|
Download PDF
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd Aan de andere kant van het land, in een grot langs de Gave rivier, was het antwoord van de hemel een dame die na het geluid van een onweer uit een goudkleurige wolk verscheen.
"Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis," zei ze, niet als een doorzichtig of geestachtig beeld, niet als een droombeeld, maar als een zachte en sierlijke jonge vrouw van vlees en bloed. Ze was klein en bedaard, en haar sneeuwwit gewaad was totaal verschillend dan de mode van die tijd. Golvende krulletjes van lichtbruin haar kwamen vanonder een sluier. Ze had een ongelooflijk blauw lint rond haar, licht geknoopt ter hoogte van de borst, en op de slanke tenen van elke voet lag een gouden roos.
Het was de beroemde verschijning aan Bernadette Soubirous van Lourdes. De grot was altijd een plaats geweest waar de dorpelingen bang waren van duivels en geesten. Nu was ze overgenomen door een machtigere kracht. De boodschap van wat één van de krachtigste verschijningen in de geschiedenis zou worden was, dat als de duivel van zich liet horen, als hij dreigde, als hij vervloekte, God de mensheid niet in de steek zou laten. In Rue du Bac had Maria zichzelf getoond als strijdster tegen de krachten van de duisternis. Nu, in Lourdes in 1858 toonde ze dat ze de oorlog niet met de wapens van de duivel, hoogmoed en woede, streed, maar met nederige schoonheid. Ze bevestigde het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. Ze zou de oorlog winnen, rustig en met goedheid. Dat toonde ze in een reeks van achttien verschijningen in de granieten grot die versierd was met klimplanten, naast een rivier.
Het was de meest schilderachtige van alle verschijningen en hoewel de Heilige Moeder niet echt mooi was, had ze een onaardse schoonheid, haar huid was zuiver en rooskleurig, ze had een schittering in haar donkere ogen, een aangename glimlach als ze aan de jonge Bernadette verscheen, en sprak met een zachte en spaarzame, maar rijke stem.
Bernadette Soubirous Acties spraken luider dan woorden. Ze hield een rozenkrans vast. "Bid" voor de zondaars," zei ze wanneer ze wél sprak. "Berouw!" En ze bad samen met de zienster. Bernadette vertelt:
"Zonder na te denken bij wat ik deed, nam ik mijn Rozenkrans in m’n handen en knielde neer. De Dame maakte een goedkeurend gebaar met haar hoofd en nam zelf ook een rozenkrans, die aan haar rechterarm hing, in haar handen. Toen ik de Rozenkrans wilde beginnen en mijn hand naar m’n voorhoofd wou brengen, bleef mijn arm als verlamd, en het was pas nadat de Dame begonnen was dat ik hetzelfde kon doen. De dame liet me helemaal alleen bidden; ze liet de kralen van de rozenkrans tussen haar vingers glijden maar zei niets; alleen bij het einde van elk tientje zei ze het "Gloria" samen met mij. Toen het bidden van de Rozenkrans voorbij was, keerde de dame terug in de grot en de gouden wolk verdween met haar.
Cholera woedde, er waren oorlogsdreigingen, en een plaatselijke kerk was een "tempel van de rede" geworden, maar Maria had nooit iemand van haar kudde verlaten. Naarmate de tijden harder en killer werden, naarmate de mensheid in een structuur van filosofie stapte die misschien erger was dan die van de oude heidenen, naarmate grote geweldplegingen en oorlogen werden voorbereid tegen de Christenen, kwam Maria met grotere duidelijkheid. Ze kwam duidelijker vanachter de sluier. Tijdens de verschijningen in Lourdes vond men een geneeskrachtige bron, en ambtenaren telden meer dan tweeduizendvijfhonderd "buitengewone" of "onverklaarbare" genezingen. Zij die kwamen werden bevrijd van epilepsie, zweren en tuberculose. De elegantie van Lourdes overtrof elke verschijningsplaats, en schoonheid was kracht. Lourdes was het bastion voor Europa terwijl Satan woedend was op de vrouw, terwijl hij haar met een stortvloed wilde wegvegen [Openbaring 12:15], terwijl hij de mensheid benevelde met zijn pretentie, en zelfs als directe aanval tegen de verschijning een bende valse zieners stuurde.
Op een dag deed het gerucht de ronde dat Bernadette een verschijning zou krijgen. De menigte stroomde samen en zagen een vrouw met een gezwel in het gezicht.
Lourdes, 1858 Het was Bernadette niet. Het was iets boosaardigs. "Met haar rug naar de menigte, waste ze zich in de bron, dronk van het water, at het gras, viel op haar knieën, zuchtte bevend, en fluisterde: Berouw! Berouw!," schreef Franz Werfel in The Song of Bernadette [Het lied van Bernadette]. "De imitatie was zo perfect dat bijna niemand van de getuigen van de voorgaande veertien dagen verbaasd was. Maar de hele opvoering bleef vreemd genoeg zonder resultaat, zoals iets dat afgezaagd was geweest. Na tien minuten sprong de gedaante op, gooide de kap van haar hoofd en onthulde een grijnzend, bruin, met pokken bedekt meisjesgezicht. Ze hief haar rok omhoog en begon te dansen. Nog voor men haar kon vastgrijpen ontsnapte ze over de rots zoals een beest dat in de bergen leeft."
Er waren meer dan vijftig valse of duivelse zieners in Lourdes, samen met berichten van een vreemde, vlammende "ballon," zoals men er één boven Parijs gezien had tijdens de pest. Maar niets, zelfs niet de meest schaamteloze pogingen om verwarring te zaaien, konden het werk van God vernietigen.
Zou satan het opnieuw proberen?
Natuurlijk zou hij het opnieuw proberen. Natuurlijk probeerde hij het opnieuw. Het was het eindspel. Hij wist dat hij in geleende tijd handelde. Hij hield die zandloper in de gaten. Het zand was aan het slinken. Dit waren bijzondere tijden. Elk decennium, tot in de twintigste eeuw [die in een sneltreinvaart naderde] zouden de tijden steeds meer bijzonder worden naarmate satan, die handelde in het nieuwe rijk van de wetenschap maar met dezelfde oude verdorvenheid, nooit geziene pogingen deed om iedereen die op de planeet leeft te misleiden en te vernietigen.
Ook Bernadette kreeg drie geheimen, maar ze waren persoonlijk. Ze maakte het duidelijk dat zelfs de paus ze niet hoefde te weten. Met de geheimen van LaSalette was natuurlijk het tegenovergestelde gebeurd, en die waren nu het onderwerp van een krachtige geruchtenmolen. Er deden in Frankrijk al snel verschillende teksten de ronde, die beweerden gedeelten van de geheimen te onthullen. Van sommige wist men al dat ze niet juist waren, zoals de voorspellingen van grote gebeurtenissen die in 1856 zouden plaatsvinden en die het einde van de wereld zouden inluiden. Dat jaar ging voorbij, maar de hevigheid niet. Uiteindelijk zouden er brochures zijn die beweerden Melanie’s geheim te onthullen, maar die zouden door de Kerk veroordeeld worden [ondanks de goedkeuring van één bisschop] en er waren mensen die bezorgd waren dat de voorspelling door buitenstaanders beïnvloed was geweest, vermits het nu al vijfentwintig jaar geleden was dat de verschijning had plaatsgevonden.
Sommigen vreesden dat de voorspelling kon afgeleid zijn van soms morbide voorspellingen van niet-Maria zieners tijdens vroegere jaren van de eeuw. Dat waren mystici die spraken over enorme natuurrampen, vreselijke vervolgingen, en verwoestende oorlogen die de spirituele turbulentie, die zich uitte in schandalen, afvalligheid, en een verbannen of op een andere manier ongeschikte paus, weerspiegelden.
De gemoederen begonnen oververhit te geraken maar het werd duidelijk dat er vreselijke gebeurtenissen te gebeuren stonden en dat de Rozenkrans de oplossing was. De oplossing waren Jezus en Maria. De verschijningen waren een cruciale tegenaanval voor de Franse Revolutie die de geschiedenis radicaal veranderde en overal een bedreiging bleef voor de Christenen.
Al wat we moeten weten over de geheimen van La Salette is dat de paus de term "kastijdingen" gebruikt had.
Onze Lieve Vrouw van La Salette Was het dàt waar Europa op afstevende? Was dat waar de wereld op afstevende? Lag er opnieuw een tijd van beproeving en zuivering om de hoek?
Als de heropleving van het heidendom een aanduiding was, was het antwoord bevestigend. Tijdens de Middeleeuwen was de mensheid begonnen een godvruchtig pad te bewandelen, maar ze was er serieus van afgeweken. De goddeloosheid van het rationalisme werd vergezeld van de goddeloosheid van het occulte, dat nu trancemediums en "spiritualisme" bevatte. Er werden seances gehouden van het Victoriaanse Engeland tot Boston, New York, en Washington. Duizenden beweerden dat ze met geesten communiceerden via mediums of kloppende geluiden. Onder hen waren Koningin Victoria en Mary Todd Lincoln. In Parijs integreerde een berucht medium met de naam Madame Blavatsky, spiritualisme met Oosterse overtuigingen en die van Vrijmetselaars, zodat er al gauw een mengelmoes van occultisme was dat bij de "verlichtten" gekend was als deel van het Waterman tijdperk of "new age." Naar verluidt was Lincoln in 1862 zelf getuige van een bijeenkomst van spiritualisten in het "Rode Salon" van het Witte Huis.
Maar de president had meer interesse voor Bijbelse verschijnselen. Hij was vooral geïnteresseerd in dromen. Hij had er zelf één gehad waarin hij een rouwende groep zag in het Witte Huis en men vertelde hem dat de president vermoord was geweest. "Ik bleef de pagina’s van het oude boek omslaan, en overal viel m’n oog op passages waar ik zelf constant aan dacht: bovennatuurlijke bezoeken, dromen, visioenen," zei de president. Lincoln was ook geïnteresseerd in het concept van kastijding, want hij dacht dat de Burgeroorlog een straf was voor de slavernij. "De Almachtige heeft Zijn eigen doelstellingen," zei hij tijdens een toespraak enkele weken voordat het Zuiden zich op Palmzondag in 1865 overgaf:
"Als wij veronderstellen dat de Amerikaanse slavernij één van de ergernissen is,welke in Gods voorzienigheid moet komen,maar welke Hij, nu ze de door Hem bepaalde tijd heeft geduurd, wil wegnemen, en dat Hij aan Noord en Zuid deze vreselijke oorlog geeft als het wee dat moet komen omwille van diegene door wie de ergernis tot stand kwam, zullen wij daarin dan enige afwijking ontwaren van die goddelijke eigenschappen die diegenen die in een levende God geloven altijd aan Hem toeschrijven?Vol liefde hopen wij, vol vuur bidden wij, dat deze machtige gesel van de oorlog spoedig moge voorbijgaan. Maar als God wilt dat hij blijft duren tot de rijkdom, gedurende 250 jaar opgestapeld door de niet beloonde arbeid van de slaaf, is verdwenen en tot iedere druppel bloed veroorzaakt door de zweep zal betaald zijn met een andere veroorzaakt door het zwaard zoals het drieduizend jaar geleden gezegd werd, dan nog moeten wij zeggen: ‘De oordelen van de Heer zijn volkomen waarachtig en rechtvaardig."
Abraham Lincoln Lincoln wist dat de geschiedenis gevuld was met kastijdingen, en er lagen inderdaad nog grotere zuiveringen dat de Burgeroorlog op de loer. De Heer verachte valse goden en dat was net wat sciëntisme creëerde: een god van technologie. De telegraaf nam de plaats in van het gebed en de elektriciteit de plaats van de Heilige Geest. Met de scheikunde was de mens de realiteit aan het veranderen en daarom ontzegde sciëntisme ... het obsessieve gebruik van wetenschap ... God zelfs Zijn rol als Schepper. Toen hij op vakkundige wijze de evolutie bewees, wat gewoon een "ontplooiing" betekende, maakte Darwin de ernstige fout van het niet toewijzen van die ontplooiing aan God, maar aan "natuurlijke selectie." Zo’n theorie leverde het mechanische en rationalistische idee dat gedrochten van de natuur, mutatie, de touwtjes in handen hadden van de manier waarop organismen zich ontwikkelden.
Het leven was een grote vergissing! Het heelal was mechanisch en levenloos! De vissen in het diepe water met lichtgevende eigenschappen zoals lampen, en de kameel met z’n afkoelende bulten, en de hagedissen die van kleur konden veranderen om zichzelf te camoufleren ... om niet te spreken van vinnen, pluimen, armen, ogen, en hersenen, het geweldige spijsverteringsproces en een zenuwstelsel, en het creativiteitsproces ... werden door Darwin als ongelukken van de natuur beschouwd, samen met nog duizend andere voorbeelden, van amoebes tot mensen, met ongelooflijke complexiteit en ontelbare interacties die de mens allemaal nodig heeft om te kunnen bestaan.
Was dat allemaal een ongeval? Allemaal willekeurige mutaties die de natuur "selecteerde?"
Het was absurd en arrogant, een belediging voor de logica, maar het is wat de duivel wilde: afkeuring van het bovennatuurlijke. Als er niets bovennatuurlijks was, was er ook geen God. Als het bovennatuurlijke niet bestond, was er duisternis, en daarin was satan op z’n best. En het ondermijnde allemaal het geloof. Geloof was net dat geloven in het spirituele element. Geloof was de test van vertrouwen. Geloof was zichzelf overgeven aan God, die de mens dan in staat stelde om zich boven de valstrikken van Satan te verheffen.
Zo probeerde Satan het geloof te ondermijnen. Zo probeerde hij het spirituele te onderdrukken. Maar z’n probleem was de Maagd Maria, die enkel al door haar aanwezigheid een gat maakte in het atheïsme.
In Baños, Ecuador, in het gebied waar Darwin z’n grootste onderzoeken deed, bezocht een vrouw een warmwaterbron en vond een kegelvormige zandstenen rots waar Maria stond op afgebeeld.
Charles Darwin Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
|
|