Download PDF
Gobekli Tepe, de Tuin van Eden?
Voor de oude Koerdische herder, was het een hete dag als een andere op de hellende vlakten van Oost-Turkije. Hij leidde zijn kudde over de dorre heuvels. Hij kwam voorbij de enige moerbeiboom. Voor de plaatselijke bewoners was deze "heilig". Het enige wat men buiten de stilte hoorde, waren de bellen van de schapen. Plots bemerkte hij iets. Neergehurkt veegde hij het stof weg en ontdekte hij een vreemde, rechthoekige en langwerpige steen.
De man keek toen naar links en naar rechts en bemerkte dat er gelijkaardige stenen uit het zand staken. De herder besloot om iemand in te lichten, wanneer hij terug in het dorp zou komen. Misschien waren de stenen wel belangrijk.
En hoe belangrijk waren ze! Deze eenzame Koerdische man, deed op die zomerse dag in 1994, een van de grootste archeologische ontdekkingen uit de afgelopen halve eeuw. Anderen zeggen dat hij de grootste archeologische ontdekking ooit deed: een plaats die een radicale verandering teweegbracht over de manier waarop we naar de menselijke geschiedenis kijken, de oorsprong van de godsdienst, en misschien zelfs de waarheid achter de tuin van Eden.
Een aantal weken na zijn ontdekking, bereikte het nieuws van de ontdekking van de herder, de conservators van het museum van de oude stad Sanliurfa, een vijftiental kilometer ten zuidoosten van de ontdekkingsplaats.
Ze namen contact op met het Duitse Archeologische Instituut in Istanboel en zo kwam de archeoloog, Klaus Schmidt, in de herfst van 1994 aan bij de ontdekkingsplaats Gobekli Tepe, om er met zijn opgravingswerken te beginnen.
Hij zei: "Zodra ik daar aankwam en de stenen zag, wist ik dat, indien ik er niet onmiddellijk zou weggaan, er voor de rest van mijn leven zou blijven."
Schmidt bleef en wat hij blootlegde was verbazingwekkend. Archeologen over de hele wereld zijn het eens over de belangrijkheid van deze plaats. "Gobekli Tepe verandert alles", zegt Ian Hodder van de Stanford Universiteit.
David Lewis-Williams, professor in de archeologie aan de Witwatersrand Universiteit van Johannesburg, zegt: "Gobekli Tepe is de meest belangrijke archeologische plaats ter wereld."
Sommigen gaan zelfs verder door te zeggen dat de plaats en de betrokken omgeving ongelofelijk zijn, of zoals Professor Steve Mithen zegt: "Gobekli Tepe is zo buitengewoon dat het mijn begrip te boven gaat."
Wat verbaasde deze anders zo rustige academische wereld zo? Wat wekte hun energie op?
Gobekli Tepe is echter eenvoudig te omschrijven. De langwerpige, rechthoekige stenen, die door de herder zijn opgegraven, betreffen de effen oppervlakten van prachtige T-vormige megalieten. Ze bevatten afbeeldingen en het zijn kleine versies van stenen van Avebury of Stonehenge.
De meeste van deze eigenaardige stenen zijn gegraveerd met rare en fijne afbeeldingen, in hoofdzaak van beren en eenden, bij de jacht. Kronkelende slangen zijn een andere veelkomende afbeelding. Sommigen van de megalieten vertonen tonen rivierkreeften of leeuwen.
De stenen blijken menselijke vormen weer te geven, sommigen hebben gestilleerde "armen" die naar beneden ombuigen. De plaats blijkt een tempel te zijn geweest, of een rituele plaats zoals de menhirs uit West-Europa.
Vandaag zijn er reeds 45 stenen uitgegraven en men vindt ze terug in cirkels met een doorsnede van vijf tot tien meter en er zijn aanwijzingen dat er nog meer komt. Geomagnetische opmetingen vertellen dat er honderden dergelijke stenen zijn die er enkel op wachten om te worden ontgraven.
Zelfs als Gobekli Tepe enkel dit zou zijn, was het al een verbijsterende plaats, een Turks Stonehenge. Maar meerdere unieke factoren verheffen de plaats tot de archeologische stratosfeer van het excentrieke.
Eerst en vooral is er de onthutsende ouderdom. Koolstofdatering bepaalt dat het complex minstens 12.000 jaar oud is, misschien zelfs 13.000 jaar.
Dit betekent dat alles werd gebouwd rond 10.000 voor Christus. Ter vergelijking: Stonehenge dateert van 3.000 jaar voor Christus en de pyramiden van Cheops van 2.500 voor Christus.
Gobekli is dus met een ontzagwekkend verschil de oudste dergelijke plaats ter wereld. Het is zo oud dat het zelfs de tijd overtreft van wanneer de mensen zich zijn gaan vestigen. De plaats dateert van voor het aardewerk, van voor men kon schrijven, van voor alles. Gobekli komt op ons neer van een tijd uit de menselijke geschiedenis van een ondenkbeeldige oudheid, terug naar de tijd van ons jachtverleden.
Hoe konden holbewoners zoiets ambitieus bouwen? Schmidt denkt dat jachtbenden sporadisch bij elkaar kwamen op deze plaats, door eeuwen heen van bouwwerk, waarbij ze leefden in tenten van dierenhuiden en de plaatselijke dieren werden afgeslacht.
De vele vuurstenen pijlpunten die rond Gobekli zijn gevonden, ondersteunen deze denkpiste, alsmede de datering van de plaats.
Deze onthulling, dat jagers uit het Stenen Tijdperk iets konden bouwen als Gobekli, is allesveranderend, want het toont aan, dat deze streek van Turkijke, ver vooruit was op wat we zelfs maar konden denken, het is bijna ongelofelijk subtiel.
Het is alsof de goden zelf nederdaalden uit de hemel om Gobekli voor hen te bouwen.
Dit is het punt waar we tot het Bijbelse verband komen en de verwikkeling ermee van het Gobekli Tepe verhaal.
Een drietal jaar geleden voelden een aantal geleerden zich aangetrokken door de eerste geringe resultaten van de plaats en gingen Gobekli bezoeken. Het was een lange, vermoeiende reis meer dan waard, niet in het minst omdat het later de stof zou worden voor de achtergrond van een roman.
Op de dag van hun aankomst op de archeologische site waren de archeologen hallicunante kunst aan het ontgraven. Al deze beeldhouwwerken kwamen bloot te liggen en ze beseften dat ze de eerste waren om dit te zien sinds de ijstijd.
Een toen ontlokte er zich een aantrekkelijke mogelijkheid. Tussen de zwarte thee die werd geschonken in de tenten naast de megalieten, vertelde Klaus Schmidt dat Gobekli Tepe niet alleen de Tuin van Eden is, maar de Tempel van Eden.
Om te begrijpen hoe een gerespecteerd academicus zoals Schmidt tot een dergelijk verbijsterend besluit kwam, dient u te weten dat vele geleerden het verhaal van Eden zien als een folkloristich verleden, of een allegorie.
Op deze manier bekeken, vertelt het verhaal van de Tuin van Eden uit het boek Genesis van de onschuld van de mensen en hun jachtverleden als tijdsverbruik, terwijl het fruit van de bomen kon worden geplukt, de vissen als het ware in de handen springen en ze de rest van hun tijd aan vreugde konden besteden.
Maar daarna verviel de mens in het hardere leven van de landbouw, met het nooit eindigende zware werk en de dagelijkse karweien. We weten, door archeologische ontdekkingen, dat de vroege landbouw hard labeur was, vergeleken met de eerdere loomheid van het jagen.
Toen de mensen van de jacht overschakelden naar de agricultuur, veranderde ook hun lichaamsbouw, hun groei vertraagde en ze werden gevoeliger voor ziekten want het menselijk lichaam kreeg minder proteïnen binnen en ze hadden een meer vermoeiende levenstijl. Bovendien waren de nieuwe, geacclimatiseerde dieren, graatmager.
Dit doet de vraag rijzen waarom er naar het landbouwleven werd overgestapt. Vele theorieën komen hierbij naar boven: van stammengevechten, tot overbevolking, zelfs tot het verdwijnen van vele, wilde dieren. Maar Schmidt gelooft dat de Tempel van Gobekli een andere mogelijkheid inhoudt.
"Om een plaats als deze te bouwen moeten de jagers zich hebben bijeengevoegd. Bij hun bouwwerken, kwamen ze bijeen voor hun erediensten. Maar dan ondervonden ze dat ze zoveel mensen niet konden voeden met hun gewone jachtbezigheden. Zo denk ik dat ze wilde grassen begonnen te kweken op de heuvels. Godsdienstig gemotiveerde mensen kwamen aldus in contact met de landbouw."
De reden dat dergelijke theorieën ontstaan is dat de verandering naar de landbouw eerst gebeurde in dezelfde streek. Deze golvende Anatolische vlakten waren de kribbe van de landbouw.
De eerste varkens voor boerderijen zijn te vinden in Cayonu, zo'n hondertal kilometers verderop. Schapen, rundvee en geiten werden ook het eerst opgemerkt in Oost-Turkije. Tarwesoorten uit de hele wereld stammen af van het eenkorentarwe, dat eerst werd gekweekt op de heuvels nabij Gobekli. Andere graangewassen zoals rogge en haver vinden hier ook hun oorsprong.
Maar voor de eerste landbouwers was er een probleem dat niet alleen hun aanpassing aan een hardere en uiteindelijk produktievere levenstijl betrof. Ook kenden ze een ecologische crisis. Deze dagen is het landschap rond deze raadselachtige stenen van Gobekli schraal en dor, maar dat was niet altijd zo. Zoals de inkervingen in de stenen aantonen en de archeologische overblijfselen onthullen, was dit ooit een rijke, vruchtbare streek.
Er waren talrijke zwanen, rivieren vol met vis, en hele zwermen wild gevogelte. Groene weilanden waren omringd door wouden en wilde boomgaarden. Zo'n 10.000 jaar geleden was deze Koerdische woestijn een "paradijselijke plaats", zoals Schmidt het omschrijft. Wat vernietigde de omgeving dan? Het antwoord is de mens.
Met de landbouw veranderde het landschap en het klimaat. Bomen werden gekapt, de grond spoelde weg en door al het omgeploegen en het oogsten nam de erosie en de kaalte toe. Wat ooit een aangename oase was, werd een land van dorheid enzwoegen en de waarde ervan nam af.
En zo was het paradijs uiteindelijk afgelopen. Adam, de jager, werd gedwongen om dit grootse Eden te verlaten naar het land waarheen hij, volgens de Bijbel, werd geleid.
Uiteraard kunnen dergelijke theorieën als gissingen worden afgedaan. Er is echter volop historisch bewijs om aan te tonen dat de schrijvers van de Bijbel, wanneer ze schreven over Eden, inderdaad deze hoek van het Koerdische Turkije beschreven.
In het boek Genesis staat beschreven van de Tuin van Eden zich ten westen van Assyrië bevond en dit is nu precies waar Gobekli is gesitueerd.
Ook is het Bijbelse Eden omgeven door vier rivieren, waarvan de Tigris en de Eufraat deel uitmaken. Gobekli ligt tussen beide.
In oude Assyrische teksten is er notie van een "Bethel Eden", een huis van Eden. Dit vroege koninkrijk bevond zich op zo'n 70-tal kilometer van Gobekli.
Het woord "Eden" zelf is afkomstig uit het Sumerisch en betekent "vlakte": Gobekli ligt op de vlakte van Harran.
Een ander boek uit het Oude Testament heeft het over "de kinderen van Eden die zich in Thelasar bevonden", een stad in het noorden van Syrië, nabij Gobekli.
Als we dus alles tezamen leggen is het bewijs klemmend. Gobekli Tepe is inderdaad een "tempel van Eden", uitgebouwd door onze niets om handen hebbende en welvarende voorouders. Mensen die de tijd hadden om kunst, architectuur en ingewikkelde rituelen te bedrijven, vooraleer het drama van de landbouw hun levenstijl aan het wankelen bracht en hun paradijs vernietigde.
Het is een verbazend en verleidelijk tijdperk, maar met een sinister vervolg omdat het erop lijkt dat het verlies van het paradijs een raadselachtig en duister effect had op het menselijke brein.
Een aantal jaren geleden, ontgroeven archeologen nabij Cayonu een opeenhoping van menselijke schedels. Ze werden gevonden in een platte rechthoekige steen dat op een soort "altaar" leek dat bevlekt was met menselijk bloed.
Niemand is hier zeker van, maar dit kan het vroegste bewijs zijn van menselijke opoffering: een van de meest onbegrijpelijke menselijke gedragingen dat enkel kon gedijen in een aanzicht van hevige samenlevingsproblemen.
Deskundigen kunnen redetwisten over de bewijsstukken te Cayonu, maar wat niemand ontkent is dat er mensoffers plaatsvonden in dit gebied, van Palestina, Kana en Israël.
Archeologische bewijsstukken doen vermoeden dat slachtoffers werden gedood in enorme dodenkuilen, dat kinderen levend in kruiken werden begraven en anderen werden geroosterd in grote, bronzen kommen.
Dit zijn bijna ongelofelijke daden, tenzij men begrijpt dat de mensen hadden aangeleerd om hun goden te vrezen en uit het paradijs werden verjaagd.
Deze wreedheid kan inderdaad de sleutel bevatten tot een uiteindelijk verbijsterend raadsel. De verbazende stenen en friesen van Gobekli Tepe zijn intact gebleven door een vreemde reden.
Lang geleden werd de plaats bedachtzaam en systematisch omgebouwd tot een knappe omgeving waar alles zo opmerkelijk was als de inkervingen in de stenen.
De scheppers van Gobekli bereikten zo'n 8.000 jaar voor Christus hun voltooiing en toen werd hun schitterende tempel begraven onder duizenden tonnen aarde, die de kunstmatige heuvels vormen waarover de Koerdische herder in 1994 wandelde.
Niemand weet waarom Gebekli werd bedolven. Misschien werd het een soort opoffering voor hun boze goden die de jagers uit hun paradijs hadden verjaagd. Misschien ook uit schaamte voor het geweld en bloedvergieten.
Wat ook het antwoord is, de vergelijking met ons tijdperk is opvallend. Naargelang we in een nieuw tijdperk komen van ecologische omwentelingen, proberen de stille en sobere twaalfduizend jaar oude stenen van Gobekli Tepe misschien tot ons te spreken, ons te waarschuwen, terwijl ze staren naar het eerste Eden dat we hebben vernietigd.
|