Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 17. Het Voorteken

  
 
Download PDF

Hoofdstuk 17: Het Voorteken

Er daalde een zoete genade neer op een bergdorpje in Italië. De naam van de plaats was beroemd maar slechts weinigen realiseerden zich de omvang van de verschijnselen. Er waren meer wonderen dan eender waar sinds de tijd van Jeruzalem. Het was als een membraan tussen twee dimensies. Zo’n honderdzestig kilometer van Rome lag Assisië een versterkte stadsstaat. Na z’n val had het Westerse Rijk te lijden onder invasies door barbaren, en raapte vervolgens de moed bijeen om tegen de Turken en andere vijanden te vechten, zoals Keizer Frederick II die tegen de steden in de regio opkwam en die zo gevreesd werd dat sommigen dachten dat hij de Antichrist was.

In die gespannen en chaotische tijd was er een bijzondere monnik, John Bernardone. Omdat z’n vader, een rijke handelaar, veel tijd in Frankrijk doorbracht, kreeg hij de bijnaam Franciscus, hetgeen "Fransman" betekende. Franciscus, die gevangen genomen werd tijdens een strijd tussen de steden Perugia en Assisië, had zowel de gevangenschap en een daaropvolgende ziekte met geduld doorstaan. Het leek wel of ze een voorbereiding waren op zijn bekering, die plaatsvond toen Franciscus een spreekwijze te horen kreeg dat luidde: "dien de meester in plaats van de man". Vervuld met de H. Geest had Franciscus al z’n aardse bezittingen weggeven en zijn wereldlijke activiteiten vervangen door het gebed. Franciscus was een vriend van Dominicus, die hij in Rome had ontmoet, en was ook de ontvanger van spreekwijzen die zoals aangename regen over Assisië werden uitgestort. Op een dag was hij aan het bidden in een bouwvallige kleine kapel, toen er vanuit een Byzantijns kruisbeeld een stem kwam die zei: "Ga na daarheen, Franciscus, en verbouw mijn huis, want het staat op instorten!"

Franciscus had de boodschap letterlijk geïnterpreteerd en begon de kleine kerk te verbouwen. Later hervormde hij ook de volledige Christelijke Kerk door een grote religieuze orde te stichten, die we kennen als de bruin geklede, sandalen dragende Franciscanen. Ze verspreidden het geloof waar er twijfel heerste en mirakels waar rationalisme heerste. Ze zweerden het "ik" af en vervingen het door dienstbaarheid aan God.

Dit was een enorm geheim dat de Maagd koesterde: Zelfverloochening en losmaking van het "ik," het "ik" aan de kant zetten en zich enkel richten op wat God wilde bracht blijvende voldoening. Er was geen andere weg naar blijvende innerlijke rust dan door het diepste niveau van nederigheid te bereiken. Men ontving veel troost voor zo’n losmaking van het "ik" en Franciscus zelf, een meester in onbaatzuchtigheid, was als een wandelende verschijningsplaats. Hij was de grootste mysticus sinds de eerste eeuw. Velen waren getuige van de wonderdadige kracht van z’n nederig gebed, zijn onbaatzuchtig gebed, of zagen hem daadwerkelijk in gesprek met hemelse wezens.

Een jonge man die Franciscus in het geheim in het bos gevolgd was, hoorde plots ongewone stemmen en was verbaasd toen hij Franciscus omringd zag door een licht dat de gedaanten van Christus, Johannes de Doper en Maria bevatte. Andere monniken zagen deze zelfde gebeurtenissen ook, maar het beroemdst waren de stigmata van Franciscus, bloedende wonden in de voeten en handen zoals die van Christus. Hij kreeg de stigmata op de berg Alverna toen hij vastte ter ere van Maria en de Aartsengel Michaël. De wonden werden aangebracht door een serafijn met zes vleugels van vuur, en tijdens die historische gebeurtenissen beweerden getuigen dat het leek alsof de berg Alverna in brand stond.


Franciscus van Assisi

Voor hen die, zoals Franciscus, nadachten over Maria en haar kracht kenden, kwam het niet als een verrassing dat haar verschijningen en haar vuur toenamen naarmate de spirituele oorlog voortduurde en een onheilspellende wending maakte. Franciscus had de vijand gehoord. Hij had zelfs het gezicht van de duivel gezien. Tijdens de avonden van eenzaam gebed in de kapel of in een grot, leek het alsof iemand achter Franciscus verscholen zat of dat een angstaanjagend hoofd over z’n schouders keek. Biograaf Jöhannes Jorgensen schrijft: "Dan hoorde hij stemmen in de stormen die door de bergbossen fluisterden, de duivels lachten met hem, terwijl de uil huilde. Maar het ergste van al was het bijna onhoorbaar gefluister dat in de doodse stilte van de nachtelijke uren in de oren van Franciscus klonk, alsof het gefluisterd werd door hatelijke en boosaardige lippen..."



