Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 29: De Geest van Opstand

  
 
Download PDF

Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 29: De Geest van Opstand

Het was niet alleen voor de Azteken een miraculeus teken, maar voor de hele Kerk die het schisma had overwonnen om dan in haar grootste crisis te vallen. Want op hetzelfde moment dat Maria de Nieuwe Wereld opeiste, trok tweedracht de Kerk in de Oude Wereld uiteen. Er was een omwenteling aan de gang en het was begonnen toen de briljante, maar emotionele Maarten Luther zijn vijfennegentig scripties aan een kasteelkerk in Wittenberg had opgehangen, waar hij gekend was als een prikkelbare professor die de autoriteit van Rome verwierp, en die uiteindelijk iedereen vervloekte die ze gehoorzaamde.


Maarten Luther [1483-1546]


Twee bladzijden uit de 95 stellingen


31 oktober 1517: Luther slaat de 95 stellingen
aan de Slotkapel te Wittenberg

De Kerk had zeker en vast vele gebreken. Ze verkocht nog steeds gunsten, alsof de paus controle had over het vagevuur en haar wereldlijkheid onderworp haar aan wereldlijke oordelen. Velen klaagden dat hebzucht en simonie (het verkopen van kerkelijke functies), gewoon doorgingen en dat de Kerk te betrokken was bij burgerlijke zaken, vaak op een strenge manier. Na wat gekend was als de "Evil May Day" opstanden in Londen, liet de plaatselijke kardinaal zestig opstandelingen opknopen.


London, Evil May Day, begin mei 1517: opstanden aan de St. Paul's Cathedral,
gericht tegen de vreemdelingen in London

Maar de catastrofale verdeling door Luther ging veel verder dan nodig, en er waren zaken in het leven van Luther die op een onevenwicht wezen. Luther was een oprecht Christen, met retorische bekwaamheden en kennis van de Bijbel, maar hij was ook vaak geneigd tot drastische en grillige stemmingswisselingen. Volgens biograaf Erik H. Erikson, beweerden drie van Luthers tijdsgenoten dat hij in z’n vroege of midden twintigerjaren in het koor plots op de vloer was neergevallen tijdens een lezing van [Markus 9:17], terwijl hij voor ongekende redenen op een vreemde en angstaanjagende manier schreeuwde. Dat soort kwellingen volgden Luther tot in het graf, evenals z’n overtuiging dat de Kerk op één of andere manier schuldig was aan z’n spirituele angst.

Luthers theses werden bekend gemaakt op 31 oktober 1517, met als gevolg dat de geest van verdeeldheid zich over heel Europa verspreidde. Hoewel hij ooit aan Maria was toegewijd, waarbij hij een afbeelding van haar in z’n kamer hield en geloofde dat zij de "verpersoonlijkte heiligheid, de zuiverste aanbidster van God, de meest verheven vrouw en na Christus het prachtigste juweel in het Christendom" was en haar in z’n eigen theses beschreef als een vrouw die nooit bekritiseerd mocht worden maar wel diep vereerd, een vrouw die hij zelf aanriep in momenten van nood of crisis, en erkende als de "Moeder van God" begon Luther veel dingen die met het Katholicisme geassocieerd waren aan te vallen, en zij die z’n voorbeeld volgden begonnen een vreselijke aanval op het celibaat, priesterlijke genaden, en de sacramenten. Ze beweerden dat de Bijbel de enige bron van gezag moest zijn, en terwijl geen enkele Christen ooit de Schrift zou relativeren, ging dit in tegen wat Christus had gezegd over het zenden van de Heilige Geest over Zijn volgelingen [Handelingen 1:8], wat de deur openzette voor traditie, doctrine, en persoonlijke openbaringen.

Zij die protesteerden of "Protestanten" wilden hier niets van weten, en zo werden vijftienhonderd jaren van wijsheid, vijftien eeuwen van traditie en openbaring teniet gedaan. De verdeeldheid was het meest radicaal in Zwitserland. De crisis was zo erg dat Maria er in 1531 twee maal verscheen, één keer nabij Luzerne, waar op Pinksterzondag een groep hervormers die een beeld van haar hadden verbrijzeld door een lichtstroom werden opgeschrikt, en op 11 oktober 1531 in Gubel, tijdens een gevecht tussen Protestanten en de traditionele Roomse Christenen.

De geest van verdeling was als een virus dat buiten de controle van Luther lag. Er was onenigheid tussen de Protestanten en ze werden gesplitst in kleinere splintergroepen zoals Quakers, Calvinisten, Baptisten en Anabaptisten. De Kerk was één grote verdeelde warboel, net zoals de maatschappij, die in 1537 de Kerk van Engeland formeel zag afscheiden van Rome toen de paus geen annulering wou toestaan aan Hendrik VIII's huwelijk.


Hendrik VIII 1537, de weigering om het huwelijk te ontbinden met Catharina van Aragon,
is de aanleiding tot de afscheiding van de Engelse Kerk



Catharina van Aragon

In Duitsland was er een boerenopstand die leidde tot de verkrachting van nonnen en wrede aanvallen op 132 kloosters.

Die aanval werd vergezeld van de intellectuele aanval van rationalisten wiens macht groeide naarmate de prestaties van de mensheid groeiden. Nieuwe, indrukwekkende ontdekkingen waren voor de arroganten een aanwijzing dat er geen nood was aan welke kerk dan ook en dat de hoogste vorm van intelligentie de mens was, niet God. In plaats van nieuwe uitvindingen als een geschenk uit de hemel te beschouwen, liet de mens zo’n ontdekkingen het geloof in het spirituele ondermijnen. God werd naar de achtergrond verdreven want vele dingen die ooit aan het bovennatuurlijke werden toegeschreven werden nu verklaard door de wetenschap, die indrukwekkende vooruitgang maakte in astronomie, biologie en scheikunde.

Er waren derdemachtsvergelijkingen en er was de bestudering van de bloedsomloop en er waren nieuwe chemische producten van zwavel. Men begreep hoe de planeet in mekaar zat en hoe ze rond de zon draaide, evenals het feit dat ze rond was, en niet plat. Het enige wat nodig was om deze problemen op te lossen was observatie, logica en deductie. De mens was in staat om de dingen zoals het weer en de seizoenen te begrijpen en mappen te tekenen van een ooit mysterieuze en schijnbaar magische aarde zonder er iets bovenzinnelijks bij te betrekken. In de opwinding, in de euforie van de ontdekking zou de mens afdwalen naar het extreme van enkel te aanvaarden wat met de fysieke zintuigen kon gezien worden en zou het geloof verpletterd worden, net zoals de scholastiek voor twijfel gezorgd had bij Luther. Geloof was buitenzintuiglijk weten. Geloof tartte de fysieke logica. Het focuste op God. Geloof steeg boven de mens uit terwijl de wetenschap en hyperrationalisten dachten dat alles rond mensen moest draaien en geloofden dat de mens, niet God, z’n eigen lot in handen had, net zoals de werken van oude Griekse en Romeinse filosofen hadden aangegeven.

En zo was er een scheuring tussen Protestanten en Katholieken, maar er was ook een nog grote verdeeldheid tussen zij die in het spirituele geloofden en zij die enkel het fysieke aanvaardden. Het was een scheiding die elk jaar groter zou worden. Humanisme. Zelfaanbidding. Terwijl mannen zoals Michelangelo, die niet bang waren van religie, een grote, algemene visie hadden ... getuige waarvan de creatie van meesterstukken zoals het plafond in de Sixtijnse Kapel ... neigden anderen tegen de goddeloosheid aan van de Renaissance.


Plafond Sixtijnse Kapel

Aan de Koninklijke Universiteit van Londen waren wetenschappers gemachtigd om menselijke dissecties uit te voeren, en Nederlandse opticiens stonden op het punt de moderne telescoop uit te vinden. Er was zoölogie en zelfs embryo’s werden bestudeerd.

Er was geen nood meer aan verbeelding.

Er was geen nood meer aan mythen.

Er was geen nood meer aan God.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie