Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 14. Was er een Da Vinci Samenzwering

  
 
Download PDF

Zoektocht 14. Was er een "Da Vinci" samenzwering?

De Da Vinci Code kan niet worden veronachtzaamd als een romansamenzwering. De vooropstelling ervan is heruitgevonden voor politieke doeleinden en valt de diepe basisbeginselen van het Christendom aan. De schrijver, Dan Brown, heeft op de nationale televisie verklaard dat hij, ondanks dat de samenzwering fictie is, gelooft dat zijn relaas over Jezus identiteit juist is. Wat is nu de waarheid? Laat ons de zaak eens nader bekijken.
  • Had Jezus een geheim huwelijk met Maria Magdalena?
  • Is Jezus goddelijkheid uitgevonden door keizer Constantijn en de kerk?
  • Zijn de originele optekeningen over Jezus vernietigd?
  • Vertellen recentelijk ontdekte manuscripten de waarheid over Jezus?
Heeft een enorme samenzwering geresulteerd in een heruitgevonden Jezus? Volgens het boek en film, de Da Vinci Code, is het dat wat er precies is gebeurd. Vele van de beweringen in het boek gaan over Jezus’ smaak voor samenzwering.

Zo kan men in het boek het volgende terugvinden: "Niemand zegt dat Christus bedrog was, en ontkent ook niet dat Hij op de aarde rondwandelde en vele miljoenen levens heeft bezield. Het enige wat we zeggen is dat keizer Constantijn voordeel haalde uit Christus’ aanmerkelijke invloed en belangrijkheid. En door dit te doen, heeft hij het gezicht van het Christendom bepaald, zoals wij het nu vandaag kennen."

Kan deze aanstootgevende bewering van Dan Browns boek voor waar worden aangenomen? Of is de veronderstelling die er achter schuilt enkel het materiaal voor een goede samenzwering voor een roman met een geloof dat buitenaardse zijn neergestort tijdens hun landing te Roswell, New Mexico, of dat er een tweede gewapende man achter een grasheuvel zat in Dallas toen John F. Kennedy werd vermoord?

In ieder geval is het verhaal opgeëist en zo verbaasd het ook niet dat Dan Browns boek een de bestseller werd van de afgelopen tien jaar werd.

De Da Vinci code begint met de moord op een beheerder van een Frans museum, Jacques Saunière genaamd. Een geleerde Harvard professor en een mooie Franse cryptologe zijn belast met het ontcijferen van een boodschap die door de curator voor zijn dood werd achtergelaten. De boodschap blijkt de meest diepzinnige samenzwering uit de geschiedenis van de mensheid te bevatten: een onthulling van de ware boodschap van Jezus Christus door een geheim genootschap van de Katholieke Kerk, met de naam Opus Dei.

Vóór zijn dood had de beheerder bewijsstukken dat de goddelijkheid van Jezus Christus konden weerleggen. Niettemin [volgens het complot] heeft de Kerk gedurende eeuwen geprobeerd om het bewijs hiervan achter te houden. Maar grote denkers en artiesten hebben overal bewijsstukken achtergelaten zoals in de Mona Lisa en het Laatste Avondmaal van Leonardo Da Vinci, de architectuur van de kathedralen en zelfs in Disney cartoons. De voornaamste beweringen uit het boek zijn:
  • De Romeinse keizer Constantijn heeft de goddelijkheid van Jezus Christus beraamd
  • Keizer Constantijn heeft persoonlijk de boeken geselecteerd van het Nieuwe Testament
  • De gnostische evangelies werden door mannen verbannen om de vrouwen te onderdrukken
  • Jezus en Maria Magdalena waren in het geheim gehuwd en hadden een kind
  • Duizenden geheime documenten weerleggen de sleutelpunten van het Christendom.
Brown onthult de samenzwering door de verzonnen expert, de Britse Koninklijke historicus Sir Leigh Teabing. Voorgesteld als een grote geleerde, onthult Teabing aan cryptologe Sophie Neveu dat tijdens het Eerste Concilie van Nicea uit het jaar 325 "vele aspecten van het Christendom werden besproken en dat er ook werd over gestemd," de goddelijkheid van Jezus Christus inbegrepen.

"Tot op dat ogenblik in de geschiedenis," zegt hij, "werd Jezus door zijn volgelingen aanzien als een sterfelijk profeet ... een groot en machtig man ..., maar ook niet meer dan een man."

Neveu is verward. "Niet de zoon van God?" vraagt zij.

Teabing legt uit: "Jezus’ instelling als Gods Zoon werd officieel voorgesteld tijdens het Concilie van Nicea."

"Wacht even. U zegt dat Jezus’ goddelijkheid het resultaat was van een stemming?"

"Een stemming van toepassing op dit onderwerp," vertelt Teabing aan de verbaasde cryptologe. En zo werd, volgens Teabing, Jezus niet als God aanzien tot aan het Concilie van Niceai in het jaar 325, waar de echte bewijsstukken naar verluidt zouden verdwenen en vernietigd zijn. Volgens deze theorie rust dus de volledige basis van het Christendom op een leugen.

De Da Vinci Code kreeg zijn verhaal goed verkocht, waarbij commentaren van lezers werden bijgevoegd in de aard van "Als het niet zo zou geweest zijn, kon dit niet worden uitgebracht!" Iemand anders zei dat hij "nooit nog een voet in de kerk zou zetten." Een recensent prees het boek aan als een "vlekkeloos onderzoek." Eigenaardig overtuigd voor een werk dat fictie is.

Maar laat ons nu voor een ogenblik veronderstellen dat Teabings plan juist zou zijn. Waarom zou, in voorkomend geval, het concilie van Nicea, beslissen om Jezus te promoveren tot Godheid?

"Het gaat allemaal over de macht," vervolgt Teabing, "Christus als de Messias was doorslaggevend voor de werking van de Kerk en Staat. Vele geleerden beweren dat de eerste Kerk letterlijk Jezus heeft gestolen van zijn oorspronkelijke volgelingen en zijn boodschap voor de mensen heeft ontvoerd en het heeft omhuld met een ondoordringbare laag van goddelijkheid om dit aldus te gebruiken om hun macht uit te breiden."

Op vele wijzen is de Da Vinci Code de ultieme samenzweringstheorie. Als Browns beweringen juist zijn, dan zijn we door de kerk, de geschiedenis en de Bijbel voorgelogen. Misschien zelfs door diegenen die we het meeste vertrouwen: onze ouders en leraars. En dit allemaal voor het doel van de macht.

Alhoewel de Da Vinci Code fictie is, baseert het veel van zijn veronderstellingen op werkelijke gebeurtenissen [het Concililie van Nicea], echte mensen [keizer Constantijn en Arius] en ware documenten [de gnostische evangelies]. Als we tot de bodem van de samenzwering willen komen, moet het onze bedoeling zijn om Browns beschuldigingen te weerleggen en de werkelijkheid van de fictie te onderscheiden.

Keizer Constantijn en het Christendom

Tijdens de eeuw voorafgaand aan het leiderschap van keizer Constantijn over het Romeinse Rijk, werden de Christenen streng vervolgd, maar dan, volledig in beslagen genomen door oorlogsvoeringen, brengt Constantijn verslag uit dat hij een helder beeld heeft gezien van een kruis in de lucht, met de woorden: "overwonnen door dit." Hij trok ten strijde onder het teken van het kruis en won.

Constantijns klaarblijkelijke bekering tot het Christendom was een keerpunt in de geschiedenis van de kerk. Rome was een Christelijk keizerrijk. Voor het eerst in bijna 300 jaar werd het veilig, zelfs smaakvol om Christen te zijn.

Niet langer werden de Christenen omwille van hun geloof vervolgd. Toen zocht Constantijn om de Oostelijke en Westelijke keizerlijke gebieden te verenigen, die door schisma’s, secten en cultussen, meestal rond de identiteit van de figuur Jezus, intussen danig verdeeld waren geraakt.

Er zitten sommige wezenlijke waarheden in de Da Vinci Code, en wezenlijke waarheden zijn een broeinest voor een succesvolle samenzweringstheorie. Maar het plot van het boek maakt van Constantijn een samenzweerder. Laat ons daarom dit eens nader onderzoeken: heeft keizer Constantijn de Christelijke leer van Jezus’ goddelijkheid uitgevonden?

Jezus' vergoddelijking

Om op Browns beschuldiging te antwoorden, moeten we bepalen wat de Christenen over het algemeen geloofden alvorens Constantijn ooit het Concilie van Nicea bijeen riep.

Christenen vereerden Jezus als God reeds sinds de eerste eeuw. Maar in de vierde eeuw, begon een kerkleider uit het Oosten, Arius, een campagne om Gods eenheid te verdedigen. Hij onderwees dat Jezus een bijzonder geschapen wezen was, hoger in rang dan de engelen. Athanasius en de meeste kerkleiders, aan de andere kant, waren ervan overtuigd dat Jezus de vleesgeworden God was.

Constantijn wou deze redetwist stoppen met de hoop om vrede te brengen binnen zijn keizerrijk, en zo de oostelijke en westelijke verdeeldheid te verenigen. En zo riep hij in het jaar 325 meer dan 300 bisschoppen vanuit de hele wereld in Nicea [nu Turkije] bij elkaar. De allesbeslissende vraag is, dacht de vroege kerk dat Jezus de Schepper was of eerder een schepping: Zoon van God of zoon van een timmerman?

Wat onderwijzen de apostelen over Jezus? Uit hun allereerste verklaringen aanzagen zij Hem als God. Zo’n dertig jaar na Jezus’ dood en verrijzenis, schreef Paulus aan de Filippenzen dat Jezus God was in menselijke gedaante [Fil 2:6-7] en Johannes een ooggetuige, bevestigt Jezus’ goddelijkheid in de volgende passage: "...In het begin bestond het Woord reeds. Hij was met God en Hij was God. Hij schiep alles wat er is. Niets bestaat dat Hij niet heeft geschapen. Het leven zelf bevindt zich in Hem ... Zo werd het Woord mens en leefde Hij hier op aarde onder ons..." [gedeelten Joh 1:1-4]

Deze passage uit Johannes 1 werden ontdekt in een oud manuscript, met koolstofdatering van 175-225 na Christus. Zo werd er reeds duidelijk over Jezus’ als God gesproken meer dan honderd jaar voor Constantijn het Concilie van Nicea bijeenriep. Wat blijkt nu? Dan Brown spreekt materiaal, dat forensisch is onderzocht, tegen om te beweren dat Jezus’ goddelijkheid een uitvinding was uit de vierde eeuw. Maar wat vertelt de geschiedenis ons over het Concilie van Nicea? Brown beweert in zijn boek, via Teabing, dat de meerderheid van de bisschoppen van Nicea, Arius geloof dat Jezus een "sterfelijke profeet" was, afwees en de leer aannam van Jezus’ goddelijkheid bij "een relatief nipte overwinning bij stemming." Waar of fout?

In werkelijkheid was de stemming overweldigend: slechts 2 van de 318 bisschoppen hadden een andere mening. Waar Arius geloofde dat allen de Vader God was en Jezus zijn hoogste schepping, besloot het Concilie dat Jezus en de Vader hetzelfde goddelijke wezen waren.

De Vader, de Zoon en de Heilige Geest werden geacht onderscheiden te zijn, naast elkaar te bestaan, voor eeuwig bij elkaar, maar één God te zijn. De leer van één God in drie Personen werd bekend als het "credo van Nicea" en is vandaag het kerngegeven van het Christelijke geloof. Nu was het was dat Arius een overredend persoon was met een aanmerkelijke invloed, maar het overweldigende resultaat van de stemming kwam er na een behoorlijk debat. Maar op het einde verklaarde het Concilie dat Arius een ketter was, daar hij dingen onderwees die tegengesteld waren aan wat de apostelen onderwezen over Jezus’ goddelijkheid.

Geschiedkundigen bevestigen ook dat Jezus openbaar de verering die hij van zijn ontving van zijn apostelen goedkeurde en, zoals we hebben gezien, onderwezen Paulus en de overige apostelen duidelijk dat Jezus God is een verering waardig was.

Vanaf de eerste dagen van de Christelijke Kerk werd Jezus aanzien als veel meer dan een gewoon mens en de meesten van zijn volgelingen vereerden Hem als God, de Schepper van het universum. Hoe kon keizer Constantijn de leer van Jezus’ goddelijkheid hebben uitgevonden wanneer dit reeds meer dan 200 jaar het geval was bij de kerk? Op deze vraag vindt u in het boek geen antwoord.

Aanval op de kerkelijke leerstelling

Ook zegt de Da Vinci code dat Constantijn alle documenten over Jezus, buiten deze die terug te vinden zijn in ons huidige Nieuw Testament [door de kerk erkend als oorspronkelijke ooggetuigenrapporten van de apostelen], afschafte. Verder beweert het boek dat de verklaringen van het Nieuwe Testament zijn gewijzigd door Constantijn en de bisschoppen om Jezus te heruitvinden. Een andere sleutelelement van de Da Vinci Code samenzwering is dat de vier Evangelies een samenraapsel zijn van "meer dan 80 evangelies," waarvan de meeste verondersteld zijn door Constantijn te zijn afgewezen.

Er zijn hier twee beweringen die beiden dienen te worden onderzocht. De eerste is of Constantijn de verzameling van de boeken van het Nieuwe Testament veranderde en de tweede is of hij boeken achterhield die normaal zouden moeten toegevoegd zijn geweest aan de Bijbel.

Over de eerste bewering kunnen we zeggen dat brieven en documenten door kerkleiders en ketters uit de tweede eeuw beiden reeds het wijdverspreide gebruik van het Nieuwe Testament bevestigen. Bijna 200 jaar nadat Constantijn het Concilie van Nicea bijeenriep, had de afvallige Marcian reeds 11 van de 27 boeken van het Nieuwe Testament aangewezen als originele teksten van de apostelen.

Rond dezelfde tijd heeft een andere afvallige, Valentinus, gewezen op een wijd assortiment van thema's en gedeelten uit het Nieuwe Testament. Daar deze twee afvalligen tegenstanders waren van het vroege kerkelijke leiderschap, schreven ze niet alleen wat de bisschoppen wensten. Toch verwezen ze naar de boeken van Nieuwe Testament, zoals we het vandaag kennen, zoals de vroege kerk.

En zo is er niets dat er op wijst dat de keizer gedeelten kon hebben uitgevonden, weggelaten of bewerkt, daar het Nieuwe Testament reeds wijdverspreid werd gebruikt, 200 jaar vooraleer Constantijn het Concilie van Nicea bijeenriep. Tegen de tijd dat kerk sterk was uitgebreid kende deze reeds honderdduizenden, zo niet miljoenen gelovigen die allemaal vertrouwd waren met de geschriften van het Nieuwe Testament.

In zijn boek "De valse voorstelling van de Da Vinci Code," geeft Fr. Erwin Lutzer een ontleding van de Da Vinci Code. Dr. Erwin Lutzer merkt op: "Constantijn heeft geen enkele beslissing gehad in welke boeken zouden worden opgenomen in de kerkelijke leer. Het punt van de kerkelijke leer kwam zelfs niet ter sprake op het Concilie van Nicea. Tegen die tijd las de vroege kerk reeds een aantal boeken waarvan reeds was vastgelegd dat ze tweehonderd jaar eerder het Woord van God waren. Alhoewel de lijst van authentieke werken nog verre van volledig was, werd het Nieuwe Testament reeds meer dan tweehonderd jaar voor het Concilie van Nicea, geacht authentiek te zijn."

Dit brengt ons naar het tweede onderwerp: waarom werden deze geheimzinnige gnostische evangelies vernietigd en uitgesloten uit het Nieuwe Testament? In het boek beweert de fictieve Teabing dat de gnostische geschriften werden verbannen uit 50 goedgekeurde Bijbels in opdracht van Constantijn tijdens het Concilie. Hij vertelt opgewonden aan Neveu: "Toen Constantijn de status van Jezus, bijna vier eeuwen na Zijn dood, heeft opgewaardeerd, bestonden er reeds duizenden documenten die Zijn leven omschreven als een sterfelijk mens. Om de geschiedenis te herschrijven wist Constantijn dat er een forse dreun nodig was. Hieruit ontsprong het meest sluipende moment uit de Christelijke geschiedenis ... Constantijn maakte en financierde een nieuwe Bijbel, die de evangelies wegliet die spraken van Christus menselijke trekjes en deze evangelies opsmukte die godgericht waren. De vroegste evangelies werden verbannen, verzameld en verbrand."

Zijn deze gnostische geschriften de werkelijke geschiedenis van Jezus Christus? Laat ons bekijken of we de waarheid kunnen scheiden van de fictie.

Geheime "Kenners"

De gnostische evangelies worden toegewezen aan een groep, gekend als de Gnostici [wat een verrassing]. Hun benaming komt van het Griekse woord "gnosis." Deze mensen dachten dat ze geheime en bijzondere kennis bezaten die verborgen was voor de gewone mensen.

Van de 52 geschriften zijn er thans slechts vijf erkend als evangelies. Zoals we zullen zien, zijn deze zogenaamde evangelies opvallend verschillend van de evangelies uit het Nieuwe Testament: Matheus, Marcus, Lucas en Johannes.

Terwijl het Christendom zich verspreidde, vermengden de gnostici bepaalde leertellingen en elementen uit het Christendom met hun geloof, wat het tot een soort vervalst Christendom maakte. Misschien deden ze dit om hun aantal volgelingen te doen toenemen en Jezus als poster voor te houden voor hun zaak. Maar om hun denksysteem in te passen in het Christendom, diende Jezus te orden heruitgevonden en te worden ontdaan van zijn menselijkheid en zijn absolute goddelijkheid.

In de Oxford geschiedenis van het Christendom, schreef John McManners over de gnostische mengeling van het Christelijke en mythische geloof: "Gnosticisme was [en is nog steeds] een theosofie met vele ingrediënten. Occulte en oosterse mystiek werd vermengd met magie en astrologie. ... Ze verzamelden gezegden van Jezus om in hun eigen interpretatie te doen passen aldus hun aanhangers een alternatief aan of een rivaliserende vorm van Christendom.

Vroege critici

In tegenstelling tot Brown beweringen, was het niet Constantijn die het gnostische geloof brandmerkte als afvallig: het waren de apostelen zelf. Een kleine strekking van deze filosofie was reeds in de eerste eeuw, een paar decennia na Jezus dood, aan het groeien. De apostelen veroordeelden sterk deze overtuigingen als tegengesteld aan de waarheid over Jezus, waarvan zij de ooggetuigen waren.

Kijk naar wat de apostel Johannes bijvoorbeeld schreef tegen het einde van de eerste eeuw: "Wie zijn de grote leugenaars? De mensen die beweren dat Jezus niet de Christus is. Deze mensen zijn antichristenen omdat ze de Vader en de Zoon ontkennen." [Johannes 2:22]

Volgens de leer van de apostelen, veroordeelde de vroege kerk unaniem de gnostici als een sekte. De kerkelijke vader Ireanaeus bevestigde 140 jaar voor het Concilie van Nicea dat de gnostici door de kerk werden veroordeeld als afvalligen. Hij verwierp ook hun "evangelies" en, verwijzend naar de vier evangelies uit het Nieuwe Testament, zei hij: "het is onmogelijk dat de evangelies zowel groter als kleiner in aantal kunnen zijn."

De Christelijke theoloog Origin schreef het volgende in het begin van de derde eeuw, meer dan honderd jaar voor Nicea: Ik ken een zeker evangelie dat genoemd word "Het evangelie volgens Thomas" en "Het evangelie volgens Matthias," en vele andere die we hebben gelezen, opdat we niet onwetend zouden zijn van hen die zich indenken dat ze bepaalde meerkennis bezitten. Niettemin, van al diegenen hebben wij enkel deze goedgekeurd en tot de kerkelijke leer gerekend, zijn enkel de vier evangelies aanvaard.

De gnostici werden reed als een niet-christelijke sekte aanzien voor het Concilie van Nicea. Maar er is meer bewijs dat in vraag gesteld wordt in de beweringen van de Da Vinci code.

Wie is Seksist?

Brown suggereert dat een van de motieven van keizer Constantijns veronderstelde banning van de gnostische geschriften ingegeven werd door de wens dat de vrouwen in de kerk zouden worden onderdrukt. Ironisch genoeg is het Thomas’ gnostische evangelie die de vrouwen vernedert. Het bevat [waarbij verondersteld wordt dat het van Petrus zou afkomstig zijn] deze in het oog springende verklaring: "Laat Maria zich van ons scheiden, omdat vrouwen het leven niet waardig zijn." Hierop wordt Jezus verondersteld te zeggen aan Petrus dat hij Maria zal omvormen tot mannelijk zodat zij het koninkrijk der hemelen zou kunnen binnentreden. U leest dus dat vrouwen minderwaardig zijn. Met zulke gevoelens is het moeilijk om de gnostische geschriften te aanvaarden als een strijdkreet voor de vrijheid van de vrouwen.

Tot sterke tegenstelling behandelde de Jezus uit de Bijbelse evangelies steeds de vrouwen met eerbied en respect. Revolutionaire verzen zoals deze uit het Nieuwe Testament zijn fundamenteel als poging om de status van de vrouw te verhogen: "Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen ... u bent allen één in Christus Jezus" [Galaten 3:25].

Geheimzinnige schrijvers

Als het op de gnostische evangeliën aankomt, dan kan elk boek zich de naam evangelie waardig noemen: het evangelie van Filippus, Petrus, Maria Magdalena, Judas, en zo verder [Dit lijkt eerder op een naamafroeping in een Katholieke school]. Dit zijn de boeken waarop samenzweringstheorieën zoals de Da Vinci Code zijn gebaseerd. Maar zijn deze ooit geschreven door de vooronderstelde auteurs?

De gnostische geschriften dateren van 110 tot 300 jaar na Christus en geen enkele zichzelf respecterende geleerde gelooft dan één van deze kon zijn geschreven door wie hier wordt beweerd. Uit James M. Robinsons uitvoerige "Nag Hammadi Library" leren we dat de gnostische evangeliën geschreven zijn door "voornamelijk niet verwante en onbekende schrijvers." Dr. Darrell L. Bock, professor aan het Dallas Theologisch Seminarie, en gekend om zijn onderzoek van het Nieuwe Testament, schrijft: "De omvang van dit materiaal is een aantal generaties verwijderd van de basisregelen van het Christelijk geloof, een wezenlijk punt om weten om de inhoud ervan te kennen."

Bijbelgeleerde Norman Geisler zei over twee gnostische geschriften, het evangelie van Petrus en de Handelingen van Johannes [deze gnostische geschriften mogen niet worden verward met deze van dezelfde schrijvers uit het Nieuwe Testament]: "De gnostische geschriften zijn niet geschreven door de apostelen, maar door mensen uit de tweede eeuw [en later] die zich een apostolische autoriteit toekenden om hun eigen leer te bevorderen. Vandaag zouden wij dit fraude en bedrog noemen."

De gnostische evangeliën zijn geen historische details of Jezus’ leven maar in plaats hiervan wijdverspreide esoterie, omgeven door mysteries, waarbij geschiedkundige details als namen, plaatsen en gebeurtenissen bewust zijn weggelaten. Dit is in sterke tegenstelling tot de evangeliën uit het Nieuwe Testament, dat ontelbare historische feiten bevat over Jezus’ leven, onderricht en woorden.

Mevrouw Jezus

Het sappigste gedeelte van de Da Vinci samenzwering is de beschuldiging dat Jezus en Maria Magdalena een geheim huwelijk hadden waaruit een kind voortkwam, waarbij zijn bloedlijn onsterfelijk werd gemaakt. Verder wordt de schoot van Maria Magdalena, dat de vrucht van Jezus draagt, in het boek voorgesteld als de legendarische Heilige Graal, een geheim dat steeds werd beweerd binnen een Katholieke organisatie, de Priorij van Sion. Sir Isaac Newton, Botticelli, Victur Hugo en Leonardo Da Vinci, zouden hiervan alles hebben deel uitgemaakt.

Romantiek, schandalen en intriges. Alles groot materiaal voor een samenzweringstheorie. Maar is het waar? Laat ons zien wat de geleerden ons hierover hebben te vertellen.

Een artikel uit Newsweek Magazine, dat de meningen van de beste geleerden samenvatte, kwam tot het besluit dat er geen enkele historische basis bestaat om aan te nemen dat Jezus en Maria Magdalena getrouwd zouden zijn geweest. Het plan dat is opgezet in de Da Vinci Code is wezenlijk gebaseerd op een geïsoleerde vers uit het Evangelie van Filippus (gnostisch] dat zegt dat Jezus en Maria kompanen waren. In het boek, probeert de fictieve Teabing een zaak te bouwen rond de betekenis van het woord "kompanen [koinonos]" door er het de betekenis van partner van te maken. Maar Teabings uiteenzetting wordt niet aanvaard door geleerden.

Er is een enkele vers uit het Evangelie van Filippus dat zegt dat Jezus en Maria Magdalena elkaar hebben gekust. Het begroeten van mensen met een kus was algemeen tijdens de eerste eeuw en had geen seksuele bedoeling. Maar zelfs als de interpretatie van de Da Vinci Code juist zou zijn, is er geen enkel ander historisch document geschreven tussen 150 en 220 jaar Christus door een of andere onbekende auteur. Zo is deze bewering over Jezus geschiedkundig gezien onbetrouwbaar.

Misschien dat de gnostici voelden dat het Nieuwe Testament wat schuchter was over romances en aldus besloten om er een beetje sensatie rond te bouwen. Wat ook de reden mag zijn, deze geïsoleerde en duistere vers, geschreven twee eeuwen na Christus, betekent niet veel om er een samenzweringstheorie rond te op te zetten. Misschien interessant en sensationeel om lezen, maar geschiedkundig zeker niet juist.

Wat de Heilige Graal betreft van de Priorij van Sion, vervormt Dan Browns bewering opnieuw de geschiedenis. De legendarische Heilige Graal wordt verondersteld Jezus’ kelk te zijn geweest die werd gebruikt bij het Laatste Avondmaal en heeft niets van doen met Maria Magdalena. Ook kon Leonardo Da Vinci nooit hebben geweten van dit genootschap van Sion, dat het slechts werd opgericht in 1956, 437 jaar na zijn dood. Opnieuw fictie zou u zeggen, maar alles begint intussen wel te lijken op bedrog in plaats van fictie: een bewuste manipulatie om het christelijk geloof er onder uit te halen.

De "geheime" documenten

Maar wat met Teabings onthullingen dat "duizenden geheime documenten" bewijzen dat het Christendom een "bedrog" is. Kan dit waar zijn?

Indien er zo’n documenten zouden zijn, zouden geleerden die tegen het Christendom zijn hier een zeer vette kluif aan hebben. Bedrieglijke documenten die door de vroege kerk verworpen zijn geweest als een afvallige zienswijze, zijn geen geheim, ze zijn reeds eeuwen gekend. Hier is er dus geen enkele verrassing. Deze geschriften zijn nooit beschouwd geweest als onderdeel van de oorspronkelijke geschriften van de apostelen.

En als Brown [Teabing] verwijst naar de apocriefe geschriften, of het beginstadium van de Evangeliën, dat zit hij er ook al naast. Zij zijn geen geheimen, noch spreken zij het Christendom tegen. Nieuw Testament geleerde Raymond Brown heeft over de gnostische evangeliën beweerd: "we leren geen enkel nieuw feit dat is na te gaan over Jezus’ historiek, en enkel een paar gezegden die mogelijk dan nog van Hem zelf komen."

Anders dan de gnostische evangeliën, wiens auteurs ongekend zijn en die geen ooggetuigen waren, heeft het Nieuwe testament ontelbare testen van authenticiteit ondergaan. Het contrast is dan ook vernietigend om ook maar één van deze samenzweringstheorieën te ondersteunen.

De geschiedkundige van het Nieuwe Testament F.F. Bruce schreef: "Er bestaat geen enkel literatuur uit de Oudheid in de wereld die mij laat genieten van zo’n weelde aan goede woordelijke getuigenis als het Nieuwe Testament."

Een andere geleerde van het Nieuwe Testament, Bruce Metzger, onthulde waarom het evangelie van Thomas nooit aanvaard werd door de vroege kerk: "Het is niet juist om te beweren dat het evangelie van Thomas werd uitgesloten door goedkeuring van een gedeelte van het Concilie van Nicea. De waarheid is dat het evangelie van Thomas zichzelf heeft uitgesloten! Het kwam niet overeen met andere getuigenissen over Jezus die de vroege Christenen als waarheidsgetrouw beschouwden."

Het besluit van de geschiedkundigen

Wat moeten wij nu besluiten over de verschillende samenzweringstheorieën over Jezus Christus? Karen King, professor in de kerkelijke geschiedkunde bij Harvard, heeft verschillende boeken geschreven over de gnostische evangeliën, het evangelie van Maria Magdalena inbegrepen en wat is gnostiek? King, hoewel een sterke verdediger van de gnostische leer, besluit: "Deze indrukken over een samenzweringstheorie zijn allen marhinale ideeën die geen enkele historische basis hebben."

Ondanks het gebrek aan historisch bewijs, zullen samenzweringstheorieën miljoenen kopers blijven lokken en verkoopcijfers doen sneuvelen. Geleerden in verwante onderwerpen, sommige Christen en sommige atheïst, hebben allen gesproken over de beweringen van de Da Vinci Code. Maar, de gemakkelijk te beïnvloeden mensen zullen zich steeds blijven afvragen: kon er eigenlijk wel een iets van waar zijn?

Televisie journalist en award winnaar, Frank Sesno, vroeg een panel van geschiedkundige geleerden wat mensen hebben met facinerende samenzweringstheorieën. Professor Stanley Kutler van de Universiteit van Wisconsin antwoordde: "We houden allemaal van het mysterieuze, maar nog meer van samenzweringen en intriges."

Als u dus een grote samenzweringstheorie wenst te lezen over Jezus, dan kan de roman van Dan Brown voor u het juiste boek zijn. Maar als u het ware verhaal over Jezus wenst te lezen, brengen Matheus, Marcus Lucas en Johannes u terug tot ooggetuigenverslagen, wat zij zagen, hoorden en neerschreven. Wie bent u geneigd het meest te geloven?

Vertaling: Chris De Bodt

Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars