Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Heilige Malachias' pausenprofetieën. Profetie 81-90

  
 
Download PDF

Heilige Malachias' pausenprofetieën. Profetie 81-90

Profetie 81
: Lilium et Rosa [De Lelie en de Roos]

Urbanus VIII [1623-1644]

Echte naam: Maffeo Barberini [Florence, 5 april 1568 - Rome, 29 juli 1644]

Hij werd geboren uit een familie van groothandelaars en opgevoed bij de Jezuïeten. Hij zou rechten studeren. In 1601 werd hij pauselijk legaat voor Frankrijk en in 1604 aartsbisschop van Nazareth. In 1604 werd hij door Paus Clemens VIII als nuntius en protonotaris naar Parijs gezonden en in 1606 door Paus Paulus V tot kardinaal benoemd.

Gregorius XV stierf tijdens de hondsdagen. Op het conclaaf leden alle kardinalen aan malaria. Acht van hen stierven eraan. Daarom wou men dan ook snel en doeltreffend te werk gaan. Op 6 augustus 1623 werd een man van 55 jaar, die het best weerstand had geboden aan de ziekte, met een ijzeren gezondheid en een onwankelbaar zelfvertrouwen, met eenparigheid van stemmen verkozen: Maffeo Barberini. Hij koos als pausnaam Urbanus VIII.

De Kerk betreurde het feit dat het pontificaat van Gregorius XV slechts twee jaar geduurd had, maar ze zou nog meer spijt krijgen dat het pontificaat van Urbanus VIII tien keer langer duurde. In die tijd verloor ze heel wat aan invloed, prestige en goederen. De goederen gingen echter niet voor iedereen verloren: voor de Barberini' s betekenden ze hun fortuin. Het nepotisme had nu wel zijn eigen record verbeterd: Urbanus VIII gaf meer dan 100 miljoen ecu's uit voor zijn familie, die de machtigste eigenaar werd van de hele pauselijke Staat.

Zijn veelbewogen 21-jarige pontificaat viel in de Dertigjarige Oorlog. Het uiteindelijke resultaat van die grote worsteling werd grotendeels bepaald door Urbanus' beleid, dat niet zozeer gericht was op herstel van het katholicisme in Europa dan wel op het bereiken van een machtsevenwicht dat zijn eigen onafhankelijkheid en wereldlijke macht in Italië ten goede kwam. In 1626 werd het hertogdom van Urbino bij de pauselijke staat ingelijfd, en in 1627, toen de directe mannelijke lijn van de Gonzagas in Mantua uitstierf, pleitte hij voor opvolging door de hertog van Nevers om daarmee de aanspraak van de door hem gevreesde Habsburgers te dwarsbomen.

Hij was de laatste paus die de pauselijke staat uitbreidde, en het Castelfranco Emilia versterkte aan de grens met Mantua. In Rome versterkte hij de Engelenburcht aanzienlijk. Ten behoeve van de fabricage van kanonnen en voor decoratie van het Vaticaan werden de bronzen omlijsting van de cassetten geplunderd uit het Pantheon, dat al sinds 609 een Christelijke kerk was. Dit leidde tot de memorabele uitspraak quod non fecerunt barbari, fecerunt Barberini, "wat de barbaren nalieten, wordt nu door de Barberini gedaan." Hij richtte ook in het Vaticaan een arsenaal en in Tivoli een wapenfabriek in. Hij versterkte de haven van Civitavecchia.

Maatregelen van hem op kerkelijk en geestelijk gebied waren: verbetering van het missaal en het brevier, regeling van het proces van heiligverklaring, en veroordeling het boek "Augustinus" van Jansenius.

Het was tijdens zijn pontificaat dat Galileo Galilei in 1633 naar Rome werd ontboden om zijn meningen te herroepen. Hij was ooit een studiegenoot geweest van Galilei en stond niet onwelwillend tegen de door Galilei gepropageerde heliocentrische theorie van Copernicus, maar in 1632, na de publicatie van de Galiliei's Dialoog, en onder zware druk van een aantal Spaanse kardinalen, liet hij Galilei vallen om verdere kritiek op zijn laksheid ten opzichte van de ketterij te voorkomen. Het proces diende vooral Urbanus VIII politiek doel om sterker naar voren te komen als bestrijder van de ketterij, en was eerder symbolisch bedoeld. Galilei zwoer de leer van Copernicus af en werd in 1633 in de ban gedaan en tot levenslang huisarrest veroordeeld. Hij spendeerde anderzijds enorme bedragen uit de pauselijke middelen om veelzijdige geleerden als Athanasius Kircher naar Rome te halen. Hij was ook een groot beschermheer der kunsten, waar schilders als Nicolas Poussin en Claude Lorrain van profiteerden. De architecten Bernini en Borromini droegen bij aan de bouw van Palazzo Barberini, het college voor de Verbreiding van het Geloof, de Fontana del Tritone op de Piazza Barberini, de Vaticaanse "cathedra" en andere prominente bouwwerken in de stad. Pietro da Cortona verfraaide de "gran salon" van zijn familiepaleis met een allegorie van de apotheose van de triomf van de Barberini.


Galileo Galilei voor het Heilige Officie in Rome
Schilderij van Joseph-Nicolas Robert-Fleury

Hij was de laatste paus die op een grote schaal nepotisme praktiseerde: diverse leden van zijn familie werden dankzij hem enorm rijk, zodat zijn tijdgenoten de indruk kregen dat hij een Barberini-dynastie aan het instellen was. Hij canoniseerde Elisabeth van Portugal en Andreas Corsini en vaardigde de pauselijke bul uit met betrekking tot de canonisatie van Ignatius van Loyola en Franciscus Xaverius, die al door zijn voorganger Gregorius XV gecanoniseerd waren. Urbanus VIII was een knap auteur van Latijnse poëzie. Een collectie van bijbelse parafrases en originele geestelijke liederen zijn veelvuldig herdrukt. Zijn dood op 29 juli 1644 schijnt verhaast te zijn door zijn verdriet over de gevolgen van de Eerste Castro-oorlog. Deze oorlog was hij zelf begonnen tegen Odoardo Farnese, de hertog van Parma. Vanwege de kosten hiervan voor de stad Rome werd Urbanus VIII hierdoor uiterst impopulair. Tijdens zijn regering voerde hij niet minder dan 10 nieuwe belastingen in. Bij zijn overlijden werd zijn buste, die naast het Paleis van de Conservator op de Capitolijnse Heuvel stond, al snel vernield door een woedende menigte. Een alert optredende priester redde het beeld van Urbanus, dat tot de Jezuïeten behoorde, van eenzelfde lot.

Toegegeven: de profetie is hier minder duidelijk. Malachias kan doelen op zijn afkomst uit Florence, een stad met een rode lelie in haar wapen, maar eveneens op zijn buitengewone belangstelling voor Frankrijk [lelie] en Engeland [Roos].

Profetie 82: Iucunditas Crucis [Vreugde van het Kruis]

Innocentius X [1644-1655]

Echte naam: Giovanni Battista Pamphili [Rome, 6 mei 1574 - Rome, 5 januari 1655]

Giovanni was paus van 14 september 1644 tot 5 januari 1655. Ook deze paus stond bekend om zijn nepotisme, zij het op minder grote schaal. Giambattista Pamphili werd benoemd tot nuntius te Napels. Enige jaren later kreeg hij de functie van kardinaal te Madrid [1626].

De verkiezing als paus was langdurig. De benoeming werd gedwarsboomd door Mazarin. Innocentius X wordt beschouwd als een zwakke figuur die zich liet overheersen door zijn schoonzuster, Olimpia Moridalchini. Hij protesteerde tegen de Vrede van Westfalen die tot stand kwam buiten de Paus om. Onder zijn pontificaat valt de veroordeling van Jansenius vanwege de kwestie van diens vijf stellingen, door de bul "Cum occasione" [31 mei 1653].

Hij liet Gian Lorenzo Bernini het interieur van de Sint Pieter veranderen en gaf hem opdracht tot de bouw van de beroemde colonnade. De schilder Jan Baptist Weenix viel erg bij hem in de smaak en de paus smeekte hem om terug te keren. Deze alles behalve vrome kerkvader werd in 1650 geschilderd door Diego Velazquez


"Pausin" Olimpia Moridalchini Pamphilj

Olimpia Maidalchini had als 'pausin' de touwtjes stevig in handen genomen! Zij was de schoonzuster van de paus, de weduwe van zijn broer. Autoritair en schreeuwerig van nature, was ze de schrik van allen, de paus, de kardinalen en de prelaten. Arglistig als ze was, wist ze wonderwel gebruik te maken van de rivaliteit tussen de diplomaten die zich om haar gunsten verdrongen. Zonder haar hulp konden ze het wel vergeten. Zij overlaadden haar met geschenken want ze kenden de hebzucht van deze vrouw bij wie de drang naar rijkdom provocerende proporties aannam.

Even provocerend was de door haar op 30 augustus 1645 afgekondigde wet: 'Bij grote plechtigheden mochten de hoeren zich in een karos laten rondvoeren, omdat Donna Olimpia wegens de van hen ontvangen geschenken, besloten had hen onder haar hoede te nemen en hen zelfs toeliet hun koets op te smukken met haar eigen blazoen...'

Het was ongetwijfeld ook zij die de paus aanspoorde zich meester te maken van het kleine graafschap Castro, iets wat Urbanus VIII nooit gelukt was. Nadat het graafschap drie maanden weerstand had geboden, werd het veroverd. De paus liet het met de grond gelijk maken, geen huis, zelfs geen kerk bleef overeind.

Er bestond een groot contrast tussen de luxe van de pauselijke hofhouding en zijn politieke onbeduidendheid. Een gewone audiëntie werd een buitengewoon evenement. Ooit kwam een ambassadeur van Filips IV op bezoek met een gevolg van liefst 300 karossen!

Achter al die uiterlijke praal vonden de schandelijkste intriges plaats. Op zekere dag wou de paus komaf maken met de macht van de 'pausin' en haar vervangen door een jongere vrouwelijke rivaal, de vrouw van een van zijn neven. Deze maakte het echter zo bont, dat men de 'oudere pausin' liet terughalen om opnieuw wat orde op zaken te stellen. De strijd tussen de twee vrouwen zorgde bij de Romeinen voor heel wat binnenpretjes, tot wanneer Olimpia weer 'heer' en meester werd van haar gebied.

Zij bleef haar positie handhaven tot bij de dood van Innocentius X, op 7 januari 1655. De doodstrijd van de paus duurde lang genoeg om zijn verwanten de kans te geven hun schaapjes op het droge te brengen. Olimpia ging er vandoor met al wat ze uit de pauselijke vertrekken kon meenemen. Het lichaam van de paus bleef drie dagen zonder graf, gewoon omdat niemand er zich om bekommerde. Toen de curie Olimpia verzocht de begrafeniskosten te betalen, riep ze luid: 'Hoe zou een arme weduwe daartoe in staat zijn?' Zij betaalde niet een Ecu!

Malachius profetie is hier echt raak, want na een lang en moeilijk conclaaf [kardinaal Mazarin, die zowat Frankrijk bestuurde was tegen zijn kandidatuur, maar kwam te laat voor het conclaaf] werd hij paus op 15 september, daags na het het feest van de kruisverheffing.

Profetie 83: Montium Custos [Bewaker van de Bergen]

Alexander XII [1655-1667]

Echte naam: Fabio Chigi [Siena, 13 februari 1599 - Rome, 22 mei 1667]

Paus Alexander VII werd op 13 februari 1599 onder de naam Fabio Chigi geboren in Siena. Hij was afkomstig uit het beroemde bankiersgeslacht Chigi en was een achterneef van paus Paulus V. Aan de Universiteit van Siena studeerde hij filosofie, rechten en theologie.

Hij was achtereenvolgens inquisiteur op Malta en pauselijk nuntius in Keulen waar hij, omdat daar ook protestanten aanwezig waren, weigerde deel te nemen aan de onderhandelingen voor de Vrede van Westfalen, die een einde maakte aan de Dertigjarige Oorlog. Paus Innocentius X haalde hem terug naar Rome waar hij de functie kreeg van Kardinaal-staatssecretaris. In 1655 werd hij, na een Conclaaf van tachtig dagen gekozen als opvolger van diezelfde Innocentius. De kardinalen hoopten dat Alexander een einde zou maken aan het in die dagen gebruikelijke pauselijke nepotisme. Niettemin benoemde Alexander al spoedig allerlei familieleden op hoge goedbetaalde burgerlijke en geestelijke posten [zoals kardinaal-nepoten] binnen het Vaticaan, alsook eigen vorstelijke paleizen en landerijen.

Nadat paus Innocentius X hem teruggehaald had naar Rome kreeg hij de functie van Kardinaal-staatssecretaris. Dankzij de steun van de zelanti-partij [een conservatieve stroming binnen de katholieke kerk] werd hij op 7 april 1655 tot opvolger van de overleden paus Innocentius X gekozen.

Alexander VII had veel interesse in kunst en wetenschap. Zo gaf hij de Italiaanse architect en beeldhouwer Gian Lorenzo Bernini bijvoorbeeld opdracht een plein voor de Sint-Pieterskerk te ontwerpen. Zelf schreef de paus een serie gedichten. Paus Alexander VII overleed op 22 mei 1667 in Rome en werd opgebaard in een door Bernini ontworpen graftombe in Vaticaanstad.


Pauselijk wapen van Alexander VII

Malachias profetie duidt op zijn familiewapen, waarin zes bergen zijn te zien met een ster erboven.

Profetie 84: Sidus Olorum [Ster der Zwanen]

Clemens IX [1667-1669]

Echte naam: Giulio Rospigliosi [Pistoia, 28 januari 1600 - Rome, 9 december 1669]

Giulio genoot de speciale gunst van Urbanus VIII, die hem tot aartsbisschop van Tarsus benoemde en naar het Spaanse hof zond. In 1657 benoemde Alexander VII hem tot staatssecretaris en kardinaal. Als oud-leerling van de jezuïeten in Rome trad hij in de pauselijke diplomatie.

Na de dood van Alexander VII was de verkiezing van Giulio Rospigliosi een toegeving aan de Franse koning. Rospigliosi stond als tweede op de lijst van de kandidaten tegen wie hij zich niet zou verzetten. Het bleek een uitstekende keuze. Rospigliosi was een eerlijk priester, een goedhartig man met een uitzonderlijke zin voor cultuur en rechtszaken. Deze combinatie van persoonlijkheid en goedheid werd bij weinig pausen aangetroffen en het gebeurde zelden dat ook de familie van een paus zich zo discreet gedroeg.

Op 20 juni 1667 werd hij verkozen tot paus Clemens IX, met als motto: 'Aliis non sibi Clemens', 'zachtmoedig voor de anderen, niet voor zichzelf’. Ook hij had maar een obsessie: overal vrede brengen.

Door zijn kwaliteiten als onderhandelaar tussen Frankrijk en Spanje kon de Vrede van Aken van 2 mei 1668 worden ondertekend, dat een einde maakte aan de Devolutieoorlog, een oorlog tussen Frankrijk en Spanje die uitgevochten werd tussen 8 mei 1667 en 2 mei 1668. Inzet was de heerschappij over de Spaanse Nederlanden. De oorlog ontstond na de dood van koning Filips IV van Spanje en kwam tot een einde met het Verdrag van Aken.. Met dit verdrag verkreeg Frankrijk zeggenschap over het zuidelijk deel van Vlaanderen tussen Duinkerke en Rijsel.

Hij wist eveneens met succes te bemiddelen in het jansenistische dispuut, zodat men voortaan zou spreken van de 'Clementijnse Vrede’.

Paus of niet, hij wilde leven als een gewoon mens. Elke dag ontving hij in het Vaticaan 13 armen aan wie hijzelf de soep serveerde. Hij hoorde geregeld de biecht in Sint-Pieter, waar hij zijn eigen biechtstoel had, en ging al even vaak op ziekenbezoek.


Paus Clemens IX

Clemens IX wou de Turken beletten Europa verder binnen te dringen. Uiteindelijk kon hij ook de Franse koning ertoe overhalen om Venetië te helpen in zijn weerstand. Volgens Clemens was Venetië immers de laatste dam tegen de islam. Daarom ervoer hij de val van Candia op 6 september 1667 en de Turkse bezetting van Kreta als een persoonlijk drama. Hij overleefde het niet en stierf op 9 december. De Romeinen zouden zijn dood lang betreuren.

Er zijn verscheidene verklaringen voor Malachias’ profetie. Zo komt de familie van de Paus oorspronkelijk uit Lombardije, waar de oude geschiedenis ervan nauwkeurig zou opgetekend zijn. Het "Teatro Araldico," een werk dat de wapens weergeeft van de oudste en adellijkste families van Italië, beschrijft het familiewapen als een schild, waarop een zwaan staat met een ster erboven. Een andere verklaring, uit de zeventiende eeuw, is dat deze paus tijdens het conclaaf een kamer bewoonde die bekend stond als "de kamer der zwanen." Nog een andere verklaring verwijst naar zijn voorganger Alexander VII, waarvan Clemens IX de persoonlijke secretaris was. Alexanders familienaam Chigi zou daarbij verwijzen naar het Italiaanse woord voor zwaan: "Cigni," en in Alexanders wapen is een ster te zien.

Profetie 85: De Flumine Magno [Van de grote Rivier]

Clemens X [1670-1676]

Echte naam: Emilio Altieri [Rome, 13 juli 1590 - Rome, 22 juli 1676]

Emilio kende een zeer onopvallende loopbaan in de kerk. Clemens X was bisschop van Camerino [1626] en nuntius in Napels en Polen. Zijn voorganger benoemde hem pas tot kardinaal toen hij al in de tachtig was. Na een maandenlang conclaaf werd hij op 29 april 1670 als zwakke compromiskandidaat tot opvolger gekozen van Clemens IX. Hij steunde Jan Sobieski van Polen in zijn strijd tegen de Turken. Met Lodewijk XIV kwam hij in conflict over de regaliën. De keuze van zijn neef, kardinaal Paluzzo Altieri, als naaste medewerker bleek een fatale misgreep. Als paus moest hij, wegens zijn gevorderde leeftijd, het gezag feitelijk overlaten aan zijn neef kardinaal Paluzzo Altieri, die hiervan misbruik maakte.Tijdens zijn pontificaat werd Bernini als hofarchitect vervangen door C. Rainaldi.

De profetie van Malachias duidt op de geboorteplaats van Clemens X. Hij werd in Rome geboren. In 1590 was er bovendien het ongewone verschijnsel dat in juli 1590 de Tiber buiten zijn oevers trad.

Profetie 86: Bulla Insatiabilis [Onverzadigbaar Beest]

Innocentius XI [1676-1689]

Echte naam: Benedetto Odescalchi [Como, 19 mei 1611 - Rome, 12 augustus 1689]

Benedetto Odescalchi werd geboren in een rijke koopmansfamilie in Como, waar hij een opleiding kreeg bij de Jezuïeten. Vervolgens studeerde hij rechten in Napels en Rome. In 1645 maakte paus Innocentius X hem kardinaal-legaat in Ferrara, waar hij door zijn hulp aan de ernstig zieken al gauw de bijnaam "vader der armen" kreeg. In 1650 werd hij bisschop van Novara: opnieuw gaf hij geld uit om het lijden van de armen en zieken in zijn diocese te verlichten. Met toestemming van de paus gaf hij deze post in 1656 op ten gunste van zijn broer Giulio en vertrok hij naar Rome. Hij nam er deel aan verschillende congregaties.

Na het overlijden van paus Clemens IX in 1669 was Benedetto reeds een sterke kandidaat als opvolger, maar de Franse vorst Lodewijk XIV verhinderde zijn verkiezing. In 1676, toen zijn opvolger Clemens X stierf, probeerde Lodewijk weliswaar opnieuw de verkiezing van Benedetto Odescalchi te dwarsbomen, maar ditmaal vond hij een meerderheid van de kardinalen en de Romeinen tegenover zich. Op 21 september 1676 werd Benedetto officieel tot de nieuwe paus Innocentius XI gekozen.

Het pausschap van Innocentius XI werd gekenmerkt door zijn strijd tegen het nepotisme en zijn sobere levensstijl. Onmiddellijk na zijn aantrede bracht hij de uitgaven van de Curie drastisch terug en pakte het nepotisme onder de kardinalen hard aan. Met succes, want het astronomische tekort van 170.000 scudi bij zijn aantreden was binnen enkele jaren omgezet in een overschot. Zelf leefde de paus zeer sober: hij was een ware asceet die het volk meed, de meest onaangename vertrekken van het Vaticaanse paleis bewoonde en eenvoudige gewaden droeg. Voorts spoorde hij de kardinalen en zijn onderdanen aan om eveneens zuiver te leven. Theaters achtte hij immoreel, diepe decolletés waren verboden en de paus stuurde zelfs dienaars door Rome om korsetten en gewaagde kleding in beslag te nemen.

Persoonlijk zeer streng in de leer, veroordeelde hij in 1679 een aantal laxistische jezuïetenstellingen en trad tevens op tegen het quiëtisme van Molinos. Alhoewel hij persoonlijk met Molinos bevriend was, gaf hij toch gehoor aan de wens van de inquisitie en veroordeelde hij in 1687 acht molinistische leerstellingen als ketterij.

Innocentius lag tijdens zijn pontificaat geregeld overhoop met Lodewijk XIV. De Franse vorst probeerde steeds meer zijn invloed te doen gelden over de Kerk, tot woede van de paus. In 1682 dwong Lodewijk de clerus vier Gallicaanse artikelen af, die de macht van de paus over de Kerk in Frankrijk inperkten. Innocentius verklaarde de artikelen nog datzelfde jaar ongeldig.

Om de paus tegemoet te komen ging Lodewijk zich vervolgens als de meest christelijke vorst van Europa gedragen. Zo herriep hij in 1685 het Edict van Nantes, wat een hernieuwde gewelddadige vervolging van de Franse protestanten [Hugenoten] inluidde. Innocentius liet echter weten deze drastische maatregelen niet op prijs te stellen.

Innocentius zette zich onvermoeibaar in voor de bevrijding van Wenen in 1683, toen de stad werd belegerd door de Turkse legers. Hij spoorde de Duitse vorsten en de Poolse koning Jan Sobieski aan legers te sturen naar Wenen en verstrekte hen omvangrijke sommen geld.

Speciale missen en klokgelui in Rome moesten de naderende ramp afwenden. Men vreesde dat de val van Wenen het einde van het christendom inluidde. Uiteindelijk doorstond Wenen het beleg en de Turken werden verslagen.

De paus zond tevens een nuntius naar Engeland, de eerste kerkelijke afgevaardigde die het land sinds 100 jaar aandeed. Innocentius had echter weinig waardering voor de rigoureuze methodes van de Engelse vorst Jacobus II om het katholicisme in zijn land te herstellen. Bovenal bestond de vrees dat de invloed van het katholieke Frankrijk zou groeien, dat juist op gespannen voet stond met de paus. Innocentius kwam de vorst dan ook niet te hulp tijdens de Glorious Revolution in 1688, toen Jacobus II van zijn troon werd gestoten door de protestante stadhouder Willem III van Nederland.

Innocentius stierf op 12 augustus 1689, na reeds lange tijd in zwakke gezondheid te verkeren. In 1714 zette paus Clemens XI het zaligverklaringsproces van Innocentius in werking, maar wegens Franse protesten werd dat in 1744 weer opgeschort. Pius XII verklaarde hem op 7 oktober 1956 zalig. Zijn feestdag is 13 augustus. Het grafmonument voor Innocentius in de Sint Pieter is van P. Monnot, naar een ontwerp van C. Maratti.


Pauselijk wapen van Innocentius XI

De verklaring van de Heilige Malachias wijst naar het wapen van Innocentius XI, waarop een leeuw en een roofvogel voorkomen, die beide de naam hebben onverzadigbare beesten te zijn.

Profetie 87: Paenitentia Goriosa [Glorievol berouw]

Alexander VIII [1689-1691]

Echte naam: Pietro Ottoboni [Venetië, 22 april 1610 - Rome, 1 februari 1691]

Petrus Ottoboni was Paus van 6 oktober 1689 tot aan zijn dood en mocht zich verheugen in heel de rijkdom en de sociale status van een afstammeling als een der aanzienlijkste families in Venetië. Hij was de zoon van Marco Ottoboni, kanselier van Venetië. Alexander VIII studeerde rechten aan de Universiteit van Padua en stond bekend als een uitstekend jurist.

Paus Innocentius X benoemde Pietro Ottoboni in 1562 tot kardinaal, later, in 1564, werd hij de bisschop van Brescia en Datarius in Rome. In Rome sloot hij zich aan bij de conservatieve stroming van de Zelanti.

