|
Download PDF
Interview met Marinko en Dragico Ivankovic door Vader Svetozar Kraljevic [27 februari 1983] Marinko Ivankovic werd geboren te Bijakovici, een gehucht van Medjugorje, in 1943. Daar leeft hij met zijn familie [echtgenote en drie kinderen] en zijn ouders. Van beroep is hij mechanieker en hij werkt in Citluk. Dragica is de voornaam van zijn echtgenote.
Marija Pavlovic vertelde hem als eerste over de verschijningen van de Heilige Maagd Maria, tijdens de ochtend van 25 juni , toen hij haar en Vicka Ivankovic naar de zomerschool bracht in Citluk. Nog diezelfde namiddag zocht hij Ivan Dragicevic op, die eveneens de verschijning had waargenomen, om uit te zoeken wat er gebeurd was. Hij stemde er mee in om de plaats van de verschijning te bezoeken, maar hij kwam te laat aan. Hij had het uur van de verschijning verkeerd begrepen [18.15 uur in plaats van 19.15 uur]. Op de derde dag werd hij de coördinator en ondersteuner van de groep zieners en sindsdien is hij steeds met de zieners in verband gebracht. Op elk belangrijk moment was hij steeds bij hen, in vreugde, gebed en onthullingen en eveneens op de ogenblikken van twijfel, onbegrip en vervolging. Wat volgt is een relaas van ons gesprek.
Marinko Ivankovic [2000] Vr. Svetozar: Marinko, wat bracht u in zo'n nauw contact met de zieners? Waarom hebt u zichzelf zo diep met hen verenigd? Marinko: Ik zal het u vertellen. Ik woon steeds de "huwelijksweekends" bij en ben een actieve gelovige. Ook hadden de kinderen het soms moeilijk, in het bijzonder Ivanka. Zij was de eerste van de groep die het licht en de Madonna waarnam. Haar moeder was net overleden en haar vader werkte in Duitsland. Ook Jakov heeft in werkelijkheid niet echt een vader: hij leeft in Bosnië en komt zelden naar hier op bezoek. Dan is er Mirjana die in Sarajevo woont. Op de een of andere manier genoten de kinderen geen ouderlijk advies of ouderlijke bescherming. Zo leerde ik hen kennen met één enkele gedachte in het hoofd: om hen sterkte te geven, in de plaats van hun ouders. "Ruggensteun" kunt u zeggen, ik wou hen moreel beschermen en hen hierin ook bijstaan.
Vr. Svetozar: U dacht dus dat ze bijstand nodig hadden? Marinko: Juist. Iemand moest hen helpen. Zij moesten weten dat er iemand aan hun zijde stond, dat ze niet alleen waren. Pas later besefte ik dat mijn hulp echt van pas kwam, omdat ze in mij meer vertrouwen stelden dan in iemand anders.
Vr. Svetozar: Meer dan in de priesters? Marinko: Absoluut meer dan in de priesters. Zij gingen er niet heen. Absoluut.
Vr. Svetozar: Was u de eerste persoon die het vertelde aan de priesters? Marinko: Ja, tijdens de tweede dag. Ik was te laat en ik kwam de kinderen tegen toen zij reeds terugkwamen van de heuvel waar zij de verschijning hadden waargenomen. Ivanka's grootmoeder stond haar op de weg op te wachten. Ivanka weende. Toen omhelsde Ivanka haar grootmoeder en zei: "Meter, ik heb aan de Madonna naar mijn moeder gevraagd en Zij antwoordde dat mijn moeder het goed stelt in de Hemel." Ik probeerde haar tot rust te brengen, maar dit lukte niet. Zij bleef maar wenen. Toen besloot ik om naar de priesters te trekken, om hen te vertellen wat er was gebeurd, èn omdat het over iets ging dat niet van deze wereld was. Ik dacht dat iemand zou helpen, iemand die meer van dergelijke zaken op de hoogte was dan ik, vooral een priester, omdat zij in verband gebracht worden gebracht met het geloof. Zo moesten de priesters op de hoogte worden gebracht, en ook omdat de mogelijkheid nooit kon worden uitgesloten dat het verhaal verzonnen was, dienden zij de zaak te onderzoeken en de mensen hiervan op de hoogte te brengen.
En zo ging ik naar de pastorij. Twee kloosterzusters stonden te wachten op de trappen van de voordeur van de pastorij en ik vroeg hen of er een priester aanwezig was. "Vader Zrinko," zei één van hen, en ik dacht bij mezelf: "Ik verkies Vader Jozo. Het zou gemakkelijker zijn om met hem hierover te praten." In ieder geval was het Vader Zrinko die aan de deur kwam en zei: "Hoe gaat het, Marinko? Wat nieuws komt u brengen?" We groetten elkaar en ik vertelde hem: "Vader, ik ben gekomen om u te vertellen dat gisteren en vandaag een aantal kinderen hebben gezegd dat ze de Heilige Maagd Maria hebben gezien, de Madonna. Nu wenen ze voortdurend en zijn ze verward. Ik denk dat het beter is om naar hen toe te gaan en hen trachten te troosten, om met hen te praten en proberen uit te vissen of ze de waarheid vertellen." Hierop antwoordde Vader Zrinko: "Marinko, laat hen die het is toegestaan om het te zien, het zien en deze die het niet is toegestaan, het niet zien. Daarop ging ik naar huis. Maar iedereen in het dorp sprak intussen over de visioenen van de kinderen.
Vr. Svetozar: Wat dacht u over wat hij zei? Marinko: Ik dacht niet dat hij gelijk had, maar wie was ik om hem tegen te spreken? Ik voelde me teneergeslagen en ontmoedigd. Ik wou dat hij met mij meeging om de kinderen te zien en met hen te praten, zodat hij alles zelf kon waarnemen. Misschien konden we iets belangrijks te weten komen. Ik kon niet begrijpen waarom hij met mij niet wou meegaan. Hij handelde alsof het hem allemaal niet kon schelen, zelfs indien hij wist dat de Madonna werkelijk was verschenen. Ik kon het niet begrijpen. Het leek mij onmogelijk.
Vr. Svetozar: Dragica [echtgenote van Marinko], ik begrijp dat u de eerste was die Vader Jozo, de pastoor, op de hoogte bracht van de verschijningen. Wat gebeurde er? Dragica: Ik was 's zaterdags [27 juni] gaan werken en een zwaar stuk metaal viel op mijn handen en ik brak ook mijn been bij het incident. Ik werd naar het hospitaal van Mostar gebracht en toen wij aan het hospitaal kwamen zag ik dat Vader Jozo daar was. Hij zag mij ook en vroeg wat er was gebeurd. "Niets ernstig," antwoordde ik, "maar waar bent u geweest? U had in Medjugorje moeten zijn! De Madonna is verschenen!" Hij vroeg mij wie dit had verteld en ik zei: "De kinderen, vijf of zes van hen, die de Madonna de laatste twee vooravonden hebben gezien! Zrinko blijkt het niet te geloven. U zou er zelf moeten heengaan en het zien."
Vr. Svetozar: Dit brengt een interessant punt naar boven. De voorzienigheid van God had u beiden geroepen om de priesters, de Kerk, in te lichten. U, Marinko, ging naar de pastorij en u Dragica, raakte gekwetst zodat u naar het hospitaal moest worden gebracht, waar u Vader Jozo zag, die zijn zieke moeder bezocht. Bovendien had u, Marinko, meerdere ongewone ervaringen. Vertel me hierover. Marinko: Ja, ik heb er meerdere gehad. Op een bepaalde avond, zowat twintig dagen na de eerste verschijning, had de Madonna aan de kinderen verteld om naar de heuvel, waar Zij was verschenen, te gaan later die avond, rond 11 uur. Toen nodigden de kinderen mij uit om met hen mee te gaan, ik en een aantal andere gelovigen uit het dorp, een dertig- à veertigtal in totaal. Van zodra we ginds waren, begonnen wij te bidden. Toen keek ik omhoog en het leek alsof de hemel zich had geopend van waaruit er een heel helder licht kwam, zo'n vijftal meter aan de andere kant en het was iets dat naar ons toekwam. Iedereen zag het en zei tegelijkertijd: "Kijk! Zie het heldere licht!"
Wij stonden in een cirkel rond een gat dat de mensen hadden uitgegraven om grond mee te nemen, toen de Madonna verscheen. Er bevond zich een houten kruis in het gat en het leek alsof er een grote lichtbol vanuit het kruis in duizenden heldere sterren uiteen spatte. Het licht was te sterk om er naar te kijken terwijl dit alles geschiedde, zo kan ik u niet precies vertellen wat er plaatsgreep. Later, toen we hierover onder elkaar praten, kon niemand zeggen wat er precies had plaatsgevonden.
Sommige van de kinderen waren bevreesd en begon te schreeuwen. Ik wou hen wat tot rust brengen. Van zodra ik dit wou doen, zei Marija: "Blijf kalm. De Madonna is bij ons!" Toen knielden we en baden we samen tijdens de daaropvolgende veertig minuten. Ook weenden wij. Ik zal die ervaring nooit vergeten! Het was een andere manier van bidden, en u weet dat God, Jezus en Maria bij u zijn. Na veertig minuten stond iedereen op en vertelden de kinderen ons: "De Madonna kijkt naar u allen en zegt dat u Haar mag aanraken." Zo spoedden wij ons allemaal naar de plaats waar wij dachten dat Zij zich bevond. Terwijl de kinderen ons naar de juiste plaats leidden, trapte er iemand op haar sluier en op dat moment zeiden de kinderen: "Zij is weg."
Enkelen onder hen die Haar hadden aangeraakt zeiden dat hun handen verkleumd aanvoelden. Ondertussen hadden de mensen uit het nabije Cilici een cirkel van licht waargenomen op de plaats waar Maria was verschenen en sommigen onder hen waren de heuvel aan het beklimmen op hetzelfde ogenblik dat wij de Madonna probeerden aan te raken. Nadat Maria was verdwenen, keerden we allen samen terug naar huis.
Vr. Svetozar: Hebt u ooit iets gelijkaardigs ervaren, daarvoor of daarna? Marinko: Ja. Jakov en Vicka hadden mij uitgenodigd om met hen mee te gaan, naar Vicka's huis in haar slaapkamer, waar er werd verondersteld dat zij hun visoen zouden hebben. Ik was congnac aan het maken, zoals ik altijd doe rond die periode van het jaar, en sommige kinderen waren religieuze liederen aan het zingen. Jakov vroeg me om met hem mee te gaan, wat ik ook deed, samen met mijn zoon Davor en een ander kind, Matan Sego. Toen we de trappen opgingen zei Jakov: "Marinko, Onze Lieve Vrouw is hier!"
Dit was precies twee dagen voor het proces van Vader Jozo. Ik rende de trappen op en knielde aan de deur. Mijn zoon en Matan bevonden zich geknield achter mij. Ik strekte mijn handen uit en zei: "Lieve Madonna! Bewijs aan de ongelovigen dat Vader Jozo onschuldig is." Ik sloeg geen acht op wat Vicka en Jakov aan het doen waren, die aan het spreken waren met Maria, tot ze tot mij zeiden: "Marinko, Maria glimlacht naar u en begeeft zich naar u. Ze kust u, omhelst u en zegent u," vertelden ze me. Aanvankelijk voelde ik niets, helemaal niets, maar plots was het alsof mijn hart uit mijn borst wou breken. Het was een groot, opwindend gevoel.
"Maria vertelt u ," zeiden ze tot mij, "om vast te houden aan uw geloof en er geen afstand van te nemen." Daarop zei ik: "Ik heb geen vrees om mijn leven aan Jezus te geven, als Hij mij wenst te tonen wat ik moet doen."
Daarop herhaalden Jakov en Vicka de woorden van Maria: "Die prachtige kinderen loven Mij!" Ze moet de twee kinderen hebben bedoeld die bij mij waren en die religieuze liederen hadden gezongen. Andere kinderen hadden ons gevolgd en waren lofzangen aan het zingen in de straat en Jakov en Vicka zeiden dat Maria wenste dat ze allemaal tot haar zouden worden gebracht om hen te zegenen. De kinderen gingen de trappen op en mijn moeder en schoonzus waren er ook, nabij de deur. Toen draaiden Jakov en Marija zich om en zeiden: "De Madonna bevindt zich boven u en zegent iedereen." Dat was het einde van de verschijning die avond.
Vr. Svetozar: Vertel mij over het visioen in het veld, Marinko. Marinko: Het gebeurde hier in een veld op een avond, nadat de kinderen terugkeerden van de Mis in de Kerk en na de gebeden voor de zieken. De mensen uit de buurt hadden zoals gewoonlijk verzamelen geblazen op het veld tussen Medjugorje and Cilici. Later, toen dit meer geweten was, kwamen er meer en meer mensen. Sommigen enkel uit nieuwsgierigheid en er waren er ook tussen van de geheime politie. Maar hiervan van ik niet zeker, maar wie geeft hier uiteindelijk om?
We baden en zongen daar, en op een avond, op het feest van de Heilige Maria van de Engelen, kwamen de zieners eveneens bij ons op het veld en kregen er een verschijning van Maria. Allen samen baden we de zeven Onze Vaders, Weesgegroetjes, het Glorie zij de Vader en de geloofsbelijdenijs. Daarop vertelden de kinderen ons: "De Madonna staat aan allen die het het wensen toe om Haar aan te raken." Terwijl zij de mensen één voor één tot Haar brachten, zeiden ze: "Nu raakt u haar handen aan, haar sluier, haar gelaat, haar kleed." Dit ging zo een tien tot vijftien minuten door, tot Maria heenging. Op dat ogenblik schreeuwde Marija het plots uit en ik rende naar haar toe.
"Wat scheelt er, Marija?" vroeg ik. "O Marinko," antwoordde ze, "wij zijn overal zwart." "Waarom zijn we overal zwart?" vroeg ik. "Er waren hier zondaars die Haar aanraakten," zei Marija; "en terwijl zij Haar aanraakten, werd Haar kleed zwarter om zwarter, tot het helemaal zwart was." Daarop zei Marija dat iedereen zo spoedig mogelijk moest te biechten gaan, maar ik bleef wat langer om met haar te praten.
Zij vertelde mij dat nog zij diezelfde avond, wanneer zij alleen was in haar kamer, nadat ze van de Kerk was teruggekeerd en vlug thuis haar kledij ging wisselen om naar het veld te gaan, een verschijning van Maria had gehad. "Deze avond," zei ze, "vertelde de Maagd mij alles!" Dit waren Haar woorden: "De duivel wenst hier op alle mogelijke manieren en tegen elke prijs binnen te dringen. Hij zal alles proberen, maar Mijn Zoon wenst alle zielen voor Hem te winnen. Desondanks streeft de duivel er naar om elke ziel te veroveren. satan is hiervoor werkelijk tot alles in staat, wat de prijs ook mag zijn."
Vertaling: Chris De Bodt
|
|