Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Biografie J.M. Vianney. Preken [3]

  
 
Download PDF

Biografie J.M. Vianney. Preken [3]

Geef terug wat u niet toekomt

Sommigen zien er niet het minste kwaad in om onderweg uit een weiland, een boomgaard of een rapenveld wat gras, wat vruchten of een paar rapen mee te nemen. Wanneer sommige ouders hun kinderen thuis zien komen met hun zakken vol gestolen kleinigheden, steken ze lachend hun vinger in de lucht en zeggen ze: "Laat ik het niet meer zien, hoor!"

Zo gaat het, broeders, vandaag pakt ge een cent weg, morgen twee en voor ge het weet, zijt ge een dief die doodzonden bedrijft. Het is trouwens al voldoende, wanneer ge slechts een cent kunt bemachtigen, terwijl ge eigenlijk drie francs had willen stelen.

Zo gaat het broeders. Neem een schoenmaker die slecht leer of slechte draad gebruikt en zijn klanten voor goed materiaal laat betalen. Of bijvoorbeeld een naaister die een stuk stof achterhoudt met het smoesje dat ze anders niet aan haar trekken komt. O God, eens zal de dood al die diefstallen aan het licht brengen ... Neem een wever die liever een deel van zijn garen verknoeit, dan de moeite te nemen om het te ontwarren. Oh hij beweert eenvoudig dat het niet meer gaat, en probeert het voor zichzelf te houden wat anderen hem hebben toevertrouwd. Neem een vrouw bij wie men hennep gebracht heeft om te spinnen: ze gooit er zogenaamd een gedeelte van weg, onder het voorwendsel dat het niet goed gekamd is. Of ze houdt een paar meter van het spinsel achter en legt de rest op een vochtige plaats, zodat de partij toch aan haar gewicht blijft. Ze denkt er niet aan dat het garen misschien bestemd is voor een arme knecht, dat het misschien half verrot en onbruikbaar is, als hij het in handen krijgt. Dan zal zij ook de oorzaak zijn van de vloeken waarmee de knecht zijn baas misschien verwenst. Neem nu een herder die heel goed weet dat hij zijn kudde niet op die wei of in dat bos mag laten grazen. Hij stoort er zich niet aan, zolang men het maar niet ziet. Of een meisje dat men verboden heeft om bloemen te plukken in het koren, omdat het staat te rijpen. Zij kijkt of niemand haar ziet en ze doet het toch. Zeg me broeders, zoudt gij er tevreden zijn, als uw buren zo zouden handelen?

Wanneer we nu het gedrag van de arbeiders nagaan, ontdekken we ook onder hen een groot aantal dieven .... Men heeft hen in dienst genomen voor een vast loon, hetzij om te spitten, hetzij om te graven of om een ander werk te doen: ze verknoeien de helft van hun tijd en laten zich toch het volle loon betalen. Ze werken goed, zolang de baas hen ik het oog houdt. Maar nauwelijks heeft hij zijn rug gedraaid of ze zitten te praten en te luieren. Een knecht schrikt er niet voor terug om, in afwezigheid van zijn meester, zijn vrienden te ontvangen en goed te onthalen, ofschoon hij weet dat de heer des huizes het niet toegelaten zou hebben. Anderen geven grote aalmoezen uit de zak van hun baas om voor liefdadige mensen door te gaan .... Als het van hun eigen loon afmoest, zouden ze het wel laten. Meestal verspillen ze hun geld liever aan alle mogelijke ijdelheden. Laten ze niet vergeten dat ze verplicht zijn om alles terug te geven wat ze, buiten weten en tegen de wil van hun meester in, aan de armen hebben geschonken. Er zijn bijvoorbeeld ook meesterknechten, door hun patroon belast met het toezicht op de andere knechten of op zijn arbeiders, die hun onderhorigen wijn en andere dingen toestoppen. Maar ook dat is diefstal, ook dat moet teruggegeven worden ...

Geef terug wat u niet toekomt

Wenden wij ons nu tot de meesters. Ik denk dan wij onder hen niet minder dieven zullen treffen. Hoeveel meesters immers onthouden hun knechten immers het overeengekomen loon! Tegen het einde van het jaar beginnen ze alle mogelijke voorwendsels te zoeken om hun personeel onbetaald weg te kunnen sturen. Aks er een stuk vee sterft, ondanks de goede zorgen van diegenen die er op moest letten, brengen ze de prijs van het dier misschien in mindering op het loon van een of andere jongen, die dan het hele jaar voor niets heeft gewerkt. Hoeveel meesters zijn er niet, die hun knechten linnen beloven en hen op het einde van het jaar afscheppen met een veel te kleine of minderwaardige lap stof! Sommigen laten hen ook jarenlang wachten, wanneer ze niet gerechtelijk tot betaling gedwongen worden. Anderen gaan hun akkergrenzen te buiten, maaien en oogsten op het land van hun buurman, kappen in zijn tuin een boompje om  er een schoppensteel van te maken, snijden twijgen uit zijn struiken om koren te binden, en zo verder... Had ik geen gelijk, broeders, toen ik zei dat we louter dieven zouden ontdekken, wanneer we het gedrag van onze wereldse christenen gingen onderzoeken? Ge zit het, er zijn maar weinig mensen die niets op hun geweten hebben? Maar waar blijven de boetvaardigen, degenen die het gestolene terug willen geven? Ik weet het niet...

We begrijpen nu wel ongeveer, zult ge zeggen, op welke manier een mens zich schuldig kan maken aan diefstal. Maar hoe kan men het onrecht dan herstellen?

Luister eens een ogenblik naar mij en ge zult het weten. Het is niet voldoende om de helft terug te geven, of driekwart. Neen, alles moet ge teruggeven, als ge kunt, anders is uw ziel verloren. Er zijn dieven die, zonder na te gaan hoeveel mensen ze onrecht hebben aangedaan, een paar aalmoezen geven of enkele missen laten lezen. Daarna is de zaak in orde, menen ze. Missen en aalmoezen zijn heel mooie dingen, maar ge moet ze betalen uit uw eigen zak en niet met het geld van uw evennaaste. Het behoort u niet toe, geef het terug en deel dan van uw eigen geld zoveel mogelijk aalmoezen uit als ge wilt: ge zult er goed mee doen...

Er zijn er die zeggen: "Ik heb iemand bestolen, maar hij is schatrijk. Bovendien heb ik het gedaan voor een arme, die best iets kon gebruiken."

Help die arme met uw eigen goederen, vriend, maar geef uw evennaaste terug wat ge hem ontnomen hebt.

"Hij gooit het toch maar over de balk."