Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Veertigdagentijd voor Krasselaars (deel 1]

  
 
Download PDF

Veertigdagentijd voor Krasselaars [deel 1]

In de leer bij de Heiligen

Eén tekst per dag om op te gaan naar Pasen

"O Jezus, Gij hebt gezegd dat, eens Ge boven de aarde zoudt verheven zijn, Ge alles tot U zoudt trekken. Vervul Uw belofte, trek ons weg van de schepselen en van onszelf om enkel nog aan U gehecht te zijn!

De liefde heeft zijn boog gespannen, ze heeft haar pijlen geslepen. Als ik U zie, de armen uitgestrekt en als gespannen aan het kruis, dan zie ik de boog van de liefde, maar waar is de pijl? Ah, ik zie hem gans in het midden, het is Uw Hart, totaal in vuur, met heilige vlammen. O Jezus, ik zie hem klaar om te vertrekken, deze liefhebbende pijl, hij heeft reeds een opening gemaakt in uw borst. O Jezus schiet hem, met al uw krachten en richt hem recht naar mijn armzalig hart, raak het maar eens goed met deze wenselijke slag, die het zou doen sterven aan zichzelf, om enkel nog voor U te leven !"

Werkwijze

Elke dag wijden wij tijdens deze vasten tien minuten aan ons toekomstig leven. Hiertoe zal iedere dag een tekst, ontleend aan de grote Christelijke tradities ons helpen om een aspect van de vasten te beleven:

Mediteren

  • Van Aswoensdag tot de eerste zondag van de Vasten: de Vasten ingaan
  • Iedere zondag volgen wij het thema van het Evangelie van de dag
  • Gedurende de Passieweek volgen wij stap voor stap Jezus in zijn Passie
Op de andere Vastenweken mediteren wij over de drie uitnodigingen van Jezus in het Evangelie van Aswoensdag:
  • van maandag en donderdag: "Als gij bidt..."
  • dinsdag en vrijdag: "Als gij vast..."
  • woensdag en zaterdag: "Als gij aalmoezen geeft..."
Praktiseren

Op het einde van onze overweging vormen wij een precies voornemen om concreet onze overweging te beleven.

Met dank aan de Gebedsgroep "Het Cenakel", Waregem
Dr. Guy CLAES, Westvlaamse Medjugorje Bedevaarten
Vertaling van de tekst: Hilaire Mestdag
Oorspronkelijke titel van het boek: "Carême pour les Cancres, 2010. A l'Ecole des Saints."
Auteur: Abbé Max Huot de Longchamp, Centre St. Jean de la Croix, F-36230 Mers-Sur-Indre

Woensdag 9 maart 2011: Aswoendag:  Laten wij ons eindelijk bezig houden met onze zielen!

Ik spoor u aan, door de liefde van Christus onze Heer, die zichzelf voor ons gegeven heeft : leggen wij ons ernstig toe op de zorg voor onze ziel ! Moge de ijdelheid van ons vroeger leven een reden tot droefheid zijn, tot rouw ! En laten wij de tijd die ons rest gebruiken om te leven ter ere van God, van zijn Zoon Jezus Christus en van zijn heilige en aanbiddelijke Geest.

Laten wij niet langer blijven hangen in die luiheid en laf­heid, uit schrik dat door het steeds verwaarlozen van de huidige gelegenheden en het tot later uitstellen van ons plan om goed te leven, wij verrast worden wanneer God ons nauwkeurig rekenschap zal vragen en wij, die ons niet hebben klaar gemaakt om voor Hem te verschijnen door goede werken, uitgesloten worden van de eeuwige geneugten van de Bruidegom. Dat er ons enkel rest onvruchtbare en nutteloze tranen te wenen omdat wij ons leven en onze tijd zo slecht gebruikt hebben, en dat wij spijt krijgen wanneer het geen zin meer heeft.

Dit is de gunstige tijd, zegt de Apostel, dit is de dag van het heil!" Tot wanneer zullen wij ongehoorzaam blijven aan Christus' gebod dat ons oproept voor zijn hemels Rijk?

H. Basilius van Caesarea [± 330-379], De grote Regels, Proloog

Overwegen

De Vastentijd herinnert er ons ieder jaar aan dat het christelijk leven een voortdurende bekering is. Wij hebben tot Christus ja gezegd op de dag van ons doopsel, maar er moeten nog zoveel dingen gedoopt worden in ons leven! Zoveel kleine "ja's" om de grote ja te bevestigen.

Luiheid, lafheid, verwaarlozing... Kortweg: krasselaars ! Wie onder ons herkent er zichzelf niet in ? Kleine of grote zondaars, wij hebben 40 dagen de tijd om ons doopsel onder handen te nemen !

Alleen de eerste stap kost moeite. Laten wij onmiddellijk beginnen. "Dit is de gunstige tijd, dit is de tijd van het heil !" Op vandaag Aswoensdag, nemen wij een echt besluit: Deze Vasten 2010 wordt een echte Vasten, en elke dag wijden wij voldoende tijd aan nadenken, bidden en handelen als leerlingen van Christus."

Beslissen

Nog voor middernacht beslis ik welk moment ik elke dag zal wijden aan de "Vasten voor krasselaars."

Donderdag 10 maart 2011:  God klopt aan mijn deur

Terwijl wij hier beneden zijn, heeft God geen ander verlangen dan in ons hart te komen, en er te heersen, niet om zijn eigen geluk te bewerken [welke hulp van ons zou Hij daarvoor nodig hebben ?] maar om het onze te bewerken, niet alleen in de eeuwigheid, maar in dit leven. Het is immers zeker, zowel volgens de rede als het geloof en de ondervinding, dat er geen geluk is voor de mens buiten God. Wat doet God om ons dit geluk te geven ? Hij staat voortdurend aan de deur van ons hart. Hij klopt aan door de inzichten, de goede inspiraties, het berouw, om ons te brengen tot het zoeken van het goede, en het vluchten van het kwaad. Als we aandachtig zouden zijn, dan kwamen wij dikwijls tot inkeer, dan zouden wij opmerken dat Hij ieder ogenblik aanklopt, en als wij Hem niet horen, is het omdat wij ons niet in staat stellen Hem te horen.

Als men lang genoeg aanklopt, opent iemand de deur. God komt binnen. Hij neemt bezit van het hart. Hij vestigt er zijn rijk en Hij verlaat het niet meer, tenzij men Hem er wegjaagt. Hij grijpt de gelegenheid om binnen te komen gretig aan met een niet te vergelijken vreugde. Hij komt binnen met de schatten van zijn genade, vastbesloten ze alle mateloos aan de ziel te geven, indien deze even getrouw is als Hij vrijgevig is.

Jean-Nicolas Grou [1731-1803], Handboek van de ingekeerde zielen, Gods Leiding aan de ziel.

Overwegen

God verwachtte deze Vasten met gretigheid ! Zijn enig verlangen is waarlijk "in ons hart te komen en er te heersen", en wij zullen Hem toelaten en de deur van ons hart openstellen. Hij verlangt het nog sterker dan wijzelf, voor Hem als voor ons is de Vasten een tijd van geluk.

Hoe klopt de Heer aan onze deur ? Wanneer wij bewust worden dat die vreemdeling die wij kruisten in onze straat een broer is, wanneer wij weerstaan aan de drang om een onaangename opmerking te maken tegen een collega, wanneer de dorpsklokken luiden voor de Mis... God klopt 1000 maal per dag aan onze deur.

Laten we ten einde gaan van ons verlangen naar God. Laten we voor Hem de deur openen, "in ons hart keren." Laten we geen schrik hebben , noch van de waarheid, noch van de liefde. De Vasten is daar, om die deur wijd open te zetten.

Beslissen

Ik neem de tijd om alle kloppen van God op mijn deur op te merken : Die stakker, die ik deze morgen kruiste, en die ik liever vermeed, dat grootmoedig gebaar, waar ik getuige van was, dit inwendige ongemak toen ik een onschuldige liet beschuldigen... Wij krijgen 40 dagen om dit alles weer in orde te brengen.

Vrijdag 11 maart 2011: De Vasten die God Behaagt

Mijn God, Dit is een van onthouding en ontzeggen. Het is niets om te vasten van dat grove vlees dat het lichaam voedt, als men ook niet vast van alles dat als voedsel dient voor de eigenliefde.

Maar, mijn God, moet ik dan voortdurend vrezen die innerlijke vasten te breken door de vertroostingen die ik krijg ? Neen, mijn God, Gij verlangt die vrees niet, noch die ongerustheid. Uw geest is die van de liefde en de vrijheid, en niet die van vrees en slaafsheid.

Verre van ons, Heer, die treurige en vreesachtige braafheid, die zichzelf voortdurend opvreet, met steeds de weegschaal in de hand om de atomen te wegen, uit vrees die inwendige vasten te breken! Het is U beledigen als men met U niet eenvoudiger handelt, die strengheid is uw vaderlijk Hart onwaardig ! Gij wilt dat men U alleen bemint, dààrop slaat uw nai­jver. Maar als men U bemint, laat Gij de liefde vrij handelen, en Gij merkt wel wat er echt van die liefde voortkomt.

Ik zal dan vasten, God, mij onthouden van alles wat niet uw wil is, maar ik zal vasten uit liefde, in vrijheid en in de overvloed van mijn hart. Wee het bekrompen en in zichzelf verdroogde hart, dat alles vreest en daardoor geen tijd heeft om te beminnen en grootmoedig achter de Bruidegom aan te lopen !

Fénélon (1651-1715), Handboek v.d. Godsvrucht, Voor de Vasten.

Overwegen

Het woord "vasten" is verbonden met de vastentijd, vooral op vrijdag. Wij houden niet van onthouding, en begrijpen die niet. Laten wij dus liever spreken van voorkeur. Wij hebben zes weken om een evenwicht te scheppen in een leven, dat God voor alles kiest, en dat vraagt dat men alles wat met God concurreert, schrapt.

Anders gezegd : De liefde zal de motor zijn van onze vas­ten, en van al onze inspanningen in deze periode. Het komt er op aan de vrijheid te heroveren om te beminnen, om alles te doen in functie van God alleen.

De vasten is daar om onze "bekrompen en verdroogde harten" open te zetten. Het geheim daartoe is de liefde, en niet de vrees.

Beslissen

Ik zoek enkele hindernissen op voor mijn vrijheid om Jezus lief te hebben en Hem te volgen : De luiheid die mij belet een minimum van orde te hebben in mijn tijdschema, de gulzigheid, die mij teveel doet eten, de gramschap die mij onverdraaglijk maakt, enz... Bij deze hindernissen, zoek ik de meest uitgesproken, en ik zal er heel de vasten bijzonder over waken. En elke vrijdag evalueer ik mijn getrouwheid op dit punt over heel die week.

Zaterdag 12 maart 2011:  Kiezen voor het ware geluk

Als gij naar een beetje gezond verstand hebt, begrijp dan dat gij gemaakt zijt tot Gods glorie en het eeuwig geluk. Dààr ligt uw doel, het centrum van uw leven, de schat van uw hart. Als gij uw doel bereikt, zult gij gelukkig zijn. Als gij ervan afwijkt, zult gij uzelf ongelukkig maken. Alles wat u er heen leidt, houd het voor goed, al wat er u van afkeert, is verkeerd. Voorspoed en tegenspoed, rijkdom en armoede, gezondheid en ziekte, moet men niet systematisch zoeken noch uit principe vluchten. Als zij dienen tot Gods glorie en tot uw eeuwig heil, zijn ze goed en wenselijk, zo niet zijn ze slecht, en te mijden.

Zeg daarenboven ook tegen uzelf dat God niet zo ver is voor wie Hem beminnen, dat Hij hen zelfs hier beneden onmetelijke vreugden verleent, hoger dan die, welke zich degenen verschaffen, die verliefd zijn op de schepping. Er staat geschreven : "Vind uw diepste geluk in de Heer en uw hartsverlangen vervult Hij." [Ps 37,4] En waar de H. Paulus zegt: "Dit vervult mij met troost en doet mij overvloeien van blijdschap bij al mijn wederwaardigheden" [2 Kor.7.4], bedoelt hij niet dat de moeilijkheden hem gelukkig maken en dat de smart hem bevalt, want doornen geven geen druiven, noch de bramen vijgen, maar hij laat verstaan dat God zijn vrienden, om hun smarten te lenigen, zo zuivere, zo zachte en diepe vreugden geeft, dat zij zonder enige vergelijking zijn met de aardse vreugden.

H. Robertus Bellarmino (1542-1621), De Opgang van de ziel naar God, 1e gr.6, en 2e gr.3

Overwegen

Als gij een beetje gezond verstand hebt, begrijp dan dat gij gescha­pen zijt tot Gods glorie". Dat weten wij wel, maar doen nochtans alsof wij het niet wisten. De vasten is er om ons leven opnieuw op orde te stellen. Het christelijk leven is geen optie, er is geen ander geluk mogelijk.

Omdat wij, sedert de erfzonde, een soort fataliteit ervaren om ons van God af te keren, willen wij ons wijsmaken dat Hij niet echt van ons houdt, dat Hij in elk geval te veraf is, dat christen zijn maar triestig is... De heiligen getuigen echter van het tegendeel, van de vreugde en het geluk die God geeft aan zijn vrienden, en dat niet als een beloning na de dood, maar reeds hier beneden, als het enige waarachtig geslaagde leven.

Besluiten wij onze intrede in de vasten, en worden wij volop bewust van de oproep die God ons zendt, tot ons geluk en het Zijne.

Beslissen

Ik eindig met mijn vastenprogramma op punt te stellen en bepaal het ogenblik van de dag om dat meer bijzonder uit te voeren, ik zoek de fouten, die moeten overwonnen worden, en beslis voor een bijzondere inspanning op een bepaald punt. En ik schrijf dat op, op een blad dat ik zowel avonds als 's morgens zal lezen.

Zondag 13 maart 2011: Eerste zondag van de vasten:  Jezus beleeft in ons de Vasten.

Waarom zou de vasten van Christus niet gemeen zijn voor alle christenen? Waarom zouden de ledematen het Hoofd niet volgen? [1 Kol. 1.18]

Zo wij het goede van dit Hoofd ontvangen hebben, waarom de kwalen ervan niet verdragen? Willen wij de smarten ervan verwerpen, en toch de vreugden ervan delen ? Zo ja, dan tonen wij ons onwaardig één lichaam te vormen met dit Hoofd. Waarlijk, al wat Christus geleden heeft, is voor ons. Als wij lui zijn om met Hem samen te werken aan ons heil, waarin zullen we dan achteraf kunnen beweren met Hem verbonden te zijn ? Het is niet buitengewoon om met Christus te vasten, als wij later samen zitten aan de tafel van de Vader. Het is niet bijzonder dat de ledematen lijden met het hoofd, als zij zullen mee verheer­lijkt worden. Gelukkig het lid dat in alles met dit Hoofd heeft meegewerkt, en het zal gevolgd hebben waar het ook ging [Ap. 14.4]. Anders, moest het gebeuren dat ervan afgesneden en gescheiden werd, dan zou het ook van de levensadem afgesloten zijn.

O, glorierijk en door alle eeuwen gezegend Hoofd, voor mij is U in alles aanhangen een goed, waarover ook de engelen zich met verlangen buigen [1 Petr.1,12] Ik zal U volgen waar Gij ook gaat : "Als Gij door het vuur gaat, zal ik niet van U gescheiden worden en ik zal geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij." Gij draagt mijn smarten en Gij lijdt voor mij, Gij, de Eerste, Gij gaat door de smalle doorgang van de Passie, om een brede toegang te bieden aan de leden die U volgen.

H. Bernardus [1090-1153], Sermoen 1 over de Vasten

Overwegen

De 40 dagen van de vasten leiden ons in de 40 dagen van Jezus' retraite in de woestijn, bij het begin van zijn openbaar leven. Onze vasten is vooreerst de Zijne, niet een simpe­le navolging, maar die vasten, die Hij in ons beleeft bij de genade van ons doopsel. Zo is ons gebed ook het Zijne, en ons broederlijk delen evenzo. Deze drie traditionele componenten van de vasten zijn een driedubbele vereniging met Christus, vermits christen zijn betekent lid zijn van het lichaam waar­van Hij het hoofd is.

Verenigd zijn met Christus doet ons gaan waar Hij gegaan is, of beter waar wij Hem door­heen gestuurd hebben. Als Hij de bekoring heeft gekend, de Passie geleden, is het omdat zijn trouw aan de zondaars, die wij zijn, langs daar moest gaan. Maar door het feit zelf, veranderen onze beproevingen van betekenis. Het zijn niet langer de simpele gevolgen van de zonde, maar de plaats van vereniging met Christus, waar wij zijn leven ontvangen.

Beslissen

Op deze zondag neem ik mijn missaal, en lees de uitleg over deze liturgische tijd. Heb ik geen missaal ? Dan bezorg ik mij er een vanaf morgen en voor vandaag kijk ik op internet. Er zijn zeer goed gemaakte sites over de christelijke vasten ! Heb ik geen internet ? Dan bid ik de rozenkrans!

Maandag 14 maart 2011:  Waartoe bidden?

God weet wat wij nodig hebben, vooraleer wij het vragen. Waarom dan verplicht Hij ons het Hem te vragen ? Laten we begrijpen dat onze God en Heer niet wil dat we Hem onze wil willen leren kennen, vermits Hij die kent, maar Hij wil dat ons verlangen wordt bewogen door onze godsvrucht, zodat wij kunnen ontvangen wat Hij ons graag wil geven. Want wat Hij ons wil geven is zeer groot, terwijl onze capaciteit zeer klein is, en ons hart benepen. Daarom werd ons gezegd : "Zet uw hart wijd open! Doe niet zoals de heidenen !" Het komt erop aan meer te kunnen ontvangen, door met meer vertrouwen te vragen, sterker te hopen, en vuriger te verlangen.

Het is dus door het voortdurend verlangen van ons geloof, onze hoop en onze liefde dat wij zonder ophouden bidden. Maar op bepaalde ogenblikken richten wij ook tot God onze vragen in woorden, opdat die uitdrukkelijke gebeden uitnodigingen zouden zijn voor onszelf, zodat wij weten waar wij staan met onze verlangens, om ons aan te zetten om nog meer te verlangen. Ja, een vuriger verlangen heeft meer resultaat. Daarom dit woord van de Apostel : "Bid zonder ophouden" [1 Tes. 5,17], wat betekent: "Verlang zonder ophouden naar het zalige leven, wat niets anders is dan het eeuwige leven met Hem, die alleen de macht heeft het te geven.

H. Augustinus [354-430], Brief aan Proba

Overwegen

Laten wij, bij dit begin van de vasten, grote momenten van gebed vastleggen in onze dagen. Het leven van gebed is één met ons christelijk leven. Het geloof, de hoop en de liefde, dit is : Denken, weten en willen als christen, komen samen in één enkel verlangen naar God, dat zijn eenheid schenkt aan ons heel leven.

Het gebed is impliciet in dit verlangen. Het wordt expliciet in de momenten, waarin we trachten er ons beter bewust van de worden en onze godvruchtige praktijken [stil gebed, rozenkrans, een ogenblik bidden in de kerk...] zijn er voor deze bewustwording.

Dit verlangen, het is God zelf die het in ons opwekt, het is bovennatuurlijk. Maar het hangt van ons af om het vrij te maken in ons. Het is even waar te zeggen dat God alles doet in een christelijk leven, als zeggen dat Hij niets doet zonder ons. Hij moet God zijn, wij mensen. Er is enkel liefde in de wederkerigheid en de verantwoordelijkheid.

Beslissen

Ik bekijk zonder vergoelijken mijn gebedsleven. Hoeveel tijd heb ik er dagelijks aan besteed sedert zes maanden? Met welke regelmaat ? Kan ik zeggen dat ik altijd bewust ben van Gods aanwezigheid, of van mijn aanwezigheid bij Hem ?

Dinsdag 15 maart 2011: Waartoe dient het vasten?

De vasten is een uitstekende pedagoog. Vooreerst heeft hij weinig tijd nodig om al wie vast ervan te overtuigen dat de mens maar weinig voedsel en drank nodig heeft, en dat wij in 't algemeen slokoppen zijn, die meer eten en drinken dan nodig. Meer dan onze natuur vereist.

Vervolgens ontdekt of onthult de vasten al de ziekten van de ziel, al haar zwakheden, gebreken, zonden en passies. Juist zoals een slijkpoel. Van zodra men die begint op te ruimen, laat hij de slangen zien, en het vuil dat hij bevatte. Dan toont hij ons de noodzaak om terug te keren tot God, uit heel ons hart, om zijn barmhartigheid te zoeken, zijn hulp en zijn heil.

Tenslotte onthult de vasten elk slimmigheidje, elke list en sluwheid van de lichaamloze geesten, waaraan wij onderworpen waren, zonder ons ervan rekenschap te geven. Nu wij verlicht zijn door het licht van Gods genade, wordt hun list duidelijk, en daarom vervolgen zij ons nu kwaadaardig, uit wraak omdat wij hun wegen hebben verlaten.

Jan van Cronstadt [1829-1908], Mijn leven in Christus, Oosterse Spiritualiteit, Nr 27

Overwegen

Vasten heeft slechts zin binnen de christelijke opvatting over het evenwicht. Onze moderne maatschappij is structureel onevenwichtig, daar zij consumeren tot een goed-in-zich heeft gemaakt. "Wij eten en drinken meer dan nodig", en wij verliezen er ons onze vrijheid bij. De vasten moet ons toelaten om dit eerste onevenwicht te herstellen.

Dan zien wij dat die overmatige consumptie een vlucht is in het genot om ons gebrek aan geluk niet te zien, d.i. "al de ziekten van de ziel, al haar zwakheden, gebreken, haar zonden en passies". Alleen de liefde maakt gelukkig, en als ze niet zonder genot gaat, zoeken wij toch dat genot niet om het genot. De vasten moet ons toelaten om het genot weer op zijn plaats te zetten.

Deze evenwichten herstellen botst op onvermoede weerstanden. Zolang wij het niet geprobeerd hebben, achten wij onszelf bekwaam om de excessen van tafel of sigaret, of de TV op bestelling enz. tegen te houden. Daar ontdekken wij onze diepe medeplichtigheid met "onlichamelijke geesten" die ons in slavernij hielden zonder dat wij er ook maar aan dachten.

Beslissen

Ik overzie mij dag van gisteren. Wanneer ben ik slachtoffer geweest van die "onlichamelijke geesten", d.i. wanneer heb ik de dingen gedaan "om mijzelf te plezieren" zonder mij af te vragen of God dat wel wilde?

Woensdag 16 maart 2011: Waarom delen?

Het kort begrip van het geloof ligt besloten in deze woorden : "Wij hebben geloofd in Gods liefde voor ons." [1 Joh.4,16] Maar, als wij daaraan geloven, moeten wij Hem navolgen. Dit Hart van Jezus omhelst alle gelovigen. Het is daar dat we allen verenigd zijn om "volmaakt te zijn in de éénheid" (Joh.17,23). Het was het Hart dat sprak, toen Hij zei: "Vader, Ik wil dat mijn leerlingen met Mij zijn waar ook Ik ben" [Joh. 17,24]. Hij sluit daar niemand uit, Hij noemt ze allen zijn kinderen, en wij moeten elkander beminnen "in de innigheid van de liefde van die goddelijke Verlosser." [Fil. 1,8] Laten wij dan het hart hebben van Jezus Christus, een wijd open hart, dat niemand buiten zijn liefde sluit.

Het is uit die wederkerige liefde dat een ketting van liefde gevormd zal worden die zich vanuit Jezus' Hart zal uitbreiden tot in al de andere, om ze te verbinden en onschendbaar te verenigen. Laten wij die niet verbreken, aan geen enkele broe­der weigeren binnen te komen in die heilige eenheid in Jezus Chrisyus' liefde. Er is plaats voor iedereen. Laten wij zonder vrees gebruik maken van de goede dingen, die zij ons verschaft , wij verliezen ze niet door ze aan de anderen te geven, maar wij zullen ze des te zekerder bezitten. Zij vermenigvuldigen zich voor ons met des te meer overvloed als wij verlangen ze edelmoedig te delen met onze broeders.

Laten wij dan beminnen in Jezus' Hart. "God is liefde, en wie volhardt in de liefde, blijft in God, en God blijft in hem." [1 Joh. 4,16]

Jacques-Bénigne Bossuet(1627-1704), Panygeriek van de Apostel Johannes

Overwegen

De christelijke zin van het delen is geestelijk en niet moreel. Het gaat er niet eerst om de goederen van deze wereld beter te verde­len, maar om relaties van liefde te leggen met onze broeders, en dat als eerste gevolg van onze kinderlijke verbintenis met Hem die onze Vader is en ook hun Vader.

Jezus' Hart bevat gans de liefde van de wereld. Het is door ons door Hem te laten beminnen, wat onze bekering tot Hem veronderstelt door gebed en vasten, dat wij op onze beurt liefhebbend worden zoals Hij, of beter in Hem liefhebbend worden. Dan komen wij in een "keten van liefde", die van Hem uitgaat en tot Hem leidt.

