Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

apr

25



De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 2]

  
 
Download PDF

De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 2]

Joe’s verhaal

Onophoudelijk begenadigd


Tijdens heel mijn leven ben ik onophoudelijk begenadigd geweest. Ik zou het ook niet kunnen toegeven, maar God de Vader, de Heilige Geest, Jezus, Mijn Heilige Moeder en/of Pepe, mijn engelbewaarder, waren steeds daar. Hoogstwaarschijnlijk waren ze het merendeel van de tijd, hysterisch aan het lachen, omwille van mijn ongelegen daden en reacties. Ik ben reeds Katholiek van in de wieg, grootgebracht in aan de andere kant, in Texas.

Ik leerde als misdienaar, reeds op mijn vijfde, de Priester dienen bij de Mis. Dit was nog de Latijnse Mis waarbij het Heilig Sacrament van de Epistelzijde van het altaar, naar de Evangeliezijde van het altaar werd gebracht. Het eerste jaar was elke Mis een spannend avontuur, omdat ik nog zo klein was. Ik hield van de Eerste Vrijdagen. Ik mocht van de school de Vader bijstaan bij het uitdelen van de Communie bij de bedlegerigen in de tehuizen. Op een dag rammelde Vr. Chris Polanki een volledig Mis af, samen met 6 commincanten, in 9 minuten, met alles erop en eraan. Of het erg spiritueel was, daar twijfel ik wel aan, maar voor ons duurde het alleszins langer om onszelf en het altaar te bekleden dan de tijd die nodig was om de Heilige Mis te op te dragen.

Mijn ouders hebben moeten vechten om mij en mijn twee oudere zussen de volledige katholieke schoolcyclus te doen volgen. Met mijn ervaringen in de, toen nog uitsluitend voor jongens middelbare school, kan ik vermoedelijk zo’n boek of twee schrijven. U zult uiteraard denken dat ik, met een dergelijke achtergrond, ongetwijfeld op het smalle en rechte pad bleef. Zo is diegene die mij leerde de Mis te dienen, nu de Bisschop van Austin, Texas. Neen, niet met zo mij, het leven werd voor mij voortdurend een uitdaging met een eeuwig verblijf in de biechtstoel.

Op latere leeftijd ging ik bij de Luchtmacht, ging er opnieuw uit, om er later terug bij te komen. Tijdens deze periode huwde ik ook LaNell, een lieve, jonge Texasmeid, die mij hart deed sneller slaan en mij deed springen in mijn schoenen. Zij was geen Katholiek, maar had wel de regels gevolgd van voor Vaticaan II. Zij werd samen met onze vijfjarige zoon, Steve, en onze kleinste meid Nita, gedoopt op 25 december 1963. Wat een vreugdevolle en roemrijke dag!

Na mijn Vietnamavontuur begon ik een andere weg op te gaan. Een hopeloze zaak. God pastte niet meer in ons beider programma. Ik was steeds aan het vliegen. LaNells tijd ging volledig naar de kinderen, hun ziekten en mijn afwezigheid. De Mis? Misschien elke zes weken of zo. Biecht? Wat was dat? Zonde? Ik had geen tijd om na te denken over wat goed of slecht was, we handelen naar de omstandigheden. De enige keer dat ik aan God dacht was, toen ik werd neergeschoten en een bijna-dood-ervaring meemaakte. Vreemd hoe ik het in die tijd toch klaarspeelde om nog te bidden.

In 1977 werd ik voor de zoveelste maal overgeplaatst, waarbij mijn vliegschema voor het grootste gedeelte wegviel. We kochten een huis en voelde mij aangetrokken om mee te werken in de plaatselijke parochie. Ik was niet erg op de hoogte van de veranderingen van Vaticaan II. Ik werd lid van de "Rite of Christian Initiation of Adults [RCIA]" door het sponsoren van de echtgenoot van een parochielid. Ik voelde nood aan het helpen van mensen in de Charmismatische bewegingen en de Ziekenhulp. In een goddelijke strijd of iets van die aard, nam ik een boek vast en mijn aandacht ging onmiddellijk naar de 15 gebeden van de Heilige Birgitta van Zweden. Mijn tante heette ook Bridget en zo besloot ik om dieper na te gaan waarvoor deze gebeden allemaal gingen. Ik bad deze gebeden elke dagn en ontving elke dag de Heilige Communie en dit voor meer dan een jaar. Maria’s Boom des Levens was in mijn hart geplant.

In 1980 kreeg mijn dochter de diagnose van een geestelijke handicap en het was dit voorval dat mij de genade verleende om terug te keren tot de Kerk. Ik kon het alleen niet meer aan. Ik struikelde en viel de hele tijd door, maar Jezus bracht mij telkens opnieuw recht. Op een avond, toen de ik Droevige Mysteries aan het bidden was, was ik echt aan het mediteren over Jezus’ lijden. Ik vroeg Hem hoe groot het gewicht was van al onze zonden en, geloof me of niet: gedurende van 1/50 ste van een seconde, heb ik inderdaad dit gewicht mogen voelen. Ik voelde me krachteloos op mijn stoel, zonder dat ik nog één spier kon bewegen. Sindsdien wou ik steeds een beetje van Zijn gewicht dragen, maar ik denk dat ik enkel maar bijdroeg tot het gewicht.

In 1977 werd ik voor de zoveelste maal overgeplaast, waarbij mijn vliegschema voor het grootste gedeelte wegviel. We kochten een huis en voelde mij aangetrokken om mee te werken in de plaatselijke parochie. Ik was niet erg op de hoogte van de veranderingen van Vaticaan II. Ik werd lid van de "Rite of Christian Initiation of Adults [RCIA]" door het sponsoren van de echtgenoot van een parochielid. Ik voelde nood aan het helpen van mensen in de Charmismatische bewegingen en de Ziekenhulp. In een goddelijke strijd of iets van die aard, nam ik een boek vast en mijn aandacht ging onmiddellijk naar de 15 gebeden van de Heilige Birgitta van Zweden. Mijn tante heette ook Bridget en zo besloot ik om dieper na te gaan waarvoor deze gebeden allemaal gingen. Ik bad deze gebeden elke dan en ontving elke dag de Heilige Communie en dit voor meer dan een jaar. Maria’s Boom des Levens was in mijn hart geplant.

In 1980 kreeg mijn dochter de diagnose van een geestelijke handicap en het was dit voorval dat mij de genade verleende om terug te keren tot de Kerk. Ik kon het alleen niet meer aan. Ik struikelde en viel de hele tijd door, maar Jezus bracht mij telkens opnieuw recht. Op een avond, toen de ik Droevige Mysteries aan het bidden was, was ik echt aan het mediteren over Jezus’ lijden. Ik vroeg Hem hoe groot het gewicht was van al onze zonden en, geloof me of niet: gedurende van 1/50 ste van een seconde, heb ik inderdaad dit gewicht mogen voelen. Ik voelde me krachteloos op mijn stoel, zonder dat ik nog één spier kon bewegen. Sindsdien wou ik steeds een beetje van Zijn gewicht dragen, maar ik denk dat ik enkel maar bijdroeg tot het gewicht.

In 1985 kreeg mijn vrouw een hartaanval. Omwille van haar hart, asthma en allerlei andere kwalen ging de levenskwaliteit van LaNell erop achteruit. De laaste vier jaren van haar leven verliet ze amper nog het huis. Gezegend zij God, want LaNell had een uitstekende vriendschap met een aantal parochiepriesters en zo kreeg zij elke week bezoek van een van hen. Ik mocht het Heilig Sacrament naar huis brengen. Zijn hield ervan om de Heer te mogen ontvangen. Ze was meer in dan uit het hopsitaal in dit tijd en moest lange behandelingen ondergaan. In de operatiekamer kreeg ze tweemaal het bezoek van Onze Lieve Vrouw, om haar warmte, troost en vrede te brengen.

