|
|
|
|
Download PDF
Het wonder van Seefeld, Oostenrijk [1384] In het bisdom van Innsbruck, tussen de beboste bergen van de provincie Tirol, in het westen van Oostenrijk, ligt het dorpje Seefeld en de parochiekerk van de Heilige Oswald, een kerk die haar populariteit te denken heeft aan het Wonder dat daar plaatsvond op Witte Donderdag van het jaar 1384.
Toentertijd was ridder Oswald Milser de beschermer van het Kasteel Schlossberg, in het noorden van Seefeld. Het kasteel lag op een strategische plaats om bescherming te bieden aan een belangrijke pas, en diende tevens als grensfort. De ridder, zo blijkt, was trots op zijn positie en autoriteit. Wat er gebeurde vanwege zijn trots is opgeslagen in de "Golden Chronicle of Hohenschwangau" [De Gouden Kronieken van Hohenschwangau]:
Sint Oswaldkerk te Seefeld
Altaar van het Wonder Oswald Milser kwam samen met zijn aanhang naar de parochiekerk van Seefeld. Hij eiste [en hem iets weigeren kon de dood betekenen] de grote Hostie: de kleine Hosties vond hij te min voor hem. Hij omringde de bange priesters en de congregatie met zijn bewapende mannen. Aan het einde van de Mis kwam Milser, met een zwaard in zijn hand en met een bedekt gezicht, naar de linkerkant van het hoofdaltaar, waar hij bleef staan. De verstarde priester gaf hem de Hostie, waarop de grond onder de heiligschenner plotseling het begaf. Hij zakte weg tot zijn knieën. Angstig wit greep hij het Altaar vast met beide handen. Hij liet een afdruk na die nu nog steeds zichtbaar is.
Een andere geschiedenis gaat hier verder en vertelt hoe de ridder, vol van angst, de priester gebaarde de Hostie van zijn tong te nemen. Toen de priester dit deed werd de grond onder zijn voeten weer stevig. Onmiddellijk stapte Oswald achteruit, verliet de kerk en snelde naar het klooster van Stams, waar hij zijn hoogmoed opbiechtte. Hij deed boete en overleed een heilige dood twee jaar later. In overeenstemming met zijn wensen, werd hij begraven in de buurt van de kapel van het Heilig Sacrament. Van de fluwelen mantel die hij gedragen had op die Witte Donderdag is een kazuifel gemaakt die geschonken werd aan het klooster van Stams.
Cistenciërklooster te Stams Kerkarchieven laten zien dat de Hostie die uit de mond van de ridder was genomen rood gekleurd was, alsof de Hostie verzadigd was met bloed. Vlak na dit wonder schonk ridder Parseval von Weineck van Zirl een zilveren monstrans gemaakt in de gotische stijl, zodat de Wonderlijke Hostie, welke nog steeds bewaard is gebleven, uitgesteld kon worden.
Vanwege de grote menigte pelgrims werd er een tehuis gebouwd voor onderdak, vlak na het wonder. Het aantal pelgrims nam zo snel toe dat de kerk al snel te klein bleek. In 1423 zorgde Hertog Friedrich voor de bouw een grotere kerk op dezelfde plaats. Het gebouw was klaar in 1472. Bijna een eeuw later was Keizer Maximiliaan I zo onder de indruk van de bedevaarten van Seefeld dat hij smeekte om een klooster te laten bouwen. Dit klooster, begonnen in 1516, werd beheerd door de Augustijnenbroeders tot 1807. Sindsdien doet het klooster dienst als een hotel, wat de pelgrims goed uitkomt.
Aartshertog Ferdinand II van Tirol toonde ook een bijzonder interesse in dit wonder. In 1574 bouwde hij in de kerk de Kapel van het Heilig Bloed, waar de Wonderlijke Hostie bewaard was voor een tijd.
Binnenzicht kapel van het Heilig Bloed te Stams Wat betreft de plaats van het wonder; Het gat waar de ridder tot in zijn knieën in viel is nog steeds zichtbaar en word getoond aan bezoekers. Vanwege de veiligheid is dit gat bedekt met een rooster dat opgetild kan worden zodat het gat onderzocht kan worden. Het gat bevind zich aan de zuidkant van het altaar van het wonder.
In deze kerk op zijn originele plaats is het stenen altaar van het wonder. Deze ligt een goede afstand van het versierde hoofdaltaar dat later werd toegevoegd toen de kerk werd vergroot. Direct boven het stenen altaar is een nieuwe altaarsteen gesteund door pilaren. Het geheel is zo gebouwd dat er een ruimte tussen beide altaarstenen overblijft van enkele centimeters. Hierdoor is het altaar van het wonder nog steeds zichtbaar. Aan de zijkant van het stenen altaar zijn de afdrukken van de handen van Oswald nog steeds zichtbaar. Deze afdrukken worden ook aan de bezoekers getoond.
Naast het gat in de vloer en het altaar van het wonder is een derde herinnering aan het wonder: de monstrans met de Wonderlijke Hostie. Deze word bewaard in een tabernakel in de zuidmuur, dichtbij het hoofdaltaar.
De kerk is versierd met vele verwijzingen naar het wonder. Een geschilderd paneel uit 1502 versierd de zuidmuur, en glas-in-loodramen versieren de rest. Er is een reliëf in het Timpaan boven de ingang, waarop het wonder wordt afgebeeld. Een geweldig mooi fresco op de kapel van het Heilig Bloed laat de priester zien, samen met de ridder, tijdens de communie, terwijl zwevende engelen de monstrans vasthouden. De kerk is ook een toonbeeld voor kostbare voorbeelden van Gotische architectuur en houtsnijwerk.
Reliëf boven het Timpaan Het is onbekend wanneer de Kerk van de Heilige Oswald is gebouwd, maar de kerk wordt genoemd in een kroniek van 1320. De huidige kerk, afgerond in 1472, heeft de eer om de enig overgebleven kerk te zijn die gebouwd is door de Innsbruck Bouwergilde. De kerk wordt gezien als het mooiste voorbeeld van Gotische Architectuur uit Noord-Tirol.
Doopvont van de Heilige Oswald In 1984 vierde de kerk van de Heilige Oswald de 600ste verjaardag van het wonder dat plaatsvond in haar bevoorrechte ruimte.
|
|
|
|
|