Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

apr

26



Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 18. De Zeven

  
 
Download PDF

Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 18: De Zeven

Was er iets op komst?

Wat betekenden de voortekenen?

Er waren ook een massa verschijningen en de periode was nog maar begonnen. Er waren geen eenmalige waarnemingen meer. Heel veel mensen hadden meerdere of "vervolg-verschijningen." Zoals gewoonlijk leek Maria de voorkeur te geven aan zij die nederig waren, maar ze verscheen ook aan Paus Honorius III, Koningin Helena van Frankrijk en Prinses Ermesinde van Luxemburg.

Het geval van de prinses had plaats in de buurt van een heldere bron of Clairefontaine, waar het gebied zijn naam aan ontleende. Clairfontaine was niet ver van Luxemburg en was zes decennia eerder gezegend door de H. Bernardus die in het gebied op reis was. Blijkbaar was het toen al gekend als een plaats van heilige wonderen, met het bruisende water dat langs weelderig gebladerte in een prachtige stroom liep.


Ruines abdij van Clairefontaine

Het was in deze charmante vallei dat Prinses Ermesinde, die herstellende was van de recente dood van haar echtgenoot, haar visioen had terwijl ze onder een eik zat te bidden. Het was een ervaring die zou leiden tot de oprichting van een klooster dat toegewijd was aan het Hart van Jezus. Sommigen zeggen dat de prinses ingedommeld was, anderen zeiden dat ze wakker was en neerzat. Of het nu een visioen of een verschijning was, ze zag de hemel "opengaan" en een vrouw van onvergelijkbare bevalligheid neerdalen op een wolachtige witte wolk. Het was Maria, en ze hield Jezus in de armen. Ze naderde de prinses en bleef staan bij de stroom. Ze was omringd door een kudde onaards witte lammeren. Terwijl die samen kwamen glimlachte ze naar de dieren en aaide ze. Op hun rug hadden ze ongewone en onvergetelijke zwarte kruisen, maar het meest opvallende was het Kind, Dat van zo’n schoonheid was dat Ermesinde dacht dat er in de wereld geen gelijke kon zijn.


Sarcofaag prinses Ermesinde in de nieuwe abdij van Clairefontaine

Als Ermesindes ogen gesloten waren tijdens dit gebeuren, was het technisch gezien een "visioen" ... en dan nog een vluchtig. Er waren echter nog veel andere gevallen op dit zelfde belangrijke historische ogenblik, die ervaren werden in een volledig wakkere toestand of die tastbaar bewijs achterlieten. Dat was het geval in Spanje met een jonge herder, Francisco Alvarez, die aan de rand van Alcatraz woonde. Zijn geval typeerden veel van Maria’s verschijningen tijdens deze bepaalde periode. Alvarez, die een zwaar kreupele arm had, was op een namiddag aan de voet van een oude steeneik aan het slapen toen hij wakker werd door het plotse geluid van z’n kudde die probeerde weg te vluchten. De volgende dag gebeurde hetzelfde. Iets maakte hen bang. Toen Alvarez uiteindelijk zag wat het was, werd hij ademloos: Uit de steeneik kwam een vreemd en intens licht en het geluid van muziek was nog vreemder.

Sterk onder de indruk viel Alvarez bewusteloos neer. Toen hij terug bijkwam zag hij dat het licht weg was en vervangen was door een beeldje van Maria met het Kindje Jezus. Het beeldje, dat mogelijks tijdens de invasie van de Moslims in de boom verstopt was geweest, sprak tot Alvarez en verzocht dat de dorpsmensen een kapel bouwden. Toen de herder z’n bezorgdheid uitdrukte dat niemand z’n verhaal zou geloven, werd hem gezegd zijn onbruikbare arm uit te steken en hij werd onmiddellijk genezen.

Dit was een geval van een sprekend beeldje, veruit de meest voorkomende verschijnselen, maar de visioenen en verschijningen waren interessanter. Terwijl visioen symbolische verschijnselen konden zijn, of als een droom, waren verschijningen levende figuren die men met de ogen zag en heel vaak was Maria niet doorzichtig of vluchtig, maar stoffelijk, wat betekende dat ze tastbaar was. Ze leek lichamelijk aanwezig te zijn. Ze kon een ziener aanraken. Ze verscheen aan een man, die we kennen als de Heilige Reginald van Sint-Gillis, toen hij in Rome was en ze zalfde z’n ogen, oren, handen en voeten waardoor hij genezen werd van een ernstige ziekte. In 1221 was ze ook verschenen aan Antonius van Padua en moedigde hem aan toen hij twijfels had over haar Onbevlekte Ontvangenis ["Mijn zoon, wees er van overtuigd dat ik geboren ben zonder zonde"] en in 1226 bezocht ze Paus Honorius die ze vertelde dat hij een groep kardinalen moest negeren die tegenstander waren van de vestiging van de Orde der Karmelieten. Op gelijkaardige manier verscheen ze minstens twee maal aan Albert de Grote, die in z’n jeugdjaren een ongetalenteerde, zelfs "domme" student was geweest, maar die door de Rozenkrans, door Maria en Christus te smeken, de gave van intelligentie kreeg en een autoriteit werd op het vlak van fysica, astronomie, scheikunde en biologie; een wetenschapper van zo’n niveau dat men hem vergeleek met de grote Roger Bacon. Hij blonk ook uit in filosofie en toen hij naar Keulen ging, was Thomas van Aquino één van z’n leerlingen.


Antonius van Padua

In 1225 was er een getuigenis dat Maria gezien werd bij een graf waar ze de ziel van een jonge overleden jongen vergezelde terwijl ze naar de hemel steeg. Ze verscheen ook aan een Vlaamse vrouw, Lutgardis, die stigmata kreeg in de vorm van bloedvlekken, alsof ze een doornenkroon op haar hoofd had.

De standaardverschijning gebeurde aan diegenen wiens namen verloren zijn gegaan doorheen de geschiedenis of die ergens in een voetnota vermeld werden. In Kiev was er een missionaris met de naam Hyacinth die in 1231 de Mis begon toen er het nieuws kwam van een aanval van een Mongolenstam. De Tartaren waren plots de stad binnen gevallen en hun missie was alles en iedereen te vernietigen. Er was geen andere keuze dan onmiddellijk te vluchten. Nog steeds gekleed in zijn liturgisch gewaad, greep Hyacinth het Heilig Sacrament van het tabernakel en stond op het punt te vertrekken toen hij een onverklaarbare stem hoorde die uit een albasten standbeeld leek te komen. "Hyacinth, mijn zoon," zei Maria, "Ga jij me achterlaten om vertrapt te worden door de Tartaren? Neem me met je mee."

"Hoe kan ik dat doen?" vroeg Hyacinth. "Het beeld is te zwaar!"

"Neem me toch maar mee," smeekte Maria. "Mijn Zoon zal de last verlichten."

Op één of andere manier greep Hyacinth het grote standbeeld met één arm terwijl hij in de andere het Heilig Sacrament droeg, en ontsnapte zo aan de verwoestende vlammen in Kiev.

We zien dat Maria op verscheidene manier sprak, soms terwijl ze zichtbaar was, soms door beeldspraak, soms op non-verbale manier, en soms door standbeelden. Haar aanwezigheid maakte duidelijk dat de mensheid in grote nood verkeerde en dat er opnieuw een kastijding wenkte. Vlammen. Vuur. Ziekte. Er waren al zoveel waarschuwingen. Ze duidden op grote moeilijkheden terwijl de Kerk verwereldlijkte en de maatschappij op materialisme afstevende. Dit alles werd benadrukt door Maria’s geweldige verschijning aan zeven rijke handelaars in Florence. Deze zeldzame, gelijktijdige verschijning aan een groep mensen gebeurde op 15 augustus 1233 terwijl de handelaars, toegewijd maar bezeten door geld, na de Communie Thanksgiving vierden. Op dat moment zag elk van hen de Koningin van de Hemel en haar engelen omringd door een helder licht. "Verlaat de wereld en trek u samen terug in eenzaamheid om tegen uzelf te vechten," zei de Heilige Maagd. "Leef volledig voor God. Alzo zullen jullie hemelse troost ervaren."

Na een andere verschijning in 1234 bouwden de zeven mannen een primitieve kluizenaarshut op de Mont Scenario. Op Goede Vrijdag 13 april 1240, toevallig ook het Feest van de Aankondiging, verscheen Maria een derde maal en ze had een zwarte habijt, een boek, een perkamentrol en psalmboeken bij zich. "Dierbare en uitverkoren dienaars, ik ben gekomen om jullie gebeden te verhoren. Hier is de habijt die ik wil dat jullie vanaf nu dragen. Hij is zwart zodat hij jullie altijd mag herinneren aan de vurige smarten die ik ondergaan heb door mijn Zoons Kruisiging en dood. Deze perkamentrol met de woorden "Dienaars van Maria duidt de naam aan onder dewelke jullie gekend moeten zijn. Dit boek bevat de Regel van Augustinus. Door die te volgen zullen jullie deze psalmboek in de hemel verkrijgen, als jullie me trouw dienen op aarde." Dat was het begin van de Orde der Servieten.

Er was ook de Orde van Genade, die eveneens geïnspireerd werd door een gelijktijdig visioen door drie mannen: Petrus Nolascus, Raymundus van Peñafort (in die tijd de meest competente autoriteit op het gebied van kerkelijk recht), en Koning Jakobus I van Aragon in Spanje, die allen tijdens dezelfde nacht Maria zagen maar op verschillende plaatsen. Volgens de literatuur droeg ze hen op om samen te werken om een orde te vormen met als doelstelling het vrijkopen of redden van Christenen die door de Moren waren gevangen genomen. De drie mannen willigden haar verzoek in, en op een avond toen Koning Jakobus een plaats zocht om de orde onder te brengen was hij verbaasd bij het zien van zeven ongewoon heldere sterren die over een heuveltje zweefden. Het deed denken aan de zeven sterren die de engelen voorstellen in Openbaring 1:16. Het hele platteland was er getuige van. Het plaatsje noemde Puig. Toen Jakobus werklieden naar de plaats stuurde vond men nog een verborgen beeldje van Maria, binnenin een klok!


Heilige Simon Stock

Dan was er de grote openbaring aan Simon Stock. Dit was een klassieke, lichamelijke verschijning. Simon was een heilige kluizenaar wiens vader Heer van Kent was geweest. Op zevenveertigjarige leeftijd vervoegde Simon de Orde der Karmelieten en werd naar de oorsprong van de orde gestuurd, de berg Karmel in Israël. Gelegen in het noordelijke deel van dat land tussen Megiddo en Tyre, stond de Karmel er als getuigenis aan veel generaties van de mensheid. Daar, langs de bruisende Middellandse Zee, waren z’n grotten de woonplaats geweest van prehistorische voorouders die begonnen met de homo erectus, doorheen het tijdperk van de Neanderthalers en dan een tijdperk dat verbonden is aan de opkomst van de moderne homo sapiens.

De berg Karmel was een rijke bron voor archeologen, maar z’n spirituele geschiedenis was van groter belang. Het was de plaats waar Elia het vuur en de dood van de profeten van Baäl had gevraagd. Hij ging naar de top van de berg en zei z’n dienaar zeven maal om naar de zee te kijken. Toen die dat eindelijk deed zag de dienaar het ongewone tafereel van "een wolk zo klein als de hand van een man" die uit het water steeg [1 Koningen 18:44], op een manier die ons doet denken aan het soort wolken die met de Maagd geassocieerd worden. En de Karmelieten zouden later inderdaad beweren dat de wolk (die uiteraard vele eeuwen voor haar geboorte gezien werd) Maria’s voorbode of "aankondiging" was.


Karmel, Haifa

Of dat nu waar is of niet, het was een zeer heilige plaats die door oude kluizenaars aan Maria was toegewijd. Simon was zo onder de indruk van de heilige mannen, wiens bestaan onthuld werd door de kruisvaarders, dat hij zich bij de orde voegde en al snel hun leider werd.

Maar nog meer dan een bestuurder was Simon Stock een visionair. Zijn beroemdste verschijning en één van de belangrijkste in de geschiedenis gebeurde tijdens een nacht van gebed op 16 juli 1251, toen zijn cel ondergedompeld werd in een immens licht dat de Heilige Moeder droeg. Maria hield het Kindje vast en ook een mouwloos bruin bovenkleed dat moest gekend zijn als het scapulier. Een wijd kledingsstuk dat door een monnik gedragen werd, zo werd het de habijt voor de Karmelieten. Later werd het voor leken aangepast als een touw met stoffen vierkantjes. En dat kondigde ook speciale tijden aan. Het kondigde ook de nood aan bescherming aan. Het was de bescherming die Maria beloofde. Zoals Simon zelf vertelde, "Ze verscheen aan mij met een talrijk gezelschap, en met de habijt voor de orde in haar handen zei ze : ‘Dit zal voor u en alle Karmelieten een groot voorrecht zijn. Hij die sterft als hij het draagt zal niet lijden in het eeuwige vuur."

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie