Download PDF
De Geboortekerk te Bethlehem [2]
De Geboortekerk is de oudste kerk in het Heilig Land die momenteel nog wordt gebruikt en die herinnert aan de geboorteplaats van Jezus Christus. Terwijl de H. Helena wordt verondersteld om de Geboortekerk te hebben gebouwd, zijn er andere die geloven dat het keizer Constantinus was die het bevel gaf voor de bouw van de monumentale constructies ter ere van de drie belangrijkste gebeurtenissen van Jezus’ leven.
De bouw begon in 326 na C. en met de hulp van de lokale bevolking, die geloofde dat de grot waarin Jezus Christus geboren werd aan het einde van het dorp gelegen was, waren de architecten in staat om de vorm van de grot te bouwen overeenkomstig de architecturale en devotionele vereisten. De grot was bekist met een achthoekige structuur die het heiligdom van de basiliek vormde en die zich uitstrekte naar het westen in vijf doorgangen verdeeld in 4 rijen van monolistische pilaren.
De Kerk was rijk aan mozaïeken, fresco’s, marmer, en een zilveren voederbak die de originele voederbak van klei en leem verving.
De huidige Kerk werd gebouwd gedurende de regering van de Byzantijnse Keizer, Justianus. In 529 kwamen de Samaritanen in opstand, en de Geboortekerk werd erg beschadigd. De patriarch van Jeruzalem zond de H. Sabas om Justianus te helpen en de architect die door de keizer werd gezonden, brak de kerk af en bouwde de huidige terug op. Nieuwe teelaarde bedekte de mozaïeken vloer in 326 en een nieuw voetpad werd geconstrueerd op een hoger niveau. Als de kruisvaarders in de twaalfde eeuw kwamen, bouwden ze een kruisweg en een klooster rond de noordelijke zijde van de Kerk.
Geboortekerk
Nog een andere restauratie vond plaats tussen 1165 en 1169, in samenwerking tussen het Byzantijnse Rijk en het Frankische koninkrijk. De herstellingen vonden plaats over de volledige kerk, die verscheiden muren en vloeren met marmer, mozaïek en parelmoer bedekten. Het cederhouten dak was bedekt met lood; de muren van de grot waren bedekt met marmer en mozaïek, en de twee ingangen ontvingen de huidige vorm.
De voorzijde van de Geboortekerk is omcirkeld met de hoge muren van de drie kloosters: het Franciscaanse langs de noordoostzijde, het Grieks-Orthodoxe en het Armeens-Orthodoxe langs de zuidoostzijde. De voorzijde had drie deuren waarvan 2, iets hoger liggen. De huidige lage ingang die naar het voorportaal leidt, werd gemaakt in het begin van de zestiende eeuw, om te vermijden dat paarden in het gebouw zouden komen. Het voorportaal is verdeeld in drie compartimenten, en een enkele houten deur die toegang geeft tot de binnenkant.
De basiliek is een rechthoek van 53,9 m lengte, het kerkschip is 26,2 m breed, en de dwarsbeuk is 35,82 m. Als men de kerk binnentreedt, ziet men 4 rijen van pilaren, 44 in totaal, 6 m hoog, en gemaakt van inlandse rode steen met witte nerven. De witte marmeren hoofdplaats is in een vervormde Korintische stijl en draagt in het centrum van het raam een rozette van een beeldrijk Grieks kruis.
Model van de Geboortekerk
Men kan de restanten van het achthoekig gebouw dat de Grot van de Geboorte omvat nog zien in de Armeense kapel. Het Armeens altaar in het noordelijk deel staat bekend als het Altaar van de Koningen en dat is volgens de traditie de plaats waar Maria Magdalena omlaag klauterde.
In het oostelijk deel zijn er stukken muur en treden die deel uitmaken van de trap die van het center van de basiliek naar de Grot leidt.
Twee deuren leiden weg van de dwarsbeuk: één naar de St.-Catharinakerk, en de tweede naar het Griekse klooster. De kerk van St.-Georges, aan de linkerkant, wordt door de Anglikanen gebruikt voor de dienst van Kerstdagavond.
Twee trappen leiden van twee kanten naar beneden naar de Grot en ontmoeten elkaar aan het Geboortealtaar, de plaats waar Jezus wordt verondersteld van geboren te zijn. De vloer onderaan het Altaar bestaat uit witte marmer waar een 14-puntige zilveren ster vastgeankerd in de plaveien de juiste plaats aangeeft omgeven door de Latijnse inscriptie: HICDE VIRGINE MARIA JEZUS CHRISTUS NATUS EST , 1717 . [Hier werd Jezus Christus geboren uit de maagd Maria]. Van de 15 lampen die rond de kloof branden, behoren er 6 toe aan de Grieken, 5 aan de Armeniërs en 4 aan de Latijnen.
Jezus' geboorteplaats
De voederbak voor dieren staat aan de noordzijde van de Grot, en tegenover deze voederbak, is er een Altaar dat toegewijd is aan de Wijzen die van het oosten naar Bethlehem kwamen onder de gids van een ster en die geschenken voor Jezus meebrachten.
De Grot is rechthoekig van vorm: de lengte is 12,3 m, en de breedte is 3,15 m. Er wordt in licht voorzien door 53 lampen waarvan 19 behoren tot de Latijnen. De vloer en de muren zijn bedekt met 9 platen marmer, en de zijmuren zijn bedekt met vuurbestendige tegels die tot de Fransciscanen behoren.
De monding van een waterreservoir kan worden gezien aan het einde van de Geboortekerk, en een deur die leidt naar verschillende kapellen wiens sleutel toebehoort aan de Franciscanen. Het waren de Franciscanen, die in 1470 deze passage groeven om via de St-Catherinakerk toegang te hebben tot de Grot. Opgravingen tussen 1962 en 1964 door eerwaarde Farina, een Franciscaan, bewezen dat de grotten waren bezet tussen 700 en 787 vòòr Chr. en opnieuw bezet tot 333 na Chr. Eerwaarde Farina vond 35 graven en volgens de legende wilden Christenen begraven worden naast de heilige plaats waar Jezus werd geboren.
De eerste kapel is gewijd aan de H. Jozef, ter nagedachtenis van het visioen dat hij had als een engel tot hem kwam en hem vertelde om de Maagd Maria en het kindje Jezus naar Egypte mee te nemen om te ontsnappen aan de executies van Herodes. De tweede kapel is gewijd aan de Heilige Onschuldigen, de kinderen die werden gedood door Herodes bij zijn zoektocht naar Christus.
Als we links in de wandelgang gaan, treffen we het graf van de H. Eusebius van Cremona aan, de opvolger van de H. Hiëronymus, en de overste van het klooster. De grafkelder van de HH. Paula en Eustochium bevindt zich in een kamer aan de linkerkant, en tegenover deze graven is het graf van de H. Hiëronymus, wiens stoffelijke resten in Rome zijn. De laatste kapel behoort toe aan de H. Hiëronymus, waar hij heeft gewerkt en geleefd.
Zuilengang
Opklimmend van de grotten naar het trappenportaal komen we aan in de kerk van de H. Catherina, gebouwd in 1882 door de Franciscanen om een kleinere middeleeuwse kapel van de H. Augustinus te vervangen. De Heilige Catherina van Alexandrië is een heilige waarvan niets is geweten vóór de achtste eeuw. Er zijn geen historische overblijfselen gevonden en haar persoonlijkheid is een mysterie, en op 25 november is er ter hare ere een feest.
Bij het verlaten van de kerk is er een klooster dat gerestaureerd werd in 1948 en 1949, en is gebouwd op de resten van de muren van het klooster van H. Hiëronymus. Ten westen van het klooster is er een waterreservoir van H. Helena en de bezoeker kan de resten zien van de muren van Constantinus en Justianus. Op het einde ten zuiden van het klooster is er een deur die leidt naar de klokkentoren en de kapel gebouwd door de kruisvaarders. Bij het verlaten van de kapel komen we aan bij de Casa Nova, een Fransciscaanse eigendom.
Vertaling: Henk
|