Op 6 oktober 1689 werd Pietro Ottoboni met steun van koning Lodewijk XIV tot paus gekozen. Daarop gaf Lodewijk XIV in 1690 Avignon en Venaissin aan de Kerkelijke Staat terug. De paus streefde naar verzoening met Lodewijk XIV maar verwierp wel de vier Gallicaanse artikelen die de macht van de paus over de kerk in Frankrijk inperkten. Hij overlaadde zijn familie met rijkdommen. Er werden voordelige huwelijken gesloten. Zijn neven Marco en Pietro Ottoboni verhief hij tot kardinaal.


Paus Alexander VIII

Gedurende zijn pontificaat verwierf Alexander VIII voor de Vaticaanse Bibliotheek, de bibliotheek van koningin Christina van Zweden. Deze bibliotheek bevatte veel manuscripten. Met de aanduiding Reginenses wordt naar deze handschriften verwezen.

Malachias: De voornaam van de Paus was Petrus. Petrus had diep berouw, nadat hij zijn meester driemaal had verloochend.

Profetie 88: Rastrum in Porta [Rooster in de Deur]

Innocentius XII [1691-1700]

Echte naam: Antonio Pignatelli [Spinazzola, 13 maart 1615 - Rome, 22 september 1700]

Innocentius was Paus van 16 juli 1691 tot aan zijn dood. Hij werd geboren als zoon van een Napolitaanse markies van de Italiaanse familie Pignatelli [waartoe ook de in 1954 Heilig verklaarde Jozef Pignatelli behoorde]. Op twintigjarige leeftijd kwam hij aan het pauselijk hof. Na in Florence, Warschau en Wenen nuntius te zijn geweest werd hij in 1681 gewijd tot kardinaal gevolgd door zijn benoeming in 1687 tot aartsbisschop van Napels.

Innocentius XII zou de geschiedenis ingaan als een 'goede' paus. Zijn verkiezing verliep andermaal erg moeizaam. In het conclaaf speelde nu de tegenstelling pro-Frans contra pro-Duits. Het geduld van de Romeinen werd zwaar op de proef gesteld, ondanks hun rumoerige protesten. Na vijf maanden was er nog steeds niets uit de bus gekomen. Eindelijk, op 15 juli was het zover: kardinaal Antonio Pignatelli zou voortaan paus Innocentius XII heten.

Met zijn sikje en zijn lange neus had men deze Napolitaan gemakkelijk polichinel kunnen noemen, maar het gebrek aan eerbied nog daargelaten, niemand zou dit ooit gedaan hebben wegens de uitzonderlijke goedheid van deze paus. 'Mijn neven, dat zijn de armen' verklaarde hij graag. Hij was de paus die als eerste paal en perk stelde aan de plaag van het nepotisme. Deze kwaal was opgedoken in de 8ste eeuw ten tijde van Adrianus I, maar kreeg pas echt vorm in de 13de eeuw met Bonifatius VII. Het was uiteindelijk een instelling geworden en de titel 'Kardinaal-neef groeide zelfs uit tot een officiële functie. Alleen al in de 17de eeuw had het nepotisme de Kerk 7 miljoen écu's gekost, en dat was slechts een deel van de ontvangen voordelen. Het was de oorzaak van intriges en oorlogen en het pausdom ging er langzaam aan ten onder.


Paus Innocentius XII

Met zijn motto en met de pauselijke bul Romanum decet Pontificem verbood hij elke toekomstige paus zijn familie te verrijken met kerkelijke diensten. Wat Innocentius XI niet was gelukt, lukte hem wel en hoewel er nog enkele malen misbruik van werd gemaakt, behoorde het instituut kardinaal-nepoot tot het verleden.

Andere maatregelen van Innocentius XII waren de priesters erop te wijzen wat van hen verwacht werd als kerkelijke vertegenwoordiger - vervullen van geestelijke taken- en opkomen en zorg dragen voor de behoeftigen. Dit laatste was een bittere noodzaak, doordat Rome te kampen had met pestepidemieën, overstromingen en aardbevingen.

