Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

mrt

28



Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 34: Geboren in de hel

  
 
Download PDF

Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 34: Geboren in de hel

Bekeringen gebeurden dankzij de liefde en nederigheid van Maria, samen met geloof. Het waren geheimen die met mekaar verweven waren. Nederigheid was een aspect van liefde omdat liefde tot onbaatzuchtigheid leidde, en op haar beurt leidde onbaatzuchtigheid tot het delen van het lijden, de eer, en het geloof ... de schoonheid ... van Christus.

Grote geheimen. De sleutel tot het geluk. De boodschap van Maria. Er waren geen profetieën die zo krachtig waren. Maria kwam op een wolk. Ze stond normaal gezien niet op de aarde. Dat betekende dat we onszelf niet moeten verankeren in de wereld. Het betekende zich losmaken van het ‘ik’. Hier ligt een nieuw geheim: Maria gaf te kennen dat, bovenop nederigheid, een sleutel tot innerlijke rust [vrede] het losmaken van het ‘ik’ was. Overgave. Het was het hoogste stadium van nederigheid. Ze toonde het iedere keer. Ze toonde het bij elke echte verschijning. Ze was onbaatzuchtig en als gevolg was ze majesteitelijk en rustig. Dat kleine geheim was zo krachtig dat het meer zei dan eender welke literatuur, meer dan de opkomende Europese filosofen, meer dan Locke en Rousseau en Voltaire: Wanneer een persoon zich losmaakte van z’n ego, wanneer alle gedachten en handelingen aan Christus werden opgedragen, was sereniteit het verrassende resultaat. Iemand kon door het leven gaan, op zoek naar alle mogelijke middelen voor vrede, en het nooit vinden tenzij hij of zij afstand deed van het ‘ik’.

Soms betekende dat lijden. Christus gaf aan elk van Zijn volgelingen een kruis. Lijden was een ticket naar de hemel, de test van het leven, wat op zich al een constante test was!

Maar de Heilige Moeder was er altijd en, zoals Margaretha-Maria Alacoque van de Heilig Hart-openbaringen zei, bleef Maria steeds aanmoedigen. Ze weigerde nooit te helpen. Hoe harder en zinvoller de tijden, des te meer Moeder Maria zich op de voorgrond plaatste. Er was al achttien eeuwen lang een opbouw geweest. Nu manifesteerde hoofdstuk 12 van Openbaringen zich, voorafgegaan door donder, bevingen en hagel. En donder was er zeker geweest! En bevingen: de zeventiende eeuw had meer dan z’n deel gehad, met driehonderdduizend slachtoffers in Calcutta, nog een grote beving in Hokkaido, Japan, en nog meer bevingen in Quito, Catania, en Lissabon.


Margaretha-Maria Alacoque kreeg openbaringen over het Heilig Hart


Abdij van Paray-le-Monial en de Orde van Maria Visitatie, waar Margaretha-Maria intrad

De spirituele conflicten waren op z’n hevigst. De duivel was er altijd geweest, maar de afgrond, de aarde bleef opengaan. Er waren overal sprinkhanen. In 1679 was er een bericht uit Lemster, Engeland, van bepaalde mensen die beweerden "de aarde op een heel vreemde en ontzaglijke manier te hebben zien opengaan" en een soort van "zwarte, droefgeestige kleuren" uit de grond te hebben zien komen. Was het echt, of een symbool? Zieners verwachtten een grote beving zoals in [Openbaring 11:13] en sommigen hadden het begrepen dat "beving" voor een komende revolutie stond.

Maria verscheen ook aan een bisschop met de naam Alfonsus van Liguori, die kort erna een klassieker zou schrijven met de naam De Glorie van Maria, en in Turijn was er een geval waar een ziener, gekend als de Heilige Maria der Engelen dagelijkse extases had, hoewel ze ook hevige gevechten had met demonen. Acht maanden lang had ze verschijningen van geesten die haar sloegen en haar geloof, hoop en kuisheid uitdaagden. Geloof was een doel omdat het een geheim wapen was. Met geloof konden duivels van eender welke soort afgeweerd worden. Geloof verhief de persoon boven de aanval.


Alfonso Maria de' Liguori, Bisschop en stichter van de Redemptoristen

En aanvallen waren er zeker. Tijdens de zomer van 1780 zocht een mijnwerker, die op zoek was naar een doorgang door de bergen ten westen van Copiago, Chili, samen met z’n muilezeldrijvers z’n toevlucht in een grot, toen een hevige storm losbarstte. Te midden van de bliksem, het gebrul van de donder en de huilende wind, begonnen ze te bidden. Een uitzonderlijk heldere bliksem schoot door de lucht en de mijnwerker, Mariano Caro Inco, zag tussen de rotsen tegenover de grot, iets wat leek op het bleke gezicht van een kleine vrouw. Toen Caro en z’n mannen de volgende morgen op onderzoek uitgingen, vonden ze op een platte steen het beeldje van een mooie dame met een kind in haar armen. Het was zo’n twintig centimenter hoog en het zou spoedig beroemd worden door z’n miraculeuze genezingen.

In het heiligdom van Lujan, nabij Buenos Aires, Argentinië, stond er een ander standbeeld dat vereerd werd. Mariaal historicus H.M. Gillett schreef: "Op 28 augustus 1780 raakten de inwoners van Lujan in paniek door het nieuws van wat ze lang gevreesd hadden, dat een enorm leger van wrede Indianen de vlakten terroriseerden, waarbij ze iedereen op hun pad afslachtten en heel vlug de stad naderden. Totaal weerloos vluchtten de mensen naar het heiligdom en plaatsten hun volledig vertrouwen in hun speciale Beschermster. Opeens, zelfs terwijl ze aan het bidden waren, kwam er een dichte en onverwachte mist opzetten die de stad onderdompelde zodat de wilde bende de weg kwijt raakte en de stad voorbij liep."


Onze Lieve Vrouw van Lujan, Argentinië


Kathedraal te Lujan, Argentinië

In Noord Amerika waren er geruchten van een visioen aan niemand anders dan George Washington. Of ze echt waren, en zo ja, of de gedaante die hij zag de Maagd was, zijn twee belangrijke vragen die waarschijnlijk nooit zullen beantwoord worden. Maar het is moeilijk om het rapport in deel 4, nummer 12, van een oude negentiende eeuwse veteranenpublicatie, gekend als de National Tribune, nu Stars and Stripes, te negeren. Een heel oude man, Anthony Sherman werd geciteerd over het verhaal van een gebeurtenis in 1777, tijdens de terugtrekking naar Valley Forge. Terwijl de kille wind door de bladerloze bomen ruiste, was Washington, van wie gekend was dat hij biddend op z’n eentje rondliep, naar verluid een hele namiddag in z’n kamer gebleven, en wilde hij niet gestoord worden. "Toen hij naar buiten kwam merkte ik dat z’n gezicht iets bleker was dan anders, en dat hij aan iets dacht dat belangrijk was," beweerde Sherman, die naar verluid aan de zijde van Washington streed.

Toen hij net na het vallen van de avond terugkwam, stuurde hij een bediende naar de vertrekken van de officier die op dat moment van wacht was. Na een inleidend gesprek van zo’n half uur zei Washington, starend naar z’n gezel met die vreemde blik van waardigheid die hij alleen had, tot de officier: "Ik weet niet of het te wijten is aan de zorgen in m’n hoofd of iets anders, maar deze namiddag zat ik aan deze tafel een bericht voor te bereiden, toen iets me leek te verstoren. Toen ik opkeek, zag ik voor mij een mooie vrouw. Ik was zo verbaasd ... want ik had strikte bevelen gegeven niet gestoord te willen worden ... dat het even duurde voordat ik de woorden vond om naar de reden van haar aanwezigheid te vragen. Ik herhaalde mijn vraag twee, drie, en zelfs vier keer, maar ik kreeg geen antwoord van mijn geheimzinnige bezoekster, behalve dat ze haar ogen lichtjes oprichtte. Op dat moment voelde ik vreemde gewaarwordingen door gans m’n lichaam. Ik zou opgestaan zijn, maar de gerichte blik van het wezen dat voor me stond maakte me willoos. Ik probeerde haar nogmaals aan te spreken, maar ik kon m’n tong niet meer bewegen. Zelfs mijn gedachten leken verlamd. Een nieuwe invloed, mysterieus, krachtig, onweerstaanbaar, nam bezit van mij. Het enige wat ik kon doen was wezenloos naar m’n onbekende bezoekster staren."

Hoewel er genoeg reden was tot scepticisme [men beweerde dat Sherman zich dit herinnerde toen hij negenennegentig jaar oud was], en hoewel het verhaal van Washington niet dezelfde aandacht kreeg als vele gelijkaardige bezoeken aan bisschoppen, pausen, of wereldlijke leiders in Europa, was er geen twijfel dat dergelijke legende tegen 1880, zo niet eerder, de ronde deed.


Een biddende George Washington

Men citeerde Washington als volgt: "Geleidelijk leek de omgeving zich te vullen met gewaarwordingen, en gaf licht af. Alles rond mij leek ingewikkeld te worden, de mysterieuze bezoekster zelf werd doorzichtiger en toch duidelijker te zien dan voordien. Ik begon nu het gevoel te krijgen als iemand die sterft, of eerder de gewaarwordingen te krijgen die ik me soms bij ontbinding voorstel. Ik dacht niet na, ik redeneerde niet, ik bewoog niet; dat was allemaal onmogelijk."

Op dat moment zou Washington naar verluid een stem gehoord hebben. "Zoon van de Republiek, kijk en leer," zei de vrouwelijke verschijning, en ze strekte haar arm oostwaarts.

Men beweert dat Washington op dat moment een witte nevel zag, die geleidelijk optrok en "alle landen van de wereld" liet zien, en hij zag een wolk die opsteeg van Europa en Amerika, een wolk die westwaarts bewoog.

Onweerswolken. Nog meer donderslagen. Als de legende fictief was, was ze toch briljant in het uiten van de vage eigenschappen van echte verschijningen. Anderen zagen ook dikke, stijgende mist toen de Revolutie in Amerika gevolgd werd door de Franse Revolutie.

Dit was een gigantisch moment in zowel de Franse geschiedenis als in de wereldgeschiedenis. Het was het hoogtepunt van het rationalisme en van de Verlichting. En het sloeg toe met de kracht van een orkaan. In 1789 arriveerden in Versailles twaalfhonderd afgevaardigden uit elke uithoek van Frankrijk, om een financiële crisis op te lossen. Ze besloten dat het land een radicale verandering nodig had, wat betekende dat er moest afgerekend worden met alle geboortevoorrechten en de macht aan de middenklasse moest gegeven worden. De afgevaardigden waren ook voor volledige economische vrijheid. En hoewel veel van de doelstellingen bewonderenswaardig waren en veel steun kregen, werd de opstand bloedig. Zoals satan veel zaken die nobel starten doet omslaan, zo focusten de liberalen al gauw hun woede op de Kerk en begonnen ze een verschrikkelijke vervolging, onder het mom van rationalistische vooruitgang. In tegenstelling tot de Amerikaanse Revolutie, was de Franse Revolutie niet tegen een buitenlandse tegenstander; ze was tegen God. Het was het extreme tegenovergestelde van nederigheid, het toonbeeld van arrogantie.

Het rationalisme had zo’n extremen bereikt dat het Katholicisme vogelvrij verklaard werd en dertigduizend tot veertigduizend priesters uit hun geboortesteden verdreven werden. Ze verborgen zich of werden afgeslacht omdat ze niet akkoord waren dat de staat tot absolute autoriteit werd uitgeroepen, in plaats van Rome.

Het was de Heerschappij van de Verschrikking. De eerste afslachting van geestelijken gebeurde in Parijs, waar 220 priesters en een aantal bisschoppen het leven lieten. Elders volgden vele anderen. In Orange werden nonnen die opgesloten zaten voor "fanatisme en bijgeloof" naar de guillotine gebracht, en in de loop van een paar jaren werd bijna elke kerk in Frankrijk dichtgenageld, vernietigd of omgevormd tot een "tempel van de rede."

Bokenkotter schreef: "De Revolutie begon het karakter te krijgen van een religie op zichzelf. Sommige van de patriottische ceremonieën bevatten heilige eedafleggingen en heilige bomen, en sommige dorpen vervingen de religieuze straatnamen met patriottische namen. In Compiègne verving men de namen van de heiligen met die van helden van de revolutie, net zoals op vele andere plaatsen.. Zuigelingen kregen ‘onchristelijke’ namen. Kerkklokken en kelken werden in beslag genomen en gesmolten."

Alle heilige feestdagen werden afgeschaft, en alle verwijzingen naar de geboorte van Christus werden geschrapt door de vestiging van een nieuw tijdperk dat begon met de revolutionaire republiek in 1792. De Christelijke Zondag werd verdrongen door een nieuwe kalender die de belichaming was van de eredienst van de Rede en verering voor een geïdealiseerde geaardheid die de zaden van het atheïsme en het globalisme verspreidde.


Franse Revolutie, spotprent van de priesters

Veel van de Franse heiligdommen, veel van de miraculeuze plaatsen, veel van de plaatsen waar Maria was verschenen, waar ze mirakels met beelden deed, of de zieken genas, waar ze miraculeuze bronnen getoond of de behoeftigen gered had, waar ze de aarde had aangeraakt met de kracht van de hemel, werden ontheiligd, besmeurd, en vernietigd. Op 30 augustus 1792 werd in Fourvière de laatste Katholieke Mis gevierd, en de volgende jaren vielen revolutionairen Chartres binnen en knipten een groot stuk van een oud en beroemd relikwie waarvan men dacht dat het een deel was van Maria’s sluier. Ze namen het mee voor "wetenschappelijk" onderzoek, en tot hun teleurstelling gaf de analyse aan dat de sluier echt kon geweest zijn, en misschien wel tweeduizend jaar oud was. De sluier werd uiteindelijk terug op z’n plaats gelegd, maar de rest van Chartres werd geplunderd, terwijl het heiligdom van O.L.V. van de Gelofte te Cherbourg, waar een keizerin die in een storm gevangen zat en door Maria gered was geweest, op een gelijkaardige manier vernietigd werd.


Basiliek van Fourvière

Een kapel met een miraculeus beeld in Luxemburg werd vernield, en het zeventiende eeuwse beeld dat in Boulogne was beland nadat het door een mysterieus schip aan wal was gebracht, werd bemachtigd door revolutionaire dieven en tot as herleid.

Ook Clairfontaine werd afgebrand.

Misschien waren er gerechtvaardigde doelen in de revolutie, zoals er vaak een gerechtvaardigd begin is aan dingen die kwaadaardig uitdraaien, maar uiteindelijk was de revolutie geboren in de hel. In de Kathedraal Notre Dame werd een actrice op de troon geplaatst als de Godin van de Rede, en op dezelfde dag zorgde een decreet voor de sluiting van alle kerken in Lyon, waar een ezel die met priestertekenen versierd was een Kruisbeeld vertrappelde en uit een kelk dronk. "Er waren nog vreselijkere heiligschennissen in voorbereiding toen er plotseling een einde aan kwam door wat de onverlaten zelf aanvoelden als een bovennatuurlijk teken van het goddelijke misnoegen," schreef James Northcote. "De lucht werd plots donker en er barstte zo’n hevige storm los over de hoofden van de schandelijke menigte, dat ze allen samen wegliepen en verschrikt van de plaats wegvluchtten."

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie