|
Download PDF
Noveen tot de Heilige Margareta van Cordoba
Bid elke dag het Rozenhoedje + de Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God de Almachtige Vader ... Onze Vader ... Weesgegroet ... Glorie zij de Vader ... Heilige Margareta, kom tussen voor mij.
Eerste dag:
De bekering van Margareta
Overdenken wij hoe Margareta, nog ellendige zondares, diep in het hart getroffen wordt door de rampzalige dood van dezen, die grotendeels de oorzaak van haar val geweest was... hoe zij bij het afzichtig lijk van de vermoorde edelman, haar medeplichtige, door God verlicht, de lelijkheid der zonde, haar opstand tegen God, het opperste goed, nu klaar verstaat.... hoe zij, de afgrijselijke en eeuwige gevolgen, vooral de eerloze zonde van onkuisheid inziende, hier ter plaats, door de gratie als door een donderslag geraakt, in tranen van leedwezen uitbarstte, haar God om vergeving smeekt en belooft hen nooit meer te zullen vergrammen.
Ziet hoe zij, als bewijs van haar oprechte bekering, aanstonds, in allen ernst, aan alles verzaakt... haar ijdele en rijke klederdracht van kasteleines door een arme kledij vervangt; vaarwel zegt aan rijkdom en gezag, om in de hoedanigheid van schamele handwerkster, haar broodje te gaan verdienen en zich voor de voeten van de priester gaat nederwerpen om een ootmoedige belijdenis te doen van haar talrijke zonden. Naar het voorbeeld van Margareta nemen wij ook het vast besluit, zonder uitstel vaarwel te zeggen aan de zonden, vooral aan de naaste gevaren der zonde strijdig aan de schone deugd van zuiverheid.... die ongelukkige banden te breken, kost wat kost, zonder aanzien van personen, zonder beredenering op de toekomst, wel overtuigd zijnde, dat nooit een onzuivere het rijk van de hemel zal binnentreden.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
Tweede dag
Liefde der H. Margareta tot God
Nadat de H. Margareta de lelijkheid der zonde, alsook de onvergelijkbare schoonheid der Godheid gekend heeft, wil zij niet meer leven dan voor God alleen. Zij is niet eerder gerust over het verledene dan nadat zij uit de mond van de Zaligmaker vernomen heeft dat haar, even als aan Magdalena, vele zonden vergeven zijn omdat zij veel bemind heeft. In een vervoering van liefde, drijft haar de edelmoedigheid de Heer Jezus te vragen om met ziekten overladen te worden, opdat haar lichaam voortaan tot de zonden onbekwaam zoude zijn; en, om helemaal aan God te wezen en met hem nauwer verenigd te leven, verlaat zij, zoveel zij kan, het gezelschap der wereld, brengt verscheidene uren daags over in de kerk, kiest ene arme hut tot woon, alwaar de duivel haar tevergeefs komt bekoren: immers haar grote en steeds aangroeiende liefde tot God zegepraalt over wereld, vlees en hel.
Bij het overdenken van een zo brandende liefde Gods in Margareta’s hart, schamen wij ons onze lieve Heer zo weinig te beminnen en zo dikwerf als geheel gesteld te zijn Hem voor een ijdel vermaak te verlaten.
Maken wij het voornemen getrouwer te zijn aan alle onze plichten, Jezus blijken van onze liefde te geven met gaarne iets voor Hem te lijden, en laat ons met edelmoedigheid aan de Heer het offer doen van al wat voor een gelegenheid zijn kan Hem te verliezen.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
Derde dag
Geest van boetvaardigheid der H. Margareta
De liefde Gods doet de H. Margareta met reuzestappen in deugd vooruitgaan. Zie met welke diepe ootmoedigheid de vermaarde Boetelinge van Cortona het arm kleed draagt der Derde Orde van boetvaardigheid van de H. Franciscus, om onder deze livrei op een volmaaktere wijze de deugd te oefenen. Als zij haar doel bereikt heeft, dan verlangt zij niets anders meer dan een slachtoffer van uitboeting te kunnen worden: zij onderhoudt een allerstrengste levenswijze, vast bijna gedurig, ja brengt soms verscheidene dagen door, zonder hoegenaamd iets te nutten dan het Brood der Engelen, in de H. Communie.
Om haar grote schulden met de goddelijke rechtvaardigheid te vereffenen, geselt zij zich dikwijls ten bloede en weigert aan haar ziekten en kastijdingen afgemat lichaam, de nodige nachtrust.
Zijn zulke boetplegingen, o lichtzinnig en zinnelijk mens, geen les, welke de H. Margareta u geeft om uw, maar al te dartel en wederspannig vlees, wat meer te versterven. Zo gij geen boetvaardigheid doet, zult gij vergaan. Neem tenminste met geduld de kruisen aan die God u overzendt...maak van de nood een deugd. Neem ook ‘t vast besluit de kerkelijke wetten, die u gebieden, te vasten, en deze, die u verbieden van op zekere dagen vlees te gebruiken, stipt te onderhouden, en bedrieg u niet met te peinzen, dat gij straffeloos deze wetten kunt overtreden.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
Vierde dag
Geduld der H. Margareta
Overdenken wij hoe onze lieve Heilige, door de gratie ondersteund, in korte tijd een toonbeeld wordt van een wonderbaar geduld. Zonder te klagen, zonder zelfs een beweging van ongeduld te laten blijken, lijdt zij alle soorten van vervolgingen en eerroverij. Men scheldt haar uit voor een schijnheilige, voor een zottin: met trekt haar deugden in twijfel; haar hemelse veropenbaringen zijn slecht voortbrengsels van haar verdwaalde inbeelding; haar onthouding en streng vasten ook, worden door de boze tongen ten kwade uitgelegd. De verachting en haat gaat zo ver, dat onze Margareta, eerst van alleen als een heilige geëerd, niet meer kan buiten komen zonder vervolgd en uitgescholden te worden, en onze edelmoedige heldin, verre van de moed te verliezen, verdraagt niet alleen deze kwalen met een wonderbare lijdzaamheid, bedankt niet alleen haar goede Jezus voor dit alles, maar bidt haar teergeliefde bruidegom de vervolgingen van mensen en duivelen nog te vermeerderen zo zulks met zijn goddelijke wil overeenkomt.
Laat ons, naar Margareta’s voorbeeld met geduld en overgeving aan de wil van de Heer, de achterklap en de eerroverij tegen ons gesproken verdragen, en dat tot uitboeting van onze zonden, alsook om aan Jezus, die alhoewel helemaaal heilig en onschuldig, nochtans als een booswicht geworden, een bewijs van onze wederliefde te schenken.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
Vijfde dag
Liefde der H. Margareta tot de evenmens
Laat ons overwegen hoe de H. Margareta deze deugd, door Jezus Christus zo zeer aanbevolen en noodzakelijk verklaard, oefende. Nauwelijks heeft zij zich de Heer helemaal toegewijd of zij beoefent op alle mogelijke wijzen de broederlijke liefde. Haar eigen zelve vergetende, draagt zij zorg voor de zieken; bij dagen en nachten verzorgt zij de ellendigste en meest verlatenen het eerst, evenals een tedere moeder haar geliefkoosde kinderkens; om hun het nodige te verschaffen, bedelt zij van deur tot deur, herschept haar, alhoewel kleine woon, in een ziekenkamer, heeft voor iedere lijdende een zoet en troostend woord op de lippen en meermalen, van in haar sterfelijk leven, bekomt zij van God voor de ongeneesbaren een wonderbare herstelling. Blinden, stommen en doven...lammen, gebrokenen en zenuwlijdenden...zinnelozen, ja bezetenen van de duivel hebben het ondervonden. Wat meer is, verscheidene doden, niet min dan twaalf in getal, werden door haar tussenkomst tot een nieuw leven opgewekt. En wat al vrouwen tot de waardigheid van moeder verheven, hebben aan Margareta van Cortona en haar behoud in het leven en een gelukkige verlossing in de moeilijkste gevallen niet te danken?
Haar naastenliefde kende vooral geen palen wanneer er arme en wanhopige zondaars te bekeren waren. Nu vermaant zij ze met zoetaardigheid of bedreigt de hardnekkigen ook wel eens met de eeuwige straffen, doch maakt aan alle de oneindige barmhartigheid Gods bekend, die zij zo wel ondervonden heeft en die nooit een ootmoedig en boetvaardig hart verstoot...naar het voorbeeld van de Godmens biedt zij zich als slachtoffer aan, om de gramschap Gods, die over de hoofden der plichtigen hangt, te bedaren.
Laten wij, volgens dat voorbeeld, onze naaste beminnen, staan wij hem volgens ons vermogen bij in zijn lichamelijke en geestelijke noodwendigheden, en moest hij ons redenen van misnoeging geven, welaan, naar ons achtergelaten voorbeeld door Jezus, onze God, en Margareta onze lieve Heilige, wreken wij ons met het kwaad met goed te belonen, met voor hem de Heer om vergiffenis te bidden.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
Zesde dag
Geest van het gebed der H. Margareta
Overdenken wij hoe Margareta, de geestelijke en welbeminde dochter en bruid van Jezus Christus, verscheidene uren daags en een groot deel van de nacht doorbrengt in beschouwingen en gebeden. Haar geluk is aan de voet des Altaars, waar haar goddelijke Meester onder de Sacramentele gedaante verblijft... Zij vindt een hemelse smaak in Jezus’ bitter lijden te overwegen, en men kan zeggen dat in haar onderhandelingen met God haar leven was: ook hoorde men ze soms uitroepen: Heer, gij zijt de vreugde van mijn leven.
Bij haar beschouwingen voegde zij dagelijks vele mondgebeden ter ere van de Heilige Drievuldigheid, van de H. Maagd Maria, welke zij tederlijk beminde, van de heilige Engelen, van onze gelukzalige Vader Franciscus en de H. Antonius van Padua. Haar liefde tot de H. Jozef was zeer vurig; immers de goede Jezus had haar in een veropenbaring gezegd: Margareta, ik verzoek u dagelijks een bijzondere hulde te bewijzen aan de H. Jozef, mijn zeer trouwe Voedstervader. Haar medelijden voor de zielen van het vagevuur was allergrootst.
O vadsige christen, bij het overdenken van de godsvrucht in de H. Margareta, schaam u, het gebed, dat u zo hoogst ter zaligheid nodig is, zo zeer te verwaarlozen. Gij zijt toch zo arm en ellendig en hebt gij dan de gever der gaven niets te vragen? Aan zijn eigen overgelaten is de mens, helaas, niets dan zonde en leugentaal, zonder het gebed bekomt hij niets, door het betrouwend, ootmoedig en standvastig gebed krijgt hij al wat voor zijn geluk, de tijdelijke voordelen zelfs niet uitgesloten, nodig is.
Neem heden het vast besluit, naar Margareta’s plicht van het gebed, ‘s morgens en ‘s avonds, vóór en na uw maaltijden, en in uw bekoringen wel te kwijten; tracht zoveel mogelijk, zelfs in de week, het H. Sacrificie der Mis bij te wonen en zonder fout op Zon- en feestdagen, wanneer onze Moeder de H. Kerk u dit als een plicht oplegt.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
Zevende dag
Ootmoedigheid der H. Margareta
Overdenken wij hier hoe de H. Margareta enige tijd na haar bekering, met de toelating van haar geestelijke leider, naar haar geboorteplaats gaat om zich aldaar diep te vernederen voor dezen, welke zij vroeger verergerd had. Blootsvoets, met geschoren hoofd en een zware koord aan de hals komt zij te Laviano aan, begeeft zich recht naar de kerk alwaar de parochianen allen vergaderd zijn en werpt zich ter aarde voor het altaar neder.
Om niemand te storen weerhoudt zij op haar best haar zuchten en tranen, en als het H. Misoffer uit is, staat zij op... verklaart wie zij is, en bidt haar dorpsgenoten om vergiffenis voor de gegeven ergernissen. De zuchten en tranen, beletten haar te zeggen al wat zij in het hart heeft... zij geeft zich uit (alhoewel reeds een heilige) voor het laagste en slechtste schepsel der wereld... en zie... het volk lacht niet... het juicht Margareta niet toe... maar velen, velen barsten uit in tranen van leedwezen over hun eigen zonden en bekeren zicht tot God van deze stond af.
Overdenken wij nog, hoe onze lieve Heilige, door de geest van ootmoedigheid aangezet, van op het platte dak haar arme woonst binnen Cortona, in het midden van de nacht de inwoners van de stad luidkeels uitnodigt haar te verjagen roepende: “Inwoners van Cortona, staat op en verdrijft uit uw stad de eerloze en ergernis gevende zondares.”
Overwegen wij hoe de vermaarde Boetelinge, nadat zij reeds de verzekering ontvangen had dat haar zonden haar vergeven waren, nadat zij zich door Jezus zelf had horen noemen: Tempel van zijn verblijf, zeer zuiver vat, beminde dochter en bruid, bestemd om een verheven plaats in het hemelrijk te bekleden, niettemin zich al de grootste zondares der wereld beschouwt, alle straffen waardig.. .en hoe zij tot het einde van haar leven gedurig haar zonden van voorheen blijft bewenen.
Eens nodigde de Zaligmaker zijn dienares uit om zijn H. Wonden aan te raken, doch uit ootmoedigheid durfde zij zich zulks niet veroorloven; en Jezus alsdan zijn gezegende handen van het kruis losgemaakt hebbende verwijdde de wonde van zijn heilig Hart en sprak tot haar: Hierin houd Ik u altoos geschreven, gij kunt hier, als in een verzekerde schuilplaats, binnen treden.
O welke liefde van Jezus’ Hart voor Margareta! Welke diepe ootmoedigheid van de minnares van Jezus’ H. Hart! Schoon voorbeeld, nietwaar, voor ons die niet weten of wij haat of liefde waardig zijn! God weerstaat aan de hovaardige en geeft zijn gratie aan de ootmoedige.
De wereldsgezinde weet niet eens waarin die deugd van ootmoedigheid bestaat, en terwijl hij zich schaamt zijn hovaardigheid te bekennen, die de drijfveer is van geheel zijn handel en wandel, bespot hij de nederige en ootmoedige christen.
Ver van ons een zo dwaas gedrag; als arme zondaars vernederen wij ons diep onder de machtige arm Gods; de gelegenheden, om deze noodzakelijke deugd te oefenen, ontbreken ons nooit. Die zich vernedert zal verheven worden.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
Achtste dag
Godsvrucht der H. Margareta tot Jezus in zijn H. Sacrament
De Godmens heeft gezegd: “Mijn vermaak is te zijn met de kinderen der mensen” en onze dierbare H. Margareta toont en zegt door haar gedrag... mijn vermaak is te zijn met de Vader der mensen, met Jezus in zijn Sacrament van liefde; en nu brengt bij Jezus al de uren over welke zij niet besteedt in ellendige en arme zondaars bij te staan... Zie, godvruchtige ziel, met welk eenvoudig geloof, vast betrouwen en brandende liefde zij tot haar Jezus nadert; bemerk wat liefdevlammen er uit haar zuivere ziel opstijgen, al als zij het geluk heeft tot de H. Tafel te naderen: "Mijn Jezus," zucht zij, "gij zijt mijn hoop, mijn leven, de ziel van mijn ziel." En na het brood der Engelen genut te hebben, blijft zij innig met haar bruidegom verenigd, helemaal in zijn liefde verslonden... dan bidt zij voor zichzelve en voor anderen: ach, met welk een kinderlijk betrouwen dringt zij nu niet aan om haar gebeden verhoord te zien worden. Immers zij weet dat zij nu, met Jezus Christus’ godheid en mensheid in haar hart, machtig is bij Hem, die beloofd heeft: “Vraagt en gij zult bekomen, klopt, u zal open gedaan worden.” Zeer dikwijls ook bemerkt men de Heilige, na de H. Communie ontvangen te hebben, buiten zichzelve en niet zelden verheven boven de aarde in opgetogenheid voor haar welbeminde. Welke liefde, wat geluk!
Naar het voorbeeld van de H. Margareta, laat ons ook een diepe eerbied hebben voor het Allerheiligste Sacrament, waarin de eeuwige grote God wezenlijk verblijft onder de nederige gedaante van een kleine H. Hostie. Daar, in het tabernakel, wacht Jezus ons af evenals een Vader zijn kind, als een geneesheer zijn zieke, als een leraar zijn leerling, of beter, als de enige, oneindige, barmhartige God zijn armzalig schepsel, om het te zegenen en te heiligen. Achten wij ons gelukkig, dikwijls met een zuiver en ootmoedig hart, tot de Tafel van de Heer te kunnen naderen en dat een godvruchtige voorbereiding, een hartelijke dankzegging ons Gods milde zegeningen waardig maakt. Trachten wij zo te leven, dat wij enigszins bekwaam mogen bevonden werden om dikwijls door de veelvoudige H. Communie ons met Jezus te verenigen, ja, dat onze onderhandelingen meer wezen met de Hemel dan met de aarde.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
Negende dag
Zalige dood der H. Margareta
Overwegen wij, hoe dat dat H. Margareta, vijftig jaar oud, na er drie en twintig in lijden van alle aard en in een wonderbare vereniging met God doorgebracht te hebben, vanwege een welbeminde van haar hart, de boodschap ontvangt dat haar ballingschap hier beneden weldra een einde zal nemen, om in de Hemel, tussen de zuivere maagden, een glorievolle plaats te gaan bekleden. Overweeg met welk geloof en betrouwen zij zich tot de grote reis der eeuwigheid voorbereidt. Margareta vraagt nogmaals, aan allen die haar sterfbed omringen, vergiffenis voor haar zonden, zij zet ze allen aan om met haar de Heer te bedanken voor zijn oneindige goedheid en laat aan allen, als haar testament, deze heilzame raad: “Mijn kinderen, de weg der zaligheid is gemakkelijk, bemint maar onze Heer Jezus Christus”; na een laatste absolutie wordt haar het heilig Oliesel toegediend en weldra, met een hemelse glimlach op de lippen en het hart overvloeiende van vreugde, ontvangt zij het lichaam van de Heer als reisspijs naar de gelukzalige eeuwigheid; haar ballingschap is ten einde en de zuivere ziel van onze lieve Heilige, vergezeld van de Allerheiligste Maagd Maria en talrijke hemelse Geesten, vliegt hemelwaarts op, tezamen, zo als haar levensbeschrijvers melden, met een aantal zielen bij deze gelegenheid uit het vagevuur verlost.
De door der Heilige is een ware rouw voor gans het land...haar uitvaart is een ware zegepraal...en, volgens haar eigen voorspelling blijft het graf, dat de kostbare schap van haar onbedorven lichaam, steeds de alleraangenaamste geur uitwasemende, bewaart, het toevluchtsoord der behoeftige en dankbare bedevaarders.
De talrijke mirakelen, door Margareta bekomen, deden haar eredienst door de Pausen van Rome bevestigen, en de 16 mei 1728 stelde Benedictus XII haar plechtig onder het getal der Heiligen.
Christen, is dit geen schone en wenselijke dood? O mochten wij ook eens de dood der Heiligen, kostbaar in Gods ogen, sterven! Om dit einde te bereiken, laat ons wijs zijn, dat is godsdienstig, ootmoedig, eerlijk en zuiver in en volgens onze staat; laat ons de laatste vermaning van onze machtige voorspreekster in aandacht nemen en nooit uit het oog verliezen: “Mijn kinderen, de weg der zaligheid is gemakkelijk, bemint maar onze Heer Jezus Christus.” Laat ons ook getrouw blijven aan de heilige voornemens onder deze novene gemaakt en, met Gods zegen, zullen wij eens het eeuwig geluk met de vermaarde boetelinge, de H. Margareta van Cortona, delen.
O God, die genadig uw dienares Margareta uit de weg van het verderf getrokken hebt om haar op het pad der deugd terug te brengen, gelief ons ook barmhartig te zijn, opdat wij voortaan onze roem stellen in met ijver de boetvaardigheid te plegen van deze, wier zondig leven wij ons voorheen niet geschaamd hebben na te volgen. Dit bidden wij u door J. C. onze Heer. Amen.
|
|