Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Blanot, Frankrijk [1331]

  
 
Download PDF

Het wonder van Blanot, Frankrijk [1331]

Het dorp Blanot ligt in een lange smalle vallei, omgeven met schilderachtige bergen. Vanwege zijn omgeving is het niet heel opvallend, maar viel het toch op in de ogen van God, die het dorp eerde met een Eucharistisch wonder. Het fysieke bewijs van deze gebeurtenis wordt nog steeds bewaard in de kerk waar het wonder plaatsvond.


Interieur van de kerk

Voordat we het over het wonder gaan hebben, is het misschien handig om te vertellen op welke manier de mensen ginds [en tegenwoordig nog steeds op vele plaatsen] te communie gaan. Tijdens de Heilige Mis, als het tijd is om de communie uit te reiken, komen de gelovigen naar het altaar toe en vormden een lijn op de grens van priesterkoor en kerk. Langs deze communiebank knielen de mensen naast elkaar. Twee acolieten nemen hun plaats langs deze lijn, één aan elke kant. Zij pakken dan een lange linnen doek vast, welke achter de communiebank hangt. Deze doek wordt over de communiebank uitgehangen. De gelovigen plaatsen dan hun handen onder deze doek. De priester, met de ciborie met geconsacreerde Hosties in zijn hand, begint dan aan één kant van de communiebank en deelt dan de communie uit langs de communiebank tot hij aan de andere kant is aangekomen. Op het moment van het wonder was dit de manier waarop de Heilige Communie werd ontvangen in Blanot.

Het wonder vond plaats op Paaszondag, 31 maart 1331, tijdens de eerste Mis van die dag, opgedragen door Hugues de la Baume, de vicaris van Blanot. Vanwege de vreugdevolle gelegenheid waren er naast de twee acolieten ook twee mensen van de parochie: Thomas Caillot en Guyot Besson. Deze twee plaatsen de linnen doek over de communiebank toen het tijd werd voor de uitreiking van de communie. De parochianen namen hun plaats in langs de communiebank, met hun handen onder het doek, wachtend op de priester die langs kwam.


Gedenkplaat met de beschrijving van het wonder

De laatste die de communie ontving was een vrouw met de naam Jacquettte. Zij was de weduwe van Regnaut d’Effour. De priester plaatste de Hostie op haar tong en keerde zich om, om terug te keren naar het altaar. Toen zagen de twee mannen die de doek hadden opgehangen en een paar andere parochianen, dat de Hostie uit haar mond was gevallen op het doek dat haar handen bedekte. De priester plaatse op dat moment de ciborie in het tabernakel, daarom liep Thomas Caillot naar hem toe en vertelde hem van het incident. De priester verliet meteen het altaar en liep naar de communiebank. Maar in plaats van de Hostie te vinden, zag hij een bloedvlek in de vorm van de Hostie, welke blijkbaar was veranderd in bloed.

Na afloop van de Mis nam de priester het doek mee naar de sacristie en plaatste het doek in een bak met helder water. Na de vlek te hebben gewassen en met zijn vingers meerdere keren te hebben geschrobd, zag hij dat de vlek niet lichter en kleiner werd, maar juist groter en donkerder. Toen hij het doek uit het water haalde zag hij dat het water er bloederig uit zag. De priester en zijn assistenten waren niet alleen verbaasd, maar ook bang en riepen uit: "Dit is het Kostbaar Bloed van Onze Heer Jezus Christus!" De priester nam toen een mes en, na het te hebben gewassen, sneed hij daarmee het stuk van het doek af waar de bloederige vlek zich bevond. Dit vierkante stuk doek werd voorzichtig geplaatst in het tabernakel.

Vijftien dagen later kwam er een afgevaardigde van het aartsbisdom Autun, Jean Jarossier, naar Blanot om een onderzoek te starten. Met hem kwam ook de zielenpriester van Lucenay, een Monseigneur van Autun en een apostolische notaris. De ondervraging van de getuigen vond plaats in de aanwezigheid van Pierre Osnonout, de zielenpriester van Blanot. De conclusie van dit onderzoek werd door aartsbisschop Pierre Bertrand verstuurd naar paus Johannes XXII, die een goedkeuring gaf en een aflaat verbond aan iedereen die deelnam aan de Mis in de parochiekerk van Blanot. Kopieën van deze documenten worden nog steeds bewaard in het stadhuis van Blanot. Ze zijn antiek en daardoor moeilijk te lezen.

De Hosties die overbleven in de ciborie nadat de Communie was uitgereikt op de Paaszondag, werden niet meer gebruikt, maar bewaard in het tabernakel. De reden hiervoor is niet bekend, alhoewel men kan vermoeden dat de priester een herhaling van dit wonder wilde voorkomen. In 1706 werden de Hosties, die toen nog steeds in goede conditie waren na 375 jaar, gedragen in een vijf uur durende processie door de parochie van Blanot ter ere van de herdenking van het wonder. Aan deze ceremonie namen veel prelaten en een groot aantal mensen uit de parochie en omliggende gebieden deel. Na afloop van de processie werd de zilveren ciborie met de Hosties teruggeplaatst in de gouden kist waarin deze werd bewaard. Deze werd weer voorzichtig geplaatst in het tabernakel van de kerk.

Er waren vele jaren lang herdenkingsprocessies en speciale vieringen, maar hier werd mee gestopt toen de Franse Revolutie begon en gewelddadige fanatiekelingen kerken ontheiligden en plunderden voor hun kostbare schatten.

Op 27 december 1793 kwam er een groep revolutionairen de kerk binnen gestormd en opende stoutmoedig het tabernakel. De doek met de bloedvlek, bewaard in een kristallen glas, werd door een van hen beetgepakt maar werd toen, gelukkig, met rust gelaten omdat het geen waarde voor hen had. Na deze schending van de kerk werd het reliek toevertrouwd aan een vrome parochiaan, Dominique Cortet. In die tijd werd het reliek in zijn huis vereerd en aanbeden. Ondanks de goede zorg raakte het kristallen klas toch beschadigd aan de boven- en onderkant. Een van deze beschadigingen kwam door M. Lucotte, de zielenpriester van Blanot, die regelmatig het reliek kuste en tentoon stelde aan de gelovigen. De andere beschadiging was een ongeluk toen het glas verborgen werd in een la van een kast.


Priester toont trots het reliek


Reliek


Reliekhouder

Na de revolutie, toen de vrede langzaam zich hersteld, werden velen mensen gevraagd of de doek in het glas wel de originele doek was. Allen bevestigden ze dat het ging om de doek die al die tijd in de kerk was bewaard. Nadat de kerkelijke autoriteiten tevreden waren met de echtheid van het reliek werd het plechtig teruggebracht naar de kerk en geplaatst in een doos bekleed met fluweel, welke in het tabernakel werd geplaatst.

Enige tijd later werd een nieuw kristallen glas voor het reliek gemaakt. Aan beide kanten zijn er nu ringen van goud en koper aangebracht, en een kruis is geplaatst aan de bovenkant. Het glas, met daarin het doek duidelijk zichtbaar, is afgesloten en wordt bewaard in een bijzondere monstrans. Deze is versierd aan de onderkant met vier panelen die delen van de geschiedenis van het reliek beschrijven.

Elk jaar op Paasmaandag, als gevolg van een oud gebruik, wordt het reliek plechtig tentoongesteld in de kerk van Blanot.