Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim

  
 
Download PDF

Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim

De signalen bleven brullen en woester worden. Het begon een herhaling te worden van de middeleeuwse waarschuwingen. In 1807 sloeg de bliksem in op een houten beeld in een klooster in Guadalajara. Het Kindje Jezus overleefde het in de armen van Zijn moeder, maar het was duidelijk een voorteken.

En er waren er nog. In Italië werd de opmars van Napoleon en z’n voorbereiding om de Pauselijke Staten te veroveren niet alleen door tranende afbeeldingen voorspelt, maar ook door beelden die raar bewogen. In Rome leek een afbeelding van de Moeder van Genade, die over een boog nabij het Piazza Santa Apostoli stond, de ogen te openen en te sluiten. De oude afbeelding, bijna onherkenbaar door de ouderdom, toonde plots duidelijke kenmerken en keerde terug naar haar oorspronkelijke schoonheid. "In de loop van diezelfde dag werd hetzelfde bovennatuurlijke verschijnsel in zes andere afbeeldingen vastgesteld, in straten en in kerken, in verschillende delen van de stad," schreef James Northcote.

Het was een spirituele omwenteling en in Amerika was het gebrul er letterlijk. In 1811 en 1812 waren er in New Madrid, Missouri een aantal bevingen die zo krachtig waren dat de rivier van de Onbevlekte Ontvangenis, nu gekend als de Mississippi, eventjes achterwaarts stroomde. Stroomafwaarts in New Orleans was men geconcentreerd op een beeld bij de Ursulinen nonnen. Een beslissende overwinning tijdens de slag om New Orleans werd aan het beeld toegedragen, toen zesduizend Amerikanen die onder Generaal Andrew Jackson vochten, een Britse troepenmacht van tenminste vijftienduizend man versloegen.


Andrew Jackson in de Slag van New Orleans

"Vanuit de vensters van hun klooster konden de Ursulinen de rook van het slagveld zien opstijgen en schoten van de geweren en de donder van de kanonnen horen," schreef historicus William J. Walsh. "Jackson had gezworen dat, als hij overwonnen zou worden, de vijand New Orleans in puin zou vinden. Om dit gevaar te helpen afweren zat de kapel van de Ursulinen voortdurend vol met vrome dames die weenden en baden aan de voet van het heilig beeld dat op het hoge altaar werd geplaatst. Bij de H. Communie kwam een boodschapper de kapel binnen om het goede nieuws van de nederlaag van de vijand aan te kondigen." Niemand kon aan de tussenkomst van de hemel twijfelen, door de bemiddeling van O.L.V. van Onmiddellijke Bijstand. Jackson zelf, de held van de dag, aarzelde niet om de goddelijke tussenkomst in zijn voordeel toe te geven en in z’n eerste verklaring aan het leger, zei hij: ‘Door de zegen van de hemel, die de dapperheid van de troepen onder mijn commando leidt, hebben we één van de meest briljante overwinningen in de annalen van de oorlog behaald."


Our Lady of Prompt Succor

En dat was nog een teken dat het spirituele conflict, het knarsen van de hemelse tektonische platen, echt was en groeide. Terwijl de revolutie bedaard was en Napoleon als snel geen macht meer had, waren de zaden van het goddeloze humanisme aan het ontspruiten. Frankrijk was het spirituele slagveld. Er waren verschijningen in Bordeaux, Grandchamps, en Bretagne, dan opnieuw in Bordeaux, en in 1830 weende een beeld in de Notre Dame zo hevig, dat een conciërge het in een handdoek moest wikkelen.

Er was iets groots op komst. De tijden werden weer kritiek. In 1830, hetzelfde jaar als het wenende beeld, verscheen Maria in de beroemde verschijningen van de Wonderdadige Medaille aan Cathérine Labouré in een Parijse kapel, gelegen Rue de Bac 140. De boodschap was: "De tijden zijn zeer slecht. Rampen zullen zich op Frankrijk storten. De troon zal omvergeworpen worden. De hele wereld zal door allerlei ongelukken getroffen worden [Hier keek Maria heel bezorgd]. Maar kom naar de voet van dit altaar. Daar zullen de genaden worden geschonken aan allen, die er om vragen."




Parijs, Rue du Bac, Kapel der Verschijningen

Maria ging verder: "Mijn kind, het Kruis zal worden veracht. Het zal ter aarde geworpen worden. Er zal bloed vloeien. De zijde van Onze Heer zal opnieuw worden geopend. De straten zullen stromen van bloed. De Aartsbisschop zal sterven. [Nu keek ze met zoveel smart dat ze nog nauwelijks kon praten]. Mijn kind, de hele wereld zal in smarten worden ondergedompeld."

Het was waar. Er zou een aartsbisschop ter dood worden gebracht. De wereld zou somber en zwart worden. De Middeleeuwse Kastijding dreigde zichzelf te herhalen. Maar Maria kwam niet om angst in te boezemen. Ze gaf haar boodschappen met bevalligheid. Men beschreef haar als iemand van gemiddelde grootte en gekleed in witte kledij, in een stijl die men "à la Vièrge" noemde. Ze droeg een sluier die over haar hoofd hing en tot de vloer reikte. Haar haren waren gekruld en samengebonden met een hoofdband die met kant versierd was. Haar voeten stonden op een grote witte wereldbol en ze trapte op een groene slang met gele vlekken. "Soms richtte ze haar ogen naar de hemel, en soms niet," herinnerde Cathérine zich uit een verschijning op 27 november 1830.

"Haar gezicht was van zo’n schoonheid dat ik het niet kon beschrijven. Plots zag ik ringen aan haar vingers, drie aan elke vinger, de grootste aan de basis van de vinger, een middelgrote in het midden en de kleinste aan de vingertop. Elke ring was bezet met edelstenen, de ene al wat mooier dan de andere. Er kwamen grote stralen uit de grotere edelstenen en kleine uit de kleinere edelstenen. De stralen verlichtten de basis, zodat ik de voeten van de H. Maagd niet kon zien. Op dat moment, terwijl ik haar aanschouwde, keek de H. Maagd me aan. Ik hoorde een stem die de volgende woorden sprak: ‘Deze wereldbol die je ziet vertegenwoordigd de hele wereld, vooral Frankrijk, en ieder persoon apart."

Maria toonde aan Cathérine het Heilig Hart, omringd door doornen, en haar eigen hart, doorstoken met een zwaard. Dan strekte de H. Moeder haar stralende handen uit en zei: "Aanschouw het symbool van de genaden die ik uitstort over zij die er om vragen." Er vormde zich een ovalen omlijsting rond haar met daarop de woorden: "Oh Maria zonder zonde ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen!" Er waren ook twaalf sterren rond haar hoofd zoals in [Openbaring 12:1]. Ze zei aan Cathérine om een medaille te laten maken naar het model van de verschijning. In haar handen hield ze een kleine wereldbol met een kruis bovenop, en ze bad terwijl ze hem aan Jezus opdroeg. "Ik hoorde het niet maar begreep dat ze voor de hele wereld aan het bidden was," zei Cathérine, "en ze hield de wereldbol dicht bij haar genadig hart terwijl ze hem met onuitsprekelijke liefde bekeek." Op het moment dat Maria de wereldbol tegen haar borst drukte, "schoten er lichtstralen uit de diamanten en andere edelstenen aan haar handen."

Cathérine gaf deze informatie in het geheim aan haar biechtvader en ging vervolgens in het klooster, waar ze zich volledig van de wereld terugtrok en als een gewone wasvrouw voor de zwakken werkte, en ouder werd terwijl ontelbare medailles verspreid werden. In een periode van tien jaar werden er, door een Parijse firma alleen al, twintig miljoen geslagen. Zesenveertig jaar lang verzweeg Cathérine dat zij het was die de visioenen van de Wonderdadige Medaille had gekregen, tot ze zichzelf net voor haar dood bekend maakte om een ander verzoek van de Maagd, in verband met een bepaald beeld, in te willigen.


Wonderdadige Medaille

De medaille werd één van de drie sacramentaliën die liturgisch zouden vereerd worden, samen met de bruine scapulier en de rozenkrans. Een Engelse bisschop verklaarde: "Behalve het Heilig Kruis werd er geen ander Christelijk symbool zo wijd verspreid of gebruikt als instrument voor zo vele prachtige resultaten." Eén van de mirakels was dat van een koppige Joodse atheïst, een rijke advocaat en bankier met de naam Alphonse Ratisbonne, die een verachting had voor het Christendom. Hij droeg één van de medailles om een vriend een plezier te doen of als een soort uitdaging, maar kreeg dan zelf een verschijning van Maria toen hij in de Kerk van Sant’Andrea in Rome op z’n vriend wachtte. "Ik was pas een minuut of twee in de kerk toen ik bevangen werd van een angstig gevoel," vertelde de Franse atheïst achteraf. "Ik keek rond en het hele gebouw leek verdwenen te zijn, behalve één kleine kapel, en daar, te midden van een zee van licht boven het altaar, stond de Heilige Maagd zoals ze te zien is op de Wonderdadige Medaille. Ik ging naar haar toe. Ze gebaarde me om neer te knielen en leek dan te zeggen, "Zo hoort het."

"Haar gezicht was van zo’n schoonheid dat ik het niet kon beschrijven. Plots zag ik ringen aan haar vingers, drie aan elke vinger, de grootste aan de basis van de vinger, een middelgrote in het midden en de kleinste aan de vingertop. Elke ring was bezet met edelstenen, de ene al wat mooier dan de andere. Er kwamen grote stralen uit de grotere edelstenen en kleine uit de kleinere edelstenen. De stralen verlichtten de basis, zodat ik de voeten van de H. Maagd niet kon zien. Op dat moment, terwijl ik haar aanschouwde, keek de H. Maagd me aan. Ik hoorde een stem die de volgende woorden sprak: ‘Deze wereldbol die je ziet vertegenwoordigd de hele wereld, vooral Frankrijk, en ieder persoon apart."

Ratisbonne had moeite om nog meer te vertellen, maar hij zei wel dat toen hij z’n ogen naar het gezicht van de Maagd wou wenden, hij niet hoger kon kijken dan haar handen. "Er zijn geen woorden om uit te drukken hoeveel genade en vrijgevigheid ik in die handen kon zien," zei hij, en voegde er aan toe dat hij op dat moment de waarheid van het traditionele Christendom begreep en aanvaardde. Kort daarna liet hij zich dopen en gaf hij z’n leven als rijke zakenman op om een Jezuïetenpriester te worden. Zijn bekering was zo indrukwekkend dat het door een kerkelijk tribunaal onderzocht werd, dat de volmaakte en plotse bekering bestempelde als "een waar en buitengewoon mirakel."


Alphonse Ratisborne en de Kerk Sant' Andrea delle Fratte

Zo’n goede resultaten bevestigden de authenticiteit van Cathérine’s verschijningen, maar er blijven toch nog mysteries rond hangen. We weten niet of de Heilige Moeder geheimen toevertrouwde aan Cathérine. Het is bijna zeker van wel. De reden van haar verschijningen in de negentiende en twintigste eeuwen bevatten dikwijls vertrouwelijke boodschappen over het persoonlijke leven van de ziener, de toestand van de Kerk, of de wereld. Sommige geheimen gingen over alle drie. Cathérine moet op z’n minst een persoonlijk geheim over haar eigen dood gekregen hebben, want ze wist wanneer hij zou komen.

Maria’s belangrijkste geheimen, de geheimen van het leven op aarde, gingen over het praktiseren van het geloof, nederigheid, en liefde, maar er waren altijd verborgen betekenissen aan Maria’s verschijningen, en de boodschap was dikwijls tijdsgebonden. Het geheim zat hem in de timing en de plaats. Cathérine’s verschijningen gebeurden toen Charles Darwin onderzoek deed voor z’n evolutietheorie en terwijl de werken van Hegel alles in gereedheid brachten voor Karl Marx. Enkel zij die niet wisten hoe de hemel werkt, zouden zulke gebeurtenissen als toeval beschouwen.

Over de hele wereld was er een grote versnelling aan verschijningen, inclusief Amerika, naarmate de mensheid (bedwelmd door nieuwe uitvindingen zoals de stoomboot en spoorwegen) nog dieper in het materialisme verwikkeld raakte. Er was de verbazingwekkende verschijning van Maria in een indianentent in Montana, waar een jonge Flathead indiaan haar zag zoals ze op de Wonderdadige Medaille staat (ze verscheen met een ster boven haar hoofd en een slang onder haar voeten en straalde in een ongelooflijk licht), terwijl twee kinderen in Frankrijk, Maximin Giraud en Melanie Mathieu haar wenend zagen zitten op een grote berg in de Franse Alpen, net boven La Salette, waar ze op 19 september 1846 elk van de zieners een geheim toevertrouwde en waarschuwde dat de "grote hongersnood" op komst was.


Heiligdom van La Salette, Frankrijk

Dat jaar werd niet alleen getroffen door schaarste in de oogst in Frankrijk, maar ook door de Ierse Grote Hongersnood, die tussen1840 en 1850 een miljoen levens eiste.

Maria waarschuwde dat kinderen onder de zeven jaar rillend in de armen van hun ouders zouden sterven, en inderdaad, de hongersnood werd vergezeld van terugkerende epidemieën van tyfus, dysenterie, en de pokken, waardoor kinderen stierven zoals ze voorspeld had. De ziektes herhaalden zich met wat een historicus noemde, "een bijna apocalyptische hevigheid."

Dat waren de gekende voorspellingen. Er waren er ook die niet gekend waren, geheimen op een niveau dat voorheen nog niet gemeld werd en waarvan voor het eerst aanwijzingen waren tijdens de week na de verschijning, toen Maximin ondervraagd werd door de pastoor van Corps. Op de vraag of Maria nog iets anders verteld had, antwoordde Maximin: "Ja, er is nog iets, maar de Heilige Maagd heeft me verboden het te verklappen." Men kwam te weten dat, nadat Maria een aantal zonden van de bevolking had opgesomd, inclusief het ijdele gebruik van Jezus’ Naam en het werken op zondagen, en nadat ze de hongersnood voorspeld had (evenals kleinere problemen met de oogst), ze elke ziener afzonderlijk had toegesproken. Hoewel Melanie haar lippen kon zien bewegen, kon ze niets horen van wat ze tegen Maximin zei en Maximin kon niets horen toen Maria het geheim aan Melanie toevertrouwde.

Volgens Sandra L. Zimdars-Swartz, een professor die de situatie grondig bestudeerd heeft, nam Maximins gezicht een "onuitsprekelijke" uitdrukking aan en zei hij op lage toon, "Ach, het is iets goeds" toen Marquise de Moneteyard, de zus van de bisschop van Moulins hem vroeg of hij kon zeggen of het geheim goed of slecht was. Toen men hem verder ondervraagde of iemand ooit het geheim zou kennen, antwoordde jongen op cryptische wijze, "Ja, wanneer alle mensen zullen beoordeeld worden." Aanwijzingen dat de twee geheimen niet alleen op de zieners persoonlijk betrekking hadden, maar op iedereen, werden voor het eerst vastgesteld door een plaatselijke advocaat met de naam Armand Dumanoir, die de zieners kende en zei dat elk kind een geheim had gekregen "dat lijkt te bestaan uit de aankondiging van een grote gebeurtenis, goed voor sommigen, slecht voor anderen." Verdere pogingen om meer informatie los te krijgen faalden, doordat de zieners blijk gaven van een buitengewone vaardigheid om vragen met terughoudende, precieze en vastberaden antwoorden af te weren. Deze eenvoudige kinderen waren m.a.w. in staat om de slimste ondervragers te slim af te zijn.

Maar in 1851, vijf jaar na hun verschijning, kwam er een wijziging in de situatie. Een vertegenwoordiger van Bisschop Philibert de Bruillard van Grenoble, vroeg aan Maximin en Melanie of ze akkoord gingen om hun geheimen neer te schrijven en ze in een verzegelde omslag naar Paus Pius IX te sturen. Ondanks al die jaren van onwrikbare weigering, gingen ze allebei akkoord, wat een aanduiding was dat ze ondertussen bovennatuurlijke signalen hadden gekregen ... in het geval van Melanie mogelijkerwijze een verschijning ... die hen toelating gaven. Men bracht Maximin naar een school in Rondeau en daar schreef hij zijn geheim neer terwijl twee mannen, één met de naam Canon de Taxis, de andere een plaatselijke ingenieur, toekeken. Maximins geheim bestond uit zeven genummerde paragrafen. Op een bepaald moment vroeg men hem om het nog eens netjes over te schrijven. Toen hij dat deed, vroeg hij hoe het woord "paus" geschreven werd. Het geheim werd dan, zoals beloofd, verzegeld in een omslag.

De volgende dag was het de beurt aan Melanie. Ze twijfelde meer, weende zelfs, maar ging uiteindelijk zitten en schreef een geheim neer dat langer was dan dat van Maximin. Onder toezicht schreef ze gedurende een uur rustig en serieus door, zonder pauze, en vulde drie bladzijden. Zonder het na te lezen verzegelde ze haar geheim in een omslag en adresseerde die aan "Zijne Heiligheid Pius IX in Rome." Een paar uur later realiseerde ze zich dat ze zich vergist had door te schrijven dat er op één bepaalde datum twee gebeurtenissen zouden plaatsvinden, terwijl ze in feite op verschillende datums ging gebeuren. Dus ze vroeg om het geheim opnieuw te mogen neerschrijven, wat haar toegelaten werd. Ze deed het opnieuw op een rustige manier, en pauzeerde enkel om de betekenis van het woord "onfeilbaar," en de schrijfwijze van "Antichrist" en "bedorven" te vragen. Op haar verzoek werd het geheim nagelezen door Bisschop Bruillard, die tijdens het lezen in tranen uitbarstte. Het werd dan verzegeld, en beide geheimen werden naar Pius IX gebracht. Pius geloofde in Maria’s bemiddeling (hij geloofde dat ze hem ooit van epilepsie genezen had) en toonde grote emoties bij het lezen van de profetieën. Zijn lippen trokken samen en naar verluid werd z’n gezicht strak. Toen hij gedaan had met lezen zei hij met ernstige stem, "Ik moet deze brieven opnieuw lezen wanneer ik ontspannen ben. Er zijn kastijdingen die Frankrijk bedreigen, maar Duitsland, Italië en heel Europa zijn schuldig en verdienen kastijdingen." Toen het Hoofd van de Missionarissen van O.L.V. van LaSalette meer informatie vroeg, antwoordde Pius, "Je wil dus de geheimen van LaSalette kennen? Wel, hier zijn ze: tenzij je berouwvol bent, zal je sterven."


Melanie en Maximin, de kinderen van La Salette

De pauselijk gezant voor Parijs, Kardinaal Nicolo Ornari, was directer. "Ik ben doodsbang," zei hij, "voor deze voorspellingen; we hebben in onze godsdienst alles wat we nodig hebben voor de bekering van zondaars; en als de hemel zulke middelen gebruikt, moet het kwaad heel groot zijn."

De vraag was nu of de Kerk en de maatschappij de middelen gingen gebruiken die God hen had verleend, of dat de mensheid naar een soort van vergetelheid zou schuiven, recht in een reeks van kastijdingen zoals in het Romeinse Keizerrijk, met bevingen, vuur, en eeuwen van aanvallen tot de hele oude klasse uiteindelijk vernietigd was. Er deden veel geruchten de ronde over de geheimen, en geruchten, valse geruchten, werden verspreid dat Cathérine Labouré op bedevaart naar LaSalette was gekomen en een openbaring over de Wederkomst had gekregen. Men beweerde ook dat een tweede non uit Soissons een verschijning en een geheim had gekregen, naarmate vertrouwelijke boodschappen de voornaamste steun werden van Mariale verschijningen.

Elders dan in La Salette ging het er ook hevig aan toe. In Parijs beweerde Zuster Justine Bisqueyburu, een non die de Groene Scapulier aanbeval, dat ze tijdens een ervaring in Rue du Bac openbaringen had gekregen, terwijl in dezelfde stad een priester bij O.L.V. der Overwinningen een stem gehoord had die zei, "Wijd uw parochie toe aan het Allerheiligst en Onbevlekt Hart van Maria."


Justine Bisqueyburu en Onze Lieve Vrouw met het Groene Scapulier

Bij wijze van nog meer waarschuwingen, zag men in Duitsland flitsende lichten in en rond een kapel, en op 12 mei 1848 zag Johann Stichlmayer Maria in een Beierse wei zitten, wenend, zoals in LaSalette. Naar verluid zou ze uiteindelijk aan tenminste vijfenzestig mensen in Obermauerbach verschenen zijn, waar ze plagen en oorlogen voorspelde. "Ik kan de straffen van God niet langer tegenhouden," zei ze vrijwel bij iedere verschijning.

Twee jaar later was er een opmerkelijke verschijning aan de vrouw van een Protestants officier uit Frankrijk, die beweerde dat ze de Maagd in het Vaticaan had gezien!

Maria verscheen datzelfde jaar ook in het Poolse Lichen, met dramatische boodschappen. Ze smeekte de mensen om de Rozenkrans te bidden en voorspelde een bloedig en wereldwijd conflict als ze dat niet zouden doen. Ze zei dat er miljoenen zouden sterven door epidemieën en bloedvergieten.

De boodschappen van Lichen waren interessant omdat ze officiële Kerkelijke erkenning kregen. Ze waren ook interessant omdat kort erna, in 1854 en 1855, in Frankrijk 152.000 mensen verhongerden en cholera duizenden doden eiste. Tussen 1849 en 1854 stierven er wel 750.000 mensen doorheen heel Europa, inclusief wat nu Rusland is.

Dit was op het moment dat Karl Marx in Parijs een ontmoeting had met Friedrich Engels. Marx slaagde erin de tijdsgeest te omschrijven toen hij het gedicht Oelanem schreef, dat op huiveringwekkende en duivelse manier zweerde: "spoedig zal ik de eeuwigheid in mijn boezem sluiten, en spoedig zal ik gigantische vloeken over de mensheid uitroepen."

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie