|
|
|
|
Download PDF
Eucharistische Mirakelen
Het wonder van Ferrara, Italië [1171] Een oude traditie, vanaf het jaar 454, spreekt over een plaats die kapitaal genoemd wordt, waar een Byzantijnse afbeelding van de Heilige Maagd werd vereerd. Later werd er, vanwege de toenemende stroom van gelovigen, een kleine kerk gebouw waar het kapitaal eens stond. Deze kerk, gebouwd rond het jaar 657, was gebouwd bij een doorwaadbare plaats van de rivier en werd toepasselijk genoemd: S. Maria del Vado, wat betekent: Heilige Maria van de doorwaadbare plaats. Het was in deze kleine kerk, iets meer dan 500 jaar later, dat een spectaculair Eucharistisch Wonder plaatsvond.
Het was Paaszondag, 28 maart 1171. De Mis van het festival werd gecelebreerd door Padre Pietro de Verona, die bijgestaand werd door Padre Bono, Padre Leonardo en Padre Aimone. Allen waren ze leden van de orde van Canons Regular Portuensi. Op het moment dat de consecreerde Hostie gebroken werd in twee stukken, waren alle aanwezigen verbaasd van het bloed dat spoot van de breuk. Het bloed spoot zo wild en er was zo veel, dat het een halve cirkel beschreef, achter en boven het altaar. De toeschouwers zagen niet alleen het bloed, ze zagen ook dat de Hostie was veranderd in vlees.
Het nieuws van dit wonder werd snel gedeeld met de mensen buiten de kerk, en zo verspreidde het zich snel door de hele parochie en de omringende gebieden, waardoor veel enthousiasme werd opgewekt.
Bisschop Amato de Ferrara en aartsbisschop Gherardo van Revenna snelden zich naar de kerk. Zij zagen ook het bewijs van het wonder: het bloed en de Hostie die vlees geworden was. Ze waren het er over eens dat het bloed "het wonderlijke Bloed van Onze Heer" was.
Het oudst bekende document dat details geeft over het wonder is getiteld: Gemma Ecclesiastica (Wat betekend: Juweel van de kerk), geschreven in 1197 door Geraldo Cambrense. Dit manuscript werd ontdekt in 1981 door Mons. Antonio Samaritani, een geschiedkundig uit Ferrara. Het originele document wordt nu bewaard in Londen; een kopie wordt bewaard in het Vaticaan. Het document stelt vast dat in Ferrara, op Paaszondag, de Hostie veranderde in vlees.
Een ander document, gedateerd van 6 maart 1404, was geschreven door Kardinaal Migliorati, die het wonder erkende, terwijl Paus Eugenius IV het pas officieel erkende in en Pauselijke Brief op 7 april 1442. Ook Paus Benedictus XIV (1740-1758) erkende het wonder, als ook kardinaal Nicolo Fieschi in 1519.
Van alle bezoekers die het altaar van het wonder hebben bezocht, is de meeste noemenswaardige Paus Pius IX, die de kerk bezocht in 1857. Terwijl hij naar de druppels bloed wees riep hij uit: "Deze druppels zijn dezelfde als die op het Korporaal in Orvieto!" [zie wonder van Bolsena-Orvieto].
In 1500 werd de kleine kerk vergroot, verbeterd, opgesmukt en veranderd tot de huidige basiliek. Tijdens deze verbouwing werd de marmeren vloer, waar de wonderlijke nog steeds bloedrode druppels bloed op zaten, losgemaakt van de plaats waar het wonder gebeurde en verplaatst naar een zijkapel waar hij in een mooie nieuwe plaats werd gelegd. Het twee verdiepen hoge heiligdom bevat een altaar op de begane grond en de kluis is geplaatst op de eerste verdieping. Trappen aan beide kanten van het altaar staan de toeschouwers toe om dicht tot bij de kluis te komen. Het Heilige Bloed is nog steeds zichtbaar met het blote oog en wordt bewonderd en vereerd als een bijzondere reliek.
Sinds 1930 is de basiliek in handen van de missionarissen van het Hoogst Heilige Bloed, de spirituele zonen van de Heilige Gaspar del Bufalo, de grote apostel voor verering van het Bloed van de Verlosser, een situatie die erg toepasselijk lijkt.
Voorstelling van het wonder
Basiliek Santa Maria in Vado te Ferrara Een jarenlange viering werd er in 1970 gehouden, om de achtste eeuw van dit wonder te vieren.
|
|
|
|
|