Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

apr

26



Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Alcalà de Henares, Spanje [1597]

  
 
Download PDF

Het wonder van Alcalà de Henares, Spanje [1597]

In het begin van 1597 kwam er eens een onbekende man in de Jezuïetenkerk van Alcalá de Henares. Deze man biechtte op dat hij hoorde tot een Morengroep die schuldig was van een aantal diefstallen in de katholieke kerk. Op zijn geweten te zussen vertelde de man aan de Jezuïetenpriester, Juan Juarez, hoe hij en zijn partners verschillend Heilig Vaatwerk hadden gestolen en verkocht hadden. De man vertelde ook de verschrikkelijke Heilschennis die hij en de andere hadden begaan met de Hosties die ze tijdens hun diefstallen hadden gevonden. Hij biechtte op dat hij een aantal Hosties nu bij zich had die gestolen waren uit drie verschillende kerken. Pater Juarez kreeg toen van de man 24 Hosties, allemaal glanzend wit en verpakt in dik papier.

Pater Juarez vertelde toen de details hiervan weer aan Pater Gabriel Vazquez, die de Hosties in eerste instantie bij de volgende mis wilde gebruiken. Omdat ik sommige plaatsen, zoals Murcia en Segocia, sommige priesters vergiftigd waren besloten om het zekere voor het onzekere te nemen en de Hosties in een zilveren doos te bewaren. Ze hadden namelijk geen manier om zeker te zijn dat het verhaal van de onbekende man waar was. De priester wisten zelfs niet eens of de Hosties geconsacreerd waren. Daarom werden ze niet in de tabernakel bewaard, maar in de voorraadkast van de kerk. Op de zilveren doos plakten ze een briefje waarop geschreven stond: "Lees deze brief en volg de opdrachten op." De opdrachten op dit briefjes waren dat als de Hosties smerig zouden worden deze met water of vuur vernietigd moesten worden, dit was het gebruik van de kerk om zich te ontdoen van Hosties die geconsacreerd waren, maar niet meer geschikt waren voor consumptie, om wat voor reden dan ook.

Elf kaar later in 1608, onderzocht het hoofd van de provincie Toledo, Dr Luis de la Palmo, samne met Pater Juarez, de Hosties en zagen dat de Hosties nog steeds glanzend wit waren en helemaal fris. Toen besloot het hoofd van de provincie dat de Hosties naar de ondergrondse kluis geplaatst moesten worden om te kijken of de vochtigheid van de kelder de Hosties kon aantasten. De doos met de Hosties werd voorzien van een label en naar een stapel dozen met ongeconsacreerde Hosties geplaatst, die ook gelabeld waren. De ongeconsacreerde Hosties waren binnen een paar maanden helemaal aangetast door de vochtigheid, maar deze Hosties waren nog steeds puur en wit. Omdat ze niet aangetast waren wisten ze met absolute zekerheid dat er een hoger macht hier aan het werk was, wat de Hosties beschermde. Een paar maanden later stelde Pater Bartolome Perez voor om de Hosties in het tabernakel te bewaren, waar ze thuis hoorden.

Toen ze hoorden dat de beroemde en geleerde doktoren geen wetenschappelijke verklaring konden geven voor het niet vergaan van de Hosties, liet Don Pedro Garcia Carrero, een arts en professor aan de universiteit, een publieke onderzoek plaatsvinden. Tijdens dit onderzoek werden vijf Hosties gebroken. Hun behoud en frisheid overtuigde de professor dat het echt om een wonder ging, omdat de Hosties zich niet hielden aan de natuurwetten.

Toen de prominente theologen, religieuzen en professoren allemaal tot de conclusie kwamen het behoud van de Hosties een wonder was, schreef de rector, Don Francisco Robledillo, een brief aan de vicaris-generaal van Alcalá, op 16 juli 1619, waarin hij toestemming vroeg om het wonder bekend te maken en de Hosties publiekelijk uit te stellen, want hij wist dat de mensen enthousiast waren om dit religieuze wonder te aanbidden en te vereren.

De plaats waar de Hostie uit werd gesteld was een kapel in de Jezuïetenkerk. Hier werden de Hosties, in een grote processie door de straten van de stad, naar toe gebracht. De straten van de stad waren voor deze gelegenheid versierd met honderden kleden, vlaggen en bannieren.

Een noemenswaardig bezoek werd gebracht aan de Wonderlijke Hosties, in 1620, door de monarch, Filips III, die samen met zijn Koninklijke familie en zijn hele huishouden langskwam. Hij schonk aan de Hosties een kostbare doos gemaakt van parelmoer en zilver. De binnenkant van deze kist was bekleed met kostbaar brokaat. De Hosties werden in deze doos bewaard totdat er een monstrans geschonken werd door Kardinaal Spinola, de aartsbisschop van Seville en Santiago.

De Monstrans was iets meer dan 86 centimeter hoog en had de vorm van een vierzijdige lantaarn. Rond een centraal punt waren acht delen gemaakt, ieder deel huisde drie vertikaal geplaatste Hosties. Deze delen vormden een achthoek rond dit centrale punt, en het geheel was aan vier kanten omsloten door glas. Een klein koepeltje aan de bovenkant was versierd met een klein elegant kruis aan de bovenkant. Er wordt gezegd dat er ooit een gouden ring aan dit kruis hing, dat geschonken was aan de Wonderlijke Hosties op 18 september 1810, tijdens een bezoek aan Jozef Bonaparte, die koning van Spanje was gekroond door zijn broer Napoleon.

De Hosties verbleven in de kapel van de Jezuïetenkerk tot 1777, toen koning Karel III een koninklijk beval gaf aan kanunnik Ramon de los Herreros, om de Heilige Hosties te verplaatsen naar De Heilige Magistraalkerk. Toen werden de Hosties in grote plechtigheid naar de nieuwe kerk overgebracht. Ook werden de beelden, juwelen, versieringen, vazen, lampen en alles wat herinnerde aan de Hostie, of gegeven was aan de Hosties, mee verplaatst.

In de Heilige Magistraalkerk werden de Hosties bijzonder vereerd op het Hoogfeest van Hemelvaart, een feestdag toegewijd aan het wonder. Elk jaar op die dag kleedden de mensen van Alcalá de Henares zich in de mooiste kleden en namen deel aan de vieringen die zou uitgebreid waren dat het onmogelijk is om ze omschrijven.

In 1904 werd de Heilige Magistraalkerk een nationaal monument, maar in 1931, toen de politieke condities zich ontwikkelde in wat later de Spaanse burgeroorlog zou worden, verbood de regering alle religieuze activiteiten die buiten plaatsvonden. Hierdoor werden de vieringen tot binnen de kerk beperkt. Deze werden ook steeds meer beperkt en uiteindelijk verboden in 1936 toen de Spaanse burgeroorlog begon.

Dankzij de toenemende oppositie van revolutionairen troepen en het grote uithoudingsvermogen van de Spaanse mensen die niet beïnvloed waren door de katholieke haat van de revolutionairen, werden alle Heilige objecten verstopt op verschillende plaatsen op ze veilige te houden. De monstrans met de 24 wonderlijk bewaarde Hosties werd door een priester verstopt in de kerk op een geheime plek, die maar bekend was bij een paar priester van de gemeenschap.

Uiteindelijk werd de kerk ingenomen en omgebouwd tot militaire bunker. Een kanon werd er geplaatst in één van de torens, en machinegeweren werden er geplaatst voor de ramen. Later werden de stad en de Heilige Magistraalkerk gebombardeerd. Om de verwoesting af te maken werd een vlambare vloeistof over de kerk uitgegoten en aangestoken.


Verwoesting van de Kerk

Vlak voor of tijdens de vernietiging van de kerk ging een priester, die wist van de geheime plek, de kerk binnen en redde de Heilige Hosties, maar hij was gezien en vervolgens vermoord, net zoals vele andere priesters en nonnen tijdens de Spaanse burgeroorlog. Hoewel bekend is dat de Hosties gered waren van hun geheime schuilplaats in de kerk, is onbekend hoe of waar de Hosties zich vandaag de dag bevinden.

De mensen bidden tegenwoordig voor een nieuw wonder waardoor de 24 Hosties teruggevonden worden, die ze graag willen plaatsen in het hoofdaltaar van de gerestaureerde Basiliek.


De monstrans met 24 Hosties, welke zijn teruggegeven na te zijn gestolen door de Moren van drie verschillende kerken in Spanje in 1597. Deze Hosties bleven wonderbaarlijk vers en onaangetast en werden voor eeuwen vereerd, maar werden verborgen op een geheime plek toen de Spaanse burgeroorlog in volle antikatholieke haat uitbrak. Hoewel bekend is dat de Hosties zijn weggehaald uit de kerk voordat deze was verwoest door de revolutionairen, is het onbekend hoe en waar de Hosties zich vandaag de dag bevinden. De mensen bidden tegenwoordig voor een nieuw wonder waardoor de 24 Hosties teruggevonden worden, zodat ze deze opnieuw kunnen aanbidden.