Op politiek vlak had de crisis, veroorzaakt door de Spaanse troonopvolging, positieve gevolgen voor de betrekkingen tussen de paus en Frankrijk. Lodewijk XIV , die bondgenoten nodig had, toomde zijn vijandigheid tegenover Rome in en deed een aantal belangrijke toegevingen. Helaas, die verbeterde relaties met Frankrijk betekenden het einde van de betrekkingen met de keizer. Ambassadeurs van Leopold I begonnen in Rome pijnlijke incidenten uit te lokken.

Op 11 september 1697 versloeg Eugeen van Savoye de Turken in Zenta, en op 30 oktober maakten de verdragen van Rijswijk een einde aan de Negenjarige Oorlog; twee gebeurtenissen die de oude paus plezier deden. Het Heilig Jaar 1700 werd hem fataal. Ondanks zijn ziekelijke toestand ging hij in op alle audiëntie-aanvragen van de pelgrims. Op 27 september 1700 stierf hij van uitputting.

Malachias’ profetie duidt op de volledige naam van de Paus, Antonio Pignatelli del Rastrello, waarbij Rastrello voor rooster staat.

Profetie 89: Flores Circumdati [Met bloemen omringd]

Clemens XI [1700-1721]

Echte naam: Giovanni Francesco Albani [Urbino, 23 juli 1649 - Rome, 19 maart 1721]

Paus Clemens was, zoals zijn naam al suggereert, van Albanese komaf. Hij studeerde in Rome klassieke talen en rechten en theologie. Op éénentwintigjarige leeftijd werd hij prelaat. In 1690 benoemde Paus Alexander VIII hem tot kardinaal-diaken. Tijdens het Conclaaf van 1700 werd hij gekozen tot paus.

In de Spaanse Successieoorlog tussen Oostenrijk en Frankrijk, koos hij aanvankelijk de zijde van de Franse koning Lodewijk XIV. Daarop viel de Oostenrijkse keizer van het Heilige Roomse Rijk, Jozef I, Italië binnen. Jozef rukte op richting het Vaticaan en onder druk van een mogelijke bezetting sloot Clemens een verdrag met hem, waarin hij beloofde de broer van Jozef, Karel te zullen erkennen als koning van Spanje.

Onder Clemens begon de strijd tegen het Jansenisme. Hij vaardigde daartoe de zeer omstreden bul Unigenitus, waarin de Jansenisten werden veroordeeld als ketters. De strijd over deze bul zou de hele achttiende eeuw aanhouden.

Tijdens zijn pontificaat kwamen ook de relaties met China onder druk te staan omdat de paus de goddelijkheid van de Chinese keizer veroordeelde.


Paus Clemens XI

Clemens was een intellectuele paus. Zijn enorme bibliotheek werd tussen 1864 en 1928 geveild.

Urbino, zijn geboortestad, heeft een bloemenslinger in haar wapen. Tijdens de regering van Clemens XI werd er een munt geslagen met de woorden Flores Circumdati.

Profetie 90: De Bona Religione [Van een goede religie]

Innocentius XIII [1721-1724]

Echte naam: Michael Angelo Dei Conti [Palestrina, 13 mei 1655 - Rome, 7 maart 1724]

Hij werd in 1655 geboren als zoon van Karel II, Hertog van Poli. Hij studeerde in Ancona en in Rome aan de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit.Paus Alexander VIII benoemde hem tot pontificaal kamerheer. Door Paus Innocentius XII werd hij tot bisschop bevorderd. Hij werkte vervolgens als apostolische Nuntius in Luzern en Lissabon alvorens Paus Clemens XI hem in 1706 verhief tot kardinaal. Tijdens het woelig Conclaaf van 1721 werd hij gekozen tot paus.


Paus Innocentius XIII

Zijn korte pontificaat werd gekenmerkt door een niet aflatende strijd met de Jezuïeten van wie hij vond dat zij zich moesten richten naar de pauselijke decreten. Franse bisschoppen benaderden hem [tevergeefs] met het verzoek om de tegen de Jansenisten gerichte Bul Unigenitus in te trekken.

De Paus behoorde tot de beroemde familie Conti, die zoveel Pausen aan de Kerk heeft geschonken. Daarom kan Malachias’ profetie vertaald worden als "Uit een goede godsdienstige familie."

Chris De Bodt