Assisi-Basiliek

De wereld was een gevaarlijke plek, een plaats van beproeving. Elke eeuw had zijn eigen kwaad, maar er waren eeuwen en tijden dat het kwaad een piek leek te bereiken. Het was net zo’n tijd. De gebeurtenissen groeiden naar een soort hoogtepunt. Het kwaad hing in de lucht, evenals de kastijding. "Uit de zee stijgt het Beest op dat, met klauwen zoals de beer en de muil van de leeuw en de ledematen en gelijkenis van de luipaard, woedend z’n muil opent om de Heilige Naam te belasteren en onophoudelijk z’n speren naar Gods Tabernakel en de heiligen in de hemel werpt," schreef Paus Gregorius in een bijna razende encycliek, toen Frederick de pauselijke staat en de paus zelf uitdaagde.

Zo’n opschudding maakte de kalmte van Franciscus nog opmerkelijker en dat was zelf het bewijs dat de broeder in contact stond met een kracht die niet van deze wereld was. Maria was z’n toevlucht, maar hij maakte geen heisa rond elke verschijning. Hij beschouwde zo’n verschijnselen als routine. Hij wou nooit opvallen. Hij was zoals zijn patrones, de Maagd. Er was een verborgenheid rond hem terwijl hij op aarde was. "Eer aan God, omdat Hij dingen verbergt." [Spreuken 25:2]. Franciscus onderwees dat "wanneer Gods dienaar troost van God ontvangt in het gebed, zou hij, voordat hij zijn gebed beëindigd, zijn ogen naar de hemel moeten opslaan en met gevouwen handen tot God zeggen: ‘Heer, Gij hebt Uw troost en vriendelijkheid uit de hemel naar mij, een onwaardige zondaar gezonden. Ik geef ze terug aan U, opdat Gij ze voor mij moge bewaren." Hij was een mysticus zoals er maar één of twee in een millennium voorkomen en heiligheid, zelfverloochening, en strikte trouw aan religieuze stellingen openden de poort der mirakels. Franciscus onderwees dat niemand de kennis van de hemel kon verkrijgen zonder nederig te zijn. De hemel verlangde hoofdbuigingen, zoals men Maria zo vaak zag doen, want nederigheid en wijsheid verdreven verleiding. Wat ieder in de ogen van God is, dat is hij en niets meer, zei Franciscus die zelf een dienaar was, een prediker, een kleine broeder die zichzelf onwaardig vond voor het priesterschap en dus nooit werd ingewijd. "Ik ben de aankondiger van de grote Koning," zei hij op een dag toen een bende rovers hem vroegen wie hij was.

Een aankondiger, niets meer. Hij stond in nauw contact met de geest van de Maagd, die over heel Assisië hing en waar op een dag een belangrijke basiliek zou gebouwd worden, de Heilige Maria der Engelen. Men zag haar in de oude stad, niet enkel door Franciscus maar ook door z’n volgelingen. Toen Petrus van Montecchio na de dood van Franciscus op een dag zat te mediteren over het Lijden van Christus, verscheen de Heilige Moeder samen met Johannes de Evangelist en Franciscus. "Wees niet bang, beste broeder, want we zijn gekomen om je te troosten en je twijfels weg te nemen," zei Johannes, "Weet daarom dat de Moeder van Christus en ikzelf meer dan eender welk wezen gerouwd hebben om het Lijden van Christus, maar na ons heeft de H. Franciscus meer leed gevoeld dan eender wie. En daarom zie je hem in zo’n heerlijkheid."

Toen broeder Petrus vroeg waarom het gewaad van Franciscus prachtiger leek dan dat van Johannes, antwoordde de apostel dat "hij eenvoudiger kledij droeg dan ik omwille van z’n liefde voor Christus."

Deze mystiek werd ook ervaren door een non met de naam Clara. Toen Assisië door de soldaten van Frederick belegerd werd, ging Zuster Clara bij de deur van haar klooster staan en had een zilveren en ivoren ciborie met het Communiebrood uit de kerk bij zich. Uit de ciborie kwam de stem van een Kind die zei: "Ik zal altijd jouw beschermer zijn." De belegering stopte en de handlangers van Frederick vertrokken.


Heilige Clara

Toen Clara stief zag ze op haar sterfbed een verschijning van Maria. Naar verluid zag Clara een optocht van hemelse maagden in witte kledij en gouden linten rond hun lichtgevende haar. Eén maagd was groter en mooier dan de anderen, en verlichtte de kamer als de zon. Het was Maria, die zich over Klara boog en haar bedekte met een sluier van licht. Het was onder die sluier dat Clara de eeuwigheid inging.

Maria verscheen ook aan monniken zoals Conrad van Offida, die haar met haar Gezegende Zoon in zo’n oogverblindende pracht zag, dat ze helderder waren dan al het licht. Deze verschijningen maakten deel uit van de vele verschijningen die nooit formeel geregistreerd werden. Ze werden nooit als officiële verschijningen beschouwd. Maar ze werden steeds talrijker. Toen een Franciscanenpriester uit de provincie Marches tijdens de Mis bij het Maria Voorwoord kwam, kwam Gods genade in zo’n vloed en met zo’n zoete troost, dat hij het bijna niet meer kon uithouden toen hij bij het