Die vasten zal ons helpen om relaties te bouwen van bovenmenselijke broederschap, en niet enkel van natuurlijke solidariteit, met onze naaste. Het zij echter reeds duidelijk dat die afhangen van de samenvatting van ons geloof: Geloven in Gods liefde voor ons.

Beslissen

Ik zoek welke miserie er is op minder dan vijfhonderd meter van mijn woonst, als ik in de stad woon, en vijf kilometer op de buiten, en waaraan ik iets kan verhelpen.

Donderdag 17 maart 2011: Beginnen bij het begin

Maar wat ik u bovenal vraag, is elke dag, voor alles, een kwartier 's morgens en 's avonds om samen met God te zijn, gemeenzaam en hartelijk. Ge zult mij vragen hoe ge zulk een gebed kunt doen. Ik antwoord dat ge dat uitstekend zult doen, als uw hart het doet. Zeg, hoe spreekt men tot de mensen die men liefheeft?Is een kwartiertje zo lang voor een beste vriend? Ziedaar de trouwe vriend die uw afwijzingen niet moe wordt, terwijl al de anderen u negeren, omdat gij met hen geen plezier meer kunt maken. Zeg Hem alles, luister vooral, keer dikwijls in uzelf om Hem daar te vinden.

Het rijk Gods is in u, zegt Jezus. Men moet het niet ver gaan zoeken, vermits Hij zo dicht bij ons is als wijzelf. Hij schikt zich in alles, Hij verlangt alleen uw hart, Hij wil geen "complimenten" van u, noch moeizaam bestudeerde betuigin­gen. Indien uw verbeelding wegdrijft, keer dan zachtjes terug naar Gods aanwezigheid, geneer u niet, maak van het gebed geen geestelijke inspanning, bekijk God niet als een meester die men slechts met gemaakte plechtigheid en schroom benadert. Uw gebed zal slechts volmaakt zijn, wanneer gij meer op uw gemak zijt met de echte Hartsvriend, meer dan met alle andere onvolmaakte vrienden op aarde.

Fénélon (1651-1715), Brieven over de Religie

Overwegen

Elke dag voor alles een kwartier nemen 's morgens en 's avonds. " Vriend-lezer, eerlijk : Als dat nog teveel is... !

Men is beschaamd om het te zeggen! Een half uur voor Hem die ons de eeuwigheid schenkt! En nochtans, de eerste stap in het gebed is de voornaamste : Het verloop van onze bezigheden stilleg­gen om ons tot Hem te keren, de verstrooiende loop van onze geest omkeren om in te keren, om Hem te onthalen. Ziedaar de eerste en fundamentele bekering van een leven dat begrepen heeft waar de bron van het Leven is.

Zeg en doe daarna wat gij wilt in het gebed. Het volstaat dat het gebed is, om goed te zijn. "Christus schikt zich in alles". Wij zijn het, die Hij bemint, niet ons gebed, dat slechts dient om Hem de deur te openen.

Beslissen

Wij zullen andere gelegenheden hebben tijdens deze Vasten om te spreken over de tijd, die elke dag aan gebed moet voorbehouden worden. Maar nu reeds : Laten wij het niet aan de spontaneïteit overlaten om ons gebed te organiseren. Vandaag nog bepalen wij op welk ogenblik wij er tijdens deze vasten aan zullen trouw zijn.

Vrijdag 18 maart 2011: Gebruiken of misbruiken?

Daar de eerste oorzaak van zonde de ongepaste aantrekking was voor voedsel, een van Gods gaven, wat zou er dan heilzamer zijn voor onze herwonnen vrijheid, dan zich te onthouden van zaken, die toegestaan zijn, als zij zich niet kon inhouden voor verboden zaken? Zeker, "elk schepsel Gods is goed, en geen enkel voedsel is te verbieden, als men het neemt met dankgebed" (Tim 4,4), maar wij zijn niet geschapen om, met schaamteloze en schandelijke hebzucht, al de rijkdommen van de wereld te begeren, alsof, wat toegelaten is te nemen, ook niet zou toegelaten zijn te laten.

God zij geloofd, die de mensen zoveel zaken en geschenken heeft gegeven tot hun gebruik. Maar de redelijke ziel moet weten dat er grotere genoegens zijn voor de geest dan voor het vlees. En als zij de H. Geest haar hoort zeggen : "Loop niet achter uw begeerten aan en houd u ver van uw lusten" [Sir. 18,30], dat zij dan de noodzaak moge verstaan om de deugd van matigheid aan te kweken door te weer­staan aan al wat de lichamelijke zinnen vleit. Door matigheid groeit de wijsheid van de innerlijke mens, terwijl de lusten van de uitwendige mens verminderen. Want als het vlees, dat tegen de geest begeert [Gal. 5,17], beheerst wordt door het geestelijk verlangen, dan komt de mens tot vrije gezondheid en heilige vrijheid, zo dat het vlees beheerd wordt door het oordeel van de geest, en de geest door de hulp Gods.

H. Leo de Grote [+461], 4e sermoen o. d. Vasten v. Pinksteren

Overwegen

De vasten stelt de wezenlijke goedheid van de schepping niet in vraag. De eerste bladzijde van de Bijbel zegt dat "God zag dat het goed was". Wat God ons echter ter beschikking heeft gesteld, hebben wij misbruikt: Dat is de zonde, en eens die zonde bedreven, voelen wij het gewicht van het dier in ons, dat ons aanzet om altijd meer te verbruiken.

Het drama is, dat waar het dier zijn evenwicht vindt door het instinct, de mens anders functioneert. In zijn geval leidt vrij toegeven aan zijn instinct tot zijn vernieling, zoals het voorbeeld van de dronkaard het toont. Het menselijk handelen veronderstelt dat " het vlees beheerd wordt door het oordeel van de geest, en de geest door Gods hulp".

De christelijke praktijk van de vasten gaat uit van deze geestelijke visie, anders zou ze niets meer zijn dan een hygiënische oefening.

Beslissen

Ik ga planmatig de uitvoering van mijn voornemen na, zoals voorzien vorige vrijdag, en desnoods besluit ik tot een preciezere inspanning om trouw te zijn aan mijn voornemen.

Zaterdag 19 maart 2011: God lijdt in deze wereld

God lijdt, en lijdt honger in deze wereld in al de armen. Hijzelf heeft gezegd : "Telkens als gij iets gedaan hebt aan een van deze, mijne kleinen, hebt gij het aan mij gedaan." (Mt. 25, 40)  Bijgevolg, God, die in de Hemel zich verwaardigd te geven, wil op aarde krij­gen. Wie zouden wij zijn, indien wij wel wilden krijgen wat God ons geeft, maar niet willen geven waar Hij vraagt ?

Ja, waar een arme honger lijdt, is Christus in nood, zoals Hijzelf gezegd heeft : "Ik had honger, en gij hebt mij niet te eten gegeven." Veracht dan de miserie van de arme niet, wilt gij zeker zijn van de hoop op vergiffenis voor uw zonden. Christus lijdt nu honger, broeders, Hij wil zelf honger lij­den en dorst, in al de armen, en wat Hij krijgt op aarde, geeft Hij terug in de hemel.

Ik vraag het u, broeders, wat wilt, wat zoekt gij wanneer gij naar de kerk komt? Is het geen barmhartigheid ? Geef dus aardse barmhartigheid, en ge zult de hemelse krijgen ! De arme vraagt ze aan u, en gij vraagt ze aan God, de arme vraagt een stuk brood, gij vraagt het eeuwig leven. Geef aan de bedelaar wat gij wilt verdienen te ontvangen van de Heer. Hoor hoe Hijzelf zegt : "Geef, en u zal gegeven worden." (Lc. 6,38) Ik weet niet met welke onbeschaamdheid gij zoudt willen krijgen wat gij weigert te geven! En zo, als ge naar de kerk komt, breng aalmoezen mee voor de armen, om het even wat, volgens uw vermogen.

H. Césaire v. Arles [470-543], Sermoen 25,1

Overwegen

Jezus heeft zich vereenzelvigd met de arme. De arme is niet zoals Christus, hij is Christus. Men kan absoluut geen christen zijn zonder naar de armen toe te gaan.

Ons hart heeft slechts één deur. Als ze gesloten is voor de arme, is zij het voor Christus. En het is door die enige deur dat de liefde uit- en ingaat, de liefde die men geeft en die men ontvangt. Het een gaat nooit zonder het andere.

"Als gij naar de kerk komt...": laten wij het delen beleven als een deel van ons gebed, van onze relatie tot Christus, en niet volgens een beminnelijke "leken"-weldadigheid.

BeslissenOnder de miseries die ik verleden donderdag heb opgespoord, zoek ik er een uit, die ik wil verhelpen in deze vasten : Het kan materiële hulp zijn, het kan gegeven tijd zijn, hernieuwde relaties... in elk geval kies ik een vorm van hulp die zich niet beperkt tot één gelegenheid, maar die al deze vastenweken meegaat.

Eenmaal dat beslist, vul ik dat aan bij het blad dat ik heb aangelegd op 20 februari.

Zondag 20 maart 2011: Tweede zondag van de Vasten: Jezus, ons Licht

Christus nam alleen Petrus, Johannes en Jakobus mee naar de hoge Thaborberg, en "Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd". (Mt. 17, 1-2) In andere woorden: Terwijl ze naar Hem keken. Wat betekent "van gedaante veranderd", vraagt Chrysostomus, de grote theoloog. Dat betekent dat Hij hen iets van zijn godheid openbaarde, volgens zijn goeddunken, en dat Hij aan zijn leerlingen God liet zien, die in Hem verbleef.

En terwijl Hij bad, zegt Lucas, "Zie, Hij veranderde helemaal van uitzicht" [Lc.9,29], terwijl Mattheus schrijft: "Hij werd schitterend als de zon" [Mt. 17,2]. Hij zegt: "als de zon", niet opdat wij dat licht zouden opvatten als het waarneembare licht, maar opdat wij dit zouden begrijpen : Wat de zon is voor hen die leven en waarnemen volgens de zintuigen, is Christus als God, voor hen die leven en waarnemen volgens de geest.

Het is terwijl Hij bad, dat Hij zo schitterde en dit myste­rieuze licht openbaarde aan de uitverkoren leerlingen en aan de oude profeten. Hij toont ons zo dat het gebed dit gelukzalige visioen voortbrengt, en leert ons dat wij moeten gelijk­vormig zijn aan God door de deugd, en met Hem verenigd in de geest, om er te kunnen van genieten. Het visioen wordt gegeven en is zichtbaar voor allen die, door de toeleg op de goede werken en het oprechte gebed, zich voortdurend naar God bewegen.

H. Gregorius Palamas (1296-1359), Homilie 34

Overwegen

De Gedaanteverandering van Jezus is een voorafspiegeling van zijn verschijning in de glorie van zijn Verrijzenis, en laat de apostelen voor één moment de ervaring meemaken, die zij met Pasen zullen beleven.

Deze perceptie van Jezus in zijn goddelijke identiteit veronderstelt effectief de goddelijke verlichting, de genade, zelfs indien de ervaring, die zij meebrengt niet noodzakelijk de intensiteit heeft, die de getuigen van de Gedaanteverandering hier ondervinden. Ons geloof is nochtans de vrucht van dezelfde genade, en het laat ons toe met zekerheid en kracht vooruit te gaan in het christelijk leven.

Maar het geloof beperkt zich niet tot een theoretische kennis van Christus : "Men moet aan God gelijkvormig worden, en één met Hem", opdat zijn licht zou schitteren in ons verstand en in ons hart. Heel de pedagogie van de vasten is daar om ons geloof te versterken, door ons nog meer naar dit licht te keren.

Beslissen

Op deze dag, waar God zijn apostelen roept om zich met Hem terug te trekken op de berg, neem ik een tijd van stil gebed, waarbij ik het evangelie van de Gedaanteverandering zal over­wegen.

Maandag 21 maart 2011: Ik verveel mij met bidden

De H. Franciscus van Sales zei dat, indien wij in ons gebed niets anders deden dan de verstrooidheid en de bekoringen te verdrijven, dit gebed goed gedaan zou zijn. Tauler zegt zelfs dat wie volhardt in het gebed, spijt de dorheid, God hem meer genade schenkt dan wie veel bidt met veel gevoelige devotie. Pater Rodriguez spreekt over iemand, die, in 40 jaar oratie, nooit enige troost heeft gevonden, maar op de dagen dat hij ze deed, voelde hij zich vol kracht om de deugden te beleven, terwijl, wanneer hij het gebed naliet, hij zulke zwakheid voelde dat hij niets goeds kon doen. De H. Bonaventura en Gerson zeggen dat velen God beter dienen zonder de ingetogenheid die zij verlangen, dan wanneer zij die hadden. Dan leven zij waar­lijk met meer toeleg en nederigheid, terwijl zij anders in ijdelheid konden verzeilen, en lauw worden bij het denken dat zij reeds bereikt hadden wat zij zochten. [vervolg donderdag]

H. Alfons van Liguori [1698-1787], Over de Gelijkvormigheid aan Gods wil

Overwegen

Wij keren steeds terug naar de grondtekst van de H. Augustinus van verleden maandag : Het gebed is er niet om God te veranderen, maar om onszelf te veranderen. Hoe meer het "weerstand biedt" in ons, des te meer dwingt het ons om uit onszelf te treden, hoe minder het sentiment bevat, des te meer het ons geloof verdiept.

Het gaat er niet om moeilijkheden te zoeken, of dorheid in het gebed. Wat van ons afhangt is de trouw. De rest is Gods zaak zelf. En twijfel er niet aan : Hoe minder de zaken van ons afhangen, hoe meer ze van God afhangen, in het gebed zoals overal. En hoe meer zij van God afhangen, hoe meer zij ons naar God voeren, indien wij ze nemen zoals Hij ze ons geeft.

De ondervinding leert dat de getrouwheid in het gebed gepaard gaat met een algemene vooruitgang in de trouw aan heel ons christelijk leven. Het is wel het bewijs dat onze vermogen om God te ontvangen vermeerdert, zoals de H. Augustinus het ons zegt.

Beslissen

Waar sta ik, met mijn besluit van verleden donderdag ? Nu ik de momenten van gebed in mijn dag heb vastgelegd, mis ik misschien een plaats. De beste plaats is waar ik het minst gestoord word, thuis of elders, waar het meest stilte is, en zo mogelijk een aantrekkelijk kader : Voor een kruisbeeld, een icoon van de H. Maagd, of een beeld dat ik graag heb...

Dinsdag 22 maart 2011: Van Vasten naar Delen

De vasten lijdt honger en dorst, als men hem geen liefde te eten en geen barmhartigheid te drinken geeft. De vasten lijdt en bezwijmt, indien hij zich niet kleedt met aalmoezen, zich niet bedekt met het kleed van het medelijden. Wat de lente is voor de aarde, is barmhartigheid, zo weten wij, voor de vasten. zoals de lentebries de veldplanten laat bloeien, zo doet de barmhartigheid alles voortbrengen wat gezaaid werd door de vasten, en maakt het heel zijn kracht vruchtbaar in een hemelse oogst.

Wat de olie is voor de lamp, is de liefde voor de vasten. Het licht van de lamp voedt zich met het vet van de olie, en hoewel het weinig verbruikt, volstaat het om vrolijk heel de nacht te verlichten. Zo doet de liefde de vasten schitter­en en doet ze volop het licht stralen van de matigheid. Wat de zon is voor de dag, weet dat de aalmoes dat is voor de vasten. Zoals de schittering van de zon klaarte geeft aan de dag en al de duisternis van de nacht verdrijft, zo geeft de aalmoes zijn heiligheid aan de vasten, en verdrijft door het licht van de naastenliefde de nacht van de begeerlijke winzucht. Kortom, wat de ziel is voor het lichaam, is de edelmoedigheid voor de vasten.

De vasten is sterk, hij overwint en triomfeert wanneer hij strijdt onder de bevelen van het medelijden. Barmhartigheid en liefde zijn de vleugels waarmee de vasten opvliegt en ten hemel verheven wordt, en zonder dewelke hij op de aarde blijft en zich zwaar voortsleept.

H. Petrus Chrysologos (380-450), Sermoen 8

Overwegen

Een veel voorkomende neiging is het om de vasten te bekijken op het morele plan [men moet toch de tucht aanleren!] terwijl de christen hem beleeft op het geestelijke plan : De vasten heeft slechts waarde omdat hij de vasten is van Christus, en dus slechts te zien heeft met zijn liefde.

Zeker, de vasten herstelt ons in het natuurlijk evenwicht (zie 23.2), maar het evenwicht van de mens is bovennatuurlijk [zie 26/2]. De mens vindt evenwicht in de liefde, waarvan de uitdrukking concreet uitloopt op delen en aalmoezen geven.

Moet men veel of weinig eten ? Gij zult het evenwicht vinden als gij eet wat moet opdat God boven alles geliefd zou zijn, en uw broeders zoals gij zelf. Op die weg veronderstelt een overdaad rechttrekken [en niet alleen in voeding] dat gij u wettige dingen ontzegt. In het perspectief van de naastenliefde, is de herwonnen vrijheid echter altijd de vrijheid om te beminnen.

Beslissen

Ik maak een kleine boekhoudkundige balans op van wat mijn "excessen" mij kosten : Uitgaven voor voeding, enkel om mezelf te plezieren, uitgaven voor verzet, lectuur, tabak, snoep, 'n mooie wagen... En ik evalueer wat ik zou kunnen investeren in medelijden en delen, terwijl ik een evenwichtiger leven leid.

Woensdag 23 maart 2011: Elk mens in beminnelijk

"Wie Mij bemint, zegt de Heer, zal mijn geboden onderhouden. Nu is mijn gebod dat gij elkaar bemint." Wie dus zijn naaste niet bemint, onderhoudt het gebod niet, en kan dus de Meester niet liefhebben.

Gelukkig de mens, die alle mensen gelijk kan beminnen!

Wie God bemint, heeft ook zijn naaste lief, zonder reserve. Hij is niet in staat om zijn rijkdommen te behouden, hij schenkt ze zoals God schenkt, en geeft aan elk wat hij nodig heeft.

Hij, die, waar hij aalmoezen geeft, God wil nadoen, maakt geen onderscheid tussen goeden en slechten, eerlijke of oneerlijke mensen, van zodra zij maar in nood zijn. Hij geeft gelijk aan allen, volgens hun noden en in zijn goedheid beklaagt hij de zondaar, maar verkiest de goeden boven de slechten, om hun goede wil.

God, van nature goed en zonder passie, bemint alle mensen gelijk, het werk van zijn handen, maar Hij roemt de rechtvaardige, omdat Hij met hem intiem verenigd is door de wil, en in zijn goedheid heeft Hij medelijden met de zondaar, en beleert hem in dit leven om hem te bekeren. Zo bemint de goede mens, zonder passie, door zijn wil evengoed alle mensen, de goeden om hun natuur en hun goede wil, en de slechten om hun natuur en omwille van dit medelijdende erbarmen, zoals voor een dwaas, die vertrekt in de nacht.

H. Maximus de Belijder (580-662), Centuries sur la Charité, 1, 16-25

Overwegen

De wijsheid van de oude monniken in de woestijn, van wie Maximus erft, bekijkt ieder mens met een religieuze blik, en plaatst onmiddellijk de sociale actie op het plan van de vereniging met God : "Wie het gebod niet onderhoudt, kan de Meester niet liefhebben."

Vooraleer hij goed of slecht is, is de mens een mens, en als zodanig is hij, voor de gelovige, Christus. Zeker, men helpt de goeden en de slechten niet op dezelfde manier, maar beiden moeten het voorwerp zijn van onvoorwaardelijke liefde, want de mens is "goed van nature". Dat is de sleutel van de christelijke sociale bekommernis.

Ja, zelfs de slechten zijn beminnelijk, en voor wat ons aangaat, laten wij voor hen meer medelijden hebben dan haat, waarom hem slechter behandelen dan een dwaas?

Beslissen

Ben ik soms niet racistisch? Een macho? Feministisch? Een integrist? Progressief? Groet ik even aandachtig mijn buur uit de mooie wijken en die arbeider-immigrant? Maak ik geen grapjes over zijn onhandigheid? Sta ik welwillend tegenover de andere gelovigen van mijn parochie? Anders is er vandaag werk aan de winkel, om de situatie recht te zetten!

Donderdag 24 maart 2011: De Bekoringen belagen mij ...

[vervolg van maandag 1 maart]

Wat men zegt over de dorheid, geldt ook voor de bekoringen. Wij moeten zo handelen, dat wij die vermijden, maar indien God wil of toelaat dat wij bekoord worden, het zij tegen het geloof, of de zuiverheid, of eender welke deugd, dan moeten wij niet klagen, maar ook daarin ons onderwerpen aan de goddelijke wil. Tot de H. Paulus, die bad om bevrijd te worden van de bekoringen tegen de zuiverheid, antwoordde de Heer: "Mijn genade is u genoeg!"

Hetzelfde voor ons! Als wij zien dat God ons niet verhoort als wij bidden om ons te verlossen van een of andere pijnlijke bekoring, moeten wij Hem zeggen : "Heer, 't Is aan U om te zien, laat toe wat U belieft, uw genade is mij genoeg, help mij alleen om die nooit te verliezen !" Niet de bekoring, maar het toegeven er aan, doet de goddelijke genade verliezen. Als wij ze terug­drijven, houden de bekoringen ons in een grotere nederigheid. Zij bezorgen ons meer verdiensten en doen ons vaker beroep doen op God. Zo weerhouden zij ons ervan Hem te beledigen, en zij verenigen ons meer met zijn heilige liefde.

H. Alfons van Liguori (1696-1787) Over de gelijkvormigheid aan Gods Wil

Overwegen

Wij hebben besloten om een echte vasten te houden, wij leggen ons trouw toe op het gebed... En, in de plaats van de heiligheid die wij verhoopten, overkomen ons een massa bekoringen, vooral tijdens het gebed!

Dat fenomeen is zeer klassiek! Vooreerst zal de bekoorder ons niet laten ontsnappen zonder iets te doen! En dan, het is wanneer het licht verschijnt dat men klaar ziet: De hel is bevolkt met onbewuste zielen. Wees dus blij : het is het Licht dat verschijnt!

De bekoring is niet de zonde, maar weerstand tegen de zonde. Herinneren we ons de eerste zondag van de Vasten : Het is Jezus, die in ons de strijd van de Vasten voert. "Als wij lui zijn om met Hem samen te werken aan ons heil, waarin zullen we dan achteraf kunnen beweren met Hem verbonden te zijn?"

Beslissen

Men vecht het best tegen de bekoringen door er niet op te letten, dit is : Zich meer om Jezus te bekommeren dan om de bekoorder. Concreet : Ik hecht me aan een strikte trouw aan mijn gebedsvoornemens, zonder ongerustheid over mijn innerlijke turbulenties!

Vrijdag 25 maart 2011: Kleine en grote offers

Er zijn er, die kruisen vragen, en het lijkt hun, alsof de Heer er hun nooit genoeg zal geven om hun vurigheid te voldoen. Ik vraag er geen enkel. Ik verlang alleen mij gereed te houden om die te dragen die zijn goedheid mij zal zenden, zo geduldig en nederig als ik kan.

Liever droeg ik een klein strooien kruis, dat men mij op de schouders legde zonder mijn keuze, dan er een te gaan kappen in het bos met veel werk, en het achteraf met grote moeite te dragen. Ik zou denken, naar waarheid, aangenamer te zijn aan God met dat strooien kruis, dan met datgene wat ik mij zou gemaakt hebben met veel moeite en zweet, omdat ik dat met meer voldoening voor mijn eigenliefde zou dragen.

Die eigenliefde die van zulke uitvindsels houdt, laat zich veel te weinig leiden en besturen, in eenvoud en dat is wat ik u het meest toewens.

Heel eenvoudig doen wat men ons opdraagt, of vanwege de regels of constituties, of door de oversten, en ons voor de rest rustig houden, zo dicht bij God als wij maar kunnen.

H. Franciscus van Sales [1567-1622], Echt geestelijk Onderhoud

Overwegen

Het is gemakkelijker om vrijwillig te vasten, dan om geen eten te hebben. Zonder iets af te doen van wat de heiligen onssedert het begin van de vastentijd zeggen over de vasten, laten we niet vergeten dat het doel van de vasten een volmaakte soepelheid is in de handen van God. En in dat opzicht zijn de verstervingen, ontberingen en andere offers, die ons opgelegd worden werkzamer dan degene die wij kiezen.

Na deze eerste vastendagen zijn wij misschien fier op onze prestaties... Op het einde van de vasten zullen wij zien of het gaat om prestaties volgens Gods hart. De echte heiligheid is niet deze, die men zelf maakt, maar die Hij ons geeft.

Dus, wij doen ons best, wij ontzeggen ons de dingen om ons natuurlijk en bovennatuurlijk evenwicht te herstellen, maar onze grootste inspanning gaat naar het aanvaarden van de duizend beproevingen, die de Heer ons dagelijks op onze weg brengt, en die iets zijn van zijn groot Kruis.

Beslissen

Ik spoor enkele beproevingen op, die mij vandaag zullen over­komen, en in de plaats van ze te keer te gaan, zal ik ze met vreugde beleven, vermits het gaat om Jezus, die mij uitnodigt om zijn Kruis te dragen. En ik vergeet niet na te gaan hoe het staat met mijn voornemens van 19 en 26 februari.

Zaterdag 26 maart 2011: Wanneer men niets te geven heeft ...

Er is in deze communiteit een zuster, die het talent heeft om mij in alles te mishagen : Haar manieren, haar spraak, haar karakter schenen mij zeer onaangenaam. Het was nochtans een heilige non, die aan de goede God zeer aangenaam moet zijn. Zo wilde ik niet toegeven aan de natuurlijke afkeer voor haar en ik zei tot mezelf dat de liefde niet moest bestaan in gevoelens, maar in de werken. Ik heb er mij dan erop toegelegd om voor die zuster alles te doen wat ik zou doen voor wie ik het meest bemin. Ieder keer dat ik haar zag, bad ik de Heer voor haar, en bood Hem al haar deugden en verdiensten aan.

Ik voelde wel dat dit Jezus beviel, want er is geen enkele kunstenaar, die er niet van houdt geprezen te worden voor zijn werk. En Jezus, de Kunstenaar van de zielen, is gelukkig wanneer men niet bij het uiterlijk blijft staan, maar doordringt tot het intieme hei­ligdom dat Hij zich verkoren heeft om er te verblijven, en er de schoonheid van bewondert. Ik was niet alleen tevreden met veel te bidden voor haar, die mij zoveel strijd gaf, ik trachtte haar alle mogelijke dienst te bewijzen en als ik bekoord werd om haar onaangenaam te antwoorden, vergenoegde ik mij om haar mijn mooiste glimlach te geven en ik trachtte het gesprek te keren, want er staat in de Navolging dat men beter elk in zijn gevoel laat, dan te blijven tegenspreken.

H. Theresia van het Kind Jezus (1873-1897), Geschiedenis van een Ziel

Overwegen

Over 't algemeen verkiezen wij een check uit te schrijven om ons te ontdoen van een vervelend mens, eerder dan hem te verdragen. En wij denken dat wij edelmoedig zijn geweest, waar wij alleen een egoïst waren, een rijke egoïst?

Liefhebben, dat is niet doen, het is aanvaarden wat men ons aandoet, het is een relatie aanvaarden. Het is niet investeren, maar geven, tijd, aandacht... kortweg: zich geven.

Wanneer iemand ons dan verveelt, blijven wij niet bij het minimum, een vastenglimlachje, maar "mijn liefste glimlach". Die aalmoes is veel andere waard!

Beslissen

Ik zoek iemand voor wie ik weinig sympathie heb, en tracht om discreet er vandaag toch bijzonder vriendelijk tegen te zijn.

Zondag 27 maart 2011: Derde zondag van de Vasten: Waarom is er zoveel miserie in de wereld?

Indien God ieder mens van alle miserie kan bevrijden, waarom doet Hij het niet, Hij is toch "de Vader van de barmhartig­heid" ? (2 Kor. 1,3) Vanwaar in de wereld al die vele miseries, onder het bewind van de "Vader der barmhartigheid" ? God kan ongetwijfeld alle miserie wegnemen, maar dan volgens het plan van zijn wijsheid. Nu beschouwt de goddelijke wijsheid het als een daad van barmhartigheid om deze of die ellende niet weg te nemen, om de weg te bereiden voor groter barmhartigheid.

De Apostel vroeg tot driemaal toe om hem de doorn in het vlees weg te nemen en hij werd niet verhoord, omdat de deugd zich volmaakt in de zwakheid [2 Kor.12,9]. God liet Lazarus de miserie van zijn armoede en zijn zweren, om hem met meer barmhartigheid door de engelen te laten dragen in de schoot van Abraham.

[Lc. 16,19]

In onze ballingschap zijn daarom de twee stellingen te gelijkertijd waar : De aarde is vol miserie, want de zonden zijn grote miseries, en de aarde is vol barmhartigheid, want de bekering van de zondaars, en de andere weldaden van God, zowel geestelijke als tijdelijke, zijn de oneindige barmhartigheden van God, onze Schepper.

H. Robertus Bellarmino [1542-1621], De Opgang van de Ziel naar God, 14e graad, 1

Overwegen

Het kwaad zal altijd een schandaal zijn, of anders was het geen kwaad meer! En tenslotte : God moet er verantwoordelijk voor zijn. Kan men dan nog spreken van de "goede" God?

Het kwaad is geen "anti-goed", maar een afwezigheid van goed. Daarom is het verbonden met de zonde, waarvan het gevolg is dat het onze blik vervalst. In de grond noemen wij "kwaad" wat ons niet bevalt, zonder ons af te vragen of het probleem niet bij ons ligt, eerder dan in die situaties die ons niet aan­staan.

De eerste bladzijde van de Bijbel leert ons de fundamentele goedheid van wat bestaat. De echte vraag is terug te keren naar deze werkelijkheid, ons te bekeren. God wacht met geduld tot wij onze ogen openen, zoals het evangelie van deze dag ons toont. De vastentijd is daar voor deze bekering.

Beslissen

Liever dan mij vandaag te beklagen over mijn gezondheidsproblemen, familiale problemen of die op het werk, enz... zal ik al het positieve in deze situaties ophalen, en trachten om er Gods uitnodigingen in te vinden om te leven volgens het Evangelie.

Maandag 28 maart 2011: Bidden opent ons de ogen

Gij blijft teveel omzien naar uw zwakheden, die u ontmoedigen en uw vrede verstoren. Wilt gij die vrede terugvinden, wees dan tevreden met de onderzoeken die men u aanraadt, en buiten de tijd die men u heeft aangeduid om over uw zonden na te denken, amuseer u niet met de gedachten aan u zonden, die terugkeren. Geloof mij, gij moet niet zoveel bezig zijn met uw miseries.

De zonde is een basiliscus, die zo giftig is dat hij met één blik doodt, tenzij gij uw tegengif altijd bij de hand hebt, uw goddelijke Jezus. Uw ziel, beeld van God, is gescha­pen om de werken van God zelf uit te voeren, en om Hem na te doen in zijn daden. Welnu, God houdt er niet van de zonde te zien. Daarom bedekt Hij ze, zoals de Schrift zegt, dit wil zeggen dat Hij ze vernietigt en ten gronde richt om ze niet te zien in ons. En juist daarom is Hij mens geworden, en plaatst Hij voor de ogen van zijn Vader een wolk van bloed, opdat Hij onze natuur, verenigd met de godde­lijke ­natuur, zou omhullen en aan Gods ogen het zicht van onze zonden onttrekken, en alleen onze goede gesteldheid laten zien.

Denkt gij in uw ziel een slechte grond te hebben, die even groot is als de goedheid van God, die oneindig is in zijn oorsprong, in zichzelf en in haar gevolgen?

Jean-Jacques Olier [1608-1657], Brief 126

Overwegen

De vooruitgang in het gebed doet de zonde in ons leven meer te voorschijn komen, ten gevolge de wet, die we verleden donderdag hebben vermeld : Het is Gods licht dat onthult wat verborgen is. Moge de basiliscus [fabeldier dat doodt door zijn blik alleen], ons niet ontmoedigen, integendeel : De demonen kunnen zich niet meer verbergen, en komen naar buiten!

En zodra onze demon aan het licht komt, verzwindt hij. De prins der duisternis verdraagt geen licht. Vandaar dat God onze zonden niet méér ziet dan dat de zon de duisternissen ziet : Het volstaat dat Hij er is opdat zij verdwijnen. God ziet ons en bemint ons, niet wat wij doen.

Onze meest fameuze zonde, dat is de lege schaal van de liefde. Laten we dan niet bang zijn van de leegte, God zal ze vullen!

Beslissen


De vasten, tijd van boete, voert ons langzaam, naargelang wij bewust worden van de zonde en haar gevolgen in ons leven, naar het sacrament en de verzoening, dat wij bij het naderen van Pasen zullen krijgen. Het ware betekenisvol om die tijdens de goede week te beleven. Laten wij ons nu reeds informeren over de voorziene vieringen in onze parochie of de religieuze gemeenschap die wij bezoeken, zodat wij die niet haastig en slecht voorbereid ontvangen, maar zo mogelijk tijdens een deugdelijke liturgie.

Dinsdag 29 maart 2011: Waarom zich dingen ontzeggen?

God bemint u, en zegt u : "Vraag wat gij wilt." Wat zult gij Hem vragen? Houd u niet in, laat uw gierigheid Vooruit, geen rem op uw hebzucht! Het is niet eender wie, maar de almachtige God, die u zegt te vragen wat gij wilt. Houdt gij van grondbezit? Vraag heel de aarde, en dat al wie er geboren worden uw slaven zijn en uw boeren. En als gij heel de aarde hebt, vraag dan de zee, zelfs als gij er niet kunt wonen, de vissen kunnen dat beter! Tenzij gij de eilanden hebt! Meer nog! Vraag Hem de hemel. Zelfs al kunt gij niet vliegen, breid uw begeerte uit tot het firmament, zeg dat de zon u toebehoort, de maan, de sterren, vermits Degene die alles gemaakt heeft u zegt : "Vraag maar op. Gij zult nochtans niets kostbaarders vinden, niets beters, dan Hem, die alles gemaakt heeft. Vraag het Hem, vraag Hem Hemzelf, en in Hem en door Hem zult gij alles hebben wat Hij gemaakt heeft. Ja, alles is kostbaar, want alles is mooi, maar wat is schoner dan Hijzelf? Alles is sterk, maar wat is ster­ker dan Hijzelf? En Hij wil niets liever geven dan Zichzelf.

Als gij beters vindt dan Hem, vraag het dan, maar iets anders vragen, ware Hem beledigen en te gelijkertijd uzelf schade berokkenen. Het ware kiezen voor wat Hij allemaal gemaakt heeft, boven Hemzelf, die het alles gemaakt heeft, en die Zichzelf aan u wil geven.

H. Augustinus [354-430], Over ps. 34,12

Overwegen

Een christen houdt zich niet in, hij verkiest: "Indien gij iets beters vindt dan Hem die alles geschapen heeft, vraag het". De geestelijke vooruitgang ligt niet in het verzaken, maar in het overtreffen. Door mens te worden, maakt God het de mens mogelijk om God te worden. Minder willen dan dat, is niet menswaar­dig.

Heel de vastenweg is er om ons verlangen open te rekken, om te laten springen wat de toegang tot onze ziel verspert en God belet er zich in te storten. Een kleine stuw kan een stroom tegenhouden. Dikwijls genoeg worden wij tegengehouden door onbenulligheden in ons groot christelijk avontuur : Mijn klein comfort, mijn zwakke gezondheid, mijn kleine genoegens...

Laten we erkennen : Wat wij ons ontzeggen, onze verstervingen, onze vasten vragen maar weinig heldenmoed. Maar, goed geplaatst aan de voet van de stuwdam, zijn het de springstoffen, die hem kunnen doen springen.

Beslissen

Ik zoek in mijn leven een gehechtheid op, die een dam legt tegen het binnenkomen van de Heer. En zonder uitstel leg ik er een staaf dynamiet tegenaan !

Woensdag 30 maart 2011: Vergeven is ook nog geven

Vader, vergeef het hun!" Wanneer men die bewonderenswaardige woorden hoort, vol tederheid, vol liefde, vol vrede en sereniteit, wie zou dan niet onmiddellijk zijn vijanden harte­lijk omhelzen. Welke liefde, welke tederheid kunt gij nog toevoegen aan dit gebed?

En nochtans deed de Heer nog meer. Niet alleen smeekte Hij, Hij wilde nog verschonen. "Vader, bad Hij, vergeef het hun, zij weten niet wat zij doen." Ongetwijfeld is hun zonde groot, maar hun oordeel is klein. Daarom, Heer, vergeef het hun. Zij kruisigen, maar weten niet wie zij kruisigen, want "Als zij Hem hadden herkend, zouden zij nooit de Koning der glorie gekruisigd hebben". [1 Kor.2,6] Daarom, Vader, vergeef het hun! Zij menen een overtreder van de wet te kruisigen, een schenner van de godheid, een volksverleider. Ik heb hun mijn gezicht ver­borgen, en zij hebben mijn majesteit niet herkend. Daarom, Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen !

En zo, om zichzelf te beminnen zoals het hoort, laat de mens zich dan niet verderven door de genoegens van het vlees en om niet te bezwijken aan de slechte vleselijke verlangens, dat hij al zijn affectie stelle in die zoetheid van het vlees van de Heer. Beter nog: Om voller en zoeter te genieten van de christelijke liefde, dat hij zelfs zijn vijanden omhelze met de armen van de ware liefde.

Aelred de Rievaux [1110-1166], De Spiegel der Liefde, III,5

Overwegen

Waarom vergeven? Omdat Christus vergeven heeft. Zoals de vasten, het gebed, geldt de vergiffenis omdat Jezus die beleefd heeft.

Vergiffenis zonder enige reserve. Laten wij alle mogelijkheden uitzoeken om onze broeders te verschonen vooraleer hen te veroordelen. Jezus heeft zonder voorwaarden gezocht om hen te verschonen, die duidelijk niet te verschonen waren. Was Hij dan naïef? Neen, maar de liefde zoekt alle mogelijke wegen om de verzoening kans te geven. Gelijk hebben is niet belangrijk, wel de hand reiken.

De vergiffenis beleven is geen zaak van goed karakter, maar van vereniging met Christus. Naar Hem moeten wij kijken wanneer men ons beledigt, en dan zullen wij onze vijand zien in de waarheid van Zijn liefde.

Beslissen

Ik moet zeker in mijn omgeving vergiffenis geven en krijgen. Dus spoor ik een geval op, en vandaag reeds zet ik een stap naar verzoening.

Donderdag 31 maart 2011: Zich niet generen!

Laten wij met God omgaan, niet in een gemaakt gesprek, zoals met mensen die men "ceremonieel" ontmoet, maar zoals met een goede vriendin, die u in niets hindert, en die gijzelf ook niet stoort. Men ziet elkaar, praat met elkaar, beluistert mekaar, of men zegt niets, men is tevreden om samen te zijn, zonder iets te zeggen. De twee harten rusten en ontmoeten elkaar het één in het ander. En zij vormen slechts één. Men weegt niet af wat men zegt en men zorgt dat men niets insinueert. Alles wordt gezegd uit eenvoudig gevoel en zonder ordening. Men houdt niets achter, omzeilt niets, noch smukt iets op. Men is even tevreden op de dag dat men niets zegt, als wanneer men veel te vertellen had. Zo is men, maar onvolmaakt, met zijn beste vrienden, met God is men echter op die manier volmaakt : Als men zich niet wikkelt in de subtiliteiten van de eigenliefde. Men moet nooit naar God gaan voor een vluchtig verplicht bezoek, men moet bij Hem blijven in de gemeenzaamheid van de dienstboden, of beter nog, van de kinderen. Wees met Hem zoals juffrouw, uw dochter met u is. Zo zult gij u er niet vervelen. Tracht het met die eenvoud te doen, en gij zult mij erover schrijven.

François de la Mothe Fénélon (1651-1715), Edit. Briand. Brief 181

Overwegen

Geneer u nooit met de goede God, dat is het geheim van het gebed. Hij weet toch alles, ziet alles, raadt alles. Waarom zich dan verbergen?

Keren wij terug naar de tekst van de H. Augustinus op maandag 22 februari. Het gebed is er om bewust te worden van deze liefhebbende aanwezigheid van God, niet om die te bewerken. God is ons altijd voor in de liefde, wij beminnen Hem slechts omdat Hij ons het eerst bemint.

Er bestaat geen geslaagd of mislukt gebed. Er is enkel de liefde van twee personen, die mekaar volledig vertrouwen, in de totale wil om slechts voor elkaar te leven. "Betracht het met die eenvoud te doen, en gij zult u beloven."

Beslissen

Vooral in het begin moeten wij ons gebed organiseren, en sinds het begin van de vasten drukken wij er op trouw te zijn aan de precieze momenten van het gebed. Het is tot die prijs dat wij een echte vrijheid verwerven tegenover onszelf, onze "goestin­kjes", enz. Maar dat zonder krampachtigheid of onrust. Wij zijn daar uit liefde, niet uit dwang, zelfs niet uit plicht. Of, ten minste, onze enige verplichting en onze enige plicht zijn deze van de liefde en haar trouw. Het is op die trouw dat wij ons vandaag zullen toeleggen.

Vervolg: zie deel 2