Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

nov

21



Don Giovanni Bosco [1815-1888]: 4 profetieën

  
 
Download PDF

H. Don Giovanni Bosco [1815-1888]: 4 profetieën

Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader in Becchi, een gehucht van de gemeente Castemiovo d’Asti [nu Castelmiovo Don Bosco]. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.


Profetie 1

Er zal een Oecumenische Raad zijn tijdens de volgens eeuw, waarna er chaos zal zijn binnen de Kerk. De rust zal niet terugkeren tot de Paus erin zal slagen om de boot van Petrus tussen de tweelingpijlers van de Eucharistische Toewijding en Onze Lieve Vrouw te varen. Dit zal ongeveer een haar voor het einde van de eeuw gebeuren. De dingen zullen te traag op elkaar volgen, maar de grote Koningin van de Hemel is heel dichtbij. De macht van de Heer hoort is haar toegedragen. Zij zal Haar vijanden verdrijven zoals de mist. Zij zal de Eerbiedwaardige Oude Man bekleden in al zijn vroegere gewaden... Er zal een opnieuw een hevige orkaan komen. De ongerechtigheid is volkomen: de zondigheid is opgehouden en, alvorens de twee volle manen zullen schijnen in de maand van de bloemen, zal de regenboog van de vrede verschijnen over de aarde. De grote Geestelijke zal de bruid van zijn Koning in glorie zien gekleed gaan. Over de hele wereld zal de zon zo helder schijnen, zoals nooit was gezien sinds de vlammen van het cenakel [Pinksteren] tot nu, noch zal het opnieuw gezien worden tot het einde der tijden.

Profetie 2

Het was een donkere nacht en de mensen konden hun weg niet méér terugvinden naar hun landen. Plots scheen er een heel helder licht in de hemel, die hun weg verlichtte als was het op de middag. Op dat ogenblik kwamen er vanuit het Vaticaan, als in een stoet, een groot aantal mannen en vrouwen, jonge kinderen, monniken en priesters en aan het hoofd ervan bevond zich de paus. Maar toen brak er een hevige storm los, die dat licht enigszins verduisterde, alsof het licht en de duisternis geblokkeerd waren in een strijd. De rangen van de stoot dunden aanzienlijk uit. Na tweehonderd dagen stappen werden ze er zich allen van bewust dat ze zich niet langer meer in Rome bevonden. In wanhoop dromden ze samen rond de Paus om hem te beschermen en hen te dienen in zijn noden. Op dat ogenblik verschenen er twee engelen met een vaandel die ze aan de Paus voorlegden met de woorden: Neem het vaandel van zij die strijd en de machtigste leger op aarde verplettert. Uw vijanden zijn verdwenen en met tranen en zuchten smeken uw kinderen om uw terugkomst. Een zijde van het vaandal droeg het opschrift: "Koningin ontvangen zonder zonder" en op de andere zijde kon men lezen: "Help de Christenen." De Paus aanvaardde opgetogen het vaandel, maar werd hevig verward toen hij de toestand van zijn volgelingen zag. Maar de twee engelen gingen verder: "Ga nu en troost uw kinderen. Schrijf aan uw broeders die over de hele wereld zijn verspreid dat de mensen hun leven moeten beteren. Dit kan niet worden bereikt zonder dat het brood van het Heilige Woord wordt gebroken onder de mensen. Leer de kinderen hun catechismus en preek onafhankelijkheid van de aardse dingen. De tijd is gekomen," besloten de twee engelen, "wanneer de armen de wereld zullen evangeliseren. De priesers zullen worden gezocht onder hen die de schoffel, de spade en de hamer hanteren, zoals David heeft voorspeld: "Hij tilt de arme uit het stof, Hij trekt hem omhoog uit het vuil en geeft hem een troon en maakt hen tot mensen van aanzien onder zijn volk." [Psalmen 113:7-8]. Bij het aanhoren van dit, ging de Paus door en begonnen de rangen toe te nemen. Bij het bereiken van de Heilige Stad, weende de Paus bij het zicht van zijn troosteloze stedelingen, want velen waren niet langer. Daarop ging hij Sint-Pieters binnen en hield het Te Deum aan, waarop een koor engelen zingend antwoordde: "Glorie aan God in de hoge, en vrede op aarde aan alle mensen van goede wil." Toen het lied over was verdween alle duisternis en een fel schitterende zon scheen. Van het begin van de verbanning tot het aanhalen van het Te Deum scheen de zon tweehonderd maal. Al de beschreven gebeurtenissen beslaan een periode van vierhonderd dagen. De "tweehonderd dagen profetie."

Profetie 3

De oorlog zal vanuit het zuiden komen en de vrede vanuit het noorden. De Franse wetten zullen niet langer de Schepper herkennen, maar de Schepper zal zichzelf kenbaar maken en het land driemaal met zijn toorn bezoeken. Bij het eerste bezoek zal hij de trots breken door de verovering, het stelen van de vernielde oogst en het slachten van mens en dier.

Bij het tweede bezoek zal de grote hoer van Babylon het land bezoeken, wat de wellevende mensen zal doen zuchten waardoor ze het bordeel van Europa zullen aanroepen. Het land zal zonder leider vallen en het slachtoffer worden van verwarring.

"Parijs! Parijs! In plaats van uzelf te bewapenen in de naam van God, zult u uw Huizen van Verdorvenheid versterken. Uw idool, het Pantheon, zal tot as verbranden zodat het volgende zal uitkomen: geweld en absolute leugens tegen Mij. Uw vijanden zullen uw verzwakken tot armoede, honger, angst en van u de gruwel onder de naties maken. En, wee u, als u de hand niet wil erkennen die u zal treffen! Ik zal de zedeloosheid, de minachting en de verachting van Mijn Wet bestraffen," zegt de Heer.

Bij het derde bezoek zult u in de handen van vreemdelingen belanden. Uw vijanden, ver van alle wil, zullen uw paleizen in vlammen aanschouwen. Uw huizen zullen een stapel van ruines worden met het bloed van uw helden, die niet meer zullen zijn.

Maar er zal een grote strijder uit het Noorden komen die een vlag zal dragen in de rechterhand, waarop staat geschreven: "De onbedwingbare Hand van de Heer." Op dat moment zal hij de Eerbiedwaardige Oude Man van Lazio bezoeken en een schitterende, gloeiende toorts omhoog houden. De vlag zal dan in omvang toenemen en van zwart in sneeuwwit veranderen. In het midden van de vlag zal, in gouden letters, de Naam staan van de Almachtige. De krijgsman zal met zijn manschappen naar buiten komen en de handen schudden van de Eerbiedwaardige oude man.

Nu is de Hemelse stem gericht tot de Herder der herders. U bent nu in overleg met uw raadgevers. De vijand van het goede zal niet één moment werkloos toekijken. Hij overdenkt en zal al zijn kunsten tegen u aanwenden. Hij zal twist brengen onder uw overleggers en vijanden doen opstaan onder Mijn kinderen. De machten van de wereld zullen vuur uitspuwen en ze zullen wensen dat de woorden worden verstikt in de kelen van hen die mijn wetten onderhouden. Dit zal niet geschieden en ze zullen slechts zichzelf schade toebrengen. U moet zich haasten en als u de knopen niet kunt losmaken, moet u ze lossnijden. Als u zichzelf sterkt onderdrukt zult voelen, geef dan niet op maar ga door tot het hoofd van de Slang van de terreur is afgesneden. Deze aanval zal de wereld en de hel eronder doen trillen, maar de wereld zal veilig zijn en de goeden zullen zich verheugen. Houdt uw raadplegers weg, ook al zijn ze maar met twee. Waar u ook gaat, ga door en breng het werk dat u is toevertrouwd tot een einde. De dagen vliegen voorbij en uw jaren zullen het voorbeschikte cijfer bereiken, maar de Grote Koningin zal u steeds uw hulp zijn. Zoals in het verleden zal Zij in de toekomst altijd de dagen de buitengewone burcht van de Kerk zijn.

En u, Italië, het land van de zegeningen! Wie heeft u in de ellende gestort! Beschuldig niet uw vijanden, maar eerder uw vrienden. Kunt u uw kinderen niet horen die vragen naar het brood van het geloof en enkel hen zullen vinden die het in stukken werpt? Wat moet Ik doen? Ik zal de herders treffen en de kudde uiteendrijven, totdat zij, die op de troon van Mozes zitten, zullen uitkijken naar goede weiland en de kudde aandachtig zal luisteren en worden gevoed.

Mijn Hand zal zwaar wegen over de herders. De hongersnood, pest en oorlog zullen zo erg zijn dat de moeders zullen moeten wenen op het bloed van hun zonen en martelaren, dood in een vijandig land.

En u Rome, wat zal er u overkomen! Ondankbaar Rome, bloeiend Rome, trots Rome! U hebt zo’n hoogte bereikt dat u niet verder zoekt. U aanbidt niets anders dan uw oppermachtige, uitzonderlijke weelde en vergeet dat u en uw glorie op de Golgotha staan. Nu is hij oud, machteloos en beroofd en nog, op zijn woord, het woord van hij die gebonden was, trilt de hele wereld.

Rome! Tot u zal ik vier maal komen.

De eerste keer zal ik uw gronden en uw inwoners treffen.

De tweede keer zal ik het bloedbad en de afslachting zelf tot uw eigen muren brengen. En zult u nog uw ogen niet openen?

Ik zal een derde maal komen en ik zal uw bescherming en verdedigers met de grond gelijk maken, en op het bevel van de Vader, zal het bewind van de schrik, van de vreselijke angst en de verwoesting binnentreden in uw stad.

Maar mijn oordeelkundige mensen zijn nu gevlucht en nog steeds worden mijn wetten met de voeten getreden. Daarom zal ik een vierde bezoek brengen. Wee jullie als Mijn wetten nog steeds als lege woorden worden beschouwd. Er zal misleiding en leugen heersen onder zowel de verstandigen als de onwetenden. Uw bloed en dat van uw kinderen zal uw schandvlekken wegspoelen door Gods wetten. Oorlog, pest en hongersnood zullen de roede en gesel zijn van de trots en verdorvenheid van de mensen.

O vermogende mensen, waar zijn uw glorie, bezit en paleizen nu. Zij zijn nu het puin op de hoofd- en zijwegen.

En u priesters, waarom bent u niet "beginnen rennen om te wenen tussen het voorportaal en het altaar" om God te smeken om een einde te maken aan deze gesels. Waarom bent u niet, met het wapen en het schild van geloof, op de daken van de huizen gaan staan, in de huizen gegaan, langs de grote en kleine wegen, in elke mogelijke hoek, om het zaad van Mijn zwaard te dragen? Weet dat dit het verschrikkelijke zwaard is dat langs twee kanten snijdt en dan Mijn vijanden neerlegt en Toorn van God en van de mensen breekt?

Deze dingen moeten één na één komen. Ze zijn onverbiddelijk.

De dingen gebeuren te traag.

Maar de Verheven Koningin van de Hemel is aanwezig.

De macht van de Heer is in Zijn handen. Hij verspreidt Zijn vijanden als een wolk. De eerbiedwaardige Oude Man tooit zichzelf in al zijn oude gewaden.

Er zal een verschrikkelijke storm komen.

De ongerechtigheid is verteerd. De zonde zal zijn einde kennen. En voor de twee volle malen in de maand van de bloemen hun koers zullen hebben beëindigd, zal de vrede verschijnen boven de aarde [De eerstvolgende maand mei met twee volle maanden volgt in het jaar 2026 nvdr].

De Grote Geestelijke zal de bruid van zijn Koning aanschouwen in feestelijke klederdracht.

Over de hele wereld zal de zon zo stralend schijnen zoals nog nooit is gezien sinds de tongen van vuur neerdaalden over het Cenakel tot deze dag, noch zal de zon ooit zo worden gezien tot het einde dag der dagen.

Het was een donkere nacht. De mensen konden niet langer zien, noch doorvertellen welke weg ze moesten nemen om naar hun huizen terug te keren. Plots verscheen en aan de hemel een heel schitterend licht dat de stappen van de reizigers verlichtte zoals op het middaguur. Op dat ogenblik zag men een massa mannen en vrouwen, zowel jongeren als ouderen, zusters, monniken en priesters met de Heilige Vader aan het hoofd. Ze kwamen uit het Vaticaan en vormden één lijn zoals in een stoet.

En toen kwam er een hevige storm dat dit licht enigszins verduisterde en het was alsof dat licht en de duisternis in een strijd waren verwikkeld. Ondertussen kwamen ze aan een klein plein, bedekt met doden en gewonden, waarvan er sommigen schreeuwden en vroegen om hulp.

Heel velen verlieten vroegtijdig de processie. Na het wandelen van een tijd die overeenkomt met tweehonderd rijzende zonnen, werden ze er zich van bewust dat ze zich niet langer in Rome bevonden. Getroffen door angst renden ze allen naar de Heilige Vader om hem persoonlijk te verdedigen en hem te voorzien in alle behoeften. Onmiddellijk werden er twee engelen gezien die een vaandel droegen. Ze stelden deze voor aan de Heilige Vader en zegden: "Ontvang deze vaandel van Hij die vecht en de sterkste vijanden ter wereld verspreidt. Uw vijanden zijn uit elkaar gedreven. Uw kinderen smeken u met tranen en zuchten om terug te keren."

Bij het bekijken van dit vaandel kon men langs de ene kant geschreven zien, "Koningin ontvangen zonder zonde," en aan de andere kant, "Hulp der Christenen."

De Heilige Vader nam vreugdevol het vaandel over, maar als Hij oplettend het overblijvende kleine aantal van hen die met Hem overbleven bekeek, werd Hij diep bedroefd.

De twee engelen voegden hieraan toe: "Ga vlug uw kinderen troosten. Schrijf uw broeders, verspreid over de hele wereld, dat er een terugkeer moet geschieden van de moraal in de mensen. Dat kan enkel worden bekomen door onder de mensen het Brood van het Heilige Woord te verspreiden. Door de kinderen het geloof te onderrichten, en het losmaken van het hart van de wereldse dingen te preken. De tijd is gekomen," beëindigden de engelen, "wanneer de armen de mensen zullen onderwijzen. Roepingen zullen komen van onder hen die met de spade, de bijl en de hamer werken en dit wanneer de woorden van David zullen vervuld zijn: God heeft de armen verheven van het land om hen op de troon van de prinsen van Zijn volk te plaatsen."

Toen de Heilige Vader dit aanhoorde, begon de stoet. Hoe verder deze ging, hoe groter de stoet achteraan werd en toen de stoet eindelijk voet zette in de Heilige Stad, weende Hij bittere tranen om de ellende waarin hij de mensen vond en het grote aantal dat hij nu moest missen. Toen hij Sint Pieter binnentrad, hield Hij het "Te Deum" aan met een koor van engelen dat zingend antwoordde: "Glorie zij de Vader in den Hoge en vrede op aarde aan alle mensen van goede wil."

Met het einde van de hymne kwam er ook een einde aan de dichte duisternis en scheen de zon in volle helderheid.

De grote en kleine steden en de dorpen waren maar dun bevolkt. Het land was gelijkgemaakt als door een orkaan en een hevige hagelstorm. De mensen kwamen tot elkaar en riepen tezamen in diepe ontroering: "Er is een God in Israël."

Van de aanvang van de ballingschap tot het "Te Deum," rees de zon in het Oosten tweehonderd maal. De tijd is voorbij voor het vervullen van deze dingen wanneer deze overeenkomt met het vierhonderd maal rijzen van de zon.

De enorme uitgestrektheid van de zee is bedekt met een ontzagwekkende reeks van slagschepen, met de voorsteven met speren van scherp ijzer die door elke verdediging kunnen breken. Allen zijn zwaar gewapend met kanonnen, brandbommen en vuurwapens, ja zelfs met pamfletten en boeken, voor elke slag en zij varen voorwaarts naar elk schip, het enige statiger en machtiger dan het andere. Bij het benaderen proberen zij de schepen te rammen en in brand te steken en zo veel mogelijk schade toe te brengen.

Dit statige schip wordt beschermd door een escortvloot. Wind en golven zijn de vijanden. In het midden van de eindeloze zee, verschijnen er twee stevige zuilen op kleine afstand tot hoog in de lucht: "Op één zuil bevindt zich het beeld van de Onbevlekte Maagd, aan Wiens voeten grote inscripties staan: Hulp van de Christenen. De andere, veel hoger en sterker, draagt een hostie van proportionele grote met beneden de inscriptie van de redding van de gelovigen. Aan het stuur strekt de Paus elke spier om het schip tussen beide zuilen te leiden. Aan de toppen ervan hangen vele ankers en sterke haken, die verbonden zijn met een kruis.


Visioen van Don Bosco

De volledige vijandelijke vloot probeert dit vlaggenschip in te sluiten om het ten allen koste te doen zinken. Ze bombarderen het met alles wat ze hebben: boeken en pamfletten, vuurwapens, brandbommen en kanonnen. Op het ogenblik van het hevige rammen is er een grote opening te zien, omgeven door splinters, maar onmiddellijk komt er een bries uit de twee zuilen, om de gapende opening te herstellen.

Opeens raakt de Paus ernstig gewond. Hij wordt onmiddelijk rechtop geholpen, maar valt een tweede keer neer en sterft. Een overwinningskreet is te horen bij de vijanden en hevige vreugde weerklinkt in hun schepen. Maar de Paus is nog maar amper gestorven of een andere neemt zijn plaats in. De kapiteinen van de bondgenoten hebben hem zo vlug verkozen dat het nieuws van de dood van de Paus gelijk valt met dat van de verkiezing van de nieuwe Paus. De zelfverzekerdheid van de vijanden wankelt. De nieuwe Paus breekt door alle weerstand en leidt zijn schip veilig door de twee zuilen en ankert het vast aan de twee zuilen: het eerste anker aan de zuil met de hostie en het andere aan de zuil met het beeld van de Heilige Maagd. Op dit ogenblik gebeurt er iets onverwachts. De vijandelijke schepen raken in paniek en worden uiteengedreven, waarbij ze één voor één elkaar rammen en doen zinken.

Vertaling: Chris De Bodt