Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Documentaire: "Ghosts of Rwanda"

  
 
Download PDF

Documentaire: "Ghosts of Rwanda"

Vijftien jaar geleden pakten Hutu in Rwanda de machetes op. In een moordend tempo werden Tutsi en gematigde Hutu omgebracht. Rwandese media hadden een groot aandeel in de slachtingen. Met propaganda en aanwijzingen werden de Hutu opgejut en aangestuurd. Bekijk beelden van het drama en de nasleep.

"Dit is Radio Milles Collines, jouw radio. De Tutsi heersten over ons, zij willen macht. Die kakkerlakken lieten ons werken als slaven, ze pikten alle rijkdom in. Richt wegversperringen op, pik de spionnen van het RPF eruit, laat de hoofden van de Tutsi achter aan de kant van de weg."

Met dit soort teksten wordt al vanaf begin jaren negentig de toon gezet door radicale Hutu. Een goed georkestreerde haatcampagne wordt opgezet tegen Tutsi en gematigde Hutu waaraan ook de "Interahamwe" [zij die samen werken/vechten], de militie van de staatspartij, de MRND, en de krant "Kangura" deelnemen.

Op alle fronten wordt haat gezaaid. Tutsi worden gelijkgesteld aan de RPF. Dit zijn Tutsi-rebellen die in 1990 vanuit Oeganda Rwanda binnen zijn getrokken. Hun doel is om de daar aanwezige Tutsis te repatriëren en het Hutu-regime van zittend president Habyarimana omver te werpen.
De Hutubevolking keert de angst voor deze rebellen om in botte haat. Zo houdt de extremistische Hutu-politicus, Mugesera, in november 1992 een beruchte speech, die eerder als vloek klinkt:

We have the responsibility into our hands to wipe out these hoodlums ... The fatal mistake we made in 1959 was to let them [the Tutsis] get out ... They belong in Ethiopia and we are going to find them a shortcut to get there by throwing them into the Nyabarongo River [which flows northward]. I must insist on this point. We have to act. Wipe them all out!’

Ook Kangura verspreidt aan de lopende band opruiende teksten. Zo staat er in december 1993 op de cover de tekst: "Hutu, ras van God". Eronder: "welke wapens gebruiken we om de kakkerlakken voorgoed uit te roeien?" met ernaast de nietsverhullende afbeelding van een machete.

De bom barst als in 1993 het vredesakkoord [de Arusha-akkoorden] tussen de Tutsi en de Hutu-regering wordt getekend. Tegen dan zijn radicale Hutu-elementen al bezig met de voorbereiding op een coup. Het verdrag is bedoeld om de democratisering te stimuleren, maar ondertussen verspreiden de Hutu op grote schaal AK-47's, granaten en machetes.

Op 6 april 1994 barst de bom. Een vliegtuig met daarin president Habyarimana wordt neergeschoten. Hutu wijzen de kant van de Tutsi-rebellen op, maar er bestaat zeker een mogelijkheid dat extremistische Hutu schuld dragen. Nog diezelfde dag begint de eliminatie van politieke tegenstanders en start de genocide op de Tutsi. Hooggeplaatste militairen, onder leiding van kolonel Bagosora, zetten de regering buitenspel en nemen de macht over. Samen met de Presidentiële Garde en de Interahamwe-milities begint het leger aan de "grote schoonmaak."

Binnen enkele uren breidt het geweld zich uit van de hoofdstad naar afgelegen gebieden. Overal in het land worden wegversperringen opgeworpen. Gewapende Hutu krijgen de opdracht Tutsi-rebellen of handlangers tegen te houden en uit te roeien. Dit gebeurt in een ongekend hoog tempo en niet zelden op gruwelijke wijze.

De geweldsexplosie wordt aangestuurd door "Radio et Télévision Libre des Mille Collines [RTLM]." In het overwegend ongeletterde Rwanda heeft de radio een ongekend groot bereik en aanzien. Met vlammende en racistische toespraken jut dit radiostation de Hutubevolking op tegen de Tutsi-minderheid. Ook liberale elementen binnen de eigen groep zijn het mikpunt. RTLM geeft de Interahamwe live aanwijzingen om Tutsi op te kunnen sporen. Nergens zijn ze veilig.

De samenwerking tussen radio en de Hutu-milities is angstaanjagend efficiënt. Op 21 april zijn naar schatting al 250.000 Tutsi gedood. In de daarop volgende 2,5 maanden gaat het doden in langzamer tempo door, totdat uiteindelijk zo'n tweederde van de Tutsi-bevolking van Rwanda [600.000 personen] omgebracht is. Ook gematigde Hutu die zich tegen de genocide verzetten worden gedood, naar schatting tenminste 200.000 personen. Uiteindelijk blijken er ruim een miljoen Rwandezen te zijn omgekomen. Wekenlang laten de VN toe dat de moordpartijen aanhouden. Tegen de tijd dat de feiten onomstotelijk op genocide wijzen zijn er al zo'n 500.000 Rwandezen vermoord.

Pas op 17 mei neigen de VN richting het G-woord. Die dag wordt voorzichtig toegegeven dat "acts of genocide may have been committed". Een troepenmacht van een zuinige 5.500 man wordt erop uitgestuurd om te redden wat er te redden valt, maar inmiddels is het ergste leed al geleden.