|
|
|
|
Download PDF
Noveen tot de Heilige Pater Damiaan Inleidend gebed
God, onze Vader, wij danken U voor pater Damiaan. Gij hebt hem geroepen, en hem geleid tot bij de melaatsen van Molokai. Met hart en ziel heeft hij zich gegeven aan de armen en uitgestotenen. Door Damiaans leven en inzet toont Gij ons dat Gij voor ons zorgt als een vader voor zijn kinderen. Wij danken U daarvoor!
Pater Damiaan, met groot vertrouwen beginnen wij deze noveen. Vaak groeien de zorgen ons boven het hoofd en weten we niet hoe het verder moet, want ons geloof is te zwak en onze liefde te klein om als christen te leven. Daarom bidden wij: wees gij onze helper in alle nood, wees gij onze voorspreker bij God die leeft door de eeuwen der eeuwen. Amen.
Bid elke dag het Rozenhoedje + de Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God de Almachtige Vader ... Onze Vader ... Weesgegroet ... Glorie zij de Vader ...
Eerste dag: Gods stem horen
Pater Damiaan, uw geloof was zo fijngevoelig dat gij Gods stem hebt herkend in de omstandigheden van uw leven. Een bezoek aan uw broer in het klooster deed u besluiten nog diezelfde dag het religieuze leven te beginnen. De ziekte van diezelfde broer hebt gij gezien als Gods uitnodiging om naar de missie te vertrekken. En de bezorgdheid van de bisschop voor de melaatsen van Molokai was voor u het signaal om u als vrijwilliger aan te bieden.
Wij bidden u, dat wij in de gebeurtenissen van elke dag en in al de ervaringen van ons leven Gods stem mogen herkennen, en dat ons geloof sterk genoeg mag zijn om die stem te volgen.
Tweede dag: Aanpakken en volhouden
Pater Damiaan, eenmaal Gods stem gehoord zijt gij op weg gegaan. Niets kon u nog tegenhouden of u op uw stappen doen terugkeren. Gij zijt gaan leven te midden van honderden melaatsen die enkel de dood als vooruitzicht hadden: "de hel van Molokai" heette dat. En gij hebt volgehouden!
Wij bidden u: bekom voor ons de kracht om trouw te blijven aan een eenmaal genomen besluit en om Jezus Christus te blijven volgen. Schenk ons de heerlijke vreugde van de volharding en de trouw.
Derde dag: Zich inzetten voor de minsten
Pater Damiaan, betrouwend op Cods kracht zijt gij als missionaris gaan leven tussen de melaatsen die uit hun families waren weggehaald en op Molokai waren afgezonderd. Gij zijt zelf een uitgestotene geworden zoals zij. Daardoor hebt gij hen laten voelen hoezeer God alle mensen liefheeft. Zo hebt gij een wonder voltrokken: Gij hebt hen weer vertrouwen gegeven en hun leven menswaardig gemaakt.
Wij bidden u: laat ons oog en hart hebben voor al wie niet meetelt, nagewezen wordt, doodgezwegen, uitgeschakeld of vergeten. Laat ons ontdekken dat God aanwezig is in het gelaat van de lijdende mens naast ons.
Vierde dag: Graag bidden
Pater Damiaan, in een van uw brieven lezen wij "dat gij zonder de voortdurende aanwezigheid van onze goddelijke Meester op het altaar, het nooit zoudt hebben kunnen volhouden". Gij bad graag. Ook het kerkhof, waar zovelen van uw parochianen begraven lagen, was voor u een uitgelezen plek van bezinning. Op die manier hebt gij, sereen en vredevol, uw werk kunnen doen en uw lichamelijk en geestelijk lijden kunnen dragen.
Wij bidden u: laat ons ontdekken hoezeer bidden ook ons leven kan beïnvloeden, hoe ons gebed ons in alle omstandigheden kan doen standhouden, en hoe het God is die, in goede en kwade dagen, ons leven leidt.
Vijfde dag: Onbegrip verdragen
Pater Damiaan, in zijn hoogste nood, op het kruis, heeft Jezus gebeden: "God, mijn God, waarom hebt U mij in de steek gelaten?" [Mc 15,34] Ook gij zijt gegaan door een nacht van onbegrip en verlatenheid: "Erger dan lepra" hebt gij u laten ontvallen. En toch zijt gij er niet aan ten onder gegaan. Uw geloof heeft u al dat lijden doen te boven komen en heeft u gelouterd.
Wij bidden u: help ons in de donkere dagen van het leven, het geloof en de moed niet te verliezen. Leer ons te vertrouwen dat God dicht bij ons is, altijd, en ons bijstaat in uren van beproeving.
Zesde dag: Vragen om een sterk geloof
Pater Damiaan, God heeft u de genade geschonken van een sterk geloof. Uw ouders hebben u in geloof opgevoed. Uw religieuze gemeenschap heeft u geholpen dat geloof te verfijnen en te versterken. Het heeft u gedragen doorheen alle wederwaardigheden van uw leven, en het was uw houvast op dat speciale eiland dat gij zelf "het dodeneiland" noemde.
Wij bidden u: wees onze voorspreker bij God. Dat Hij ons dit grote geloof mag geven dat ons alle dagen bezielt en richt, dat ons in alle omstandigheden de juiste beslissing doet nemen en dat ons edelmoedig genoeg maakt om God bovenal te beminnen, en onze naaste als onszelf.
Zevende dag: Als een graankorrel...
Pater Damiaan, door tussen de melaatsen te gaan leven, door met hen een gemeenschap op te bouwen, en ten slotte zelf melaats te worden, zijt gij 'gerijpt' als christenmens. Gij zijt verdraagzaam geworden en open voor andere levensovertuigingen. Door als melaatse tussen de melaatsen te sterven, hebt gij het geweten van de wereld wakker geschud. Zelfs het vooruitzicht van de dood heeft uw gemoedsrust en sereniteit niet verstoord.
Wij bidden u: doe ons inzien dat lijden niet noodzakelijk een mislukking is. Breng ons Jezus' woord in herinnering: "als de graankorrel sterft, brengt hij rijke vrucht voort". [Joh 12:24]
Achtste dag: Aan Jezus Christus gelijkvormig worden
Pater Damiaan, zoals de apostel Paulus hebt gij gezegd: "Ik ben gestorven en mijn leven is nu met Christus verborgen in God." [Kol 3:3] Met de jaren zijt gij steeds meer aan Jezus Christus gelijkvormig geworden. Op uw doodsbed waart gij als Jezus die sterft op zijn kruis. Gij hebt u geheel weggeschonken, zoals Hij.
Wij bidden u: laat onze liefde tot Jezus zo toenemen dat we Hem volgen doorheen de onthechting en de ontbering van het dienaar-zijn. Laat ons Hem volgen tot het kruis en de dood, om samen met Hem eenmaal verheerlijkt te worden. Negende dag: Zalig
Pater Damiaan, gij hebt zestien jaar verbleven tussen honderden misvormde, voor de dood bestemde melaatsen. Gij hebt veel onbegrip en tegenkanting gekend. En toch getuigt gij op het einde van uw leven: "Ik ben de gelukkigste missionaris ter wereld." Zo is in u waar geworden wat Jezus in zijn bergrede heeft gezegd: "Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien." [Mt 5: 4,7-8]
Wij bidden u: laat ons naar die zaligheid verlangen en al het andere daaraan ondergeschikt laten zijn.
|
|
|
|
|