|
Download PDF
Het wonder van Hasselt, België [1317] Op 25 juli 1317 werd de Lummense kapelaan bij een stervende geroepen in een hoeve in het gehucht ‘Den Dickel’ in Viversel, om hem de laatste sacramenten toe te dienen. Hij droeg een hostie met zich mee. Daar aangekomen plaatste hij de pixis (hostiedoos) op een tafeltje en ging in de kamer van de zieke de biecht afnemen. Bij zijn terugkeer zag hij, bij het openen van het deksel van de pixis, dat er bloed vloeide uit de hostie en over het blanke linnen. De kapelaan besloot eerst om de zieke een ongeschonden hostie te brengen en daarna de ‘bloedende hostie’ mee te nemen en na te denken over de betekenis ervan.
Of hij de hostie met zich meenam naar de kapel van Viversel, waarvan sinds 1300 sprake, of naar de kerk van Lummen, de parochie waarvan Viversel sinds de 14de eeuw afhankelijk was, staat nergens beschreven. De teksten in de kerk van de Herkenrodeabdij en de herwerking van Mathias Pauli vermelden dit: "Daer na is hy ghereyst tot den oppersten pastoor van het dorp van Viversel / die elders woonden / om te weten wat hy met de H.Hostie soude doen / den welcken hem sondt tot eenen devoten ende gheleerden priester ghenoemt Heer Simon / die op dien tijde biechtvader was in de vermaerde Abdije van Herckenrode." In ieder geval ging de kapelaan na 5 dagen naar Herkenrode, op 1 augustus 1317. De kans is groot dat hij om raad ging vragen bij de geleerde monnik Simon Van Aulne, die op dat moment in de abdij van Herkenrode verbleef.
Pauli vermeldt niet via welke weg de kapelaan ging, hoe en waar de kapelaan de Demer overstak, ... maar wel dat er onderweg verschillende mirakels zouden zijn gebeurd. Pauli lokaliseert deze mirakels niet exact [hij schrijft de mirakels ook pas 300 jaar later neer] en dus weten we niet met zekerheid waar ze gebeurden.
Een bekend mirakel is dat van de knielende schapen, ergens onderweg naar Herkenrode. De schapen zouden, bij het passeren van de kapelaan, op de knieën gezonken zijn voor het wonder dat de kapelaan met zich meedroeg. "Hy nam de reyse aen / ende de mirakuleuse Hostie met hem / ende alle de beesten die hy onder weghen vond / hem siende / vielen op hun knien / ende bewesen den heylighen Sacrament eere." Het is dit mirakel dat de aanleiding vormde voor een kapel op de Sacramentsheuvel in Heusden-Zolder.
Heusden-Zolder, kapel op de Sacramentsheuvel De kloosterlingen van de Herkenrodeabdij waren in de kerk verzameld voor het officiegebed, toen de kapelaan onaangekondigd aankwam in Herkenrode. De klokken begonnen vanzelf te luiden en toen de kapelaan de kerk betrad, zong het koor net de woorden die Petrus sprak bij zijn bevrijding uit de gevangenis: "Nu weet ik zeker, dat de Heer zijn engel heeft gezonden".
De kapelaan stapte naar voor en ging naar het altaar. Een vrouw die door een boze geest gekweld werd, genas. De priester aan het altaar kon de mis van de dag niet vinden in het misboek; zijn ogen vielen steeds op de tekst van de mis over het Heilig Sacrament.
Sinds de aankomst van de hostie in Herkenrode is er ginder een bloeiende verering voor ontstaan. Die heeft eeuwenlang bedevaarders getrokken en was een belangrijke bron van inkomsten voor de abdij. Na de Franse Revolutie, toen de kerkelijke goederen verspreid geraakten, is de monstrans (een cultusobject waarin de hostie getoond werd) met de ‘bloedende hostie’ uiteindelijk in de Hasseltse Sint-Quintinuskathedraal terechtgekomen, waar ze zich vandaag nog bevindt. De oorspronkelijke monstrans [de oudst gekende monstrans ter wereld] staat in Het Stadsmus in Hasselt.
Hasselt, Sint Quintinuskathedraal Vanaf 1637 is er sprake van een Sint-Quirinuskerk in de Kerkstraat in Viversel. De kerk werd vergroot in 1859. In dezelfde periode [tussen 1835 en 1870, toen E.H. Gaethofs pastoor was] werd ook een pastorij gebouwd.
Viversel ligt vandaag op het grondgebied van Heusden-Zolder. In de 14de eeuw [toen het mirakel van de bloedende hostie zou gebeurd zijn] was het geen zelfstandige parochie, maar afhankelijk van de parochie Lummen. Een kapelaan van Lummen verzorgde de diensten voor de mensen uit Viversel. In 1637 werd Viversel een onafhankelijke parochie en koos als heilige Sint-Quirinus.
Viversel, Sint Quirinuskerk Of de kapelaan van Lummen in 1317 met de bloedende hostie terugkeerde naar de kapel in Viversel of naar de kerk in Lummen, is nergens beschreven. In ieder geval is op beide plaatsen de verering voor het Heilig Sacrament van Mirakel steeds zeer levend geweest.
Jaarlijks trekt een processie vanaf de Sint-Quirinuskerk naar de Sacramentskapel binnen het Circuit Zolder, ter herdenking van de miraculeuze gebeurtenis van de bloedende hostie. Met deze processies blijft de herinnering aan het mirakel levendig in Viversel. In 1979 organiseerden het verenigingsleven en zowat heel de gemeenschap van Viversel een eerste Mirakelspel. Het werd een massaspel met meer dan 150 sprekende of figurerende rollen. In elk gezin was wel één persoon op het podium of achter de schermen actief bij het spel. Centraal in het mirakelspel staan de reacties van de mensen in Viversel op het miraculeuze gebeuren. Zij zoeken een schuldige: "De hostie en de mirakelen gaan naar Herkenrode, de schande is en blijft in Viversel."
Processie Sindsdien werd ‘Het Mirakelspel’ een traditie: in 1984, 1999 en in 2005 volgden er nog edities en een volgende Mirakelspel wordt gepland voor 2017, ter gelegenheid van 700 jaar Mirakel.
‘Den Dickel’ was een gehucht in Viversel, waar volgens een mondelinge overlevering in een hoeve de hostie in 1317 zou zijn beginnen te bloeden. De locatie van het mirakel is niet met zekerheid aan te duiden en kan niet gestaafd worden door tekstbronnen. Toch bestaat er vandaag nog teeds de traditie, die de gerestaureerde hoeve in de huidige Dikkelstraat aanduidt als de plaats waar het allemaal begon. Die hoeve draagt trouwens in de schoorsteen het jaartal 1317.
In de Lummense kerk bevinden zich 8 muurschilderingen die het verhaal vertellen van het Heilig Sacrament van Mirakel. Deze muurschilderingen dateren niet uit de periode van de miraculeuze gebeurtenissen. De huidige kerk werd pas in 1868 opgetrokken en ze werd in 1876 ingewijd. Nadien werden er verschillende muurschilderingen in aangebracht. De meeste werden in 1967, naar aanleiding van het Tweede Vaticaans Concilie, overschilderd.
In 1995 kreeg de Lummense kerk een grondige opknapbeurt. In plaats van een extra verflaag aan te brengen op de verdwenen muurschilderingen, werden op vraag van de leden van de Lummense kerkraad zoveel mogelijk taferelen terug bloot gelegd. Aan de hand van oude foto’s en postkaarten werd achterhaald waar de meeste afbeeldingen zich bevonden. Op twee afbeeldingen na kunnen sinds 1995 alle muurschilderingen terug bewonderd worden.
In het koor van de kerk verschenen boven het nooit verdwenen ‘Laatste Avondmaal’ de afbeeldingen van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest met een heuse dierenriem. Ook schuin boven de deur naar het portaal werden twee schilderingen gered. De kunstenaar vond zijn inspiratie wellicht in de Hasseltse Sint-Quintinuskathedraal waar zich nog steeds doeken bevinden met vergelijkbare taferelen over het Sacrament van Mirakel. Een van die doeken is van Jan Boeckhorst en dateert van de 17de eeuw. De schilder van het andere doek is onbekend, alsook de datum van vervaardiging. De doeken zijn afkomstig uit de Herkenrodeabdij. In Het Stadsmus bevinden zich nog een aantal schilderijen met de mirakels, uit de 18de eeuw en dezelfde taferelen zijn ook te zien op wandtapijten van 1917, van de hand van Jos Damien.
De Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk is nog om een andere reden verbonden met de geschiedenis van het Heilig Sacrament van Mirakel. De middeleeuwse, romaanse kerk, die in 1865 werd afgebroken omwille van de slechte staat waarin ze verkeerde, is de kerk van waaruit de kapelaan vertrok naar de stervende in Viversel. De parochie Lummen was toen veel uitgestrekter dan vandaag. Ze omvatte de huidige parochies Lummen-centrum, Genenbos, Thiewinkel, Viversel, Koersel, Linkhout en mogelijk zelfs Schulen. Aan de hand van een foto en schets van de zuidgevel en van een plattegrond die architect Leon Jaminé maakte bij de voorbereiding voor de nieuwe kerk in 1865, kunnen een aantal dingen over die vroegere kerk afgeleid worden. De romaanse kerk had verschillende bouwfasen gekend en in het koor bevond zich de grafkelder van de familie van der Marck, de heren van Lummen, die in het kasteel ‘De Burg’ woonden.
Lummense OLV Hemelvaartkerk In 2008 deden architect Davy Stroobants en archeoloog Ruben Willaert opgravingen in de schaduw van de huidige kerk aan de Burggrachtstraat. Zij vonden delen van een gracht, mogelijk een gracht rond een burcht. Wie weet woonden de voorvaderen van de heren van Lummen ooit op de plek waar nu de kerk staat, en was de toren van de middeleeuwse kerk een donjon of verdedigingstoren?
De ligging van de huidige kerk is anders dan die van de middeleeuwse, die oost-west georiënteerd was. De nieuwe kerk werd dwars op de oude geplaatst. Voor de bouw van de nieuwe kerk werden enkele achterliggende percelen samengevoegd.
De Herkenrodeabdij werd gesticht in 1182 en krijgt vandaag een nieuwe bestemming. Hoe de grootste cisterciënzerinnenabdij van de Nederlanden er in 1317 uitzag, toen de kapelaan er met de miraculeuze hostie aankwam, is moeilijk te achterhalen. De oorspronkelijke gebouwen zijn voor een groot deel afgebroken, en er zijn maar weinig afbeeldingen of teksten over het uitzicht. Ook archeologische opgravingen, die in 2004-2005 gebeurden, kunnen vooralsnog geen duidelijk beeld geven van de plaats van de gebouwen uit de eerste middeleeuwse periode. Op een aflaatbrief uit 1363 staat een kerk afgebeeld. Vermoedelijk werd deze kerk als een nieuwe kerk voor de abdij gebouwd, na aankomst van de bloedende hostie, om de pelgrimsstroom op te vangen.
Herkenrodeabdij De hostie werd in een monstrans gestoken, die abdis Hellewigis van Diest in 1286 voor de abdij had laten maken. Vermoedelijk is deze monstrans een van de oudste ter wereld. Gedurende meer dan 400 jaar werd het Heilig Sacrament van Mirakel zorgvuldig bewaard in Herkenrode. De abdij kreeg hierdoor veel inkomsten (van bedevaarders) en een grote uitstraling: doorheen de eeuwen kwamen vele hooggeplaatste geestelijken en wereldlijke leiders de abdij bezoeken en de miraculeuze hostie vereren. Het grootste aandeel in de verering hadden de zusters zelf. Zij kenden ook enkele miraculeuze gebeurtenissen in de abdij toe aan het Heilig Sacrament van Mirakel: wilde oorlogsbenden werden op afstand gehouden, de abdij werd beschermd tegen diefstal en roof, tegen de protestantse beeldenstormers in 1586, tegen brand, tegen krijgerbendes en plunderaars in de beroeringen tijdens de Tachtigjarige Oorlog [1568-1648]. In 1796 werden alle kerkelijke instellingen afgeschaft en de goederen werden genationaliseerd tijdens het Franse bewind. Tegen deze wet gingen geestelijken en inwoners in verzet. Ze verborgen de belangrijke religieuze kunst- en cultusobjecten.
Abdis de Gondrecourt besloot de hostie in veiligheid te brengen. Ze vertrouwde haar toe aan pastoor Hendrickx van Kermt. Die bewaarde hem tot 1797. Toen de priesters ook het mikpunt van de bezetters werden, wendde hij zich tot een dorpsgenoot, notaris Joannes Josephus Polenus. De opvolger van pastoor Hendrickx, waakte erover tot in 1798, maar toen hij moest vluchten voor de bezetter, vertrouwde hij de hostie toe aan de heer A. Luyckx van ’s Hertogenbosch. In 1800 keerde de pastoor terug met de hostie en hij verborg ze in zijn woning. Later vertrouwde hij ze toe aan de heer Sallez uit Hasselt, die de hostie bewaarde tot in 1804. De geestelijke overheid van Kermt wilde de hostie graag terug in Kermt bewaren. Maar de Luikse bisschop in ballingschap Mgr. de Méan sprak af met de abdis van Herkenrode om de hostie in Hasselt te bewaren. In 1804 werd de hostie overgebracht naar de Sint-Quintinuskathedraal, na een kort verblijf in de begijnhofkerk. De hostie wordt daar nu bewaard in een nieuwe monstrans. De oude, gotische monstrans wordt bewaard in Het Stadsmus.
Monstrans met de bloedende Hostie Toen de familie Palmers de Terlaemen deze Sacramentskapel bouwde in 1854, lag ze nog op het grondgebied van de familie. Sinds de jaren 1960 is de Sacramentsheuvel gelegen binnen het gebied van het Circuit Zolder, op grond van de kerkraad Sint-Quirinus van Viversel. De familie Palmers de Terlaemen bouwde de kapel op een heuvel die al eeuwenlang de Sacramentsheuvel genoemd wordt. In 1317 zou hier een kudde schapen geknield hebben toen de Lummense kapelaan hier passeerde met de bloedende hostie in 1317. De familie Palmers de Terlaemen bouwde de kapel ter ere van het Heilig Sacrament van Mirakel. Ook vandaag nog wordt er jaarlijks op 15 augustus, de dag dat Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart gevierd wordt, een processie georganiseerd, die vertrekt vanuit de Sint-Quirinuskerk in Viversel en eindigt aan de Sacramentskapel.
Hoewel de kapel binnen het grondgebied van het Circuit Zolder ligt, kan men de kapel steeds gaan bezoeken. Mensen komen vaak uit dankbaarheid, of op bedevaart tegen koorts en hoofdpijn. Tijdens de zomermaanden juni, juli en augustus, wordt er elke zondagmorgen om 9 uur een eucharistieviering opgedragen.
Op Sacramentsdag, de tweede donderdag na Pinksteren, is er een eucharistieviering om 19 uur. De glasramen vertellen de gebeurtenissen verbonden aan het Heilig Sacrament van Mirakel.
|
|