Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus.

  
 
Download PDF

A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus.

Hoofdstuk 1. Hoe dit lijdensverhaal ontstond

Tijdens de avond van 18 februari 1823 kwam een vriend naar het bed toe, met mijn sluimerende ziekte. Getroffen door de edele, ernstige uitdrukking, van hoe het lijden haar aangezicht had getroffen, offerde hij, in een korte gemoedsbeweging, de Passie van de Heer, samen met het leed van allen die, Hem volgend, hun kruis hadden gedragen, aan de Hemelse Vader op.

Toen hij, onder dit inwendig gebed, even zijn blik op haar met stigmata getekende handen richtte, stak zij die plotseling, rillend alsof iemand er op geslagen had, onder het deken. Verbaasd vroeg de bezoeker: "Wat scheelt er?" De zieke antwoordde hierop, in een toon vol betekenis: "Heel wat!" Terwijl de vraagsteller nadacht over haar antwoord, scheen de zieke diep te slapen. Na een kwartier richtte zij zich ineens, met de levendigheid van iemand die in een hevige strijd is verwikkeld, overeind en, zittend thans, strekte zij haar armen en hield zij de vuisten gebald, aan de linkerkant van het bed, als was het om de vijand af te weren. Terwijl riep zij in vurige toorn: "Wat wilt gij met de schuldbrief van Magdala?"

De bezoeker, die helemaal niet begreep wat dit kon beduiden, vroeg verwonderd: "Wie wil daar iets met de schuldbrief van Magdala?" en hevig, zoals iemand die in de strijd wordt onderbroken door een vraag over de oorzaak ervan, antwoordde zij: "Wel, daar komt de vervloekte, de aartsleugenaar, de satan, en houdt hem de schuldbrief van Magdala, alsmede andere schuldbewijzen voor de ogen en zei dat hij dit alles verkwist had!"

Op de vraag wie er wat verkwist had en tot wie dit alles gericht was, klonk het antwoord: "Wel, tot Jezus, mijn bruidegom, in de Hof der Olijven." Zij keerde zich opnieuw met dreigende gebaren naar haar vijand toe aan de linkerkant en zei: "Wat wilt u met die schuldbrief, vader der leugen? Heeft Hij in Thirza niet zevenentwintig arme gevangenen met het geld van Magdala losgekocht? Ikzelf heb het gezien, ja, en nu beweert gij dat Hij het goed te gronde heeft gericht, de vrouw en de hofbewoners heeft verdreven, en de opbrengst vergooid! Maar wacht, ellendeling, vervloekte, gij zult gebonden worden en gewurgd. Zijn voet zal uw kop verpletteren."

Hier werd zij in haar mededelingen onderbroken door de komst van een andere persoon. Men was van mening dat zij geijld had en zij beklaagde haar wegens haar ziekte, wat zij dankbaar aannam.

De volgende morgen bleek, dat zij die avond in de geest Onze Lieve Heer had gevolgd, terwijl Hij zich, na de instelling van het Heilig Sacrament, naar de Olijfberg begaf en daarginds Zijn verschrikkingen, tijdens de eerste zes kwartieren, duidelijker te zien had gekregen dan ooit tevoren. Het was haar echter voorgekomen alsof iemand met een soort verering de wondtekens in haar handen had aangestaard, wat haar, terwijl er Onze Heer bij was, iets verkeerd scheen te zijn dat zij, haar handen wegtrekkend, had gezegd: "Het scheelt nog heel wat, dat ik verdienen zou, aldus eerbiedig te worden bejegend."

Zij vertelde na wat zij op de Olijfberg had gezien. Dag na dag werden deze mededelingen voortgezet en zo is de reeks van Passiebeelden ontstaan die men hier vinden zal. Daar zij ook gedurende de bastentijd, onder smart en verzoeking voor haarzelf, de strijd herdacht die door onze Heer in de woestijn werd gestreden, kwamen er in het Passieverhaal enkele leemten, wat echter, dankzij haar eerder opgeschreven mededelingen en dagelijkse beschouwingen over het lijden van Jezus, makkelijk kon worden hersteld.

Gewoonlijk sprak zij Nederduits, in een toestand van verrukking ook een taal die vaak het Hoogduits benaderde. Kinderlijkheid en bezieling wisselden elkaar af in haar relaas. Al het gehoorde, dat onder hinderlijke omstandigheden in haar aanwezigheid slechts uiterst zelden, en dan nog maar met een paar trekken, kon worden genoteerd, werd thuis onmiddellijk op schrift gezet. De Schenker van al het goede gaf de kracht der herinnering, de vlijt en de gesteldheid der harten om zich over vele hindernissen heen te zetten, die het werk mogelijk hebben gemaakt zoals het is. De schrijver deed wat hij kon en verzoekt in dit bewustzijn de welwillende lezer om de aalmoes van het gebed.