|
De eindtijdprofetieën van de Profeet Daniël
|
|
|
|
Download PDF
De eindtijdprofetieën van de Profeet Daniël Als ik denk aan het boek Daniël, moet ik altijd terug denken aan een opvallend voorval uit 1983, tijdens het derde jaar van de "Lamb & Lion Ministries," een instelling, opgericht in 1980, die de mensen naar Jezus leidt als Hun Heer en Redder, onafhankelijk van enige andere instelling.
Tijdschrift Lamb & Lion Ministries Op een keer kreeg ik een telefoon van een bewoner uit de streek tussen Ft. Worth en Dallas, Texas, de mid-cities genaamd. Hij zei dat hij regelmatig luisterde naar het radioprogramma dat ik in die tijd maakte. Hij wou weten of ik naar de zondagavondviering in zijn kerk wou komen om over bijbelprofetieën te spreken. Ik antwoordde hem dat ik het met plezier wou doen als de priester het mij zou vragen.
Toen antwoordde hij me: "Dat is nu net het probleem." "Onze priester houdt niet zo van bijbelstudies op zondagavonden, hij geeft de voorkeur aan uitbundige vieringen met zangers en dansers. Het zal niet eenvoudig zijn hem ertoe aan te zetten om jou als gastspreker uit te nodigen en zo vraag ik u mij eens een uit het oog springend onderwerp te willen geven."
Ineens kwam een onderwerp in me op waar je niet neen zou kunnen tegen zeggen. Wat dacht u van: "De toekomst van de planeet aarde tijdens onze dagen?"
"Ha! Dat zal aanslaan," antwoordde hij me. "Nu nog veel bidden zodat ik onze voorganger kan overtuigen."
De volgende namiddag belde de man me terug op en hij was zodanig enthousiast dat je hem kon horen zonder telefoontoestel. "Loof de Heer!" riep hij, "onze priester ging akkoord om u uit te nodigen zonder dat we er moesten over redetwisten. Ik kondigde uw onderwerp aan, en hij zei: Nodig hem uit!"
Wat de man niet wist, en wat wij we beiden later ontdekten was, dat op het moment van zijn akkoord om te mogen komen spreken, de priester aan zijn bureau een boek aan het lezen was met als titel: "De toekomst van de grote planeet aarde in onze dagen." Dit boek was een regelrechte aanval aan het adres van Hal Lindsey, en daarmee een ontkenning van bijbelprofetieën. De voorganger dacht dus dat ik over dit boek zou komen vertellen omdat de titel van mijn voordracht hetzelfde klonk als dat van het boek! God heeft een groot gevoel voor humor!
Toen het ogenblik van de voordracht daar was, duurde het niet lang eer ik door had dat ik een probleem had. De priester stelde mij voor als "ziehier een deskundige over de Bijbelse profetieën, die u zal duidelijk maken dat er niet zoiets bestaat als bijbelprofetieën, hij zal u uitleggen waarom Hal Lindsey een dwaas is."
Het is niet nodig om te zeggen, dat ik erg ontdaan was toen ik hem hoorde spreken, want in werkelijkheid was dit boek een heftige aanval op Hal Lindsey, en een ontkenning van de bijbelse profetieën.
De priester dacht op het ogenblik van mijn voordracht dat ik deze ontkenning zou toelichten en eveneens ondersteunen, want de titel van mijn voordracht was dezelfde als de titel van het bewuste boek. Alsof ik akkoord ging met wat de auteur beweerde, wat dus niet het geval was! Heeft God soms geen groot gevoel voor humor?
Ik stapte het podium op, klopte de pastoor lichtjes op de schouder en zei zachtjes, "Ik ben bang dat er een grote vergissing in het spel is. Ge moet namelijk weten dat ik wel geloof in de bijbelprofetieën en Hal Lindsey heeft het dus wel bij het rechte eind. Zou ik het spreken dus niet beter opgeven en naar huis terugkeren?"
De priester dacht even na en zei: "Neen, begin er maar aan, maar hou het kort."
Met de handpalmen vol zweet en een droge mond, stond ik voor de microfoon en zei: "Neem uw Bijbel en ga naar Handelingen, Hoofdstuk 2." Ik was van plan hen te tonen hoe de eerste preek gebaseerd op het Evangelie, de preek van apostel Petrus met Pinksteren, van het begin tot het einde helemaal gewijd aan Messiaanse bijbelprofetieën die toen reeds vervuld waren door Jezus.
Toen ik de "Handelingen 2" wou beginnen voor te lezen, keek ik even op naar mijn toehoorders en zag tot mijn verbazing dat niemand een Bijbel bij zich had! Ik vroeg hen dan de aanwezige kerkbijbels te gebruiken. Iemand riep me toe, "We hebben hier geen bijbels."
Ik vroeg aan sommigen onder hen op zoek te gaan in de Bijbelklassen, en er een paar van daar mee te brengen. Intussen zongen we drie liedjes om de tijd op te vullen. Toen ze terugkwamen, zei een van hen: "We vinden nergens een Bijbel in deze kerk!"
Toen besloot de pastoor om enkele Bijbels te gaan halen uit zijn bureau. Hij kwam terug met 6 exemplaren en verdeelde ze onder de 200 aanwezigen.
Opnieuw vroeg ik mijn toehoorders het hoofdstuk bij "Handelingen 2" te nemen. Ik hoorde hen bladeren en dat ging zo een tijdje door, omdat niemand het hoofdstuk "Handelingen 2" terugvond. Toen besloot ik om hen wegwijs te maken in de bijbel.
Ik vertelde hen eerst over de opdeling in het Oude en het Nieuwe Testament. Ik leerde hen daarna het onderscheid te maken tussen de verschillende boeken binnenin het Oude en het Nieuwe Testament. Toen liet ik hen uiteindelijk het boek "Handelingen" ontdekken.
Nadat ik de preek van Petrus in "Handelingen 2" had uitgelegd, vroeg ik hen te zoeken naar het boek Daniël, een onderdeel van het Oude Testament. Toen stond de pastoor op en sprak: "Sorry, maar het boek Daniël is verboden in mijn kerk."
Toen ik hem vroeg waarom, kreeg ik als antwoord: "Het is duidelijk dat je niet over een seminariegraduaat beschikt want indien je dat wel had dan zou je begrijpen dat het boek Daniël niet authentiek is. Het lijken profetieën, maar ze zijn echter geschreven lang na de gebeurtenissen die het beweert voorspeld te hebben."
Ik stond verbijsterd en ik was vastbesloten om deze opmerking niet te laten voorbijgaan zonder een antwoord. Dus begon ik aan een argumentatie die de geldigheid van Daniël’s profetieën moesten staven, maar elke keer opnieuw dreef hij met de nodige minachting de spot met mij. Teneinde raad vroeg ik hem: "Hebt u liever dat ik naar huis ga?"
Hij antwoordde: "Neen, maar spreek niet over het boek Daniël." Ik stond daar voor een tijd, nog steeds in een staat van verbijstering. Toen hernam ik en vroeg ik de congregatie om naar Genesis 3:15 te gaan en zei ik: "Ik wil jullie de allereerste bijbelse Messiaanse profetie uit de Bijbel tonen."
Maar, nog voor ik kon aanvangen, onderbrak de priester mij opnieuw. Hij sprong op en zei: "Het spijt me maar ik kan u niet toestaan dit vers te lezen want ik weet dat je de maagdelijke geboorte van Jezus zal verkopen als een profetie terwijl wij hier, in deze Kerk, niet geloven in de maagdelijke geboorte!"
Dit alles vond plaats in de belangrijkste protestantse kerkgemeenschap.
Het gehate boek
De houding van de priester ervoer ik als een algemene houding bij de hedendaagse christenen. Daniël is inderdaad het meest controversiële boek van de bijbel. Vrijdenkers haten het omdat ze niet geloven in de goddelijke oorsprong van de geschriften en het boek Daniël is een grote getuigenis van de goddelijke inspiratie. Het bevat namelijk een van de meest opmerkelijke bijbelprofetieën die zowel sterk gedetailleerd zijn qua inhoud als breed in tijdsperspectief, met name van de tijd van Daniël zelf tot op de dag van de Tweede Komst van de Messias. Ooit zei iemand: "Daniël schreef meer nauwkeuring in de verleden tijd dan iemand een relaas doet van de feiten nadat de profetie zich heeft voltrokken."
Om het boek in diskrediet te brengen voerden de liberaal gezinden binnen de Kerk het argument aan dat het lang na Daniëls tijd werd geschreven door iemand die zich voor hem uitgaf. Zij schatten de geschriften van ongeveer 100 jaar voor Christus. Ze schatten de geschriften van de tijd na de Griekse tiran, Antiochus Epiphanes, die regeerde van 175 tot 164 voor Christus. De reden waarom ze zo vastbesloten zijn is omdat het Boek Daniël de regering van Antiochius in detail voorspelt, de wreedheden die hij tegen de Joden heeft verricht, inbegrepen.
Maar de inspanningen van de vrijdenkers om het boek naar de prullenmand te verwijzen zijn allen vergeefs gebleken. Een van de sterkste tegenbewijzen is het feit dat Daniël terug te vinden is in de Septuagint [Griekse vertaling van het Oude Testament en de Apocriefen]. Dat zijn de vertalingen van wat we noemen het Oude Testament van het Hebreeuws naar het Grieks. Het werd gedaan door een groep van 70 Hebreewse geleerden uit Alexandrië, Egypte, zo’n 280 jaar vóór Christus. Lang dus voor de komst van Antiochus Epiphanes.
En er is ook Josephus, de joodse historicus en hogepriester van de eerste eeuw die schrijft dat, wanneer Alexander de Grote naar Jeruzalem kwam, in 333 vóór Christus, hij aan deze laatste toonde dat er een profetie geschreven was over zijn veroveringstochten en zijn rijk, in het boek van Daniël. Alexander de Grote was zodanig onder de indruk dat hij de stad van de vernietiging gespaard heeft [Joodse Oudheden, vol 11, p. 311].
Maar het grootste bewijs van de authenticiteit van het boek van Daniël is terug te vinden in het Nieuwe Testament in Mattheüs 24:15 waar Jezus zelf de profetieën van Daniël aanhaalt en hiermee dus persoonlijk het bewijs levert van de authenticiteit van het boek.
De merkwaardige Profeet
Wie was Daniël eigenlijk? In 605 vóór Christus overmeesterde Nebukadnezar II, de Koning van Babylon, de stad Jeruzalem, hoofdstad van het gebied Juda. Hij verwijderde de koning van Juda en verving hem door zijn achtienjarige zoon Jojachin.
Acht jaar later, op het ogenblik dat Jojachin rebelleerde, viel Nebukadnezar II Juda opnieuw binnen, palmde Jeruzalem voor een tweede keer in, en verving Jojachin door zijn oom, Zedekia. Tien jaar later toen Zedekia de rebellelie weer aanwakkerde, viel Nebukadnezar II een derde maal de stad binnen en besliste komaf te maken met de joodse opstanden. Aldus vernietigden de Babyloniërs in 587 BC de stad Jeruzalem volledig met inbegrip van Solomons tempel en maakte ze aldus een einde aan de Davidische lijn van koningen.
In de drie keer dat Nebukadnezar II Juda binnenviel en Jeruzalem overmeesterde, nam hij krijgsgevangenen mee naar Babylon. Na de eerste inval in 605 BC, nam hij een handvol joodse gevangenen mee. Het waren de zonen van de voornaamste joodse elite, waaronder Daniël [Daniël 1:3-4, 6-7].
Daniël was toendertijd slechts 15 jaar oud, maar hij onderscheidde zichzelf onmiddellijk als een iemand met een spirituele maturiteit door het weigeren van niet-koosjer voedsel te nuttigen dat de koning hem te eten gaf. Op dezelfde wijze bracht Daniël in het jaar 82 zijn leven in gevaar, door een gebod van koning Darius van het Medo-Perzische keizerrijk, te weigeren. Niemand kon 30 dagen lang bidden tot gelijk welke god behalve tot de koning zelf. Daniël’s weigering zich neer te leggen bij dit gebod zette de koning ertoe aan hem in een leeuwenkuil te gooien, maar zijn leven werd gespaard door een goddelijke tussenkomst.
Daniël was gedurende zijn leven een man van geloof, gebed en een smetteloze deugd. Hij werd geciteerd door de profeet Ezechiël, een van zijn tijdgenoten, als een van de drie meest rechtvaardige mensen die ooit geleefd hebben, samen met Job en Noah [Ezechiël 14:14]. Tijdens een bezoek van de engel Gabriël, te lezen in Daniël 9:23, werd hem gezegd, "God schept een groot behagen in u."
We hebben hier dus te maken met één der opmerkzaamste mensen in de Bijbel.
Nu we de historische context geschetst hebben en we een beeld hebben van de mens Daniël door wie God sprak, gaan we de eigenlijke eindtijd profetieën doorlopen die God hem heeft aangereikt.
- De tijd van de heidenen
- De terreur van de antichrist
- De triomf van Jezus Christus
- Het tijdstip waarop Christus terugkeert.
De tijd van de ongelovigen
Twee jaar na de aankomst van de toen zeventienjarige Daniël in Babylon, liet God Nebukadnezar II een zeer verontrustende droom zien. De koning eiste een verklaring van zijn schare wijze mannen. Wat had hij precies gezien in de droom en wat was de betekenis ervan? Dat wou hij van hen weten. Aangezien de wijze mannen geen passende verklaring konden geven, liet de koning Daniël roepen om zijn droom uit te leggen. Het wekt geen verbazing dat de wijze mannen ontsteld waren bij het horen van de verklaring van de droom.
Toen Daniël het ongewone verzoek van de koning hoorde, vroeg hij biddend aan God om hem te zeggen over wat de droom ging en welke zijn betekenis was. God antwoordde Daniël door hem de volgende mysteries te openbaren. En weer vereerde Daniël God met een lofzang [Daniël 2:20-23a].
Laat de naam van God gezegend zijn voor eeuwig en altijd. Want wijsheid en kracht horen Hem toe. Het is Hij die de tijden en tijdperken doet keren: Hij verwijdert koningen en laat nieuwe aantreden Hij geeft wijsheid aan de wijzen En kennis aan diegene die begrijpen Het is Hij die het diepere en verborgene openbaart. Deze psalm is zeer belangrijk omdat deze het thema samenvat van het gehele boek van Daniël, met name, dat God almachtig is, dat Hij de geschiedenis leidt, en dat Hij over de wijsheid en over de kracht beschikt om menselijke zaken en naties te leiden tot triomf van Zijn goddelijke wil.
Daniël wil het voedsel van de koning niet Later in het boek, maakt Nebukadnezar II een vergelijkbare afkondiging over de goddelijke almacht nadat hij de kastijding van Gods discipline had ervaren [Daniël 4:34b-35].
Gods dominantie is een eeuwigdurende dominantie, En Zijn koninkrijk gaat over van generatie op generatie. En alle bewoners op aarde worden als niets beschouwd Maar Hij handelt volgens Zijn wil in de hemel waar Hij verblijft En onder alle bewoners op Aarde. Nebukadnezars droom
In hoofdstuk 2, vers 31, begint Daniël met de onthulling van Nebukadnezars droom en betekenis. Hij vertelt de koning dat hij in zijn droom een prachtig en ontzagwekkend beeld te zien kreeg: het had een gouden hoofd, een zilveren romp, bronzen dijen en ijzeren benen. De voeten van het beeld waren een mengsel van ijzer en klei. Hij wees de koning erop dat, toen hij het beeld aan het bewonderen was, er plots een grote steen tevoorschijn kwam, een steen dat niet met de hand was uitgehouwen.
Deze bovennatuurlijke steen raakte plots de voeten van het beeld en het gehele beeld was vernietigd. Toen veranderde de steen snel in een grote berg dat de gehele aarde scheen op te vullen.
In vers 36 begint Daniël uit te leggen wat de betekenis is van deze mysterieuze droom. We zijn getuige van een adembenemende overzicht van heidense keizerrijken vanaf de tijd van Nebukadnezar II tot de tijd van de tweede komst van de Messias. Daniël maakt ons duidelijk dat het standbeeld een voorstelling is van de opeenvolgende keizerrijken.
- Een gouden hoofd: Nebukadnezar en zijn Babylonisch keizerrijk.
- Een zilveren romp: het koninkrijk dat Babylonië zal vervangen, dat Daniël later, in hoofdstuk 8, zal identificeren als het Medo-Perzische keizerrijk.
- Bronzen dijen: het volgende koninkrijk in de rij dat Daniël opnieuw identificeert als Griekenland in hoofdstuk 8.
IJzeren benen: het vierde koninkrijk in rij dat we kennen in de geschiedenis was het Romeinse keizerrijk dat uiteindelijk in twee delen uiteen zal vallen.
- Voeten van klei en ijzer: het laatste heidense keizerrijk in de geschiedenis. De onstabiele combinatie van klei en ijzer duidt op een onstabiele confederatie van naties dat zal ontstaan uit het oude Romeinse keizerrijk.
- De bovennatuurlijke steen of het symbool van de terugkeer van de Messias die een einde zal maken aan het laatste heidense koninkrijk en de heidense overheersing door het oprichten van Gods’ koninkrijk op aarde.
Het tijdperk van de ongelovige heersers
Zoals je zal merken, is deze profetie opmerkelijk in zijn draagwijdte, het beslaat meer dan 1.000 jaar vanaf het Babylonische keizerrijk tot de instelling van het duizendjarige rijk van Christus op aarde.
Het is de periode van de tijd waarnaar de bijbel verwijst als "de tijd van de heidenen" [Lucas 21:24], welke zijn aanvang neemt met de laatste koning van Juda, Zedekia [586 vóór Chr.] en zal doorgaan tot wanneer Christus terugkeert en de troon van David in Jeruzalem opnieuw zal oprichten.
Het is naar mijn mening interessant te noteren dat in het boek van Daniël de nadruk wordt gelegd op de periode van heidense dominantie in de wereld. In hoofdstuk 2:4 gaat de taal van het Hebreeuws over naar het Aramees, de taal van de heidense naties in die tijd. En de tekst gaat voort in het Aramees tot het einde van hoofdstuk 7. Het gaat dan weer over in het Hebreeuws in hoofdstuk 8, op dat ogenblik gaat de aandacht over van de heidenen naar het lot van de joden.
Een tijdskloof
Een ander interessant aandachtspunt is dat vanuit historisch perspectief, we duidelijk kunnen zien dat de profetieën een grote tijdskloof vertonen, iets dat vaak voorkomt in bijbelse profetieën. De tijdskloof komt voort tussen het vierde en het vijfde keizerrijk of tussen de ijzeren benen en de leemijzeren voeten.
De tijdskloof is normaal omdat er geen heidens keizerrijk voorkomt in de geschiedenis dat overeenstemt met het keizerrijk van ijzer en leem, over het welke Daniel in hoofdstuk 7 vertelt dat het een confederatie van 10 naties is dat zal herrijzen als het Romeinse keizerrijk.
Het Romeinse Keizerrijk hield op te bestaan in 476 AD. De Oosterse, Byzantijnse zijlijn bleef verder bestaan tot 1453. Door de eeuwen heen zijn er veel pogingen gedaan om het Romeins Keizerrijk te herstellen. De twee grootste inspanningen werden ooit geleverd door Napoleon en Hitler. Maar alle inspanningen waren vergeefs tot de nasleep van wereldoorlog II, die de Europese leiders duidelijk maakte dat hun enige hoop om Europa te heropbouwen, erin bestond door over de grenzen heen te kijken en om samen een Europese supermacht op te zetten.
Deze inspanning leidde de Europese Unie in, een heropleving van het oude Romeinse Keizerrijk dat op dit ogenblik bestaat uit 27 lidstaten. Kan het zijn dat deze uiteindelijk in 10 administratieve regio’s zullen worden verdeeld?
De droom van Daniël
Deze profetie over de opeenvolging van wereldrijken werd 48 jaar later opnieuw bevestigd aan Daniël, toen God hem een droom liet zien. Dit is te lezen in hoofdstuk 7.
Daniel zag een reeks van angstaanjagende beesten uit de zee oprijzen, de zee stond voor het profetische symbool van heidense naties.
Het eerste beest was een leeuw met de vleugels van een adelaar. Het tweede beest was een beer dat op zijn zijde lag en drie tanden in zijn muil vertoonde. Het derde beest was een luipaard met 4 koppen en vier vleugels. Het vierde beest was een beest dat Daniël beschreef als "vreselijk, angstaanjagend en extreem sterk." Het had grote ijzeren tanden en tien hoorns.
De beesten van Daniël 7 Wat Daniël in zijn dromen ziet is dezelfde opvolging van wereldrijken die Nebukadnezar II zag in zijn droom. Met dat verschil echter dat Nebukadnezar II ze aanschouwde vanuit het standpunt van een mens, als iets wonderlijks en groots. God openbaart ze aan Daniël zoals hij ze ziet: als een reeks van roofzuchtige beesten.
Op het ogenblik dat Daniël met afgrijzen naar het laatste beest kijkt, ziet hij opeens tussen de andere tien hoorns een nieuwe kleine hoorn verschijnen die 3 andere hoorns met de wortel erbij naar omhoog wegduwt. Deze kleine hoorn had mensenogen en een mond dat grootsprakerigheid uitkraamde. In vers 24 van hoofdstuk 7, werd Daniël gezegd dat de 10 hoorns 10 koningen voorstellen en dat de kleine hoorn 3 van hen zal onderwerpen en hierbij zich blasfemisch zal opstellen tegenover de Almachtige.
Hier zien we de eerste manifestatie van de antichrist in het boek van Daniël die het laatste heidense Keizerrijk zal doen verrijzen dat de gehele wereld zal omsluiten. Het feit dat het laatste keizerrijk werd voorgesteld als het vierde beest met de 10 hoorns op zijn kop, is een klare indicatie dat het laatste heidense keizerrijk een heropleving zal zijn van het oude Romeinse Rijk.
De terreur van de antichrist
Deze verzen brengen ons tot het tweede hoofdthema van de eindtijd profetieën van Daniël: de antichrist en zijn demonische rol. Daniel zou de profeet van de antichrist kunnen genoemd worden omdat hij ons voorziet met meer informatie dan elke andere profeet, met inbegrip van Johannes in het boek van de Openbaringen, aangaande deze tiran.
In Daniel 7, verzen 8, 25 en 26 bijvoorbeeld beschrijft de profeet de antichrist als een trots man vervuld van grootsprakerigheid, en blasfemie, een vervolger van de joden, een die de wet en de tijden zal veranderen. Hij zal natuurlijk de westerse wetten veranderen gezien het gebaseerd is op de bijbel, en hij zal ook de kalender veranderen gezien deze gelinkt is aan de Jezus’geboorte.
Verder wordt ons duidelijk gemaakt dat hij de joden zal vervolgen gedurende drie en een half jaar, en dan zal er plotseling aan hem en zijn keizerrijk een einde worden gesteld.
Symbolische kenmerken van de antichrist
Daniëls beschrijving van het Griekse Keizerrijk legt de klemtoon op de kracht van zijn leger en de snelle opeenvolgende veroveringen. Dit stemt overeen met het feit dat ons werd gezegd in de Openbaringen dat de antichrist de gehele wereld in drie en een half jaar zal veroveren. Daniël benadrukt ook het ego van de opvallende hoorn. Deze figuur zal erop uit zijn zichzelf sterk te willen verheerlijken [vers 8].
Daniël rondt zijn beschrijving af van de mannelijke geit door ons te vertellen dat de betreffende hoorn zal gebroken en vervangen worden door 4 andere hoorns [vers 8]. Deze profetie werd in de geschiedenis bewaarheid door de dood van Alexander de Grote op de leeftijd van 33 jaar en zijn Keizerrijk viel uiteen in 4 koninkrijken met aan het hoofd 4 van zijn generaals.
Vers 9 van hoofdstuk 8 beschrijft ons het derde symbolische antichristkenmerk. Als we het vertalen volgens de terminologie van hoofdstuk 7 dan heet Daniël dit individu "De kleine hoorn." Hij zegt dat hij zal voortkomen uit één van de vier delen van het koninkrijk van Alexander de grote en dat hij zal oprukken tot het "Beloofde Land Israël."
Deze persoon was een Griekse tiran die wou heersen over het Seleucidische gebied van Alexanders koninkrijk, een gebied dat Syrië en Israël omvat. Zijn naam is Antiochus. Hij was een waanzinnig man die zichzelf als "goddelijk" zag. Hij betitelde zichzelf Antiochus Epiphanes, vertaald "Antiochus, de verpersoonlijking van God." De Joden noemden hem spottend "Antiochus Epimanes," of "Antiochus de waanzinnige," een naam die hem goed typeerde.
Het wezenlijke kenmerk van de antichrist
Laat ons eerst naar de profetie kijken en dan naar het historisch archief. In Daniël 8: 9-12 werd ons meegedeeld dat "de kleine hoorn" de Joden onder de voet zal lopen, God zal lasteren, de Joodse tempel zal onteren, de offerplechtigheden zal verhinderen. Daniël vertelt zelfs hoe lang de ontheiliging van de tempel zal duren. Het zal 2.300 avonden en ochtenden duren eer de heilige plaatsen in ere hersteld zullen zijn [vers 14]. Concreet betekent dit waarschijnlijk dat de offerplechtigheden, ritussen in totaal 1.150 dagen verhinderd zullen zijn gezien er telkens ‘s morgens en ‘s avonds een offerplechtigheid plaatsvond [Exodus 29:38-43].
Het is volgens deze bronnen dat we te weten komen dat Antiochus gedood werd en dit tijdens een invasie in Egypte. Dit nieuws zet een voormalig hogepriester genaamd Jason tot revolteren aan. Deze hogepriester werd door Antiochus afgezet, en hij zag nu de kans om zijn positie terug te winnen. Zo viel hij Jeruzalem binnen met een leger van 1.000 man. De snelle en brutale reactie van Antiochus werd opgenomen in 2 Maccabeeën 11-16.
Toen Antiochus hoorde wat er gebeurd is, concludeerde hij hieruit dat Judea in opstand was gekomen. Vanuit Egypte marcheerde hij als een wild beest richting Judea en stormde de stad Jeruzalem binnen. Vervolgens beviel hij zijn soldaten iedereen die ze ontmoeten, zonder genade, neer te slaan, en ook diegenen die bescherming zochten in hun huizen af te slachten. Het was een bloedbad van jong en oud, van vrouwen, maagden en kinderen. In die drie dagen vielen er veertigduizend doden door geweld en nog eens evenveel toen ze verkocht werden als slaven. En alsof dat nog niet genoeg was had hij de brutaliteit om de allerheiligste tempel in de gehele wereld binnen te vallen. Met zijn onreine handen greep hij naar alle heiligheden van de tempel en met zijn zedenloze handen veegde hij brutaal alles weg wat de vorige koningen gedaan hadden voor het tot stand komen voor de glorie en de eer van de plaats.
De gruwelijkheden van deze waanzinnige figuur worden in nog groter detail beschreven in 1 Maccabeeën 1:23-67. Daar wordt ons gezegd dat hij de tempel van alles ontdoet, van alle zilver, goud en kostbaarheden, een troosteloze plaats.
Twee jaar later viel hij Jeruzalem opnieuw aan. Hij plunderde de stad, stak ze in brand, vernielde de huizen en nam vrouwen en kinderen gevangen. Dan kondigde hij een regeling af die alle joodse gebruiken laat beëindigen. Hij bande offerandes en feestelijkheden en de voorschriften van de sabbat. Hij beval dat alle mannelijke nieuwgeborenen niet besneden mochten worden. En tot grote ergernis is het verboden een exemplaar van de Tora te bezitten.
Dan begint hij opnieuw de tempel te ontheiligen. Hij richt de "gruwel van de totale ontreddering" op, boven het altaar. Met name het standbeeld van de Griekse God Zeus.
Deze informatie in "1 Maccabeeën" geeft ons de preciese datum terug van de ontheiliging van de tempel door het oprichten van het standbeeld van Zeus door Antiochus: op de vijftiende dag van Chislev [Hebreeuwse maand], in het jaar 145. Dit is te lezen als 8 december, 168 vóór Christus. Later wordt ons verteld in "Maccabeeën" dat de tempel gereinigd werd en het altaar heropgericht door Judas Maccabeeus op Chislev 25 in 165 vóór Christus, slaande op een periode van 1.150 dagen, precies zoals voorspeld in Daniël 8:14 [1 Maccabeeën 4:52].
Daniël zoekt uitleg
Hier wordt Daniël in hoofdstuk 8 het visioen van drie koningen gegeven: Darius, Alexander de Grote en Antiochus Epiphanes. Zij symboliseren sterk het type van de antichrist, maar dat begrijpt Daniël nog niet op dat moment.
Alexander de Grote Dus vraagt Daniël aan de Heer om het visioen [vers 15] uit te leggen. Hierop zendt de Heer de engel Gabriël die hem vertelt dat het visioen "zal blijven duren tot het allerlaatste moment" [vers 17].
Hij benadrukt opnieuw in vers 19 dat het visioen betrekking heeft "op de laatste periode [De Grote Beproeving] en dat dit zal aanhouden tot het gepaste moment bij het einde."
Deze uitleg maakt duidelijk dat Antiochus en de andere koningen slechts symbolische types van de Antichrist zijn. De echte Antichrist zal niet eerder komen dan tijdens de eindtijd.
De ware antichrist
Dit brengt ons naar Daniëls openbaring van de echte Antichrist die de kenmerken van Darius, Alexander en Antiochus in zich verenigt. Een schrikwekkende beschrijving van hem is te lezen in Daniël 8: 23-26, zo angstwekkend dat Daniël geschokt, uitgeput en ziek werd voor meerdere dagen [vers 27].
Hij werd beschreven als:
- Schaamteloos [vers 23]
- Bedreven in intriges [vers 23]
- Beschikt over bovennatuurlijke krachten [vers 24]
- Vernietigend [vers 24]
- Wilskrachtig [vers 24]
- Als een helleveeg [vers 25]
- Misleidend [vers 25]
- Egoïstisch [vers 25]
- Godslasterend [vers 25]
Het enige goede nieuws in deze passage is de zekerheid dat Daniël ook vernomen heeft dat de antichrist uiteindelijk vernietigd zal worden door God [vers 25].
Verdere informatie over de antichrist
De volgende referentie naar de antichrist is terug te vinden in hoofdstuk 9 in de profetie van Daniël: de 70 weken-jaren [9:24-27].Er wordt aan Daniël gezegd dat een bevel zal uitgevaardigd worden om Jeruzalem her op te bouwen en dat 69 weken of jaren later [483 jaren] de Messias het contact zal verliezen en Jeruzalem opnieuw vernietigd zal worden.
In vers 26 wordt ons een indicatie gegeven voor wat betreft de persoon van de antichrist. Er wordt ons gezegd dat de antichrist afkomstig is van hen die de Tempel zullen vernietigen volgend op de dood van de Messias. Deze mensen zijn natuurlijk de Romeinen! Dus de antichrist zal een afstammeling zijn van de Romeinen.
In vers 27 wordt aan Daniel kenbaar gemaakt dat de laatste week van het jodendom [gedurende de zevenjarige periode van de beproevingen] zal aanvangen met de ondertekening van een overeenkomst tussen de antichrist en de joden, hoogstwaarschijnlijk een overeenkomst die Israël de vrede waarborgt om zo hun Tempel te kunnen heropbouwen.
Maar het is ook geopenbaard dat de antichrist gedurende de drie en een half jaar van de laatste zevenjarige periode zijn gemaakte belofte tegenover de joden niet zal houden. De antichrist zal net zoals Antiochus de tempel ontheiligen, de offerandes belemmeren en de stad in droefenis onderdompelen.
En toch zijn we er zeker van dat de antichrist vernietigd zal worden tijdens deze gebeurtenis. Daniel is verteld dat de vernietiging diegene zal treffen die diepe droefenis over de mensheid brengt [vers 27].
Het lot van de antichrist
De ultieme vernietiging van de Antichrist wordt bevestigd in Daniëls laatste woorden over de antichrist. Het werd gevonden in Daniel 11. Daniël spreekt over verschillende meedogenloze koningen die symbolisch verwijzen naar de antichrist. Opvallend is dat de 3 belangrijkste van deze figuren een voornaam dragen die begint met de letter A.
- De vierde koning van Perzië na Darius: Ahasuerus [vers 2]
- Alexander de Grote [vers 3]
- Antiochus III, de Grote [vers 11]
- Antiochus Epiphanes [vers 21]
Opnieuw wordt Antiochus Epiphanes voorgesteld als het klassieke voorbeeld van de antichrist [verzen 21-35]. Hij kenmerkt zich als een gemeen, misleidend man vol van intriges. Een persoon wiens hart tegen God is. Hij wordt ook voorgesteld als de oorlogsvoerder die zal overwinnen en plunderen en zelfs de joodse tempel zal ontwijden door de offerandes te verhinderen en de oorzaak te zijn van de gruwel van verwaarlozing en vernietiging.
Vers 36 luidt een plotse overgang in als Antiochus Epiphanes tot de antichrist verwordt in de Eindtijd.
Het is dan [Eindtijd vers 35] dat de koning enkel zal doen wat hem bevalt, zichzelf zal prijzen en verheffen boven gelijk welke god terwijl hij monsterlijke dingen zal uitspreken tegen de God van alle goden, en hij zal het kunnen volhouden tot op het einde van het strijdgewoel tijdens de "Tijd der beproevingen."
In deze passage tonen de volgende verzen ons aan dat hij naast een hevig egoïstisch en godslasterend, ook sterk vechtlustig en veel geld wil bezitten.
Vanaf vers 40 krijgen we een overzicht van de militaire campagne van de antichrist tijdens deze eindtijd, die zal plaatsvinden in het Midden Oosten, waarschijnlijk als reactie op rebellerende naties in dat gebied [verzen 40-45].
Er wordt ons gezegd dat de antichrist een inval zal plegen in het Beloofde land [Israel] en dat hij zal aangevallen worden door de "Koning van het Zuiden" en de "Koning van het Noorden" [heel waarschijnlijk Egypte en Syrië]. Hij zal de naties van het Midden Oosten onder de voet lopen [behalve Jordanië], waar hij belet zal worden binnen te vallen [heel waarschijnlijk door de overblijvende joden die zich daar schuil houden].
Hij zal zich naar Egypte begeven om rijkdommen van het land te plunderen. Maar "geruchten van uit het oosten en het noorden" zullen hem in de war brengen [waarschijnlijk Russische legers en het Verre Oosten die opstandig zijn]. Hij zal terug trekken tot aan het gebied [gelegen tussen de zeeën of de vallei van Armageddon] wachtende op de aankomst van deze legers. Het is in deze vallei dat satan zijn definitieve nederlaag tegemoet zal gaan [Danïel 11: 45, Joël 3: 9-17 en Openbaringen 19: 14-24].
Dit gehele onderdeel van de Schrift zou je kunnen omschrijven als de "Slag van Armageddon" want het leidt de antichrist naar de plaats waar hij en zijn legers op een bepaald ogenblik de totale ondergang tegemoet zullen gaan wanneer Christus terug zal verschijnen en door Zijn goddelijk woord de definitieve ondergang van het kwade zal bewerkstelligen [Zacharia 14:12 en 2 Tessalonicenzen 2:8].
De Zege van Jezus Christus
Dit voert ons naar het derde thema van de Eindtijd van het boek Daniël. Het is de absolute zege in de geschiedenis die God ons zal geven door middel van Zijn Zoon. Christus was belasterd en gekruisigd bij Zijn eerste komst, maar als hij zal terugkomen dan zal Hij van alle valse blaam gezuiverd worden en geprezen.
De eerste tekenen van zijn zege wordt ons gegeven in hoofdstuk 2. Herinner je je Nebukadnezar II’s droom van een mooi reuzegroot mannenstandbeeld? Het laatste heidens koninkrijk, gemaakt uit kleien en ijzeren voeten zal op bovennatuurlijke wijze vernietigd worden [Daniël 2:34-35].
Herinner je je hoe het werd vernietigd? Door een steen uitgekapt zonder handen [vers 34]. Het raakte de voet en verbrijzelde deze. Die bracht het ganse standbeeld naar beneden en toen vormde zich een berg en die vulde de gehele aarde [vers 35].
Het mannenbeeld Daniël legt uit dat de steen het toekomstige koninkrijk van God op aarde voorstelt, de antichrist vernietigend en een einde maakt aan alle heidense koninkrijken [verzen 44-45]. Zacharia en de Openbaringen onthullen dat dit zal plaatsvinden bij de tweede komst van Christus.
Het volgende visioen van Christus’zege is terug te vinden in Daniël hoofdstuk 7. Daar staat in vers 13 en 14 dat Daniël een nachtelijk visioen krijgt waar hij de mensenzoon ziet voorgedragen worden tot de Allerhoogste God de Vader. Aan Christus werd heerschappij, zege en een koninkrijk gegeven dat alle mensen en naties van waar ook ter wereld zullen dienen [vers 14]. In verzen 18 en 27 wordt er nog verteld dat "de Allerhoogste met al Zijn heiligen" over de gehele wereld zullen heersen.
