Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Biografie J.M. Vianney. Hoofdstuk 16. 1848

  
 
Download PDF

Hoofdstuk 16. 1848

De nochtans "sociale" revolutie van februari 1848, die de invoering van de Tweede, kortstondige, Republiek met zich meebracht, had een veel kleinere invloed op de loopbaan van de heilige, dan deze van 1830. Opgehitst door de hardnekkige weigering van koning Lodewijk Filips, om een minder beperkt kiesrecht [enkel de grootgrondbezitters konden gaan stemmen], gaf de revolutie van februari aanleiding tot het instellen van het algemeen kiesrecht.

Vanuit London, waar hij in asiel verbleef, zag de gevallen koning een beetje te laat in, dat het algemeen kiesrecht een gevolg was van het reacties van de conservatieven: de grondwetgevende vergadering bestond uit een meerderheid van aanhangers van de koning!

De Tweede Franse Republiek zou al vlug het Tweede Keizerrijk worden. Een staatsgreep door Bonaparte volgde op 2 december 1851 - niet toevallig dezelfde dag dat Napoleon in 1804 tot keizer gekroond werd en in 1805 de Slag bij Austerlitz won. Tegenstand van onder meer Victor Hugo bleek nutteloos. Bonaparte dreef vervolgens grondwetswijzingen door waarmee hij voor een periode van 10 jaar verkozen werd en dictatoriale macht in handen kreeg. Het parlement bleef wel bestaan, maar was vrijwel machteloos. Alle uitvoerende macht lag bij Bonaparte, net als het initiatiefrecht voor wetsvoorstellen.

Precies een jaar later, op 2 december 1852, na goedkeuring door een overweldigende meerderheid in een referendum, werd Bonaparte keizer van Frankrijk als Napoleon III. Dit betekende het einde van de Tweede Franse Republiek en het begin van het Tweede Franse Keizerrijk.

Maar er werd een politiek gevolgd die de Kerk heel gunstig was gezind. In Rome was intussen een opstand uitgebroken. De paus moest vluchten naar Gaeta in het Koninkrijk der Beide Siciliën, en in Rome werd in 1849 de Romeinse Republiek uitgeroepen onder leiding van Mazzini en Garibaldi. Pas na een Franse militaire interventie ten gunste van de paus kon hij naar Rome terugkeren in 1850. Dankzij deze Franse protectie zou de Kerkelijke staat nog twintig jaar blijven bestaan.

Het stelsel van het Algemene Kiesrecht zou worden hernieuwd op 8 februari 1871, waar men een nieuwe Grondwettelijke Vergadering koos, die zo koningsgezind was dat deze besloot om het koningschap in Frankrijk herin te voeren, een voorstel dat in oktober 1973 werd afgevoerd omdat de enige wettelijke troonsopvolger, Hendrik V, weigerde om de Tricolore, het symbool van de door hem gehate Franse revolutie, als vlag te aanvaarden. Deze lessen die geleerd werden door het Algemeen Stemrecht zouden de andere toekomstige revolutionairen ten goede komen: na de Oktoberrevolutie van 1917 zou Lenin ten allen koste weigeren om het algemene verkiezingen, die door de oppositie uiteraard gevraagd werden, te houden.

En toen in 1997, Lauren-Désiré Kabila de touwtjes in handen kreeg in Congo, weigerde hij eveneens om algemene verkiezingen te organiseren.

Veranderde de februarirevolutie op zichzelf niets aan het leven van de heilige pastoor, zou een gebeurtenis van een beetje ervoor met geen enkel politiek karakter, dit wel gevoelig wijzigen: de Voorzienigheid zou onder leiding komen te staan van een congregatie van Zusters uit Bourg-en-Bresse.

Zijn voornaamste taak als biechtvader, waarvan het welslagen het dagelijkse leven van Jean-Marie meer dan vulde, liet hem niet meer toe om zich om een dergelijke wijze met De Voorzienigheid bezig te houden, dan tijdens de beginjaren. Twintig jaar later zou de instelling de nadelige gevolgen hiervan ondervinden. De toewijding van Catherine Lassagne en haar hulpkrachten zouden hier niets kunnen aan veranderen. De laster, dat de weeskinderen slecht onderhouden kledij droegen en amper onderwijs genoten, had overwonnen. De Bisschop van Belley besloot om hierop te reageren en kon de pastoor van Ars ervan overtuigen dat hij er goed zou aan doen om de Voorzienigheid laten over de nemen door de Zusters van de Heilige Jozef.

"Maar," zuchtte Jean-Marie, ik had erop gerekend om in de Voorzienigheid op rust te gaan en de zorg van mijn parochie over te laten aan mijn vicarissen.


La Providence, gevel


La Providence, tuin

"U weet goed dat dit onmogelijk is. Niemand wenst u te vervangen in uw voornaamste bezigheid: de biechtelingen willen niemand anders. U zal zich enkel terugtrekken als de Heer een einde zal maken aan uw aardse leven."

De vicarissen zelf, de pastoors Raymond en Toccanier, hadden het er reeds met de Bisschop over gepraat en stonden volledig achter de beslissing van de prelaat. Precies in mei 1847 kwam de Eerbiedwaardige Moeder Saint Claude, algemeen overste van de Congregatie der Zusters van de Heilige Jozef van Bourg-en Bresse, "toevallig" langs te Ars, vergezeld van M. Guillemin, vicaris-generaal van de Mgr. Devie ... Jean-Marie had begrepen dat de Bisschop de zaken wou bespoedigen. Wat het meeste trof, was het verdriet van Catherine Lassagne en haar medewerksters. Ze moesten terug worden ingeschakeld, hetzij bij de zusters zelf, hetzij in andere werken rondom Ars.


Graf Abbé Joseph Toccanier

Op 5 november 1847 werd een acte ondertekend waardoor de Zusters van de Heilige Jozef het bezit zouden krijgen over de Voorzienigheid tijdens het daaropvolgende jaar. Dag op dag, één jaar later, overhandigde Catherine Lassagne de sleutels aan Moeder Saint Claude, op 5 november 1848.

Van dan af zou de pastoor van Ars zijn maaltijden er niet langer nuttigen en werden ze hem voorgeschoteld in zijn pastorij, terwijl Catherine Lassagne en haar meisjes mochten blijven van de nieuwe eigenaars. Het is zeker dat de gehoorzaamheid aan de verlangens, uitgedrukt door de Bisschop, de heilige man hartzeer deed, die er niet zonder verdeeldheid mee instemde om zijn dierbare stichting over te laten. Hij moest een beroep doen op zijn geest van gehoorzaamheid en nederigheid om deze beslissing te kunnen aanvaarden.

Ondertussen was de pastoor van Ars, zoals men in onze dagen zou zeggen, nog meer beroemd geworden in de Franstalige wereld, en dit door toedoen van pastoor Lacordaire, die met zijn vastenpreken in de Notre Dame, de harten van de mensen kon winnen voor Jean-Marie. De pastoor van Ars kwam al vlug tot het besluit dat zijn onverbrekelijk huwelijk met de armoede, veel geld zou opleveren. Van alle kanten kwamen de giften binnengestroomd voor zijn werken. Even vlug gaf hij alles uit. Men weet dat er niets voor hem te mooi was, noch te weelderig voor de diensten van de Allerhoogste en de handelaars van Lyon zagen maar al te graag deze pastoor uit Ars komen, met zijn schrander, verscheurd en uitgemergeld uiterlijk met een versleten, opgelapte soutane, en zijn smerige schoenen. Hij kocht immers enkel de allerduurste religieuze voorwerpen. Eigenlijk waren dit maar kleinigheden, want in werkelijk ging het allergrootste gedeelte van de inkomsten naar de missiewerken. Dit werd zijn voornaamste bekommerdheid. In 1849 verschafte hij tweehonderdduizend francs aan decanale missiewerken. Waren het de missiewerken niet die er toe hadden bijgedragen dat het, door de Revolutie ineengestorte Christendom, het welslagen van zijn nederige ambities "om vele zielen voor God de veroveren" een handje zou helpen?


Père Henri Lacordaire

Hij richtte een fonds op dat voor eeuwig een groot aantal missen zou laten opdragen. Het geld werd onder de hoede van de Staat geplaatst. Dit was een grove misrekening en een slechte belegging, want een halve eeuw na de dood van de heilige, zou de staat allesbehalve kerkelijk gezind worden word, als gevolg van de gevoelig liggende zaak Dreyfus die de donkere jaren van het einde van de negentiende eeuw kenmerkt en waar politiek Rechts zich in de val heeft laten lokken. Het concordaat van 1801 tussen paus Pius VII en Napoleon Bonaparte werd in 1905 eenzijdig verbroken en de scheiding van Kerk en Staat werd ingevoerd. Het opmaken van de inventaris van de goederen gaf aanleiding tot zo’n anarchie dat de regering het niet zou volhouden. In ieder geval werden de stichtingen van de pastoor van Ars in beslag genomen door een roofzuchtige Staat en de "eeuwige missen" voor de verspreiding van het geloof, voor de bekering van de zondaars, voor de missies en nog heel wat andere opdrachten, werden vanaf toen afgeschaft.

Vertaling: Chris De Bodt