|
|
|
|
Download PDF
5. De Graal van Valencia
Hoewel niemand met zekerheid kan zeggen of de Graal van Valencia de echte Graal is van het Laatste Avondmaal, zegt een groep wetenschappers dat deze een enorme culturele waarde heeft dankzij de invloed van de geschiedenis en de literatuur.
Dit werd eveneens verklaard door leden van het internationale congres "Valencia, Stad van de Heilige Graal", over de kelk die geschiedkundig in verband wordt gebracht met de instelling van de Heilige Ecuharistie.
Het congres vond van 7 tot 9 november 2008 plaats in de Katholieke Universiteit van Valencia en was georganiseerd door het Aartsbisdom van Valencia, het Kapittel van de Kathedraal van Valencia, de Katholieke Universiteit van Valencia, het Spaans Centrum voor Sindonologie [wetenschappelijk onderzoek naar de lijkwade], het Koninklijk Broederschap en het Broederschap van de Heilige Kelk.
Experten uit verschillende landen woonden dit congres bij. Ze lichtten de wijze toe waarop deze relikwie de geschiedenis en literatuur heeft beïnvloed sinds de Graal verhuisde van Rome naar Valencia door toedoen van Laurence, de martelaar, in het jaar 258, zoals het traditie het wil.
De massa aan bestaande gegevens duiden de Graal van Valencia aan als de meest waarschijnlijke authentieke kelk die door Christus werd aangewend tijdens het Laatste Avondmaal.
Antonio Beltrán, professor in de archeologie aan de Universiteit van Zaragossa, zegt dat de beker is vervaardigd uit dieprode agaatsteen, ook nog "oosters kornalijn" genoemd, waarin vlamvormige strepen zijn aangebracht. Door het materiaal waaruit deze is vervaardigd, moet deze beker afkomstig zijn uit Palestina, Syrië of Egypte en dateren uit de periode van 400 vóór Christus tot 100 nà Christus. De later aangebrachte onderdelen, zoals de edelstenen dateren uit de 13de of de 14de eeuw.
Jorge Manuel Rodriguez, voorzitter van het Spaanse centrum voor Sindonologie, verklaarde dat "alhoewel de films de Graal meestal als een houten beker tonen, dit soort materiaal niet overeenstemde met de zuiveringsnormen van de Joden." Een ander onderwerp dat ter sprake kwam was de reis van de kelk van Rome naar Valencia.
De deskundigen bevestigden dat, indien de kelk vanuit Jeruzalem in Rome zou zijn terechtgekomen, dit het meest waarschijnlijk door toedoen van de Heilige apostel Petrus is gebeurd.
Jaime Sancho, voorzitter van de Liturgische Commissie van het Aartsbisdom van Valencia, legde informatie voor dat de theorieën ondersteunt dat de eerste Pausen de Eucharistie vierden met dezelfde beker als Jezus. Sancho zei dat de Roomse leerstelling, die teruggaat tot de tweede eeuw letterlijk, op het moment van de consecratie zegt "en deze glorierijke beker in Zijn Heilige en Eerbiedwaardige Handen te nemen," in plaats van gewoon "de beker". Dit en andere bewijzen door Sancho aangebracht tonen het bestaan van een unieke kelk in Rome aan.
Hij werd hierin gesteund door José Vicente Martinez, professor in de Oude Geschiedkunde aan de Universiteit van Valencia èn de Amerikaanse onderzoekster Janice Bennett, doctor in de Spaanse literatuur. Beiden spraken van Paus Sixtus II, martelaar van Rome tijdens de vervolging door Valeriaan, die de Heilige Graal toevertrouwde aan diaken Laurence, de Martelaar om het te beschermen tegen de Romeinse keizer.
Een manuscript van de Heilige Donatus vertelt over dit gebeuren, zegt Bennett, en over het feit dat Laurence zou afkomstig zijn van Valencia en niet Huesca, zoals algemeen wordt aangenomen.
Diverse deelnemers gaven ook het historische bewijs van de aanwezigheid van de kelk in Spanje door de vele eeuwen heen, uit de studie van diverse kronieken en schilderijen.
De Duitse antropoloog Michael Hesemann verklaarde dat "in tegenstelling tot wat velen denken, dit verhaal niet begint bij de Angelsaksische legende van Koning Arthur, maar in de ingewortelde overlevering dat de Kelk van het Laatste Avondmaal reeds in Spanje was tijdens de Middeleeuwen."
De onderzoekers waren praktisch unaniem in het onderzoek naar de kelk met de modernste wetenschappelijke technieken om de oorsprong ervan vast te stellen, alhoewel ze er tevens de nadruk opleggen dat de religieuze waarde ervan niet afhangt van de resultaten van hun ontdekkingen.
Miguel Navarro, doctor in de Kerkelijke Geschiedenis van de Gregoriaanse Universiteit van Rome zei "dat de kelk geen magisch voorwerp is, maar vereerd wordt omwille van het gebruik ervan door Jezus, en daarom een onschatbare godsdienstige waarde heeft, onafgezien van het feit dat het niet met wetenschappelijke zekerheid kan worden bewezen dat het de Kelk van de Heer is."
"Relikwieën," voegde hij hieraan toe, "zijn geen gewoon aandenken, maar hebben een diepere waarde, en zijn een tastbaar bewijs van de werkelijkheid van de menselijke of geschiedkundige gebeurtenis waarop ons geloof is gebaseerd, zoals de redding plaats vindt in de geschiedenis door het vlees."
Bovendien voegde Vader Manuel Carrera, doctor in de lichamelijke wetenschappen, hieraan toe "dat wetenschap en geloof geen tegenstellingen zijn". Hoe dan ook verduidelijkte hij dat "alhoewel de wetenschap een verklaring aan dit alles kan geven, het niet letterlijk kan aantonen over wat er plaatsvindt tijdens de eucharistie."
Tenslotte zei Miguel Navarro dat deze kelk "in zoverre een relikwie, de wetenschap voorbij gaat en er bovenuit stijgt, omdat de oorspronkelijke betekenis ervan tot de sfeer van het geloof behoort, maar dit mag niet betekenen dat we een anti-wetenschappelijke of fundamentalistische houding mogen aannemen. Integendeel, wij hebben de verplichting om dit wetenschappelijk te bestuderen."
Benedictus XVI maakte gebruik van deze kelk tijdens de afscheidsmis van de Familiale Wereldontmoetingsdag te Valencia, in juli 2006. Ook Paus Johannes Paulus II gebruikte de kelk tijdens zijn bezoek aan de stad.
|
|
|
|
|