|
|
|
|
Download PDF
De miraculeuze stem van de Heilige Clelia Barbieri [1847-1870] De H. Clelia Barbieri is de jongste stichtster in de geschiedenis van de Katholieke Kerk wiens stem men heden op miraculeuze wijze nog hoort. Ze is de Patroonheilige van zij die belachelijk gemaakt worden omwille van hun geloof. met het gebed voor de armen. Zij werd door Paus Paulus VI zalig verklaard in 1968. Haar heiligverklaring door Paus Johannes Paulus II volgde in 1989. Haar feestdag is 13 juli.
Heilige Clelia Barbieri Clelia werd op 13 februari 1847 geboren in het dorpje LeBudrie van San Giovanni in Persiceto, in de achterbuurten van Bologna, Italië. Haar korte leven beroerde iedereen die met haar in contact kwam. Ze is de stichtster van de Congregatie van de "Miniemen van de Zorgvolle Moeder," die zich bezighoudt met de hulp in hospitalen en lagere scholen voor zieken, ouderen en eenzamen, en met het gebed voor de armen. Ze is ook de jongste stichtster van een godsdienstgemeenschap in de geschiedenis van de Katholieke Kerk.
Clelia werd geboren in een arm gezin van henneptelers. Haar vader Giuseppe stierf tijdens een cholera-epidemie die in 1855 door Italië raasde. Clelia was amper 8 jaar oud. Zonder hem stonden Clelia’s moeder, haar twee zussen en haar vijfenzeventigjarige grootvader voor een moeilijke toekomst. Maar Clelia was een grote troost voor haar moeder, en hielp haar door te leren werken met het weefgetouw en hennep te weven. Zelfs op deze leeftijd was Clelia heel godvruchtig en leerde ze van haar moeder en de parochiepriester zoveel mogelijk over het Katholieke geloof. Nadat ze leren lezen en schrijven had, werd Clelia’s catechismus haar favoriete boek, omdat het haar over God onderwees en haar aanmoedigde in haar deugdzaamheid.
Toen ze vijftien was, stichtte haar parochiepriester, Vader Gaetano Guidi, een groep gekend als "De Christelijke Doctrine Werkers" [of ook "Werkers van de Christelijke Catechismus"]. Het was een groep jonge leraren waar Clelia ook lid van was. Ze onderwees de catechismus aan kinderen en beheerde een kleine plattelandse lagere school waar de leerlingen slechts een paar jaar jonger waren dan zijzelf. Na verloop van tijd kwamen ook de mannen en vrouwen de lessen volgen, samen met hun kinderen.
Geboortehuis Heilige Clelia
Geboortekamer Heilige Clelia Clelia wordt de jongste stichtster in de geschiedenis van de Kerk
Clelia had zichzelf volledig aan Jezus gegeven en weigerde minstens twee huwelijksaanzoeken. In het gebed vroeg ze God om een geestelijke vriend die haar zou vervoegen en waarmee ze broederlijk zou kunnen samenleven. Theodora Beraldi, die zes jaar ouder was dan Clelia, werd die speciale vriend, en geïnspireerd door haar uitzonderlijke deugdzaamheid en vroomheid, moedigde Clelia andere meisjes aan om hen te vervoegen. Tijdens deze tijd legde Clelia onder de begeleiding van haar parochiepriester en geestelijk begeleider, Vader Guidi, persoonlijke geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af.
Clelia was pas twintig jaar oud toen ze deze kleine groep van jonge vrouwen met gelijkaardige godsdienstige ideeën inspireerde om haar te vervoegen in de uitvoering van liefdadigheid en goede werken. Ze kochten een klein huis nabij een kerk in LeBudrie [Italië], en begonnen een gemeenschapsleven, maar ze behielden hun wereldlijke status zolang Clelia leefde. Ze wijdden zich toe aan het onderrichten van de Christelijke Leer, naaiwerk, ziekenhulp en het verlenen van alle vormen van bijstand aan de behoeftigen. Eén van Clelia’s idealen voor haar gemeenschap, was dat er geen "bruidsschat" nodig was, zodat zelfs de armste aspiranten haar Gemeenschap konden vervoegen.
Tijdens de stichting van haar Gemeenschap werd Clelia in 1867 heel erg ziek. Ze kreeg tuberculose en na een medisch onderzoek stelde men vast dat ze een boeteketting met pinnen droeg, die drie keer rond haar lichaam was gewikkeld. Zo werd één van de boetedoeningen die ze deed bekend. Ze werd zo ziek dat haar familie een priester liet komen om haar de laatste Sacramenten te geven, en net toen hij op het punt stond dat te doen werd Clelia klaarwakker en zei tot haar familie en de omstanders: "Waarom wenen jullie? Wees niet bang; de Heer zal me deze keer nog niet wegnemen. Hij verwacht nog meer van me."
Het eerste religieuze huis werd geopend op 1 mei 1868. De meisjes leefden in gemeenschap, droegen een grijs kleed en sliepen op houten bedden met hooimatrassen. Hun dag bestond uit een afwisseling van gebed, geestelijke literatuur en werken [naaien, spinnen en weven].
Een aantal opmerkelijke wonderen tijdens het leven van Clelia
Kort na de stichting van de Gemeenschap begonnen veel ongewone dingen te gebeuren. Toen er geen voedsel in huis was bad de gemeenschap onder begeleiding van Clelia, en kort nadien ging de deurbel en ontvingen ze een voedseldonatie. Clelia koos de H. Franciscus van Paola als de patroonheilige van de Gemeenschap, en dankzij het bidden om zijn bemiddeling waren er bij verschillende gelegenheden op uitzonderlijke wijze giften van brood, bloem, wijn en ander basisvoedsel.
Clelia was ook gezegend met andere mystieke gaven, zoals bleek toen ze van de moeder van Anne Forni, een lid van de gemeenschap, een hoeveelheid appels kreeg. Clelia legde de appels op tafel, verdeelde ze in drie groepen en zei: "Diegene die je in de boomgaard geplukt hebt en die je op de grond gevonden hebt zal ik houden. Maar de derde groep kan ik niet aannemen omdat je ze niet op eerlijke manier bekomen hebt." De vrouw had in feite een paar appels van de bomen in iemand anders’ boomgaard geplukt. Daarnaast genas "Moeder" Clelia, zoals ze gekend was, veel mensen door het gebruiken van olie van de lamp die voor het portret van de H. Franciscus van Paola brandde.
Op een dag, toen ze bij het raam van het gemeenschapshuis stond, wees ze naar een nabijgelegen veld en voorspelde ze: "Zie je dat veld naast de kerk? Daar zal het nieuwe huis komen. Maar ik zal er niet meer zijn. Jullie zullen groeien in aantal en jullie verspreiden over de vlakten en in de bergen om in Gods wijngaard te werken. Velen zullen met koetsen en paarden komen."
Ik zal altijd bij jullie zijn en jullie nooit verlaten
Alles wat Clelia voorspeld had gebeurde uiteindelijk. Clelia stief op 13 juli 1870 aan tuberculose. Ze was 23 jaar oud. Haar laatste woorden waren profetisch: "Wees moedig omdat ik naar het Paradijs ga, maar ik zal altijd bij jullie blijven ook. Ik zal jullie nooit verlaten." Deze voorspelling werd ook werkelijkheid, want kort nadien bewees ze haar aanwezigheid door haar stem te laten horen. Het miraculeuze fenomeen van haar stem gebeurde voor het eerst tijdens de avond van 13 juli 1871, precies één jaar na haar dood, toen de Zusters in de kapel aan het bidden waren. De Zusters verklaarden: "Plots hoorden we een hoge, harmonieuze en hemelse stem die samen zong met het koor. De stem ging van rechts naar links. Soms passeerde ze dicht bij de oren van één van de Zusters. De vreugde die ze bracht vulde onze harten met een gelukzaligheid die onmogelijk in woorden kan uitgedrukt worden. Dit was niet van deze wereld. Die dag leefden we in het paradijs. Soms moest iemand de kamer verlaten.. De emoties die we meemaakten waren zo sterk dat ze ons ademloos maakten tot iemand moest roepen: Genoeg, Lieve Heer, genoeg."
Deze miraculeuze gebeurtenis verdreef alle gedachten aan slaap. Ze besloten de nacht in aanbidding voor het H. Sacrament door te brengen, in een nabijgelegen kerk. Opnieuw verklaarden ze: "Maar groot was onze verbazing toen we vaststelden dat de stem ons was gevolgd en samen met ons de gebeden zei!" Clelia’s stem bad samen met hen tot dageraad. Het was de eerste verjaardag van haar overlijden. Sinds die dag heeft ze hen nooit meer verlaten, en vervoegd ze hen in de meest uiteenlopende omgevingen en omstandigheden.
Ten tijde van Clelia’s dood leefden er slechts tien meisjes in de gemeenschap. Nadat de Regel van de Orde door het Vaticaan werd goedgekeurd, traden meer leden toe tot de gemeenschap, velen onder inspiratie van de stem van de heilige stichtster. Na de tweede wereldoorlog waren er 236 leden. Tijdens de jaren 1950 liep het aantal tegen de driehonderd. Heden heeft de bloeiende orde vijfendertig instellingen over heel Italië. De Zusters voelden de roep uit het buitenland en begonnen met buitenlandse missies. Huizen van de Orde werden geopend in Kenia, India, en Tanzania [Afrika], waar een aantal plaatselijke jonge vrouwen de deugden en idealen van de heilige stichtster beoefenen.
Clelia’s stem wordt ook vandaag nog gehoord
In de gemeenschappen van Usokami en Wadakanchery horen de Zusters Clelia’s stem mee zingen en bidden in het Swahili en Malayalam. Wanneer ze in het Latijns bidden, bidt Clelia ook in het Latijn.
Clelia’s stem wordt nog regelmatig gehoord in de huizen van de Orde. Vooral in LeBudrie hoort men de stem samen zingen met de Zusters, tijdens religieuze lezingen, en tijdens hun gesprekken. Men hoort ze ook samen met de priester tijdens de viering van de H. Mis, en tijdens de preken.
In 1970 verklaarde de Moeder Overste van de Orde in LeBudrie het volgende aan Joan Carroll Cruz, de auteur van het boek "Mysteries, Marvels and Miracles in the Lives of the Saints": dit wonderbaarlijk geschenk stimuleert ons om goed te doen, ons geloof te versterken. Het is een verlichting voor de beproevingen van het leven, en doet ons naar de hemel verlangen.
Kerk in Le Budrie
Prachtig schilderij van de H. Clelia in de Kerk in Le Budrie
Sanctuarium in Le Budrie In een latere brief, die ontvangen werd voorafgaand aan de publicatie van het bovenvermelde boek, bevestigd de Moeder Provinciaal van de orde, Silvana Magnani, dat het wonder nog steeds gebeurt. Ze schrijft: "De stem begeleidt ons in onze gebeden in het Italiaans, en met gebeden in andere talen; in onze missiepost in Tanzania spreekt de stem Swahili: in India spreekt ze Malayalam."
De stem van de H. Clelia Barbieri werd beschreven als een stem die totaal anders is dan eender welke op deze wereld. Ze is altijd zoet en vriendelijk en werd soms vergezeld van engelentonen. Ontelbare getuigen van onberispelijke integriteit, waaronder haar oorspronkelijke gezellinnen, verschillende oversten en zusters van de Orde, priesters en leken in het ziekenhuis van de Orde, hebben getuigd dat ze de stem gehoord hebben. Veel getuigen hebben zelfs gezworen verklaringen afgelegd voor kerkelijke rechtbanken, die het wonder onderzochten met het oog op zowel de zaligverklaring op 27 oktober 1968, als haar heiligverklaring door Paus Johannes Paulus II op 9 april 1989.
De hemelse stem van de H. Clelia bevestigt haar belofte die ze voor haar dood deed aan haar gezellinnen: "Wees moedig omdat ik naar het Paradijs ga; maar ik zal altijd bij jullie blijven ook; Ik zal jullie nooit verlaten."
In het boek "Een liefdeslied-de H. Clelia Barbieri" van Paolo Risso ["Un canto d’amore-Santa Clelia Barbieri", Torino, 1898], zegt de biograaf van de H. Clelia: "En de H. Clelia laat ons nog altijd haar stem horen zoals op die eerste verjaardag van haar dood. Haar nonnen, en vele anderen, blijven haar stem horen die bidt, zingt en voorspreekt. De stem is vol van vreugde als ze goed nieuws aankondigt voor haar familie, de kerk en de wereld. Ze is bedroefd wanneer er lijden op komst is. Ze is altijd kalm en bemoedigend, een waarachtig teken dat God ons nooit verlaat."
Haar relikwieën liggen in een mooie urne in het religieuze huis van de Gemeenschap in LeBudrie [Bologna,Italië]. Velen die haar aanbidden komen haar heiligdom bezoeken, om te bidden in aanwezigheid van haar relikwieën. En het is van hieruit dat vele zegeningen voortgekomen zijn voor Italië en de hele wereld.
Urne van de H.Clelia
"Oh Heer God, U ziet dat het mijn wens is om van U te houden, en te proberen om U niet te beledigen. Oh Heer, open Uw Hart en stort de vlammen van liefde uit. Ontvlam mijn hart met deze vlammen en doe me branden van liefde." H. Clelia Barbieri Vertaling: Mario Lossie
|
|
|
|
|