In 1997 kreeg ik de mogelijkheid om naar de staat Washington te verhuizen. We waren daar echt enorm opgewonden over. We waren al bezig met het voorbereiden van de verhuis toen NaNell eerst kleine problemen begon te krijgen met een keelontsteking die niet wou overgaan. Haar dokter wou haar een andere soort sonde steken om te zien wat er mis was. Ook besloten wij om dit voor de verhuis te laten doen, omdat ze vertrouwen had in haar dokter. Het kwam er op neer dat ze op vijf plaatsen een overbrugging moest krijgen. Ze overleefde het, maar haar toestand was danig verzwakt. Op 5 oktober 1997 bezweek LaNell tengevolge van een nierfalen. Ze kreeg de laatste sacramenten toegediend en verblijft nu bij de Vader.

Nita en ik besloten om het aanbod van het bedrijf om naar Washington te verhuizen te aanvaarden. We verhuisden in april 1998. Ik denk dat dit een andere genade was, omdat ik ondertussen ook zovele christelijke opdrachten mocht op mij nemen: RCIA, IIPG Queen of Peace, enz ... en al deze opdrachten hielen mijn ogen gericht op de Heilige Geest, de Gospa en op Jezus. Mijn geloof begon zich te versterken en te groeien.

Ik heb nog geen bedevaart meegemaakt naar Medjugorje, maar hiermee kom ik meer en meer met mezelf in conflict. Zo planden mijn dochter en ik om een er bedevaart heen te maken in juni van het jaar 2000 en ik hoop dat de Gospa aan mijn dochter vrede en geluk verleent. Ook hoop ik dat zij mijn harde hart opentrekt en er een zacht hart van maakt. Ook zou ik graag een vluchtige blik krijgen van de Hemel en ook een beetje de vrede voelen van de Hemel, hier op aarde. Ook is het nu de juiste tijd om mij IIPG-familie van de Koningin van de Vrede te ontmoeten. Ik heb heel wat broeders en zusters die ik zou willen omhelzen en een knuffel geven en ik zou zo graag samen met hen de Heer prijzen. We gaan zo hard bidden dat we onze knieën horen kraken. Tot ginds,

Liefde, vrede en vreugde!

Joe

Michael Jones

Deze getuigenis is geplaatst na vele verwarring en onrust in mijn leven. Alstublieft, denk niet dat ik fier of opscheppering wil zijn over de mirakels die God in mijn leven heeft bewerkstelligd, noch is wat volgt een poging om anderen afgunstig te maken.

Ik werd herinnerd aan de vele mirakelen die Jezus had gedaan tijdens Zijn openbare leven. Sommigen van hen die mirakelen ontvingen, werden door Jezus verzocht om zich aan anderen te tonen. En zo heb ik deze tekst opgesteld als een getuigenis. We leren ook in de Heilige Schrift dat werken zonder daden, verloren werken zijn.

Daarom moet ik de lezer laten weten, terwijl ik mij genoopt voel om u de mirakelen tijdens mijn leven ter kennis te brengen, dat ik geen controle kan hebben over deze die ze ontvangen en deze die ze niet ontvangen. Het is niet aan mij om dingen in vraag te stellen [hoe, wie, wat, waarom, waar]. God zend mirakelen aan wie Hij wil. Dit zijn dingen die God zelf beslist.

En zodus vraag ik aan de lezer om deze dingen te willen overwegen alvorens verder te lezen. Ik weet dat mijn poging om deze gebeurtenissen te delen verre van volmaakt is, tegenover hoe de dingen werkelijk zijn voorgevallen. En zo schrijf ik dit, in alle nederigheid neer als een getuigenis. Dank u. Michael.

Door God genezen van een hartaanval in 1984, terwijl ik een uiteenzetting aan het geven was dat God niet bestond, kan ik mijn bekeringsverhaal niet genoeg herhalen. In de late lente van 1989 was ik zelfstandige en vertelde ik aan een dame dat ik bezig was met bewijsvorming dat God niet bestond. Ik vertelde haar dat ik in die tijd een hartaanval kreeg en God verzocht om mij te bewijzen dat hij werkelijk bestond. Ik vernoemde het tintelen dat begon in mijn voeten en vervolgens door mijn lichaam raasde, om het te verlaten langs mijn hoofd. Dit alles liet en soort giftig gevoel achter.

De daaropvolgende dag had ik een afspraak gemaakt met hartchirurg om de noodzakelijkheid te bespreken om een peacemaker in mijn hart te plaatsen. Ik vertelde de dokter om niet langer deze optie te overwegen omdat God mij had genezen. De chirurg bekeer het electrocardiagram en zei me dat zulke dingen niet mogelijk zijn: mijn ECG of hartfilm toonde duidelijk een hartinfarct aan. Vreemd genoegd besloot de dokter om een nieuwe electrocardiagram te nemen dat hem danig in de war bracht, omdat het geen tekenen meer vertoonde van een hartinfarct. Hij stuurde me verder voor een kleurentest, waarmee men duidelijker de werking van hart kan waarnemen. Het eindresultaat toonde geen enkel teken van de voorafgaande hartaanval.

De dame waarvoor ik werkte was heel Katholiek en ook heel erg getroffen door mijn getuigenis. Toen mijn opdracht voor haar ten einde liep, overhandigde zij mij een enveloppe. Daarin bevonden zich knipsels van haar Katholiek weekblad. Zij zei dat de knipsels gingen over de bedevaarten naar een plaats waar, naar verluidt, de Maagd Maria verschijnt. Ik nam de briefomslag in ontvangst en bedankte haar, maar ik begreep niet waarom zij dit had gedaan. Toen ik die avond thuiskwam, plaatste ik de omslag op de onderste plank van mijn koffietafel en dacht ik er verder niet meer aan.

Een aantal weken later, toen ik in gebed verzonken was, hoorde ik een stem die zei: "Ik wil dat u naar Medjugorje gaat." Deze stem bleef gedurende de volgende weken komen en maakte me soms wakker tijdens het midden van de nacht. Bij het wakker worden vertelde de stem mij om naar het uurwerk te kijken. Ik deed wat er werd gevraagd en kwam er na een aantal dagen op uit dat de getallen iets gemeen hadden met elkaar, bijvoorbeeld: 1:11, 2:22, 3:33 en zo verder. Daarop zei de stem opnieuw: "Ik wil dat u naar Medjugorje gaat."

Op een avond, toen ik met mijn zus, die 170 kilometer verder woonde, aan het praten was, vertelde ik haar over de stem die ik hoorde. Ik probeerde het woord "Medjugorje" uit te spreken, maar ik kon het mij niet meer precies herinneren. Ik dacht bij mezelf: "Mijn zus zal wel denken dat ik aan het doordraaien ben," maar tot mijn verbazing antwoordde ze: "Oh Medjugorje, Ik heb van deze plaats reeds gehoord."

Ze ging verder over een priester, Vader Kelly. Hij was de priester die verondersteld werd om het huwelijk van mijn zus en haar verloofde, Dennis, in te zegenen. Maar Vader Kelly’s agenda werd door elkaar gegooid en op de dag van huwelijk zelf, was Vader Kelly, samen met een groep bedevaarders, op weg naar Medjugorje. Dit is hoe mijn zus kennis maakte met het woord "Medjugorje."

Met mijn zus haar bevestiging van het woord "Medjugorje," moest ik de boodschap begrijpen die de stem mij stuurde. Ik vroeg aan mijn schoonbroer, Dennis, om een afspraak te regelen met Vr. Kelly. De week daarop belde ik Dennis op om te horen of er ondertussen een afspraak was geregeld. Dennis antwoordde dat Vr. Kelly een heel druk bezet man is en dat hij mij meer dan waarschijnlijk niet zou kunnen zien. Toen ik de telefoon neerlag, vroeg ik mij wat ik nu moest doen. Terwijl ik in de zetel zat na te denken, bemerkte ik de briefomslag van die dame waarvoor ik een aantal weken had gewerkt. De omslag lag op de bodem van mijn koffietafel en er stond "Medjugorje" bovenaan opgeschreven. Onmiddellijk wist ik dat ik in de omslag zou vinden waar ik naar zocht.

Ik opende de broef en diverse advertenties van reisbureau’s voor bedevaarten naar Medjugorje. Ik begon het artikel met de grootste letters te lezen: "Medjugorje en Rome voor 1.219 dollar." Ergens wist ik dat ik die reis ging meemaken en, terwijl ik verder las, zei de advertentie verder: "onder de begeleiding van Vr. Arnold E. Kelly, Kerk van de Heilige Rita, Lowell, Michigan." Dit was dezelfde priester met wie ik geprobeerd had om een afspraak te maken.

Ik was stomverbaasd. Die hele zaak leek op een verhaal uit de "schemerzone." Een dame, voor wie ik werk had verricht, had mij, zonder enige reden een omslag overhandigd, waarna ik deze stem hoorde die me zei dat ik naar een plaats met de naam "Medjugorje" moest gaan, een naam die ik zelfs niet kon uitspreken. Weken later belde ik mijn zus op en vernam ik dat deze zekere priester naar dezelfde plaats was gegaan die de stem mij had verteld. In de omslag bevond er zich een advertentie voor een bedevaart naar Medjugorje, onder begeleiding van dezelfde priester waarover mijn zus het had. Ik was verbaasd over al deze feiten, omdat Vr. Kelly 160 kilometer afwoont van die dame die mij de omslag met de advertenties had overhandigd. Ik stel u de vraag: hoe groot kan de kans van deze toevalligheden zijn?

Ik belde mijn schoonbroer opnieuw op en drong nu echt aan op een afspraak met Vader Kelly. Kort daarna mocht ik hem ontmoeten en, alhoewel ik toen nog geen Katholiek was, tekende ik mij, na mijn gesprek met Vader Kelly, in voor de september bedevaart naar Medjugorje. Heel eigenaardig was dat, van zodra ik mij had ingeschreven, er allerlei informatie over Medjugorje binnenkwam uit het niets, in een reeks van vreemde gebeurtenissen. Ondertussen bleef de stem, die tot mij had gesproken, stil.

We waren net begonnen aan onze bedevaart naar Medjugorje en bevonden ons op de bus naar de luchthaven van Boston Logan. Vader Kelly gaf op de bus aan de mensen de opdracht om hun Rozenkrans te nemen, zodat allen samen konden bidden. Tijdens de Rozenkransgebeden merkte ik het eerste mirakel op. De ketting, die de kraaltjes van mijn Rozenkrans vasthoudt, was in een gouden kleur veranderd.

Het tweede mirakel kwam er na onze aankomst in Medjugorje. Ik werd ondergedompeld in de rozengeur. Dit gebeurde meerdere keren tijdens deze bedevaart. Aanvankelijk dacht ik gewoon dat het om een reukstof ging, maar toen de geur mijn neus bereikte, was dit een aroma dat ik met woorden niet kan beschrijven. Ook andere mensen rondom mij ruikten het hemelse aroma en begonnen erover te praten. Mijn theorie van de reukstof had onmiddellijk afgedaan toen ik werkelijk ondergedompeld werd in een frisse rozengeur, zonder enige ziel rondom mij.

De eerste avond ging een aantal mensen onder ons naar de Heilige Jacobuskerk te Medjugorje. Sommige mensen van onze groep waren reeds eerder daar en één ervan keek mij aan met tranen in de ogen en zei: "Kijk naar de zon." Ik keek, zonder echter iets bijzonders te verwachten, maar dan zag ik de zon spinnen alsof ze uit haarzelf cirkels naar de Kerk zond. De kleuren van de zon veranderden en de stralen veroorzaakten geen schade aan mijn ogen. Ik voelde dat ik de mensen moest toeroepen: "Kijk naar de zon." Ik draaide mij om en zag dat honderden mensen reeds aan het staren waren. Bij velen liepen de tranen van hun wangen. Elke blik die ik bekeek was er een van verwondering.

De ochtend van de eerste dag kwam Vader Kelly lachend naar me toe. Hij wist dat ik de Rozenkrans bad, alhoewel ik geen katholiek was en niet naar de Kerk ging. Hij plaatse zijn handen rondom mijn schouders en zei: "Ik hoop dat de Heer u overhoop haalt." Mijn kamergenoot, Bill, kende Vader Kelly en zo vroeg ik hem wat de Vader hiermee bedoelde. Hij zei dat hij het niet wist, maar dat ik moest bidden om een antwoord.

Een paar dagen later gingen we Vader Jozo bezoeken. Hij was de parochiepriester ten tijde dat de verschijningen begonnen. Vader Jozo sprak geen engels en had een vertaler. Op een bepaalde ogenblik was zijn blik in de Kerk enkel op mij gericht. Mijn kamergenoot bevestigde dit door mij een stootje te geven met zijn rechterelleboog en zij me: Hij keek u recht in de ogen aan toen hij de boodschap uitsprak: "Wees niet bevreesd, de Gezegende Moeder zal u overhoop halen."

Toen herinnerde ik mij dezelfde woorden van Vader Kelly van enkele dagen daarvoor. En nu zei Vader Jozo, die zich in een ander land bevond, geen Engels praat en Vader Kelly niet kent, dat de Gezegende Moeder mij overhoop zou halen. Ik werd bevreesd en was verward. Er overvielen mij teveel toevallige dingen die, indien ik niet in Medjugorje zou zijn, geen enkele zin zouden hebben.

Op 25 september 1989 zou de Heilige Moeder verschijnen aan de zieners op de Verschijningsberg, de Podbrdo. De pelgrims werden uitgenodigd om het gebeuren bij te wonen. Samen met een aantal medebedevaarders beklom ik de Verschijningsberg reeds heel vroeg die avond. We gingen op de rotsen zitten en begonnen te wachten. Naarmate het verschijningsuur dichterbij kwam begon de Podbrdo zich volledig te vullen met bedevaarders.

Kort na ons kwam er een groep zingende bedeaarders naar boven en ze zaten zo’n twintigtal meter voor ons. Een lid van de groep had een gitaar bij. Hij begon te erop te spelen en iedereen op de berg begon de religieuze liederen mee te zingen. Het was heel ontroerend en een heilige evaring. Probeer u de zingende stemmen voor te stellen van mensen van over de hele wereld, die elkaar in de normale taal niet kunnen aanspreken, maar verenigd zijn door het zingen van hetzelfde lied, maar in verschillende talen. Er zijn geen woorden voor om deze ervaring te beschrijven. Later zou ik beseffen dat dit Ivans gebedsgroep was.

Nu bevonden er zich wel duizenden mensen op de berg en een grote groep bedevaarders probeerde om dichter bij de zingende gebedsgroep te komen. Volgens mij deden ze dit om een van de zieners te kunnen zien. Ze waren nogal opdringering en duwden ons steeds opnieuw heen en weer. Ik maakte me hierover kwaad en riep iemand van hen iets toe. Onmiddellijk was ik teleurgesteld over mijn eigen woede.

Terwijl de gebedsgroep en de bedevaarders zongen, zonk ik weg in gebed om God vergeving te vragen voor mijn woede. Mijn gebed was heel innig en plots hoorde ik dat het zingen ophield en dat men begon met het bidden van de Rozenkrans. De tijd was voorbijgegaan zonder dat ik er mij bewust van was, terwijl ik in gebed was verzonken. Opnieuw zonk ik weg in gebed en ik bevond ik mij op een plaats die ik nooit eerder had waargenomen. Het was een plaats van grote innerlijke vrede. Plots hoorde ik een stem tot mijn hart spreken: "Michael, u bevindt zich in vrede." Op dat ogenblik werd ik ondergedompeld in een groot gevoel van sereniteit. Voor de eerste keer in mijn leven had ik ondervonden wat ware vrede was.

In mijn vredigheid vroeg ik God opnieuw om mijn woede te willen vergeven. Ik zei tot hem in stil gebed: "Weet u, Heer, deze mensen zijn verkeerd in hun handelen. Als ze ook maar één keer vriendelijk de vraag zouden stellen, zou ik mij ogenblikkelijk veraf verwijderen om voor hen plaats te ruimen." Op dat moment hoorde ik opnieuw rumoer: iemand van hen duwde mij opnieuw opzij, maar deze keer glimlachte ik en dacht ik bij mezelf: "Ik ben in vrede." Toen hoorde ik een stem in het Engels tegen mij zeggen: "Alstublieft." Ik opende mijn ogen, liet mijn gebed en voor mij bevond zich Ivan, één der zieners, met uitgestrekte handen naar de grond naast mij. Op die plaats werd hem door de Gospa gevraagd om te bidden.

Terwijl hij knielde en bad op de rotsen, keek ik rondom mij en vroeg me af of iemand anders wist dat Ivan zich hier naast mij bevond. Na het knielen, boog hij zich laag over de grond en verzonk hij nog dieper in gebed. Nog werd het heel donker en ik kon amper meer een vijftal meter verder zien. Op de een of andere wijze leek het mij of ik de enige was die wist dat Ivan zich hier bevond.

Plots riep iemand uit de gebedsgroep luidop in verschillende talen: "De Heilige Moeder gaat verschijnen, kniel allemaal neer alstublieft."

Ik voelde dat ik mij op een scherp stuk rots had neergeknield en voelde onmiddellijk de pijn, maar nog voor ik mijn houding kon aanpassen, stond Ivan [die nog steeds op zijn knieën sterk voorovergebogen zat] recht en hield zich daarbij aan mij vast. Ik had schrik om te bewegen en wou ook zijn gebed en visioen niet onderbreken. Zo bleef mijn linkerknie rusten op het scherpe stuk rots.

De berg was gevuld met meerdere duizenden mensen, maar hun aantal kon ik echt niet inschatten. Het was zo rustig dat men de kaarsen kon horen flikkeren in de zachte wind. Toen kwam er een blauw licht, dat gevolgd werd door een geluid dat ik alleen kan omschrijven als de donder. Ik heb nooit iets dergelijks noch hiervoor, noch daarna gehoord. Dit herhaalde zich driemaal en ik was bang bij wat ik zag en hoorde. Voor een kort moment dacht ik dat dit het einde van de wereld was. Toen herinnerde ik mij [ik had dit ergens gelezen] dat dit fenomeen zich altijd voordoet als Onze Lieve Vrouw verschijnt, maar dat, buiten de zieners zelf, slechts weinig mensen het ervaren.

Ik keek naar Ivans gelaat. Zijn ogen knipperden niet. Hij knikte lichtjes en bewoog zijn lippen, maar er waren geen woorden. Hoewel ik in de richting keek, waar hij naar keek, kon ik Onze Lieve Vrouw niet waarnemen. Mijn gedachten gingen nu naar de pijn, die zich nu uitstrekte tot heel mijn linkerzijde. Nog steeds bewoog ik niet.

Toen de verschijning over was, werd de pijn ondraaglijk. Ik vroeg aan God om mij te helpen. Mij hele linkerkant was nu volledig verstijfd. Ik kon niet rechtop staan en om de een of andere reden kon ik ook niet praten. Ivan wandelde toen weg. Hij had nog maar één stap gezet, toen hij stopte en mij aankeek. Hij keerde terug, plaatse zijn handen onder mijn linkerarm en trok me recht.

Ik keek rond of iemand hiervan getuige was geweest. Er was een meisje van zo’n zestien jaar oud dat deel uitmaakte van onze groep. Toen ik haar bekeek zag ik de tranen van haar wangen lopen. Ik wist diep in mijn hart dat zij had gezien wat er gebeurd was. Zij was mijn getuige. Zij viel snikkend in mijn armen en ik knuffelde haar. Nu kon ik mijn tranen niet langer bewingen. Ik was volledig gebroken door mijn ervaring.

De mensen rondom mij gaven me een zakdoek en vroegen mij wat er gebeurd was. Ik weet niet meer wat ik heb gezegd, als ik al iets heb gezegd. Maar wat ik wel weet is dit. Toen Vader Kelly zei: "Ik hoop dat de Heer u overhoop haalt," wel, dan kan ik u antwoorden dat Hij mij inderdaad heeft overhoop gehaald, zowel door Jezus als door Maria. Zelfs nu nog, als ik dit neerschrijf, komen de tranen in mijn ogen.

Toen ik die avond thuis kwam, sprak ik een vriend aan over wat er was gebeurd. Het stelde mij de volgende vragen:

Vriend: U zegt dat de mensen op de berg een verschillende taal spraken. Toen u in stilte bad en Ivan tot u "alstublieft" zei, hoe wist u dan dat hij Engels sprak?
Michael: Ik geloof dat God mijn gebed heeft bevestigd. Vele mensen op de berg die avond dachten enkel aan zichzelf. Ik denk dat deze zelfzuchtige mensen er zich niet bewust van waren van wat ze deden, omdat ze helemaal opgenomen waren in hun zelfzuchtige daden. Ze hadden me inderdaad toelating moet vragen om te mogen doorgaan. Ik geloof dat God op Ivan heeft ingewerkt zodat hij wist dat deze mensen verkeerd hadden gehandeld. Dit is waarom Ivan wist dat hij Engels moest praten. Ik geloof dat God me vergiffenis zag vragen voor mijn stille woede en mij daarvan bewust gemaakt heeft en Hij mij antwoordde dat mijn woede een belediging was.

Vriend: Toen Ivan rechtstond, had u dan nog steeds pijn aan uw linkerzijde?
Michael: Ik voelde nooit een ander moment van pijn vanaf het moment dat ik weer rechtop stond. Elke pijn, elk lijden en alle stijfheid was verdwenen. In feite stond ik niet meer stil bij deze pijn, tot wanneer er mij opnieuw naar gevraagd werd.

Vriend: Wat denkt u dat dit allemaal betekent?
Michael: Voor mij was het een soort bevestiging. De stem die mij vertelde om naar Medjugorje te gaan was echt en geen inbeelding. Door deze stem te gehoorzamen werd ik gezegend en kreeg ik vele genaden.

Vriend: Toen Ivan op zijn stappen terugkwam op u rechtop te helpen, wist de Heilige Moeder dat u zich had bezeerd en moet Zij Ivan hebben teruggezonden om u te helpen. Als u Ivan zag en u bevond zich juist naast hem, dan moet de Heilige Moeder u ook hebben gezien.
Michael: Ja, de Heilige Moeder wist dat ik daar was omdat het de wil van God was dat ik daar moest zijn. En als ik Ivan zag, moet Zij mij ook hebben gezien. Dit en Jezus’ stem die tot mij zei: "Michael, u bent nu in vrede," zijn de dingen die mij hebben gebroken en overhoop hebben gehaald. Ik weet dat ik in dit alles gezien, gehoord en gevolgd werd door hemelse geesten. De bevestigingen hiervan waren Ivans daden, de pijn die verdwenen was aan mijn linkerzijde en het zestienjarige meisje uit onze groep dat hiervan getuige was geweest.

Ik weet niet wat er gebeurde met de andere bedevaarders die nacht, maar alles wat ik weet is dat God mij een gunst heeft verleend. Ik weet niet waarom, want ik verdiende het niet.

Dit is de boodschap dat Onze Lieve Vrouw die nacht heeft doorgegeven: "Lieve kinderen, vandaag vraag Ik u om God te bedanken voor alle gaven die u hebt ontdekt tijdens uw leven en zelfs voor het laatste geschenk dat u hebt bemerkt. Ik ben samen met u dankbaar en wens dat u allen de vreugde van deze gaven moogt ervaren en ook dat God alles betekent voor ieder van u, en dan, kleine kinderen, kunt u voortdurend groeien op het pad van de heiligheid. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."

Het moet zo ongeveer onze derde of vierde dag in Medjugorje zijn geweest en we gingen de Kruisberg [Krizevac] voor de eerste keer beklimmen. We gingen in groep. De klim was uitputtend moeilijk en de ochtendzon bracht reeds bijna de volle warmte.

Ik merkte op dat er een oudere dame bij onze groep was die moeite had met de beklimming. Ik vertraagde en vroeg of ik haar kon helpen. Ze vertelde me dat alles goed ging. Ze zei dat ze in alle geval tot niet volledig tot de top zou meegaan. Haar naam was Gay.

Ik dacht: waarom zijn er die maar een gedeelte afleggen? Ik denk dat Gay van haar stuk was gebracht en niet had gedacht dat de klim zo moeilijk zou zijn. Ze voelde dat ze de rotsige en steile klim niet aankon. Ik vertelde haar dat ik dankbaar zou zijn als ik haar mocht helpen. Ik zei: "u zou er mij een groter plezier mee doen dan ik u kan doen." Zij lachte en samen gingen we door.

Na een tijdje kon ik zien dat Gay de moed aan het verliezen was. Kort daarop zei ze: "Ik denk dat ik het niet zal halen." Een paar stappen verder bevond er zich links van ons een nogal grote dame met grijs haar. Ze zat op een rots met een houten wandelstok in haar hand. Deze dame sprak hysterich grappig tegen ons en Gay en ik begonnen luidop te lachen en zo wandelden we terug verder, we praten na hoe grappig die dame was.

Deze grote, grijze dame, met een wandelstok in haar hand, heb ik driemaal gezien en elke keer was dat als Gay haar moed aan het verliezen was. Dit was echt zo opvallend dat ik er stomverbaasd over was. Als Gay en ik haar altijd voorbijwandelden, hoe kon zij zich dan steeds verder dan ons bevinden?

Voor de vierde keer was Gay nu de moed aan het verliezen en u mag er van op aan: die dame zat daar toch zeker wel terug op een rots. Deze keer keek ze ons niet aan of poogde ze niet om ons tot lachen te brengen, zoals de vorige keren. Deze keer was haar hoofd naar de grond gericht. Ze hield de wandelstok in haar beide handen en leunde er met haar hoofd op. Ik zei tegen Gay om wat te wachten en ik wachtte tot de dame ons aankeek. Toen zij ons aankeek, kwam er een glimlach op haar gelaat, zoals bij een kind dat de handen in een snoependoos mag steken. Lachend keek ik haar aan en zei: "Kom op, u wordt verondersteld van ons te doen lachen." Een grote glimlach kwam op haar gelaat en opnieuw zond ze ons lachend, verder de berg op.

Terwijl ik nu dit document voor mijn website aan het bekijken ben, herinnert dit me er aan dat deze gebeurtenis plaatsvond in september 1989. Het is nu 1999 en ik moet toegeven dat dit alles mij opnieuw in ontroering brengt.

De keer daarop dat Gay en ik de buitengewone dame ontmoetten, gingen we samen zitten en hebben we een tijd gepraat. Ze vertelde ons dat ze nog nooit tot de top was geweest. Ze zei exact de volgende woorden: "op de een of andere dag zal ik er wel geraken.

De volgende keer dat ik haar zag was zo’n 75 stappen vóór de top van de berg. Gay merkte haar deze keer niet op, maar ik wel. Ze keek me aan, sloot haar ogen, knikte met haar hoofd, opende haar ogen opnieuw en lachtte op mij.

Ik bracht Gay naar de top van de berg en heel opgewonden zei ze: "Ik heb het gehaald! Ik liet toen Gay achter en keerde terug naar beneden. Ik wou nog wat meer met die buitengewone dame praatten, maar toen ik me omkeerde, zag ik haar niet meer. Ik wist dat er geen andere weg was zonder dat ik haar zou opmerken, maar toen herinnerde ik mij dat ze had gezegd dat "ze nog nooit de top had gehaald. Ik ging dus vlugger naar beneden voor zo’n kilometer, maar nergens nog kon ik die dame bespeuren. Ik twijfel er geen moment aan dat dat deze dame meer een "Vrouw is om met een hoofdletter aan te spreken. Ik geloof met geheel mijn hart dat zij een engel in vlees was. Zij gaf Gay de nodige moed, hoop toen alles verloren leek. Zij bracht Gay naar de top van de berg èn dit in vreugde en geluk. Ik zal mij steeds haar vriendelijk gelaat blijven herinneren. Voor mij was zij en zal zij voor altijd, "de Dame van Troost en Vreugde" blijven.

Ik twijfel er geen moment aan dat dat deze dame meer een "Vrouw is om met een hoofdletter aan te spreken." Ik geloof met geheel mijn hart dat zij een engel in vlees was. Zij gaf Gay de nodige moed, hoop toen alles verloren leek. Zij bracht Gay naar de top van de berg èn dit in vreugde en geluk. Ik zal mij steeds haar vriendelijk gelaat blijven herinneren. Voor mij was zij en zal Zij, en zal ze altijd, "de Dame van Troost en Vreugde" blijven.

Op een dag beklom ik, samen met twee andere mensen uit onze groep, de Kruisweg [Krizevac]. Op de top waren we elk onze eigen weg gegaan en ik stond aan de rechterkant van het Kruis om fotos te nemen van het zonnemirakel. Ik hoorde een stem en draaide me om: "Hallo, mijn naam is Agnes." Ik groette terug en zei dat ik niet onbeleefd wou zou, maar dat ik fotos aan het nemen was van het zonnemirakel. Agnes zei: "Wees vooral niet bezorgd. God zal u de fotos geven die u wenst." Zij gaf mij een bloem en vertelde mij dat God mij liefheeft. Ze zei dat God graag zo’n bloem wou hebben. Ik zei: "dank u." Ze antwoordde daarop: "Nu moet ik gaan." Enkele ogenblikken later was ze weg.

Op de weg naar beneden vertelde een andere van ons drieën, waarmee ik samen de berg was opgegaan, het volgende verhaal: "Ik zat op een rots en ik hoorde een luide gil. Ik ging kijken naar de achterkant van de top, waar ik een ezel onnatuurlijk zag handelen en balken. Ik zag dat er een vrouw naar de ezel ging en het dier streelde aan het voorhoofd en de ezel was onmiddellijk ... rustig."

De vrouw zag me, glimlachte en wenkte mij om de ezel te komen aaien. Dad deed ik ook en terwijl we aan het praten waren, kwam er een jongen af. Hij viel op zijn knieën voor de vrouw en gaf haar wat bloemen. De jongen sprak een andere taal en ik kon hem niet verstaan. De dame keek hem aan en zei: "ik geef geld op deze Heilige berg." De jongen handelde alsof hij haar had begrepen, en bood haar de bloemen opnieuw aan. Zij aanvaarde ze en de jongen ging weg.

Zij gaf mij een van de bloemen als een geschenk van God. Daarop zei ze dat ze naar de andere kant van de berg ging en ze vertrok. Haar naam was Angnes. Ik vertelde hem dat ik Agnes had ontmoet aan de andere kant van het Kruis. Ik vertelde wat ze tegen mij had gezegd en over de bloem die ze mij had gegeven.

Voor de resterende tijd van onze bedevaart te Medjugorje had de man uit onze groep, die Agnes en de ezel had ontmoet, een heel andere gelaatsuitdrukking. Ik denk dat hij een deken was van meerdere parochies en tot op vandaag zie ik nog steeds zijn gelaatstuidrukking toen hij mij aankeek in de ogen en zei: "Michael, zij is de heiligste persoon die ik ooit in mijn leven heb ontmoet."

Ik ontmoette Agnes opnieuw toen we een uur verder waren bij het verlaten van Medjugorje. Mijn kamergenoot volgde mij omdat ik aan iedereen met tranen in de ogen vertelde dat ik niet wou naar huis gaan. Nog steeds komen de tranen mij in de ogen als ik aan dat ogenblik terugdenk.

Mijn kamergenoot, Bill, wandelde voor een laatste keer met mij naar de Heilige Jacobuskerk. Toen we terugkeerden naar het huis van ons verblijf, vertelde ik Bill opnieuw dat ik niet wou naar huis gaan. De tranen kwamen terug in mijn ogen. Plots zei Bill: "Michael, ik denk dat er iemand u roept." Ik draaide me om en daar was Agnes. Ik ging dichter naar haar toe en zij moet mijn bedroefdheid hebben opgemerkt. Ze omhelsde mij en fluisterde mij in de oren: "U moet nu naar huis toegaan en de boodschap verspreiden." De treurnis hield op en Agnes wandelde verder met twee kloosterzusters in volledig habijt.

Als ik aan dit terugdenkt, vraag ik mij af: hoe kan een vrouw die mij maar heel kort had aangeraakt op de berg in een vreemd land, mij verschillende dagen later van mijn rugzijde herkennen, hierop mijn naam herinneren, weten wat ik voel en mij zeggen dat ik nu naar huis moest gaan om de booschap te verspreiden? Hoe groot zijn de kansen?" Er zijn nog vele andere dingen gebeurd in Medjugorje, zowel bij de andere bedevaarders als bij mij. Velen bleken elk hun persoonlijk geschenk te hebben ontvangen, uitsluitend voor hen. Deze bijzonderen giften waren allemaal buiten het logische denken, wat ons alles met verbazing achterliet.

Thuis, na het ontwikkelen van de fotos, ontdekte ik dat er een aantal bijwaren met vreemde voorstelling erop. Ik maakte kopies van zo’n foto en andere vonden ook vreemde voorstellingen op dezelfde foto. Het was anders. Er stonden dingen op die we niet hadden gezien.

De fotos waren genomen met een volledig nieuwe filmrol en niemand kon mij een logische verklaring ervoor geven. Toch is er een antwoord en dit antwoord is heel eenvoudig. Het was precies gegaan zoals Agnes op de berg had gezegd: "God zal u de fotos geven die u wenst."

Ik was van dit alles zelf getuige en ikzelf stel mij geen enkele vraag meer rond het bovennatuurlijke karakter van Medjugore: "Medjugorje is gewoon Heilige Grond."

Michael Jones

Barbara Loretta Cavanagh

Waarom ik koos voor de Katholieke weg naar Jezus, door Gods genade?

In ben geboren in een familie met een rijke traditie, zowel langs de kant van mijn vader, als mijn moeder, in het Katholieke geloof. Ik dank God omdat mijn familie mij inleidde binnen het lichaam van de gelovigen bij mij doopsel. Ze zagen er op toe dat in de zondagschool volgde voor de catecheselessen. De zusters hielpen mij het belang van de biecht te begrijpen. Ik leerde hoe ik mijn geweten moest onderzoeken. Ik had spijt over elke zonde waarmee ik God heb beledigd. Men heeft mij de tien geboden bijgebracht. De Katholieke Kerk leidde ons en leerde ons de basisprincipes van het geloof, met een verder streven om een heilig leven te leiden. De priesters onderrichtten ons over Jezus Christus, Zijn geboorte en Zijn dood. Zijn werkelijke aanwezigheid in het Eucharistische Communie. Als Jezus waarachtig in de Hemel is, dan is Hij ook aanwezig in de Eucharistie, met Zijn Lichaam, Zijn Bloed, Zijn Ziel en Zijn Goddelijkheid.

Deze dingen werden in onze harten ingebrand tot de dag dat we onze Eerste Communie ontvingen. Nu waren we in de jaren van rede gekomen, waarbij we het verschil kenden tussen het goede en het kwade. Door het nabootsen van de levenswijze van onze Heer Jezus Christus, Zijn Moeder Maria en alle prachtige Heiligen diens levens een spiegelbeeld waren van hun eigen persoonlijke bereiken van het Heilige leven. Ik was binnengetreden in een nieuwe bewustwording van mijn eigen verantwoordelijkheid om mijn ziel zoveel mogelijk vrij van zonde te houden. Ik zou alle verplichtingen naleven: de biecht en de Communie op een wekelijkse basis. Ik wist dat Jezus zich in de Hostie bevond! Mijn hart was overtuigd van Zijn ware aanwezigheid.

Tijdens mijn eerste tienerjaren werd ik onderricht over de Heilige Geest en hoe ik bij het Vormsel Zijn hulp moest inroepen voor de rest van mijn leven. Ik maakte de belofte om het goede voorbeeld te zijn voor de anderen. Om klaar te zijn om het geloof te handhaven en aan te moedigen en om een goed praktizerende Katholiek te zijn. Met deze kennis van de Heilige Geest, ontving ik mijn Vormsel van de Aartsbisschop.

Het was heerlijk om te worden opgevoed in jaren vijftig: mijn vrienden waren liefdevol en erg behulpzaam. Ik genoot ervan om te kunnen praten over Onze Heer en geestelijke boeken te lezen. We gebruiken de Christus’ wijze van evangelizering, met daarbij de zomerstranden, de typische "highschoolmuziek" van de vijftiger jaren en een paar glazen bier. Elke zondagmorgen stonden we klaar om de Heilige Mis bij te wonen. We vonden het vanzelfsprekend dat we de gepaste echtgenoot zouden vinden, huwen en samen dezelfde waarden en normen zouden delen die ons zijn doorgegeven door onze familie en de Kerk. God heeft mijn leven begenadigd met een goede familie, gezonde waarden en een gelijkaardig ingestelde echtgenoot. Ik begreep dat ik de keuze had. Geloofde ik in Jezus Christus of was ik geïndoctrineerd door mijn ouders? Ik zocht diep in mijn hart en ziel en wist dat ik nooit iets anders zou vinden dat voor mij zoveel belang zou hebben als de Kerk en Jezus Christus.

In het begin van de jaren zeventig, ontving ik als gehuwde met drie gezonde kinderen, Christus in mijn leven. Vr. Kovacs bad voor mij voor het Doopsel van de Heilige Geest. Voor de eerste keer wist ik dat Jezus van mij hield, nochtans iets waar ik geen verdienste aan heb. Hij hield gewoon van iedereen en ik maakte enkel deel uit van dat geheel. In 1990 ging ik naar Medjugorje. Ik werd ziek in het Franciscaanse klooster en Vr. Jozo bad, samen met enkele andere heilige mensen; voor mij voor een lange periode.

In 1991 werd ik plotseling ziek. De dokter ontdekte een grote kwaadaardige tumor aan de eierstokken en plande een volledige verwijdering van de baarmoeder. In de herstelkamer gaf de Heer mij een profetisch woord door via mijn gebedspartner. Ze Zei: "Er zijn geen kankercellen in u, en dat is een profetie!" Negen dagen na de operatie toonde alle testen dat ik volledig hersteld uit de operatie was gekomen, wat betekent dat ze geen overgebleven kankercellen in mijn lichaam konden vinden. Er zou dus geen chemo plaatsvinden: ik was genezen. Ik weet met zekerheid waarom ik voor de Katholieke Weg naar Jezus heb gekozen. Ik hou werkelijk van Hem en geloof dat Hij mij het beste van de wereld heeft geschonken. Ik geloof de harten van Maria en Jezus en de Eucharistie zal de wereld redden. Elke dag van mijn leven dank ik God voor mijn redding en voor Zijn helende liefde.

Loretta

Michael Sepal

Mijn bekeringsverhaal


Mijn interesse voor Medjugorje begon in de zomer van 1995, toen ik het boek aan het lezen was van Janice T. Connell, "The Visions of the Children," op aanbeveling van de eigenaar van een boekenwinkel.

Zelfs al vonden de gebeurtenissen in Medjugorje al veertien jaar plaats, had ik maar een flauw idee over wat het ging. Na het diepzinning lezen van de interviews, geleid door Janice T. Connell, met de zes zieners van Medjugorje, kon ik niet anders dan het besluit nemen dat, wat ze hadden verteld, de waarheid was.

Ze vertelden dat de Heilige Maagd Maria zei: "Haast en bekeer u. Wacht niet. Nu is het moment."

Het was voor mij onmogelijk om deze jaren van boodschappen van Onze Lieve Vrouw te lezen, zonder dat ik getroffen was door hun eenvoud, geduld en liefde. Zij roept steeds of nodigt ons steeds tot bekering, nooit was er een bevel. Zij stond ons toe om met onze vrije wil een keuze te maken.

Welke keuze diende ik nu te maken? Ik stond voor een dilemma. Ik geloofde in de geldigheid van de boodschappen die aan de zieners werden doorgegeven, maar moest ik dit alles volgen? Deze boodschappen bevatten het voorbeeld dat Jezus ons gaf in de Evangeliën: gebed, vasten, bekering, boete en een diep geloof.

Alhoewel ik als Katholiek ben geboren was de afstand tussen mij en de Kerk ondertussen groot geworden na het verlaten van het middelbaar onderwijs, het intreden in het leger met daarop de hogeschool. De afstand was niet alleen groot geworden tussen mij en de Kerk, maar ook tussen mij en God en gedurende twintig volle jaren dacht ik dat ik het gerust kon maken zonder Hem. Nu stond ik voor een nieuwe uitdaging. Er werd mij de keuze gegeven, een beslissing die ik alleen kon maken en deze was het starten van te leven naar Gods wil, in plaats van naar mijn eigen wil.

Ik dacht hierover dus verscheidene weken na en dan besliste ik op een dag om de Bijbel te openen voor enige begeleiding hierin. Het was lang geleden sinds ik voor de laatste maal het Woord van God had geopend. Ik wist niet waar ik moest beginnen en toen deed ik iets wat ik hiervoor nooit had gedaan en hierna ook niet meer deed. Ik sloot mijn ogen, opende de Bijbel en plaatste mijn vinger op een willekeurige bladzijde. Toen opende ik mijn ogen en keek naar het vers waar mijn vinger zich bevond. Het was Johannes 20: 27: en daarna richtte hij zich tot Tomas: "Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof."

Ik begreep de boodschap ... ik zou zeggen: uiteindelijk.

Kort hierop sloot het mininsterie door het aftreden van de federale regering en kregen wij een week vrijaf. Tijdens die tijd contacteerde ik de priester van de plaatselijke Kerk en ging ik te biechten. Het volgen van de Mis en het bidden van de Rozenkrans was een logisch gevolg.

Ik telefoneerde ook naar een Katholieke boekhandel om te weten hoe ik naar Medjugorje moest reizen. De eigenaar van de boekhandel zei: "Een ogenblik, mijn dochter keerde gisteren pas terug uit Medjugorje en staat hier naast mij." En zo kreeg ik de naam en het tefefoonnummer van de persoon met wie ik contact moet opnemen. Kort daarop boekte ik voor de bedevaart ter gelegenheid van de vijftiende verjaardag van de verschijningen en betaalde ik het voorschot. Het was in juni van 1996.

Ik had er geen enkel idee van hoe ik het resterende bedrag zou bij elkaar krijgen. Ik was gehuwd, had een kind, een huis af te betalen en er was maar één inkomen. Ik leefde eigenlijk van het ene loon naar het daaropvolgende loon. Maar daarop sloot het ministerie opnieuw, ditmaal voor twee weken en tijdens de maand december en had ik een saldo staan van honderd overuren voor de drie volgende maanden om de acherstand van het werk in te halen. Het bedrag dat ik voor deze overuren ontving was precies genoeg om het restbedrag te betalen voor de reis.

De reis naar Medjugorje duurde tien dagen en onze groep bedevaarders deed wat de meeste groepen doen, zoals ook u kunt zien op de diverse fotogallerijen, van de IIPG-website. Maar er is één ding dat ik absoluut wil vernoemen. Toen ik ’s avonds de mis in het Kroatisch bijwoonde, die buiten werd gehouden op 24 juni 1996, waren ik en duizenden anderen getuigen van een zonnefenomeen. Het was de feestdag van Johannes De Dopers en de vijftiende verjaardag sedert de eerste verschijning van Onze Lieve Vrouw in Medjugorje.

De hemel was gedurende de hele dag bewolkt, behalve in het uiterste westen. Daar bevonden er zich geen wolken en was de hemel blauw. Ik denk niet dat de zon de dag ervoor had geschenen bij de Kroatische Mis om zeven uur ’s avonds. Vader Jozo deed de homilie en tijdens de Liturgie van de Eucharistie, kwam de zon voor de eerste maal te voorschijn in het wolkenloze gedeelte van de westerse hemel. Het leek ongebruikelijk lang en de zon zag eruit alsof ze bijna volledig was bedekt met een witte schijf die trilde. Aan de randen van de schijf bleef een gedeelte van helder zonnelicht zichtbaar. Anders dan een normale zon op dat uur op de vierentwintigste juni, konden we de zon bekijken, zelfs zonder zonnebril. Vele andere mensen kijken eveneens naar de zon. Niemand scheen opgewonden, maar vele werden erdoor geraakt, mijzelf inbegrepen.

Nadat ik bij de Communie de Heilige Hostie had ontvangen, knielde ik neer onder een kleine boom. Tijdens deze periode kon ik de vrede en de liefde van God voelen, die mijn hart opvulde en bedankte ik Hem, terwijl de tranen van mijn wangen liepen.

Het is nu meer dan drie jaar sinds mijn eerste bedevaart naar Medjugorje en ik ben nog steeds het pad van de bekering aan het volgen. Ik heb sinsdien geleerd dat de bekering een proces is waar men dagelijks moet aan werken tot men de laatste adem hier op aarde heeft uitgeblazen. Ik ben God en Onze Lieve Vrouw enorm dankbaar voor alle genaden die ze mij geschonken hebben en thans voel ik een grote verantwoordelijkheid om Gods liefde en vrede met anderen te delen. Als lid van de "IIPG, Koningin van de Vrede” voel ik mij als gezegend, ook al omdat ik de stichter ervan, Nedjo Brecic, persoonlijk heb gekend. Nedjo"was duidelijk een werktuig van Gods vrede en een voorbeeld van hoe men moet leven naar de boodschappen van Onze Lieve Vrouw.

Draag goed zorg voor elkaar en God zegene u,

Michael Sepal

Helen, New York

Dag iedereen,

Mijn naam is Helen. Ik woon in Utica, New York en heb 4 kinderen. Ik sloot al van bij het begin aan bij de IIPG groep. Ik ben nog nooit naar Medjugorje geweest, maar hoop er in groep heen te gaan in juni.

Ik hoorde voor het eerst over Medjugorje in de jaren ’80. Ik werk in een hospitaallaboratorium. Een patiënte van ons komt nu  reeds gedurende een heel lange tijd regelmatig om een bloedtransfusie. Daarvoor bevond ze zich ook reeds in lange tijd in het hospitaal. Niemand had verwacht dat ze nu nog zou leven.

Haar familieleden gingen naar Medjugorje en brachten een religieuze medaille mee en maakten het vast aan haar maag. Vanaf dat ogenblik begon alles beter te gaan. Nu komt ze nog naar het hospitaal, maar verblijft er niet langer, en vertelt ze over dit mirakel. Ik ben er nog steeds door gefascineerd.

Zij gaf mij een beeld van de Gezegende Moeder, dat nu op het bureaublad van mijn computer staat. Sinds ze me Medjugorje heeft leren kennen, begon ik elk boek dat ik maar kon vinden van het oord te lezen. Ik hou van Onze Heilige Moeder.

Zo’n anderhalf jaar geleden had ik een klein gezondheidsprobleem en ging ik naar een genezingsmis, hier in een plaatselijk gebedsoord. Ik was heel erg verward en na vier dagen merkte mijn elfjarige dochter dat mijn Rozenkransen waren veranderd in goud. Dit was zo’n zegen voor mij en heeft mij veel sterkte gegeven. Nog steeds bedankt ik Onze Heilige Moeder elke dag voor deze bijzondere genade.

God zegene u allen van onze IIP Groep en dat de Heilige Moeder ons allen zou mogen bedekken met Haar Moederlijke mantel.

Helen.

Susan Kaufer, Franciscaanse universiteit Ohio

Mijn naam is Susan,

Voor het ogenblik ben ik studente aan de Franciscaanse Universiteit. De eerste maal dat ik naar Medjugorje ging was in augustus 1996 [met Tom!] en dit omdat mijn moeder naar ginds ging en ik niet wou dat ik alleen achterbleef. Ik heb daar een diepe bekering meegemaakt. Ik begon een religieuze roeping te overwegen terwijl ik in Medjugorje was en precies één jaar later, op het Feest van Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming, trad ik binnen in Oasis van Vrede te Medjugorje. Voor hen die het niet weten: Oasis van Vrede is één van de nieuwe godsdientige gemeenschappen te Medjugorje.

Spoedig werd ik er mij echter van bewust dat deze gemeenschap niet mijn echte roeping was en na amper zes weken verliet ik reeds de gemeenschp. Helemaal alleen keerde ik in april 1998 terug naar Medjugorje en verbleef daar gedurende twee maanden. Dit was een heel mooie bedevaart voor mij. Ik heb geen woorden om te vertellen wat een mooie ervaring het was om in het dorp te mogen leven.

Nadat ik van mijn derde reis terugkeerde, bracht ik enige tijd door bij enkele groepen lekenmissionarissen om hun werking beter te leren kennen. Ik besefte echter dat ik veel meer zou kunnen doen met een hogere graad en zo ben ik nu eerstejaarsstudente op de Franciscaanse Universiteit. Ik volg een opleiding als opvoeder en hoop om, na mijn studies, missionaris te kunnen worden.

In Christus’ liefde,

Susan

Verheug u mensen van God! Verheug u in de Heer! Een kind is ons gegeven. Een kind is voor ons geboren! Alleluia! Alleluia! Alleliua! Alleluia!

Bob en Lori Hamilton

Wij zijn Bob en Lori Hamilton uit Omaha, Nebraska, Verenigde Staten. We zijn leden van parochie van de Koningin van de Vrede en zijn nu reeds twaalf jaar gehuwd. We hoorden voor het eerste keer [heel beknopt] over Medjugorje tijdens het RCIA [Rite of Christians Initiation of Adults] tijdens de jaren 1986-1987. Lori is een bekeerlinge en Bob is reeds Katholiek van in de wieg.

We verlangden reeds een lange tijd om naar Medjugorje te gaan, maar Lori was bang om te gaan en zo besloten we om geld te sparen voor de reis met een planning voor het jaar 1999 ... tot Lori het boek van Wayne Weible las [ik denk dat het boek "Boodschappen" noemt en een priester leende het ons uit]. In dit boek sprak Maria wezenlijk tot haar hart en de zaak werd afgesloten met een reis naar Medjugorje binnen nog geen twee maanden. We zijn er twee maal geweest. Een eerste keer in mei 1998, de daaropvolgende keer in mei van 1999.

Voor de eerste keer naar Medjugorje gaan was al een klein mirakel op zichzelf, want we hadden de vliegtuigtickets thuis achtergelaten. Bob reed vliegensvlug terug om de tickets te gaan halen en een geluk ... het vliegtuig had vertraging opgelopen. Daarop hielden ze hiet vliegtuig nog een tijdje aan de grond zodat we onze verbinding nog zouden halen in Newark. Bob gaat opnieuw naar Medjugorje in juni van volgend jaar en Lori overweegt om mee te gaan.

Bob en Lori

Bogdan Olenici

Ik leef in Boekarest, Roemenië en ben geboren, jawel, op 24 juni van 1969. De dag van de eerste verschijningen op het feest van Johannes de Doper. Dit is een heel bijzondere datum, omdat, zoals ik reeds heb gezegd, niet alleen de verschijningen begonnen op 24 juni, maar op dezelfde datum werd ook de Kerk voltooid te Medjugorje, in 1969 en zo heb ik geen woorden om de Gospa te bedanken en zo besloot ik om voortaan mijn verjaardagen ginds te vieren, samen met Haar.

Mijn bekeringsverjaal is heel moeilijk om te vertellen. Het gebeurde zo’n tweetal jaren geleden. Ik ging nooit naar de Kerk, behalve misschien met Pasen. Ik had er geen behoefte aan en ik wist ook niet was er ginds gebeurde. Voor mij was het enkel een soort traditie, een ritueel, iets in die aard, maar ik heb steeds een grote eerbied voor de Kerk blijven hebben. Ik heb steeds geloofd dat God bestond, maar kende het verlangen niet om Hem beter te leren kennen, om samen met Hem te leven, om iets te doen en niet onverschillig te blijven.

Gedurende heel mijn leven heeft God mij steeds de dingen gegeven die ik nodig had: goede ouders, een goede financiële situatie, een goed geheugen en een gezond lichaam, een talent voor muziek [ik speel klassieke gitaar en ik heb ook de gaven om goede van slechte muziek te onderscheiden en om van elke goede muziek te houden], goede vrienden, kortom: alles, maar dan zonder te beseffen dat er diep binnen in mij, er een grote leemte was, een leemte die elke dag groter werd, omdat men zonder God de nodige vrede niet kan vinden van de troost en het voornemen.

Deze leemte voelde ik steeds sterker aan en ik begreep niet wat er met mij aan het gebeuren was. Ik bezat alles, maar ik had het echt niet nodig, omdat niets ervan mij een doel gaf in het leven, een reden om te leven, een antwoord op het leven. Dit bracht mij bijna tot een zenuwinzinking. Ik was ziek, maar geen dokter kon mij vertellen waar ik aan leed. Ik voelde een vreemde duizeligheid en kon niets meer doen en dit alles gecombineerd met een allesomvattende vrees. Gedurende vele dagen verbleef ik in bed en zag ik geen reden om op te staan. Ik zag niets anders dan duisternis rondom en binnen in mij. Ik wens dit niemand toe!

Het was zoiets als dicht bij de hel staan ... toen op een dag een vriend, die naar Medjugorje was geweest, mij kwam bezoeken en mij de zegen doorgaf van de Gospa en mij vertelde wat er daar allemaal gebeurt. Ik voelde aan dat ik daar nog datzelfde moment wou zijn en voelde geluk en vrede, zoals ik nog nooit ervaren had. Ik voelde dat ik op de een of andere manier reeds daar was. Ik begon de Rozenkrans te bidden en boeken te lezen, eigenlijk alles over de verschijningen. Ik werd getroffen door een foto van een beeld van Medjugorje dat tranen met bloed weende. Ik geloofde dat dit ook zo was, en als het zou waar zijn, zag ik ook in hoe een moeder zich voelde als ze tranen weent van bloed. Ik wilde dat ze niet meer zou wenen en ik begon met tranen in de ogen aan mijn bekering, een volledige bekering ... om Haar tranen te stoppen!

Ik ging voor de eerste keer naar Medjugorje in maart van 1998 en wat ik voelde kan ik niet beschrijven. Ik kan enkel zeggen dat ik Onze Moeder voelde, zoals u iemand liefhebt die u niet kan zien. Ik voelde Haar liefde en bescherming over mij, in de Kerk, bij het bidden van de Rozenkrans, voor de Heilige Mis en de tweede schok kwam er bij de Aanbidding, toen ik bij het lied "Veni Sanctus Spiritus" werkelijk alles voelde: de hemel, de aarde, alles viel op mij en ik begon te wenen terwijl de hele Kerk aan het zingen was en terwijl de Heilige Geest langzaam en rustig over ons nederdaalde met Liefde.

Sinds dan heeft mijn leven een doel en ik dank u daarvoor, Mijn Moeder! Ik ben de laatste van Uw dienaren, maar ik voel Uw liefde voor mij. Nu ben ik reeds vijf maal naar Medjugorje geweest en elke keer leer ik nieuwe dingen bij in het leven. Dat God me zou helpen om nooit op te houden met bidden, vasten, biechten, het lezen van de Bijbel en het naar de Heilige Mis gaan en boven alles: de Heilige Communie ontvangen.

God zegene allen van de gebedsgroep!

Bogdan

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt