heb de kracht van Montserrat op een opmerkelijke en bijna voelbare manier ervaren.
Keer op keer, van het Iberisch schiereiland tot Oostenrijk en rondom de Middellandse Zee zouden verscheidene mirakels mekaar opvolgen. Er zouden lichtstralen zijn die de locatie van een oud en verloren relikwie aanduidden of Maria zou op een begraafplaats verschijnen om wat voor de Moslims verborgen was geweest terug op te graven. Of een boerderijdier, een ezel of een os, soms schapen, zouden op een locatie blijven rondhangen en weigeren weg te gaan, wat tot de ontdekking van nog een verloren icoon zou leiden. Veel van die afbeeldingen werden in bomen teruggevonden, vermits Maria de vereringplaatsen van de Druïden overnam. In sommige gevallen vond men een afbeelding een verplaatste men het naar een betere locatie maar de volgende dag zou het zich terug op de oorspronkelijke plek bevinden. Men verplaatste het dan opnieuw tot het plaatselijke volk besefte dat Maria om mysterieuze redenen wou dat er op de oorspronkelijke plek een kapel moest gebouwd worden. Nog in andere gevallen zouden arbeiders die een kapel bouwden ’s morgens wakker worden en vaststellen dat hun materiaal op een andere plaats lag, of ze zouden vogels zien die houtsplinters naar boven brachten om de precieze plek aan te duiden waar de Maagd een plaats van gebed wou. Zo gaf ze vele keren de start tot de aanvang van de oprichting van vereringplaatsen doorheen het Christendom.
Dit waren de burchten. Dit was de rots. Ze hielden stand ten tijde van de ridders en leenheren en ze zouden nog jaren en decennia lang stand houden. Ze zouden stand houden tijdens de Kruistochten en de opkomst van de Turken en de woeste Mongolen die Europa uitdaagden. Ze zouden stand houden ondanks de splitsing tussen Rome en Constantinopel in 1054 en ze zouden stand houden tijdens de donkere dagen van hertogen zoals Robert de Duivel.
Ze zouden zelfs stand houden tegenover Keizer Hendrik IV, die Rome bestormde nadat hij verbannen werd en de paus gegijzeld hield omwille van allerlei praktische doeleinden.
Maar de edellieden met hun ‘marionetten-pausen’ waren niet langer aan de macht. De paus had enorme wereldlijke macht verkregen. Er waren perioden van aanvallen en zwakheden, maar doorheen de Middeleeuwen werd het Katholicisme de machtigste instelling in de geschiedenis en werd het pausschap z’n eigen unieke monarchie. Ze hadden controle over de veertig tot zeventig miljoen mensen die tot de Westerse Kerk behoorden, en naast het zeggenschap over de kroning van koningen en keizers hadden ze ook de controle over enorme landerijen. Hun boerderijen zorgden voor zoveel inkomsten dat de Kerk tegen een gevaarlijk niveau van wereldsheid aanleunde maar het geld werd gebruikt voor haar onvermoeibare evangelische doeleinden. Kerkhistoricus Thomas Bokenkotter schrijft: "De indrukwekkende pauselijke monarchen van de twaalfde eeuw gingen door in de Gregoriaanse geest en wijdden zichzelf met uitzonderlijke energie aan het toezicht over het welzijn van het Christendom. Wanneer ze in conflict kwamen met wereldlijke prinsen haalden ze meestal de overhand."
De Katholieke Kerk bewaarde de heilige geschriften en stelde er de Bijbel mee samen en zonder haar tradities zou het Christendom de eerste eeuwen niet overleefd hebben. Ze organiseerde ook militaire missies om de aanval van de Moslims de kop in te drukken. Hoewel er tijdens de Kruistochten misbruiken gebeurden, waren deze missies op poten gezet voor de edele zaak van het afnemen van de controle over Jeruzalem en andere steden van de Moslims, die zelfs zover waren gegaan dat ze de Kerk van het Heilig Graf hadden beschadigd. Als de Kerk streng kon overkomen door zondaars jarenlang de ontvangst van de Communie te ontzeggen en door het in het openbaar geselen van overspeligen, moest ze wel streng zijn om de mensheid te behoeden voor het verliezen van de morele controle. En ze streed dapper tegen geweld en abortus terwijl ze tezelfdertijd de moderne wereld stichtte door het in stand houden van de literatuur en generatie na generatie te onderrichten. Naarmate het Romeinse Keizerrijk ineenstortte namen de Ierse monniken het saaie, moeilijke karwei op zich van het kopiëren van alle Westerse literatuur. Ze dienden eveneens als kanaal doorheen welke de cultuur van Rome, Griekenland en Palestina aan de stammen van het middeleeuwse Europa werden aangeboden. "Zonder de Missie van de Ierse Monniken, die eigenhandig de Europese beschaving heroprichtten, zou de wereld na hen er volledig anders uitgezien hebben," schrijft Thomas Cahill die eveneens opmerkt dat latere, meestal Protestantse historici "een enorme bijdrage in het verre verleden die zowel Keltisch als Katholiek was, een bijdrage zonder dewelke de Europese beschaving niet mogelijk was geweest" over het hoofd zouden zien.
Geen enkele instelling had zo’n langetermijneffect en geen enkele koning of natie had zo’n weldadig effect. Het was ongelooflijk hoe die paar vervolgde Christenen, de trouwe volgelingen uit de eerste eeuw die samen met Maria gebeden hadden, de martelaren die zo dapper onder het vijandschap van de heidenen gestreden hadden, nu gegroeid waren zoals het grote mosterdzaadje in een Kerk die uit pure noodzaak zowel politieke als militaire invloed had; een Kerk die het hele continent domineerde; een Kerk die terugnam wat de Moslims gestolen hadden en voor haar trouwe volgelingen het allergrootste monument in tijdloze steen bouwde ter ere van de Almachtige.
Niets wereldlijks, niets door koningen gebouwd kon de kunst en architectuur, noch het spirituele cachet van de Kerk evenaren. Katholieken baden en vastten. Ze namen het Nieuwe Testament letterlijk. Net als Jezus kozen veel van hun leiders voor het transcendentaal leven van het celibaat en geloofden wat Jezus zei over Zijn aanwezigheid in de Eucharistie [Matteüs 26:26]. De Kerk bleef trouw aan de rituelen die onder Abraham ontstaan waren en ze toonde haar spiritualiteit tijdens de elfde eeuw met de bouw van de eerste sobere Cisterciënzerabdij. De oprichting van die abdij in Citeaux, Frankrijk, werd sterk beïnvloedt door de Maagd die aan één van de stichters verscheen, een abt met de naam Alberic, en hem voorstelde een witte habijt met zwarte kap te dragen. Aan een andere monnik voorspelde ze dat de Cisterciënzers tot het einde van de wereld zouden blijven bestaan, en men zegt dat wanneer Alberic stierf, z’n gezicht licht uitstraalde terwijl hij de volgende woorden herhaalde: "Heilige Maria, bid voor ons!"
Frankrijk, Abdij van Citeaux Bisschop Fulbert van Chartres merkte op dat "de Moeder van de Heer overal in grote heerlijkheid heerst" en "naar haar eigen goeddunken gemakkelijk de heilige engelen kan sturen om tot ons te prediken en de verdragen van de hel op te heffen" door de kop van de slang door haar eigen voortreffelijkheid te verpletteren. Haar kracht, haar verheven status overtuigden velen ervan dat ze inderdaad met lichaam en ziel in de hemel was opgenomen geweest; dat Christus haar op unieke wijze had doen herrijzen zoals Hijzelf, misschien in de Vallei van Josafat waar zich volgens de legende haar lege graf bevond. Andere geloven dat ze nooit gestorven is maar gewoon naar de hemel gebracht werd.
Meer dan duizend jaar lang had de Kerk een reden gegeven om Maria als veel meer dan een normale heilige te beschouwen en hoewel haar rol tijdens haar leven een geheim geweest was om haar te beschermen tegen de vervolgingen van de Joden en de Romeinen, deed dat geen afbreuk aan de unieke geest waarmee God haar vervuld had. De Kerk zag Maria als een speciale figuur waar Christus speciale verering voor wenste. Ze was de moeder van de georganiseerde geestelijkheid en de Kerk die ze haar Zoon hielp bouwen was "katholiek" omdat dat woord "alles inbegrepen" en "universeel" betekende. Ze zorgde voor eenheid en ze was een deur naar haar Zoon, hetgeen betekende dat ze een deur naar verlossing was. Ze was een medeverlosser. "God, Die alles geschapen heeft, heeft Zichzelf uit Maria geschapen en zodoende heeft Hij alles herschapen wat Hij geschapen had," zei Anselmus, een doctor uit de middeleeuwse Kerk.
Anselmus beweerde dat haar weergaloze grote macht, door de macht van Christus, haar het bevel gaf over engelen zoals diegene die in de tijd van Anselmus in België gezien werden. In 1050, in noord Europa in Basse-Wavre, zo’n 21 kilometer van Leuven, hoorde men boven de moerassige vlakten hemelse muziek en zag men een onverklaarbaar licht bij het vallen van de avond.
"Vermits deze verschijnselen zich voornamelijk op de feestdagen van Onze-Lieve-Vrouw manifesteerden, werden grote menigten aangetrokken die baden om haar speciale zegeningen," schreef historicus H.M. Gillett. "Tegen het einde van het jaar kwamen de verschijnselen dagelijks voor en dankzij de stijging van het aantal verbazingwekkende genezingen en gunsten, besloot men een O.L.V. Kapel te bouwen op een kleine heuvel, Balloit genaamd. Het was het dichtstbijzijnde stuk begaanbaar land in de omgeving van de moerassen. Iedereen hielp mee; sommigen brachten stenen, sommigen bouwden, andere gaven geld. Volgens de legende had O.L.V. echter andere plannen. Elke morgen waren de werkers verbaasd dat hun werk van de vorige dag afgebroken was geweest en dat alle materialen naar een andere plek verplaatst waren; steeds dezelfde plek in het midden van de moerassen."
Dat was de plek waar Maria wou dat de kapel gebouwd werd, en daar zagen een aantal priesters haar in een verschijning.
"In deze vallei zal ik wonen," zei ze, "omdat ik ze gekozen heb."
De kapel werd naar die plek verplaatst.
In Engeland was een weduwe, Richeldis de Faverches getuige van gelijkaardige verschijnselen. Haar werd gevraagd een replica van het Huis van de Aankondiging (Maria Boodschap) te bouwen in Walsingham. Terwijl ze probeerde uit te vissen waar het gebouw precies moest komen, werd het gebied bedekt met een vrieslaag, behalve twee plaatsen met exact dezelfde afmetingen van het geplande huis. Richeldis koos één van die plaatsen, maar toen de arbeiders het geraamte probeerden te bouwen hadden ze met zoveel problemen te kampen dat de weduwe een nacht lang bad over het probleem.
Onze Lieve Vrouw van Walsingham De volgende morgen stelde ze vast dat alle materialen op miraculeuze wijze naar de tweede plek waren verplaatst, een paar meter verder. Daar werd de kapel gebouwd.
Op gelijkaardige manier bouwde een edelman in het Italiaanse Puglia een kapel, nadat hij in een droom naar een struikgewas nabij de rivier Cervaro was geleid. Plots zag de edelman, waarvan men denkt dat het Graaf Ariano kan geweest zijn, vlammen of een verblindende lichtstraal. Hij struikelde en viel aan de voet van een enorme eik op z’n knieën. Het licht kwam uit de boom en de opgetogen edelman hoorde een stem die zei: "Wees niet bang, mijn zoon. Ik ben de Moeder van God. Het is mijn wens dat op deze plaats een kleine kapel wordt gebouwd waar ik de verering van de gelovigen moge ontvangen. Als wederdienst zal ik voor hen vele genaden afsmeken bij God." Het licht ging uit en het bos zag er weer normaal uit maar onder de boom ontdekte de edelman een beeldje van Maria. De kapel die hij bouwde werd bekend als "La Madonna Incoronata" of "De Gekroonde Madonna."
Er waren veel gelijkaardige verhalen. Het was niet altijd duidelijke waarom of hoe, maar Maria’s beeltenissen doken op in bossen terwijl andere begraven gevonden werden nabij plaatsen zoals het Italiaanse Casetllammare de Stabia, net ten zuiden van Napels, waar vissers tijdens een aantal nachten een vreemde vlam of licht zagen. Toen de bisschop z’n mannen op die plaats deed graven vonden ze een bak met een oude, maar goed bewaarde afbeelding van de Maagd. Ondertussen werd het bekend dat Maria in Spanje aan Moslims was verschenen toen die op het punt stonden een Mozarabisch klooster te plunderen. Door de verschijning werd niet alleen de aanval afgelast, maar werd ook een leider, Prins Ali-Maymon bekeerd, die de Heilige Moeder boven een vijgenboom zag. Op 9 november 1085 werd in Madrid ook een relikwie gevonden toen een toren in de Muur van Almudin instortte, nadat Alfonso VI een noveen had beëindigd om dit relikwie te vinden. Er werden in Spanje zo veel bemiddelingen aan Maria toegewezen, dat men elke 24 juni met een afbeelding van haar door de provincie Alva stapte en ze op een troon plaatste.
Ze kwam om haar afbeelding te doen herleven. Ze kwam om mannen zoals Graaf Rogiero te helpen vechten tegen de Moslims in Sicilië. Als haar verschijningen hallucinaties waren, werden ze ervaren door de hoogste rangen van de maatschappij en in de meest eigenaardige en vaak hoogst belangrijke omstandigheden.
Zoals altijd was Maria echter zowel met de kleine man, met de kleine crises van het leven begaan als met de grote. Toen een berucht misdadiger met de naam Diogini op het punt stond een godsvruchtig man te vermoorden in Sicilië, voorkwam ze de moord door aan Diogini te verschijnen. In 1096, nabij Trevisto, toonde ze zichzelf ook aan Lucretia Della Torre, een verlamde vrouw, en genas haar.
In Rome waren er ook verschijningen, maar van andere aard. Ik heb het nu weer over de vreemde verschijnselen bij het graf van Nero. Tijdens de latere jaren van de elfde eeuw werden de klopgeesten en onaardse schreeuwen zo erg dat Paus Paschalis II drie dagen van vasten en gebed met speciale aanroepingen tot de Maagd in alle kerken van de stad gelastte. Dan vroeg hij de gelovigen zich te verzamelen met bijlen en houwelen, om een beruchte notenboom die op Nero’s graf gegroeid was en waar naar verluid boze geesten in woonden, om te hakken. De paus verzekerde zijn werkmannen ervan dat terwijl ze de boom vernietigden, ze onder de bescherming van Maria zouden staan.
Paschalis zelf hakte een tweetal keer in de boom en al gauw viel de boom neer, samen met elke boom en struik op dat onfortuinlijke heuveltje.
Tenslotte groeven ze Nero’s kist op en gooiden zijn beenderen in de Tiber.
Dat was het einde van de kwellingen. Het was op 13 maart 1099 en kort erna werd er ter ere van Maria een kapel gebouwd.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
|
|
|
|
|
|
|