|
|
|
|
Download PDF
Hoofdstuk 5. Tot priester gewijd Niets ging deze zo eenvoudige ziel, die de Goddelijke Voorzienigheid streng zou boetseren en beeldhouwen, voor de wind.
De priesterwijding zelf, die slechts na het overwinnen van veel moeilijkheden werd bekomen door pastoor Balley, zou niet verlopen zonder dat Jean-Marie nieuwe hinderpalen moest uit de weg ruimen.
Op 2 juli 1814, het Feest van Onze Lieve Vrouw van de Bezoeking, ontving hij de lagere geestelijke orden en het subdiakonaat. Hij werd nog niet tot priester gewijd.
Het schooljaar 1814-1815 ging voorbij voor de subdiaken van de pastoor van Ecully, ver van de onrust van dit dramatische en verschrikkelijke jaar, waar de eerste dagen van maart de terugkeer kenmerkten van de keizerlijke arend die "alle klokken van de kerken ging beroven tot aan de toren van de Notre-Dame" tot schade van de belangen van Frankrijk dat, aan het einde van het avontuur zich nog wat meer gebieden zou zien ontnomen worden dan het voorbije jaar.
Op 18 juni was er de slag van Waterloo, waarbij Napoleon zijn tweede grote nederlaag leed en opnieuw moest aftreden, met een tweede terugkeer van Leopold XVIII.
Tijdens deze dagen, die men de "Honderd dagen" noemde, was kardinaal Fesch, de oom van Napoleon, opnieuw verschenen in zijn vertrouwde stad Lyon. De klokken sloegen aan het luiden, maar niet de harten: op de rug van de koets hadden de grapjassen onder de seminaristen, in het krijt "Leve de Koning" geschreven, waarmee de oom aldus reclame maakte voor de tegenstander van zijn vermaarde neef. Na twee dagen moest de onfortuinlijke prelaat zich opnieuw uit de voeten maken en vluchtte naar hij Rome, waar de paus, de keizerlijke beledigingen vergaf en zijn neef, alsmede de moeder van de gevallen keizer, vaderlijk ontving.
Vooraleer definitief tot priester te worden gewijd, moest er nog een laatste examen worden afgelegd. Jean-Marie genoot van een bijzonder stelsel en het was M. Bouchard zelf, de vicaris-generaal, die zich verplaatste naar Ecully om deze ietwat middelmatige kandidaat te ondervragen. Hij wou er persoonlijk getuige van zijn dat deze subdiaken ondertussen een grote vooruitgang had gemaakt. En ja, uiteindelijk werd hij tot het priesterschap toegelaten.
Maar gelet op de onzekerheid van de tijden [Frankrijk was volledig bezet], vonden er geen priesterwijdingen plaats in de primaatszetel van Sint-Jan ... het stond Jean-Marie echter vrij om de priesterwijding in een ander bisdom te ontvangen. De toekomstige priester was van mening dat hij lang genoeg had moeten wachten en besloot om zich tot priester te laten wijden door Mgr. Simon, bisschop van Grenoble. Mgr. Courbon, hulpbisschop, overhandigde hem zijn "getuigenbrieven." Maar hij moest Grenoble zien te bereiken, een stad op zo’n twintig kilometer van Lyon, want de streek werd in de gaten gehouden door de Oostenrijkse troepen, onder leiding van generaal Von Bubna.
Groot Seminarie Belley Jean-Marie vertrok andermaal te voet, en droeg in zijn klein pak een koorkleed mee voor zijn eerste Mis, alsmede de "getuigenbrieven" van Mgr. Courbon, waarin stond vermeld dat de nieuwe priester pas later de biecht zou mogen afnemen en de zonden zou mogen vergeven aan de zondaars, terwijl de pastoor van Ars later de biechtvader zou worden die dag en nacht zou doorbrengen in de biechtstoelen voor lange rijen wachtende biechtelingen, die uit alle richtingen naar zijn parochie zouden komen.
Grenoble, kathedraal, intérieur Jean-Marie vertrok op 9 augustus, heel vroeg ’s ochtends en kwam zaterdagavond 12 augustus aan te Grenoble. De eenvoudige mensen gingen destijds te voet en sliepen bij gastvrije boeren, waar men soep kon nuttigen en deelnemen aan het gemeenschappelijk gebed, onder de lamp, zonder te moeten betalen, zoals de ouderlijke boerderij Point du Jour. Soms werd er een bescheiden aandeel betaald. De reiziger had de voorzorg genomen om wat geld mee te nemen, na te hebben gezworen om niet meer langs te straat te bedelen, na zijn slechte ervaringen op zijn pelgrimstocht naar La Louvesc zag er niet minder verdacht uit in de ogen van de bezettende macht die overal langs de weg blokkades hadden opgezet. De soldaten hielden meerdere malen dit stuk uitgehongerde zwerver tegen. Zou het geen spion zijn van de aanhangers van Bonaparte, of een terrorist die de bevolking wil opruien tegen de geallieerde soldaten die de koning terug aan de macht hadden gezet. De vlijtige ondergeschikte soldaten, steeds met de bajonet in aanslag, vertraagden de reis van de subdiaken aanzienlijk. Gelukkig spraken de officieren in die tijd allemaal Frans en, bij het zien van de getuigenbrieven, werd de toekomstige priester veilig verder begeleid.
Uiteindelijk werd Jean-Marie Vianney, in de ochtend van 13 augustus tot priester gewijd door Mgr. Simon, bisschop van Grenoble.
"Men stoort u vandaag de dag voor maar weinig, Monseigneur," lichtte zijn subdiaken hem in. "Er is maar één kandidaat en hij is helemaal alleen, niet één lid van de familie vergezelt hem, alsof dat hier de gewoonte wordt"
"Dat vraagt niet zoveel moeite om een goede priester te wijden," antwoordde de prelaat.
Wist de prelaat toen dat hij de beste zou wijden!
In de kathedraal zelf waar hij tot priester werd gewijd, op de leeftijd van 29 jaar en 3 maanden, droeg Jean-Baptiste Vianney zijn eerste Mis op, samen met twee Oostenrijkse aalmoezeniers die, aan de zijaltaren dienst deden voor de bezettende troepen. De eersten die de toekomstige pastoor van Ars bij uitvoeren van zijn goddelijk ambt aan het werk zagen (en met welke hartstocht!), waren dus buitenlandse soldaten. Maar, zoals u weet, bestaan er geen grenzen in de hemel.
Ondersteboven om na zoveel volharding zijn doel te hebben bereikt, schreef Jean-Marie later: "O, wat is het priesterambt iets groots! Men zal de priester maar ten volle begrijpen in de hemel ... Als men hem zou begrijpen op aarde, zou men sterven van liefde, niet van vrees."
Het verbleef enkele dagen in het groot seminarie van Grenoble, waar hij de plechtigheid van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart zou bijwonen. Daarna vertrok hij opnieuw te voet op de stoffige weg, richting Lyon. Zijn soutane maakte hem de reis deze keer veel gemakkelijker en de officieren van zijne Majesteit van de Heilige Stoel, de titel van de vorst van Oostenrijk, lieten hem gewillig door. De tijden van de goddeloze revolutionairen waren voorgoed voorbij.
Kapel in het Groot Seminarie van Lyon Vertaling: Chris De Bodt
|
|
|
|
|