Dit toekomstvisioen van een toekomstige heerschappij met Christus is een terugkerend thema van Bijbelprofetie terug te vinden in zowel het Oude als het Nieuwe Testament [Isaiah 2: 2-4, 9: 6-7, 11:4-9, Zacharia 14: 1-9, Timothy 2: 12, Openbaringen 2: 26-27, 3:21, 5: 9-10, 20:4]
Gods timing voor Zijn terugkeer
Het vierde en laatste eindtijdthema van het boek van Daniël houdt verband met de timing van Christus’ terugkeer. Daniël verschaft ons verschillende aanwijzingen. De eerste aanwijzing is terug te vinden in Daniël 9:24-27.
In deze bekende profetie, vertelt Daniël ons dat alle profetieën met betrekking tot het joodse volk vervuld zullen worden op het einde van een periode van 490 jaar. Uit zijn profetie blijkt verder dat er een leemte is tussen de eerste 483 jaar and de laatste 7 jaar. We weten uit het Boek van de Openbaringen dat de laatste 7 jaar van deze profetie de basis vormen van de "Tijd van de grote beproevingen" wanneer God zijn toorn zal laten neerkomen op de rebellerende naties in de wereld en tijdens deze gebeurtenis hen tot het uiterste zal drijven, resulterend in de redding van "de rest."
Dus de eerste sleutel betreffende de terugkomst van Christus is dat het zal plaatsvinden op het einde van de "Tijd van grote beproevingen." Deze timing is bevestigd in het boek van de Openbaringen in het nieuw testament [19:1-16].
Daniël staaft deze timing opnieuw in hoofdstuk 12. Daar verwijst hij naar de "Tijd van grote beproevingen" als een tijd van ontbering die de huidige naties nog nooit eerder hebben gezien [Daniël 12:1]. Hij zegt dat sommige van de joodse volkeren zullen gered worden op het einde van deze schrikwekkende periode op het ogenblik dat nog enkele resterende rechtvaardige joden opnieuw zullen opstaan. Dus dit is op het einde van de "Tijd van de grote beproevingen" en zal gebeuren wanneer de Messias terugkomt. [deze uitredding is beschreven in Zacharia 12:10]
Hoofdstuk 12 van "Daniël" verschaft ons 2 sleutels over de terugkomst van de Messias.
Deze sleutels heten de "tekens van de tijd." Het eerste is terug te vinden in vers 4 waar Daniël gezegd werd dat de vervulling van de aan hem meegedeelde profetieën [met inbegrip van de terugkomst van Christus], plaats zal vinden op het "einde der tijden," wanneer veelvuldig reizen en massaal verworven kennis hun ingang zullen vinden. Het ontstaat in de 20ste eeuw en zal met grote snelheid zijn hoogtepunt bereiken zoals we dit nu beleven.
In de verzen 8: 9 is aan Daniël gezegd dat zijn profetieën niet zouden begrepen worden voor de periode van de eindtijd. Nu we in deze eindtijd zijn aangekomen begrijpen we de profetieën en door het verloop van de geschiedenis en de aanwezigheid van technologische uitvindingen.
Bijvoorbeeld, de meeste eindtijd profetieën draaien rond het heroprichten van het volk van Israël. Hoe zouden deze profetieën begrepen kunnen worden zonder de oprichting van Israël in 1948, een feit dat de meeste mensen onmogelijk achtten tot op de dag dat het uiteindelijk toch geschiedde.
En dan zijn er heel wat profetieën die nooit zouden kunnen begrepen worden zonder onze technologische uitvindingen. Hoe zou de gehele wereld het geweld in Jeruzalem kunnen zien zonder de satelliet tv [openbaringen 11:9]? Hoe kan een derde van de aarde weggevaagd worden zonder de opkomst van nucleaire wapens [openbaringen 8:7]? Zo gaat het verder en verder...
Besluit
Daniëls onvoorstelbare profetieën maken duidelijk dat Gods toorn en zegen voor ons klaar liggen. We bevinden ons op de drempel van de dagen van grote beproevingen maar ze zullen gevolgd worden door een periode van zege als Gods heiligen uit het Oude en Nieuwe Testament met volle glorie, samen met Christus zullen heersen over alle naties van de wereld.
De profetieën van Daniël maken ook duidelijk dat God de dingen onder controle heeft. Op Zijn troon gezeten, stuurt Hij de mensengeschiedenis want Hij beschikt over de wijsheid en kracht om Zijn Zoon te laten triomferen over het kwaad van satan en de mens.
Het doorslaggevende thema bij Daniel is de absolute macht van God. Als we willen opgewassen zijn tegen het groeiende heidendom en bedorvene van de huidige wereld, dan moeten we teruggrijpen naar de woorden van Daniël opgenomen in hoofdstuk 2, vers 20-23a.
"Geprezen zij de naam van God, van eeuwigheid tot eeuwigheid, want hij bezit wijsheid en kracht. Hij verandert tijden en uren, Hij zet koningen af en stelt koningen aan, Hij geeft de wijzen hun wijsheid, en de verstandigen hun kennis. Hij onthult diepe, verborgen dingen, Hij weet wat in duister is gehuld, en het licht woont bij Hem. U, God van mijn voorouders, loof ik en roem ik, want U hebt mij wijsheid en kracht geschonken, en mij onthuld wat wij U hebben afgesmeekt, U hebt ons laten weten wat de koning verontrust." Bron: Dr. David R. Reagan
Vertaling: Riet Van De Sijpe
|
|
|
|
|
|
|