Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

mei

03



Kibeho, Rwanda

  
 
Download PDF

Kibeho, Rwanda: een goedgekeurde verschijning die "de komst van Jezus" aankondigt

De verschijningen van Onze Lieve Vrouw in Kibeho, Rwanda, genieten de volle kerkelijke goedkeuring. Het is geweten dat er vele details rond de verschijningen minder bekend zijn. Nochtans onthullen deze details verbazingwekkende feiten.


Zo zijn onder meer de volgende feiten over Kibeho niet geweten:

- Een enorme beeltenis van Onze Lieve Vrouw in de Hemel tekende zich af in de nachtelijke hemel. Hiervan waren duizenden mensen getuige.
- Uit Fatima kennen we het zonnewonder, maar hier veranderde de zon zich eveneens in een glazige spiegel waarbij het hele landschap werd weergegeven. Ook bij deze gebeurtenis waren duizenden getuigen aanwezig.
- Een aantal van de zieners vielen tijdens het bezoek van Onze Lieve Vrouw in zo'n diepe coma dat dokters, experten en mensen uit de bisschoppelijke commissie [eveneens ooggetuigen] op het punt stonden hen dood te verklaren.

Rwanda was de eerste goedkeuring sinds jaren en kreeg het strengste kerkelijke onderzoek sedert Fatima [door het Vatikaan zelf verklaard in 2001, na twintig jaar onderzoek.]

Deze fascinerende gegevens zijn neergeschreven door een van de beste Rwandese schrijvers, Immaculée Ilibagiza, die in de omgeving woont en ooggetuige was van een aantal verschijningen en de beschreven mirakels. Het was een ongewone verschijning, waarbij de zieners, tijdens de visioenen, ofwel als dood neervielen op de grond, ofwel opgewekt de Rozenkrans met de handen oprichtten naar de Maagd. De meeste van deze gebeurtenissen draaien rond een katholiek schoolmeisje, Alphonsine Mumereke, het eerste meisje dat Maria aanschouwde op 28 november 1981, en hevig werd gepest om wat ze had gezien.

"In een poging om Alphonsine het zwijgen op te leggen, gaf een priester zelfs aan een andere meisje, Marie-Claire, de opdracht om Alphonsine verder te pesten," schrijft Ilibagiza. "Het oudere meisje gaf zelfs de opdracht aan een aantal medestudenten om Alphonsine lichamelijk te vernederen tijdens haar verschijningen: ze trokken het haar van het meisje uit, draaiden haar vingers helemaal rond, pijnigden haar lichaam zo hard ze konden, schreeuwden haar in de oren en schenen met krachtige lichtflitsen in haar ogen. Alphonsine gaf geen wenk en bleef onversagen, ongeacht hun pogingen. In extase was ze ongevoelig voor pijn en zich niet bewust van haar omgeving."

Alphonsine heeft zelfs nooit opgemerkt dat men met een naald het bloed van onder haar nagels haalde, noch dat men een brandende kaars onder haar rechterarm hield. Toen de Heilige Moeder haar vertelde wat ze aan het doen waren, was Alphonsine zo afgeschermd van de werkelijkheid, dat ze de verkeerde arm bewoog. Er waren er die Rozenkransen toewierpen [waaronder velen alleen maar om haar te pesten]. Instinctief nam Alphonsine de rozenkransen op en droeg deze op aan Onze Lieve Vrouw, maar deze die uit ongeloof werden gegooid liet Alphonsine instinctief liggen.


Van de oorspronkelijke zeven zieners, heeft de kerk er maar drie als "echte zieners" verklaard, alhoewel allen dezelfde verschijnselen vertoonden: afgesloten van de werkelijke wereld omwille van de bovennatuurlijke schoonheid dat ze aanschouwden, alsof de Hemel zich voor hen had geopend. Onbegrijpelijk is, dat één van haar pesters, Marie-Claire Mukangango, later namelijk zelf de verschijningen van Maria onderging.

De Heilige Moeder kwam omgeven door een stralend licht. Haar huid was gepolijst als ivoor, maar noch blank, noch zwart. Het was eerder een gekleurde tint, die niet met woorden kan worden omschreven. Haar gewaad was naadloos, "alsof door engelen gemaakt."

"Alles wat ik over Haar verschijning kan zeggen", verklaart Alphonsine, "is dat Zij mooier is dan iets of iemand op deze planeet."

"Wat mij vooral bijblijft is dat Maria van ons houdt," zei Aphonsine, die kloosterzuster werd. "Haar liefde is zo krachtig dat deze u zou optillen en naar de Hemel meenemen. Wanneer ik Haar zie, verdwijnt de rest voor mij en blijft er enkel Onze Lieve Vrouw over, omgeven door een immens mooi licht. U kent de liefde van een moeder voor haar kind. Haar liefde mag u hiermee een miljoen keer vermenigvuldigen. Omdat Zij zoveel van ons houdt, wenst Zij dat wij God meer liefhebben."

Ook vertelde Zij ons dat Haar Zoon spoedig zou terugkeren naar de aarde en dat alle zielen hierop moeten voorbereid zijn: "De wereld is op het verkeerde pad, met enorm veel haat en zonde. Zij verlangt dat wij elke dag de Rozenkrans bidden uit liefde voor Haar, Jezus en God. Maria zegt dat het bidden van de Rozenkrans de beste wijze is om onze liefde voor Haar te tonen."

In Kibeho toonde Maria aan de zieners barbaarse moorden met machetes, een "rivier van bloed" en de rottende lichamen van honderdduizenden doden. Zij vroeg ook aan de zieners om de leiders van het land, de Hutus, te verwittigen om niet ten strijde te trekken tegen de Tutsis, die tot de minderheid behoorden.
.
Zoals gebruikelijk werd er met deze waarschuwing geen rekening gehouden en twaalf jaar later ontstond er een verschrikkelijke burgeroorlog tussen de twee bevolkingsgroepen. Eén van de afslachtingen gebeurde op de plaats van de verschijningen zelf, waar ooit meer dan twintigduizend pelgrims geknield aan het bidden waren. De handen van het beeld van Maria werden weggeschoten en één kogel raakte het hart van het beeld. Drie van de zieners werden eveneens afgeslacht. Vele doden lichamen werden in de rivier geworpen. Zoals Onze Lieve Vrouw had voorspeld, doodden, met machetes gewapende soldaten, iedereen die ze op hun weg tegenkwamen. In amper een aantal weken tijd stierven meer dan een miljoen Rwandezen, de hoogste afslachtingsgraad in de militaire geschiedenis. Later werd de plaats van de afslachting te Kibeho, een bedevaartsoord, met genezingen en andere mirakelen en een mooie bidkapel.

"Mijn kind, U moet bidden, omdat de wereld zich in een vreselijke staat bevindt," zei Maria, "Mensen hebben Gods en Jezus' liefde de rug toegekeerd. Niemand gaat naar de Hemel zonder lijden. Als een kind van Maria, mag u nooit het kruis neerleggen dat u moet dragen."

Op een gegeven ogenblik vroeg Maria aan Alphonsine om een lied te zingen, waarbij een refrein van twee verzen, zevenmaal werd herhaald: "Er zal vuur komen vanuit de aarde [zegt de brand op de verschijningsberg van 8 september 2008 in Medjugorje u iets?] en alles vernietigen en dan zal de dag komen dat de mensen God zullen smeken om genade.

"De wereld staat aan de rand van een catastrofe" vertelde de Heilige Moeder aan Alphonsine. "Zuiver uw harten door gebed. De enige weg is God. Als u geen toevlucht zoekt tot God, waar zult u dan anders heen gaan wanneer het vuur zich overal verspreidt? Weet dat, wanneer de oorlogen om de godsdiensten zullen aanvangen, de tijd van Mijn Zoon nabij is."


Aan de zieners werd eveneens de Hemel getoond en medegedeeld dat het leven eeuwigdurend is. Op 15 augustus 1988 keurde de lokale bisschop Jean Baptiste Gahamanyi de publieke verering van de Heilige Maagd goed. In 2001 volgde een eindoordeel, waarbij de bisschop van Gikongoro, Mgr. Misago, de verschijningen en visioenen van Alphonsine, Nathalie en Marie-Claire goedkeurt. Volgens het rapport beantwoorden die drie zieners aan alle kerkelijke criteria. De bisschop beperkte de goedkeuringen enkel tot de eerste zes maanden vanaf november 1981: de verschijningen vanaf juli 1982, die worden toegeschreven aan Jezus, worden niet in rekening genomen. De verschijningen van Maria aan de drie andere meisjes en een jongen, worden niet erkend

Tijdens deze verschijningen te Kibeho, Rwanda, maakten meerdere zieners een unieke belevenis mee, waarbij de Heilige Maagd hen naar gebieden na dit leven bracht. Ook waren zij, tijdens deze buitenlichamelijke ervaringen, in staat om te zien hoe een bisschoppelijke commissie en de toekomstige bisschop [tijdens de ramp zelf 12 jaar later] hun eigen dood onderzochten. Er bleven immers twee kinderen dood achter in de genocide [wat hoogstwaarschijnlijk een van de hoofdredenen is waarom de verschijning maar gedeeltelijk is goedgekeurd].

Van Vestine Salima, een katholiek schoolmeisje, is geweten dat de medische onderzoekers "versteld stonden", toen zij "bezweek" om drie uur in de namiddag van Goede Vrijdag, noteert het boek verder. Het jonge meisje stopte gewoon met ademen en men kon geen hartslag horen, noch voelen en haar bloeddruk was volledig tot nul gezakt. Meer dan een uur duurde dit onderzoek, terwijl zij niet wisten of zij al dan niet openlijk haar dood moesten afkondigen door te zeggen dat zij tijdens haar slaap overleden was. Uiteindelijk zag men dat het meisje om de twee uur diep inademde.

Men wachtte veertig uren, schrijft Immaculée Ilibagiza en in de vroege ochtend, juist na zonsopgang, van Paaszondag, werd zij wakker. De cacatonische staat had precies 40 uur geduurd. Toen zij wakker werd, stond zij uitzonderlijk fris op, wenste iedereen een Zalig Paasfeest en ging zij naar de Heilige Mis, waarbij de plaatselijke priester opmerkte dat er zich een kruis vormde op haar voorhoofd.

Salima behoort niet tot de drie, door de kerkelijke commissie, "goedgekeurde zieners" [er waren zeven zieners], maar twee ervan, die wel werden goedgekeurd, Alphonsine Mumoureke en Anathalie Mukamazimpaka, ondergingen hetzelfde fenomeen.

Alphonsine, het eerste meisje die een dergelijke extase meemaakte en ook als eerste Maria zag [28 november 1981], had deze ervaring op haar zeventiende verjaardag, waarbij zij diep insluimerde met een onmogelijk lage hartslag en onzichtbaar ademde. Vooraleer zij deze ervaring beleefde, moest zij van Maria de plaatselijke overheid inlichten om haar niet dood te verklaren en te begraven, en alhoewel ze wel degelijk deze boodschap had overgebracht, waren de omstanders er van overtuigd dat ze keken naar haar dode lichaam.

Haar lichaam vertoonde de kenmerken van "rigor mortis" [lijkstijfheid] en zes man waren niet in staat om het tengere meisje op te tillen. Abt Augustin Misago, die later de bisschop zou worden die de onderzoekscommissie zou leiden, was hiervan, samen met twee andere priesters en een aantal anderen, ooggetuige. Leden van de pers waren eveneens aanwezig. Dit duurde zo achttien uur toen het meisje plots levendig opstond.

Wat de zienertjes terwijl meemaakten was, in de ware zin van het woord, ontzagwekkend. Ze getuigden dat ze de hemel, de hel en het vagevuur hadden gezien.

"De eerste plaats waar Maria mij naartoe nam was donker en erg angstaanjagend," aldus Alphonsine [waarvan de echtheid door de Heilige Stoel werd erkend] "en gevuld met schaduwfiguren en gekerm van treurnis en pijn. De Heilige Moeder noemde dit de Plaats van de Wanhoop en waarvan het pad naar de andere richting dan Gods licht leidde.

"We reisden langs de sterren tot we bij een plaats kwamen, gevuld met gouden licht, vreugde en geluk en liederen, door zovele vreugdevolle stemmen gezongen, dat ik het gevoel had dat alle zielen die ooit hadden geleefd, lof zongen over de Heer." Het was ongeveer hetzelfde gevoel waarvan vele mensen getuigen die een bijna-doodervaring meemaakten. Zowel een eerdere bisschoppelijke brief, als een pauselijke gezant, keurden deze verschijning goed.

En ondertussen was er nog Anathalie, wiens "reis" zeven uur duurde. Toen zij ontwaakte, zegde zij dat zij zeven mannen, met een mantel gekleed, had ontmoet, die haar vertelden dat zij over de aarde waakten. Daarnaast aanschouwde zij miljoenen mensen, in een wit gewaad, in een overweldigende gelukzaligheid. Het gebied met de engelen werd door Maria "Isangano" genoemd, de "plaats van eenheid" [een uitzonderlijk hoge sfeer], terwijl de miljoenen mensen zich in het "Isenderezwa z'byushimo"-gebied bevonden, of "de plaats van Gods dierbaren."

"De laatste plaats waar we terecht kwamen was een 'schemerland', met een soort onaangenaam roodachtig licht, dat me deed denken aan gestold bloed," getuigde Anathalie. "De hitte, die uit deze wereld opsteeg, was verstikkend en droog en de vlammen sloegen mij om het gelaat. Ik had het gevoel alsof mijn huid brandde en barstte. Ik kon de ontelbare menigte, die deze ellendige plaats bewoonden, niet langer aanschouwen, omdat hun leed en smart mij zo'n pijn deed. Maria heeft de naam van deze plaats niet genoemd...maar ik wist dat dit de hel was."

Deze beschrijving gaat verder dan de beschrijving van de hel door de herdertjes van Fatima. Deze "plaats van hitte" was "voor hen die nooit enige aandacht aan Gods liefde hadden geschonken."

Dit is boeiende informatie, een beschrijving van een verschijning waar iedereen zou moeten over nadenken. Het zou ons eveneens moeten doen aanzetten om te bidden voor hen die zijn heengegaan, vooral tijdens deze vasten. Zijn er enige atheïsten die meelezen, of vreest u uw "trots" te verliezen?


Laat ons terugkeren naar de Hemel: "Jezus nam me op naar de Hemel, maar ik heb geen woorden om te omschrijven op welke wijze", aldus Vestine. "Ik zag kleuren die ik nog nooit had gezien en aanhoorde muziek die ik nog nooit had gehoord, als kleuren. Ik weet niet hoe ik dit gevoel moet uitleggen omdat ik het nooit eerder heb meegemaakt.

Hoe kan ik omschrijven hoe het voelt om "water in te ademen" en "lucht te drinken?" Eén ding kan ik echter wel zeggen: "ik smeekte Jezus uit de grond van mijn hart om daar te mogen blijven, maar Jezus zei me dat het mijn tijd nog niet was en zo moest ik deze plaats achterlaten. Ik heb nooit iets droeviger meegemaakt."

Toen werd er aan Vestina gevraagd waarom zij er zo gelukkig uitzag. "Omdat ik weet dat ik ooit terug naar de Hemel zal gaan," antwoorde ze, "en deze keer voor eeuwig."

Tijdens deze verschijningen vestigde de Heilige Moeder, vreemd genoeg, de aandacht op de "Rozenkrans van de Zeven Smarten", een vroeger gebruik dat zij de kinderen opnieuw aanleerde met het dragen van een zwarte Rozenkrans. De Rozenkrans van de Zeven Smarten telt zeven maal zeven kraaltjes, met drie bijkomende kraaltjes en een kruis. Deze wordt gebeden als aandenken aan de zeven smarten van Maria en voor het bekomen van oprecht berouw over onze zonden:

1. Een week na Jezus' geboorte moet hij in de tempel aan God worden opgedragen. Op het moment dat Maria en haar man Jozef op het tempelplein arriveren, verschijnt daar de oude Simeon. Hij neemt het kind in zijn armen en dankt God met de woorden: "Laat uw dienaar nu maar, Heer, naar uw woord in vrede gaan. Want op dit moment hebben mijn ogen uw heil aanschouwd, dat U voor alle volken hebt bereid. Een licht dat voor de heidenen straalt; een glorie voor uw volk Israël." En tot de verbaasde Maria sprak hij: "Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, opdat de gezindheid van vele harten openbaar mag worden. En ook uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord."
[Lukas 02,22-35]

2. Enige tijd na Jezus' geboorte verschijnen er wijzen uit het oosten. Zij dienen zich aan bij koning Herodes met de vraag, waar de pasgeboren koning van de Joden te vinden is, want - zeggen zij - "wij hebben zijn ster in het oosten gezien". Herodes schrikt en heel Jeruzalem met hem. Hij is niet een geboren koning, hij heeft het koningschap gekocht. Hij besluit het kind te doden en stuurt de wijzen naar het nabijgelegen plaatsje Bethlehem, want daar moet het kind volgens de heilige boeken geboren zijn. En hij vraagt hen, of ze na afloop terug willen komen, "want dan kan ook ik het hulde gaan brengen". De wijzen aanbidden het kind, maar gewaarschuwd door een engel, dat Herodes het kind wil doden, gaan zij niet meer bij hem langs: zij keren langs een andere weg naar huis terug. Herodes bemerkt dat hij bedrogen is en geeft zijn leger bevel alle kinderen onder de twee jaar in en om Bethelhem te doden. Jozef krijgt een droom waarin een engel hem aanspoort het kind en zijn moeder te nemen en te vluchten naar Egypte. Daar moeten ze blijven tot Herodes gestorven is en het gevaar geweken. [Matteus 02,01-21]

3. Als Jezus twaalf jaar is, reist hij bij gelegenheid van het paasfeest met zijn ouders mee naar Jeruzalem. Hij wordt zo geboeid door de gesprekken met de leraren en schriftgeleerden, dat Hij alles om zich heen vergeet. Op de terugweg bemerken zijn ouders dat hij niet ergens anders in de karavaan met familieleden meereist, en dodelijk ongerust keren ze terug naar Jeruzalem. Na drie dagen zoeken vinden ze Hem, nog altijd gezeten tussen de leraren, die verbaasd staan over zijn begrip en zijn antwoorden. Zijn ouders stonden perplex en zijn moeder zei: "Maar kind, waarom heb je ons dit aangedaan? Moet je kijken met hoeveel smart je vader en ik naar je hebben gezocht?" Maar hij antwoordde: "Wist u dan niet dat ik in het huis van mijn vader moest zijn?" [Lukas 02,41-52]

4. Omdat Jezus veel kritiek had op de schijnheiligheid van de religieuze leiders van zijn dagen, had Hij zich veel vijanden gemaakt. Uiteindelijk wisten ze Hem te pakken te krijgen en aan de Romeinse overheid voor te geleiden. Ze bewerkten de stadhouder Pilatus, zodat deze besloot Hem te laten kruisigen, ondanks het feit dat hij erkende geen schuld in Hem te vinden. Jezus moest zelf zijn kruis dragen naar de plaats van de terechtstelling even buiten Jeruzalem. Lukas vertelt, dat Jezus zelfs in die situatie kans zag wenende vrouwen te troosten [Lukas 23,27-31]. Hoewel geen van de evangelisten het uitdrukkelijk vertelt, heeft Hij volgens de overlevering op die kruisweg ook zijn moeder Maria ontmoet: een smartelijk gebeuren.

5. De evangelist Johannes vermeldt uitdrukkelijk, dat Jezus' moeder onder het kruis stond op het moment dat Hij stierf: "Toen Jezus zijn moeder zag, en naast de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: "Vrouw, ziedaar uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling: "Zie daar uw moeder." En van dat ogenblik nam de leerling haar bij zich in huis. [Johannes 19,26-27]

6. Toen Jezus na zijn dood van het kruis werd afgenomen, legde men Hem in de schoot van zijn moeder. Ook dit wordt niet verteld door de evangelisten. Maar het tafereel is vooral in de middeleeuwen vaak afgebeeld. Zo'n afbeelding van Maria in droefheid met de dode Jezus op haar schoot noemt men een Pietà.

7. Tenslotte werd Jezus in een nieuw graf gelegd. Als Maria onder het kruis stond, was ze daar natuurlijk ook bij aanwezig. Dat is de zevende smart.

De drie bijkomende weesgegroetjes zijn toegevoegd ter herinnering aan de tranen die Maria liet omwille van het lijden van haar Goddelijke Zoon.

Ook vroeg de Heilige Moeder aan Anathalia om het boek te lezen "Over de navolging van Christus [De Imitatione Christi]" van de Nederlander Thomas a Kempis [eigenlijk Thomas van Kempen], geboren te Kempen rond 1380 en overleden te Zwolle op 24 juli 1472. Hij was een middeleeuwse augustijner kannunik, kopiist, schrijver en mysticus en lid van de spirituele beweging van de Moderne Devotie. Zij vroeg aan het kind om, op een later tijdstip, het boek op een willekeurige bladzijde te openen en de eerste woorden die ze zou lezen diep in het hart te plaatsen.

Aan Marie-Claire verklaarde Maria dat "deze Rozenkrans een heel bijzondere betekenis inhield" en "dat ze haar spoedig zou onderrichten hoe deze te bidden. Het gebruik verwijst naar het Feest van Maria Zeven Smarten, dat valt op 15 september, daags na het Feest van de Kruisverheffing en verwijst naar het moment dat Maria door de engel Gabriël werd gevraagd of zij de Moeder van Jezus wilde worden: toen werd Zij vervuld van een grote vreugde. Zij zong een beroemde lofzang voor God, het Magnificat ('Mijn ziel prijst hoog de Heer...': Lukas 01,26-38.46-56). Net als Haar zoon Jezus is Haar het lijden niet bespaard gebleven. Maar dat had niet het laatste woord over Haar. Integendeel, zij is door het lijden heen een vrouw van de liefde geworden. De Kerk noemt Haar 'de eerste van de gelovigen', 'beeld van de kerk zelf'. In Haar smarten kunnen de gelovigen hun eigen verdriet herkennen; zij kunnen in hun gebed hun toevlucht nemen tot Maria en Haar vragen voor hen bij de Heer een goed woordje te doen: Zij weet wat het is verdriet te moeten doormaken. Wij zouden Haar het geheim kunnen vragen om door het lijden heen te groeien in liefde en geloof.

Daarom heeft de geloofsgemeenschap vaak stilgestaan bij de momenten van verdriet in het leven van Maria. Uiteindelijk zijn ze samengevat in zeven momenten van smart, die hierboven zijn beschreven.

"Het jonge meisje, Marie-Claire, gaf ons zeer ernstige boodschappen door, waaronder een waarschuwing voor de mensen dat het einde van deze tijden nabij is [niet te verwarren met het einde van de wereld] en dat velen onder Gods kinderen in zonde zijn vervallen," aldus Immaculée Ilibagiza, die eveneens een bestseller schreef over de verschrikkelijke brurgeroorlog in Rwanda. "Maria vertelde aan het meisje dat Zij naar deze plaats was gekomen om de harten terug tot God te brengen en de mensen aan te moedigen om deze Rozenkrans te bidden, wat het meest belangrijke gebed is om Gods liefde te ontvangen, onze bekering te verkrijgen en in onze strijd tegen het kwade."

Wat een vernedering voor een atheïst als hij dit leest. Hij die zich moet "vernederen" tot het bidden van een eenvoudig gebed en zijn "trots" moet opgeven.

De verschijning voorzag met een uiterste nauwkeurigheid de allesvernietigende burgeroolog in Rwanda. Er werden buitengewone zonnewonderen gezien door alle aanwezigen [op een dag gebeurde dit zelfs onder een zwaarbewolkte hemel terwijl er zachte regen viel en waarbij alle zieken genazen].

"De Rozenkrans der Zeven Smarten houdt alle kracht in die nodig is om een wending te geven aan uw leven, om vrede en vreugde te bekomen en in staat is om al uw ware potentiële dromen te verwezenlijken," aldus nogmaals de auteur die zegt het te kunnen weten omdat "hij uit ervaring spreekt als Maria belooft dat u, bij het bidden van deze wondermooie Rozenkrans, de genaden die u ontvangt ontelbaar zijn."

Naar verluidt zou Maria er in het bijzonder de nadruk op hebben gelegd, dat deze Rozenkrans er niet enkel is voor de Katholieken maar voor hen van alle geloof. "Wat ik u vraag is berouw te hebben", zei de Maagd van Kibeho, "Als u ernstig medideert tijdens het bidden ervan zult u de kracht vinden om berouw te hebben over uw zonden en uw harten te bekeren." Maria zei ook "dat gebeden geen enkel nut hebben als ze niet uit het diepste van het hart komen, en u kunt uw harten niet openen voor de Heer zonder nederig te zijn." Zij vroeg om deze Rozenkrans elke dinsdag [de dag van de eerste verschijning] en elke vrijdag te bidden.


Een sleutelliedje dat de zienertjes werd onderwezen hield de volgende tekst in: "De Heilige Moeder is waarlijk de Maagd. Ik zal bidden voor Haar hulp de hele dag en nacht. Ik zal bidden voor Haar hulp in smart. Ik zal met elke adem bidden voor Haar hulp."

"De wereld is doof geworden en wil de waarheid van het Woord niet horen", zei Maria, die kwam als "de Moeder van het Woord."

"De mensen van vandaag weten niet eens meer hoe ze zich moeten verontschuldigen voor het kwade dat ze door hun zonden aangericht hebben. Elke keer opnieuw en opnieuw nagelen ze de Zoon van de Heer aan het Kruis. Dat is de reden waarom Ik naar hier ben gekomen, vooral hier in Rwanda, waar Ik nog nederige zielen kan vinden en mensen die niet gehecht zijn aan geld en weelde om Mijn woorden met open harten te aanhoren. Bid de Rozenkrans om de genade van het berouw te verkrijgen."

Tijdens de door de Kerk goedgekeurde verschijning te Kibeho, Rwanda, vestigde de Heilige Moeder er bij één van de zieners, Anathalia Mukamazimpaka, diverse malen Haar aandacht op dat het meisje het mystieke boek moest zien te vinden "Over de navolging van Christus [De Imitatione Christi]", het boek op een willekeurige bladzijde te openen en elke keer de eerste woorden die ze zou lezen "diep in haar hart te bewaren." Wat een enige manier van toewijding is dit: "open het op een willekeurige bladzijde, lees het, prent het in uw gedachten en beleef het." Wondermooi!

Dit verhaal is bevestigd door Anathalia zelf en zij beleeft het dagelijks.

Dit klassieke boek is geschreven door een Nederlandse monnik, Thomas a Kempis [eigenlijk Thomas van Kempen], geboren te Kempen rond 1380 en overleden te Zwolle op 24 juli 1472. Hij was een middeleeuwse augustijner kannunik, kopiist, schrijver en mysticus en lid van de spirituele beweging van de Moderne Devotie. Het boek werd rond 1412 gepubliceerd en het trok de aandacht van meerdere heiligen, onder wie de heilige Ignatius van Loyola. Er wordt verteld dat dit boek, na de Bijbel, de meest vertaalde Christelijke literatuur is. De beroemde pastoor van Ars, de Heilige Jean Vianney, die nog dit jaar patroonheilige wordt van alle priesters ter wereld [niet alleen meer van de parochiepriesters], ging nergens heen zonder dit boek.

Reeds op de eerste willekeurige bladzijde dat men openslaat vertelt "De imitatione Christi" hoe men het "berouw over onze zonden" moeten beleven in onze "geheime kamers."

We weten allen hoe belangrijk het is om "geestelijke lucht [en zuiverheid]" in te ademen in de geheime kamers van onze harten. Deze geheime kamers hebben ondoordringbare muren...het diepste "ik".

"In deze kamer zult u grote genaden vinden die u gemakkelijk kunt verliezen in de buitenwereld," schreef deze monnik, midden in zijn dialogen met Jezus. "Als het geloof er in woont zal dit zoet en aangenaam in u groeien en een heel goede vriend voor u zijn in de toekomst. Als u in het begin dikwijls in deze kamer verblijft en dan blijft volhouden in gebed en heilige bezinning, zal het daarna een heel bijzondere vriend zijn en één van uw meest bijzondere aanmoedigingen."

"Uit de stilte en de rust van het hart, haalt een toegewijde en vrome ziel veel voordeel en leert deze de verborgen betekenis van de Bijbel kennen en zal deze er eveneens veel zoete tranen van vroomheid uit halen, waarmee de ziel zich zelf elke nacht kan wassen en zeer machtig zuiveren van elke zonde, waardoor deze meer vertrouwd zal worden met God, tot op dat niveau, dat deze gescheiden wordt van elk luidruchtig lawaai van de wereldse aangelegenheden. De Heer en Zijn engelen zullen steeds dichterbij komen en bij hen verblijven die, uit liefde voor de deugdzaamheid, zich terugtrekken uit hun kennissenkring en hun omgeving van wereldse vrienden."

"Het is beter voor iemand om afgezonderd te leven en goed zorg te dragen voor zich zelf, dan dat deze persoon anders misschien mirakelen zou verrichten in het wereldse. Het is eveneens lovenswaardig voor elk godsdienstig persoon om zelden scheep te gaan met en zichtbaar te worden voor anderen."

"Sluit de deur van uw ziel, namelijk uw verbeelding, goed af, en scherm uw voorzichtig en zoveel mogelijk af van het aanschouwen van alle wereldse zaken, om daarna uw gedachten op te lichten tot de Heer en Jezus. Open uw hart in alle geloof voor Hem en verblijf met Hem in uw kamer, want er buiten zult u nooit zoveel vrede vinden."

Deze "geheime kamer" kunnen we eveneens zien als een reusachtige, geestelijke opslagplaats, bekleed met het sterkste en edelste metalen, complexe kunstwerk van de Hemel, opgebouwd uit bezinning en gebed en geloof. Bouw deze plaats. Ga erheen voor aanmoedigingen, vooral tijdens deze vasten. Breng er lange perioden van gebed in door. Laat u door niets verstoren. Laat u door niets van deze vreugde beroven. Bouw het en bid er diep in. Het is uw ware plaats van "veilig gevoel", uw plaats van "belevenis" en het meest echte toevluchtoord, ondanks wat het wereldse uitstraalt.

Dilemma

De verschijningen in Kibeho, Rwanda stellen iedereen voor een dilemma: wat met de apocalyptische aanwijzingen? Er waren zeven zieners die een sleutelrol speelden: zij waarvan iedereen weet dat ze tijdens de eerste maanden van de gebeurtenissen, die begonnen op 28 november 1981, Maria hebben gezien. Enkel drie van de zieners werden weerhouden in de officiële Kerkelijke goedkeuring van deze fascinerende verschijning, Alphonsine Mumereke, Anathalia Mukamazimpaka en Marie-Claire Mukangango. Vier ervan werden niet goedgekeurd [maar echter nooit veroordeeld].

Ontzagwekkende gebeurtenissen werden doorgegeven door minstens twee van de vier niet door de kerk goedgekeurde zieners [meer dan waarschijnlijk omdat het nog over toekomstige gebeurtenissen gaat die nog moeten gebeuren]. Dit is een grote uitdaging voor u. Is het werkelijk mogelijk dat de omstandigheden, de apocalyptische omstandigheden, die hier werden voorspeld zich aftekenen aan de horizon?

Er is hier reeds geschreven over het prachtige boek, "Our Lady Of Kibeho," met details over de verschijningen [en sommige van de voorspellingen]. Een ander boek, "Kibeho, Rwanda: A Prophecy Fulfilled,", geschreven door Vader Gabriel Maindron, kwam reeds in 1996 uit en bevatte meer informatie over de profetische aanwijzingen, zowel als de meerdere waarschuwingen over het materialisme, dat nu begint weg te smelten voor onze ogen.

"De mens is dwaas, dol op wereldse goederen, en er zich niet van bewust dat de dag komt dat we er afstand moeten van nemen," zou de Heer naar verluidt hebben gezegd tegen Emmanuel Segastashya, een van de niet officeel erkende zieners, die beweerde een verschijning te hebben gehad van Jezus. "Hij jaagt op wind. De bezittingen van deze aarde zijn enkel as, terwijl de echte rijkdom in de rijkdom van het hart ligt."

Tegen een andere, niet-erkende ziener, zou de Heer naar verluidt hebben gezegd: "zo veel kwaad wordt er veroorzaakt door het geld. Veel te veel mensen stellen hun vertrouwen in aardse goederen. Het resultaat van deze aanbidding van het geld is de ongeoorloofde sex en andere zonden," werd aan de zieners medegedeeld. Rwanda en de rest van de wereld, ondergingen straffen. Over de huidige tijd werd er gezegd dat het een "tijd van genade" is.

"Zij herinnert er ons aan," zegt Vader Maindron, "dat geld en de bezeten invloed ervan op ons leven, vaak aan de basis liggen van de huidige problemen. Wij hebben toegestaan dat het ons leven beheerst, zijn er slaaf van geworden en staan er ten dienste van, terwijl we enkel God zouden moeten dienen. Het geld is onze afgod geworden."

In Kibeho was niet het geld het probleem,want deze plaats van verschijning werd uitgekozen voor de eenvoud en de armoede, vertelde Maria aan de zieners, maar er heerste een haat tussen de stammen [Hutus en Tutsis] en de zonde van het vlees in Rwanda, dat zijn straf kreeg onder de vorm van een waanzinnige burgeroorlog die volgde op de verschijningen.

Zowel de "erkende" als "niet-erkende zieners" waren het eens over de zuivering. Hetzelfde wordt steeds herhaald in Medjugorje, dat een aantal maanden eerder begon als de Kibeho-verschijningen. Maar hoe apocalyptisch zullen de gebeurtenissen zijn?

Gingen de boodschappen enkel over de massale militaire afslachting van honderdduizenden mensen in Rwanda en Kibeho, waaronder twee van de zieners, of zijn er boodschappen die naar wereldgebeurtenissen verwijzen die nog moeten komen?

Jezus heeft tegen Emmaniel, die werd gedood in de oorlog, gezegd : "Het is hij die het kwade doet die het vuur zal aanwakkeren. Spoed u om het goede te doen, want op een dag zal satan uit deze wereld verdwijnen, en en zult u nooit weer worden in verleiding gebracht. Haast u, want de tijd is kort. Vandaag is de wereld vol van haat en u zult weten dat Mijn tijd nabij is, wanneer u over de godsdientoorlogen zult horen en u deze zult zien. Weet dat Ik dan zal komen, want niets zal deze oorlogen kunnen doen stoppen. Weet dat het niet gemakkelijk zal zijn om Mij te herkennen, maar er zullen tekenen zijn die u zullen helpen on Mij te kennen: ik zal komen als een voorbijganger, maar als Ik langs een dove zal gaan, zal deze horen en als Ik langs een blinde ga, zal hij zijn ogen openen en zien. Als Ik langs een moeder kom, zal zij vreugde vinden. Hij die van Mij houdt zal mij vinden, zelfs wanneer hij zich onder een brug bevindt. Zelfs wanneer u zich onder een heuvel bevindt, zal Ik u vinden. Vertel aan alle mensen dat er niet veel tijd rest en dat Ik spoedig zal terugkomen."

Emmanuel, een ongelovige vóór de verschijningen, zegt dat hij een vreemde man in een kleed heeft ontmoet, die hij voor Jezus nam, op 2 juli 1982, tijdens zijn terugweg van het veld waar hij bonen van de staken trok.

Sommige van de boodschappen waren opzienbarend en ze kwamen niet alleen van niet-erkende zieners. Eén van de erkende zieners, Alphonsine Mumereke, de eerste die Maria zag op 28 november 1981 en die gekend staat als de "hoedster over de geheimen", zegt in het boek van Maindron, "dat de wereld tot een einde komt en dat Jezus' terugkeer heel nabij is."

Zei Aphonsine, nu een kloostersuster, dit werkelijk? En zo ja, wat denkt de bisschop hierover? Andere profetieën spraken over ernstige gebeurtenissen, en misschien zelfs over een openbaring van Jezus, maar niet het einde. De verklaringen zouden gemakkelijk kunnen worden afgedaan, indien ze niet in verband stonden, hoewel niet officieel, met deze een van de meest sterke, erkende verschijningen sinds jaren, door Rwandese de bisschop Augustine Misago, in het Vaticaan zelf, op 29 juni 2001, na door de handen te zijn gegaan van kardinaal Ratzinger [nu Paus Benedictus XVI], die destijds Voorzitter was van de Congregatie voor de Geloofsleer.

"Zij zei om uw persoonlijke bezittingen in te pakken, want de resterende tijd is kort", in het boek van Vader Maindron, over een andere niet-erkende zienster, Vestine Salima. "Wanneer God u zal roepen, zult u niet de tijd hebben om de dingen mee te nemen en zult u deze moeten achterlaten."

"Reizigers!", zei Maria verder, "Waarom terugkijken naar wat hebt u achtergelaten? Neem nu uw bagage want de rest van de weg is kort. Kijk vooruit, want het geluk bevindt zich voor u." En dan is er deze geheimzinnige zin, in deze verschijning die zoveel te doen heeft over een vernietiging door vlammen [er werd zelfs een vulkaan genoemd]: "Als u geen toevlucht zoekt tot God, waar zult u dan heengaan wanneer het vuur zich overal verspreidt?", aldus Vestine.


En zo heeft Rwanda, naast ons land [naast onze voormalige kolonie Congo, waren Rwanda en Burundi onder de VN vroegere mandaatgebieden van België], ook voor onze Noorderburen een heel bijzondere betekenis.

De verschijningen bleven uiteindelijk 7 jaar duren tot 28 november 1988.

De erkende zieners zijn:

Alphonsine Mumureke
Anathalie Mukamazimpaka
Marie-Claire Mukangango [vermoord in Byumba, 1994]

De overige zieners zijn:

Stephanie Mukamurenzi [heeft thans een ongekende verblijfplaats]
Agnes Kamagaju
Emmanuel Segatashya [vermoord tijdens het ontvluchten van de hoofdstad Kigali , 1994]
Vestine Salina

In 1994 brak de hel los. De volkerenmoord door de extremistische Hutumilities kostte het leven aan naar schatting een miljoen Rwandezen, voornamelijk Tutsis en gematigde Hutus. "Op 14 april 1994 vond er in Kibeho hier een volkerenmoord op reusachtige schaal plaats. Twaalfduizend, misschien zelfs tot twintigduizend mensen stierven in deze streek. Het gebeurde vooral hier, in de kerk vóór ons, waar velen een toevluchtsoord zochten tegen de moordenaars, in de hoop dat een heilige plaats zoals een kerk, zou worden geëerbiedigd."

In 1995 greep in Kibeho opnieuw een slachting plaats. Onder het oog van de VN vredesmacht werden door het Rwandees Patriottisch Leger 2000 tot 4000 Hutus gedood bij de ontruiming van een vluchtelingenkamp.

Rwanda en de Tweede Komst van de Heer

Als men wordt gedragen door een golf van genade bij het bezoeken van een plaats waar Maria is verschenen, lijkt dit een sterk teken dat van dit oord een ongebruikelijke kracht uitgaat. Zoiets is het geval te Kibeho in Rwanda.

Maar wat met de zieners? Zij blijven het voorwerp van een raadsel. Van de oorspronkelijk zeven [maar daarna een dozijn, gevolgd door een uitbarsting van zeventig zieners] zijn er tot op vandaag maar drie die de goedkeuring wegdragen van de plaatselijke bisschop en Rome. En zo moeten we voorzichtig blijven. Alhoewel, een aantal zieners had ervaring met gebeurtenissen die nog moeten komen en, zoals de lezer weet, staat het Vaticaan nooit bij onthullingen te springen om ze goed te keuren, wanneer ze nog moeten plaatsvinden. Er zijn genoeg voorbeelden de laatste tijd. Ik noem er maar drie: Garabandal, Medjugorje, Anguera ...

Eén van dergelijke gevallen betreft de ziener Emmanuel Segastashya die doodgeschoten werd tijdens de genocide van 1994. Segastashya is een uiterst fascinerend geval omdat Hij de eerste was die een ontmoeting had met de Heer, op 16 september 1982, terwijl hij de koeien oppaste en door een bonenveld ging. De jongen was niet gelovig opgevoed en was ongeschoold, een zwerver die geen enkel idee had over het Christendom. De Heer verscheen aan Emmanuel in een zwart kleed, in de plaatselijke klederdracht, in een onbeschrijfelijk licht. Hij leerde hem het Kruisteken, het Onze Vader, het Weesgegroet, de zonde, de liefdadigheid en het sacrament van de biecht aan, in zo’n omvang dat de tiener, uit een land van hutten uit modderstenen, langdurig kon spreken over deze onderwerpen.

Segastashya wekt ook nog belangstellling omdat hij voorzag dat de wereldgeschiedenis tot een climax zal komen, samen met de Tweede Komst. En dat is een territorium waar de Kerk heel omzichtig mee omgaat, zo omzichtig dat men zich afvraagt of dergelijke voorspellingen de beslissing van het bisdom heeft beïnvloed om Segastashya [die heel wat impressieve karaktertrekken had] tot op vandaag niet op te nemen in de goedgekeurde verschijning.

Informeel wordt van één van de goedgekeurde ziensters gezegd dat ze hetzelfde onderwerp heeft aangehaald en eveneens Jezus heeft gezien. De Kerk erkent enkel de verschijning van Maria, de Moeder van het Woord, te Kibeho.

Segastashya citeerde Jezus die zei: "Ik zal komen als een reiziger, maar als Ik voorbij een dove ga, zal hij horen. Als Ik voorbij een blinde ga, zal hij zijn ogen openen en zien. Als Ik voorbij een Moeder ga, zal ze vervuld zijn van vreugde. Hij die onder een brug ligt ... Ik zal hem vinden. Laat het niet gezegd zijn dat iemand op de top van een berg moet wonen, omdat God deze plaats misschien niet kan bereiken. Zelfs als u zich onder een heuvel bevindt, zal Ik u vinden."

Merkwaardig vertelde Jezus aan Segastashya dan hij spoedig zou sterven [wat gebeurde en niet kan worden ontkend]. Segastashya citeerde verder de Heer die zei: "Vertel de mensen dat er niet veel tijd over is. Ik zal spoedig terugkeren. Wees dus gehaast om goed te doen, want op een dag zal satan uit deze wereld verdwijnen en zult u nooit meer worden in verleiding gebracht. Haast u, er blijft niet veel tijd over. Wees niet bevreesd, maar heb geloof! Want hij die goed doet zal met Mij naar de Hemel gaan. Vandaag is de wereld vol van haat en u zult weten dat Mijn terugkeer nabij is, dat Ik onderweg ben, wanneer u de oorlogen van de godsdienst zult zien. Weet eveneens dat het niet makkelijk zal zijn om Mij te herkennen. Er blijft niet veel tijd over om u voor te bereiden op het Laatste Oordeel.

Omdat Emmanuel niet werd goedgekeurd, moet u deze boodschap ook in dat licht overwegen.

Terwijl de drie goedgekeurde zieners nooit hebben bevestigd dat de Heilige Moeder hen heeft verteld dat we de Tweede Komst nadert, blijft dit thema wel overeind omdat een andere zienster van de oorspronkelijke zeven, Agnes Kamagayu, de Tweede Komst openlijk blijft bevestigen.

Bij alle zieners was er sterke waarschuwing over het jagen naar de rijkdommen van deze wereld, dat een enorme factor speelt in de huidige neergang van de wereld [Kibeho zelf is enorm armoedig, de reden waarom Maria deze plaats koos]. Emmanuel zegt dat zij die kozen voor wereldse zaken, hiervan spijt zullen krijgen, misschien eerder dan ze denken. De grote kracht: gebed uit het hart.

Van alle zieners te Kibeho is er één zienster die tot op vandaag nog verschijningen krijgt. Elk jaar op 15 mei in de kerk van Sint Rochus te Brussel. Zij woont in de Ambachtsliedenstraat 7 te 1050 Brussel. Haar naam: Valentine Nyiramukiza.

Het was ook op 15 mei in 1982 toen Onze Lieve Vrouw van Kibeho, tijdens een acht uur durende verschijning, verschrikkelijke scènes toonde van de komende genocide, een verschrikkelijke gebeurtenis die zou komen in de nabije toekomst: mensen die elkaar doodden, verlaten lichamen zonder dat iemand ze begroef, bomen in vuur, een open afgrond, een monster, "een rivier van bloed," en onthoofde mensen.

Op 6 april 1994 werd een vliegtuig met daarin de Rwandese president Juvénal Habyarimana en de president van Burundi Cyprien Ntaryamira neergeschoten tijdens de voorbereiding om te landen in Kigali. Beide presidenten stierven toen het vliegtuig neerstortte. Beide presidenten hadden plaats moeten nemen in het toestel van Rwanda omdat het toestel van Burundi "toevallig" stuk was geraakt. Eigenaardig was het feit dat een Burundees reeds plaats nam in het Rwandees toestel alvorens het defect werd gemeld. De moord op de Rwandese president was het startsein voor de aanvang van de genocide. De hel brak los.

Op 7 april 1994 gaf Roméo Dallaire, de leider van UNAMIR, opdracht aan tien Belgische VN-soldaten om de nieuwe president en voormalig minister-president, Agathe Uwillingiyimana, te beschermen. De soldaten werden echter onderschept en gegijzeld door Hutu-extremisten, waarna Agathe en haar man werden vermoord. Later die dag werden de Belgische soldaten dood gevonden. Van 6 april tot half juli 1994 kwamen, in een periode van ongeveer honderd dagen, tussen de achthonderdduizend en het miljoen Tutsi's [de stam van de zieners] en gematigde Hutu's om het leven.

De "Rivier van Bloed" verwijst naar de Kagera rivier. Talloze onthoofde lichamen werden gewoon in deze rivier gedropt. Velen onder hen waren vrouwen en kinderen, amper vijf à zes jaar oud. De Rusomo watervallen hadden op een bepaald ogenblik alleen maar een rode kleur van het bloed. Alphonsine Mumureke, aan wie Onze Lieve Vrouw het visioen over de "rivier van bloed" had getoond, vroeg aan Haar: "Stop! Stop! Alstublieft stop! Waarom vermoorden deze mensen elkaar? Waarom hakken ze op elkaar in?"