Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

apr

26



Pastoor Frans: Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje 2007]

  
 
Download PDF

Pastoor Frans: Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje 2007]

Voorwoord

Een initiatief. Met de fiets naar Medjugorje. Vier mannen Staf-Jos-Pol-Frans. Ze kenden elkaar nauwelijks. Toch was er snel een akkoord. Het werd een succes! Is dat niet wonderbaar? Dankzij bovennatuurlijke hulp. Het kleine armoedige dorpje Medjugorje in Bosnië-Herzegovina werd gekozen door Maria, Koningin van de Vrede. Sinds 24 juni1981 deelt zij daar vele genaden uit.

Om U, waarde lezer, wat te laten meegenieten van deze bedevaart, vertellen wij ieder onze ervaringen. Waren wij met vier? Nee toch, met vijf, want de bescherming die wij aan onze Lieve Vrouw afgesmeekt hadden, was voelbaar aanwezig.

Hoe het idee ontstaan is

Staf Druyts, een doorgedreven wielertoerist, had op zijn palmares Lourdes, Fatima, Rome ... en nog zoveel meer staan. In 1985 kreeg hij de eerste kriebels om naar Joegoslavië te fietsen, naar het genadeoord van Onze Lieve Vrouw te Medjugorje.

Zoiets "op je eentje" is niet te realiseren. Staf en zijn vrouw gingen wel per autocar op bedevaart. Enkele dorpsgenoten gingen mee. Natuurlijk werd er menig woordje gewisseld over de droomplannen van Staf. Met veel interesse werden er wegenkaarten en nuttige gegevens verzameld.

De droom groeide! Weer thuis, contact met Jos Weyns. Er groeiden realisatie kansen: fietsen met begeleiding van een motorhome. Er diende nog gezocht te worden naar een tweede wielertoeristbedevaarder!

Er diende nog gezocht te worden naar een tweede wielertoeristbedevaarder! Niet zo evident vindbaar ... er werd voor gebeden, en Ons Lieve Vrouwke van Vosselaar wist er eentje te vinden in haar parochie: Pol Sels.

Er werden enige twijfels voorgelegd, weggelachen en met hart en hand verbonden werd het JA!

Dan nog een tweede begeleider vinden, naast Jos aan ’t stuur moest er nog iemand zijn voor de kook, de was en de kleine zorgen. Een kersverse "pastoor op rust" was een schot in de roos. In minder comfortabele omstandigheden toch hobbykok met ware gebedekens.

De voorbereiding begint.

Sinds 1985 had Staf al heel wat verzameld; wegenkaarten, info allerhande. Een eerste tracé werd gezocht. Modaliteiten werden besproken ... en na rustig overleg, gewijzigd en verbeterd. Bij elke werksamenkomst vroegen wij de hulp van de Heilige Geest. Alles kwam in orde! Ieder zijn slaapplaats, ieder zijn bagagekast. De keuken werd gevuld met "stevige kost en lekkere beetjes," een kastje werd voorzien voor medische-zorgen-materiaal, de "rekeningen" werden te boek gesteld en verzameld.

Jos kopieerde voor ieder de wegenkaarten! Foutlopen kon dus niet ...maar ... onze GSM’s waren af en toe redder in nood.

Was alles, echt alles klaar? Dan gingen we een proefrit maken. Twee fietsers, twee auto’s! Op weg naar "Petit Lourdes" te Bassenge.

We droegen de Heilige Mis op voor het wellukken, en keerden hoopvol huiswaarts.

De grote dag breekt aan

Op 17 augustus werd aan de woning van Priester Frans het startsein gegeven. Samen biddend, Gods zegen ontvangend. Palmtak, wijwater en kruisjes op het voorhoofd en dan de eerste kilometers van de tweeduizend.

Na vier uur pedaleren arriveerden ze in Bassenge. H.Mis en eerste middagmaal in open lucht. De vrouwen waren tot hier gevolgd. Na een hartelijke kus keerden zij huiswaarts en wij, wind-op-kop, naar het huis van Onze Lieve Vrouw.

Het perfect uitgetekend parcours kreeg in Hasselt en in Blankenheim zijn twee eerste deuken. Op grondgebied Diepenbeek werden er boterhammen gebunkerd, en richting Monschau spoelde een fikse regenbui het zweet weg. Na 227 kilometer stopten we op een camping in Arhdorf.

De fietsen werden stevig vast gebonden [men weet nooit wat er morgen komt]. Het gezamenlijk gebed bracht innerlijke rust, en de slaapkracht voedde alle spieren voor de volgende dag.

Op 17 augustus werd aan de woning van Priester Frans het startsein gegeven. Samen biddend, Gods zegen ontvangend. Palmtak, wijwater en kruisjes op het voorhoofd en dan de eerste kilometers van de tweeduizend.




Pastoor Frans' zegening voor een veilige fietsbedevaart

Na vier uur pedaleren arriveerden ze in Bassenge. Heilige Mis en eerste middagmaal in open lucht. De vrouwen waren tot hier gevolgd. Na een hartelijke kus keerden zij huiswaarts en wij, wind-op-kop, naar het huis van Onze Lieve Vrouw.

Het perfect uitgetekend parcours kreeg in Hasselt en in Blankenheim zijn twee eerste deuken. Op het grondgebied van Diepenbeek werden er boterhammen gebunkerd, en richting Monschau spoelde een fikse regenbui het zweet weg. Na 227 kilometer stopten we op een camping in Arhdorf.

De fietsen werden stevig vast gebonden [men weet nooit wat er morgen komt]. Het gezamenlijk gebed bracht innerlijke rust; en de slaapkracht voedde alle spieren voor de volgende dag.

De tweede dag

Het ontbijt moest sterk zijn want er wachtte serieuze kuitenbijters. Van Cochem tot Blankenrath naar Imsweiler. Het werd 178 kilometer. Onderweg een oude druivenpers te bewonderen [wat wil je: ’t is hier de Moezelstreek].

Onze avondrustplaats was naast het gemeentelijk volkshuis. De banken die er stonden werden ons restaurant en de volgende ochtend was dit het geval voor het kerkmeubilair.

We dankten ons Heer eucharistisch. Van de twee plaatselijke kerktorens, was er maar één die dienst deed als klokkentoren, de andere was een kerkruïne.

De derde dag

Na de eucharistieviering en het ontbijt werd de kaart opengelegd. 184 kilometer naar Calw, onderbroken door een middagmaal te Gommersheim.

Feilloos zou het niet verlopen. Bij een wegsplitsing waren geen verkeersborden. En de natte vinger was niet de beste gids. Beroep op de plaatselijke bevolking gaf soms pro en contra tegelijk. Er kwamen dus overbodige kilometers te verslinden ... maar met de glimlach.

De bedoelde camping in Calw lag echter 7 km. verder en stevig bergop. Stijging tussen 10 en 15 % naar het gehucht Altburg.

Gelukkig waren er goede douches, een krachtige maaltijd en een verkwikkend gebed.

De vierde dag

Wij starten weer onder de beschermende mantel van Maria. Dat was hard nodig want de eerste 7 km. sterke daling waren ijskoud.

De middagstop werd gehouden in Ofterdingen. Onderweg een speciale ervaring: duizenden slakken staken het fietspad op. Als goede natuurliefhebbers werd er oneindig geslalomd, soms met een mislukking. Was het daardoor dat de private zuidenwind van een fietser, de ander meermaals aan het lachen bracht? We herinneren die dag als "slakkentocht." Als compensatie waren er ook lekker pruimen, zomaar overhangend op de weg.

In Ofterdingen kregen wij een bezoekje van een inwoner die ons vroeg waar wij precies in België woonden. Hij kende het. Als soldaat SS-er was hij gekazerneerd in Lille.
 


Ex SS-er gekazeneerd te Lille

Frans ontdekte een bloemenveld: uit te kiezen! Te koop! Er was een "offerblok" en enkele patattenschillers. Zo ’n mesje leek hem beter dan een bloem! We doopten het "bloemenmesje."

Toen de 173 km. erdoor gemaald waren stonden we op het dorpsplein in Haidgau. Daar stonden ook "rijpe hazelaars": een feest voor Staf. Ons toilet maakten wij aan een fontein: "bibberkoud." En onze rioolpijp werd geledigd in het schoolgebouw, waar de fanfare herhaling hield.

De vijfde dag

Na het morgengebed en het morgenmaal werd er gestart! 140 km. naar Heiterwang, over Fischen [middagstop].

In de omgeving van Nesselwang zijn de fietsers een uur uitgeregend. "Strontnat," vertelden ze. Ze hadden ook in Middelberg een hoogte van 1.045 meter overschreden.

Het dorp Pfronten werd in-uit-door-en rond gereden om de weg naar Füssen te zoeken ...En we kozen een verkeerde weg.
 


Pastoor Frans deed blijkbaar toch nog meer dan alleen maar koken

Frans waste de kleding, hing ze te drogen op het fietsrek, en in de Motorhome.

De zesde dag

De voorziening beliep 162,5 km. Via Lermos werd de Fernpass beklommen, in ‘t gebied van Naserth. Dan een beetje dalen en op een heel klassieke manier boterhammetje binnengewerkt. Hierna terug klimmen tot 1.126 meter boven de zeespiegel. Na Holzleiten was er een fikse afdaling. De snelheid piekte tot 81 km per uur. Frans bewonderde deze prestatie, maar innerlijk daverde hij van schrik.

In Götzen werd er halt gehouden. De parochiekerk werd door de inwoners gebouwd en versierd. Een werk van drie jaar. Het resultaat ontlokt ieders verbazing. Het kon toch niet anders dan dat er hier een kaarsje aangestoken werd. Dank U Lieve Vrouwke voor Uw bescherming. En het liedeke van Jos klonk:
 

Moeder Koningin van de Vrede,
Reist U Moeder met ons mede.
Spreid dan Uwe mantel open,
Zodat wij geen weg ontlopen.

Een agent in uniform, wist met wijze raad wat te vertellen: Pas op! De weg daalt wel 16 %. De open baan naar Innsbruck is een echte windtunnel. Fietsers worden soms een volle meter opzij geduwd! Wees voorzichtig!! En ja ... stuur vast, pedalen op scherp, en ... zonder ongelukken! Ook hier heeft die vijfde persoon weer hemelse hulp geboden. Wonderbaar!

Het grensgebied tussen Duitsland en Oostenrijk toonde een prachtige waterval. In zweet gereden fietsers genieten van dat zicht dubbel zoveel. De dagrit had als kenmerk "vlakke wind op kop." De avond was dus erg welkom. Camping Zell am Ziller, met goed sanitair, verzekerde ons van welverdiende rust! Maar dat was alleen fysisch.

Psychisch was het andere thee! Bij een verplaatsmaneuver tikte de motorhome tegen een geparkeerde Nederlandse vierwieler. De nodige papieren werden ingevuld en door de Noorderbuur in een overdreven klacht bijgewerkt.

De zevende dag

Al na 17 km. kwam de eerste zware karwei: de Gerlospass. Dan volgde er een lange afdaling! Om van te snoepen en uit te rusten. Maar ... op km. 65 begon er een serieuze kuitenbijter. Wij stonden aan de voet van de gevreesde Glos-Glockner. En de hemel begon met klimatologische wijzigingen: niet echt een voordeel.

Na een aantal verbeten kilometers besloot Pol om de wijze raad van zijn "meiske ... ons Mia" op te volgen: "Pol stap in de motorhome voor dat ge dood valt!" En de Staf? De Staf maalde door, soms rustig, soms kracht verbijtend de 12-15-18 procent steiging, in sterke wind, snijdige regen , en toch boven! Dat verdiende toch wel twee tassen chocomelk, of drie?

De afdaling ...? Er werd "wijselijk" besloten om alle vier in de motorhome te blijven . En de vijfde? Die nestelde zich in de G.P.S. Chauffeur Jos probeerde de weg te "zien" [maximaal 6 à 10 meter] en het wonderbakske goed in het oog houden en strikt te volgen. Een ongelooflijke prestatie.

Op de camping hebben wij wat meer geëten om de spanning eraf te krijgen, en dan een extra rozenhoedje opgedragen voor al de beveiligingsactiviteiten van boven en binnen de wagen.

De achtste dag

Brr! Zo koud: "De morgenstond brengt ijs in de mond." Bevroren fietsers probeerde zich warm te trappen. Na 22 km kwam de zon, en ze gaf katoen!

Eens over de Isselbergpass kwamen wij in Kötsbach. Rudi Verhoeven had ons verteld dat hier een zwarte Madonna wordt vereerd. We vonden dat beeld boven het hoofdaltaar.

We reden door het grensgebied tussen Oostenrijk en Slovenië. Dan weer klimmen naar de Wurzenpaß., gevreesd door elke wielertoerist. De Staf niet meegerekend. Hij beet op één uur door deze zware boterham.van dik 20 km.. Hiervoor moest hij afrekenen met de sterkste stijging van gans het traject. De motorhome koos even een andere weg, doorheen de Karrawankeltunnel [7,8 km].

Blij op een camping mekaar terug gevonden in Gozd Martuljek: smullen, bidden, rusten en ... voorzien voor morgen.

De negende dag

Een heerlijk zonnige dag. Richting Podturn. In de omgeving van Bled werd de weg gevraagd aan een oud vrouwtje. Aan een kapelletje gestopt voor het beloofde weesgegroetje.

De ganse voormiddag afwisselend langs een moutainbike pad en boswegen gefietst. De fietsers, een beetje afgedwaald, vroegen aan een jonge, knappe amazone de juiste richting. Na de show, onder andere van het paard, werd er voorop gegalopeerd en de juiste richting ingeslagen.

Tijdens de middagpauze werd een poging ondernomen om met mankracht een Sloveense auto aan de praat te krijgen. Hopeloos. En Jos werd er zo moe van ... De klachten rommelden in zijn buik. Kwartierke rust.

De hoofdstad Ljublijana werd foutloos doorkruist. Nadien werd er even halt gehouden voor de krachtvoedselstop. Kennis gemaakt met een gebrekkige vrouw, moeilijk te been, met een aanhoudende pijn in de heup. In de babbel reageerde zij emotioneel toen zij eenmaal het doel van onze tocht begrepen had. De aangewezen richting was een pad met grijze steentjes. En toch ... géén lekkeband. Is dat niet wonderbaar? Nadien weer een kapelletje-stop voor het beloofde weesgegroetje.

Onderweg werd er danig genoten van het wonderbaar knappe landschap. Frans kon het niet ongezegd laten: de macht van het gebergte, de diepe dalen, de er "tegenaan geplakte" dorpjes; de sierlijke kerktoren, sneeuw, glooiende vlaktes met wijngaarden, een lappendeken van velden en weiden.

Amaai, geweldig, nu begrijpen wij des te beter dat na zes dagen "scheppen" er hoognodig een rustdag moest volgen.

De tiende dag

In Podkoren! Voordat de fietswielen mochten draaien, keerden wij ons hart naar God. De eucharistieviering was zo voorbereid dat ieder actief deel had.

De grensovergang tussen Slovenië en Kroatië gebeurde probleemloos. Opmerkelijk is dat de Kroaten behulpzamer waren in de wegaanduidingen. Het gebeurde zelfs dat er een eindje mee gefietst werd om zeker de juiste weg te nemen. Vandaag was er een klim van 20 km. lang, en er viel over 40 km. geen huis te bespeuren

De pleegdochter van Jos kwam vanuit Zagreb naar Ogolin om ons te groeten. Het werd een babbel met handen en voeten en broebelengels! En toch verstaanbaar. Babbel zo eens over een oude auto, over een schoolbedrijf, over familienieuws en politiek... ’t Gaat vanzelf.

Na een kusje en een foto werd er afscheid genomen.

Kroatië gebruikt nog geen Euro’s. We moesten dus een bank gaan "verlichten." Onderweg zagen de fietsers een staartloze zwarte kat. Wat zou dat meebrengen? Een beetje verder zagen we een gevulde tak van een pruimelaar zomaar over de weg hangend. Staf was de rapste en voor Pol schoot er maar eentje over.

Onderweg werd halt gedicteerd. Frans had een watermeloen klaar gesneden en er werd gezabberd en gesnoept.
 


In het Nationaal Park in Plivica Jezera vonden wij een camping "Corana." Daar troffen wij landgenoten aan uit Minderhout. Natuurlijk deden we een babbeltje. Intussen werd onze wagen bijgetankt en rijkelijk van water voorzien.

De elfde dag

's Morgens: een kruiske, een waske, een potje koffie.en ... ja: men moet nog om brood en de rest. Frans had ’s avonds bij het aankomen op de camping een winkel gezien. Open om 8 uur. Dus daar naar toe. Geen tas bij en op zijn sloefen! De armen volgeladen met nuttige en lekkere dingen en daarna op zoek naar "onze" motorhome, want het stond daar vol van motorhomes.

Drie kwart uur rondlopen, vragen, zoeken en afzien aan de voeten [’t zou twee dagen penitentie zijn]. Eindelijk werd de tafel gedekt en de aanval was des te gretiger!! Is honger de beste saus?

De dagrit schotelde weer lange hellingen onder de wielen. De kleine voormiddagstop die gepland was, werd niet gehaald! Wachten, wachten ... en uiteindelijk via GSM ontdekken dat de fietsers 18 km. verder stonden te wachten.

Na 150 km. kwamen wij te Knin. Johan uit Merksplas heeft hier een pleeggezin. Hij gaf ons het adres. Jos kende die mensen al van een vorige bedevaart. Wij wensten daar te komen, een nachtje te blijven, wat te steunen. Het zoekwerk verliep niet van een leien dakje. De straatnaam was ook de naam van een stadswijk 7 km. verder. Vooruit dus ... en terug. Het huisnummer 12 was onvindbaar. Na nr. 2 kwam nr.16. Daar tussen braakland op één woning in opbouw.

We vroegen de weg aan voorbijgangers: onbekend. We vroegen de weg aan de politie: naam, straat en nummer: onbekend. Gevraagd aan een juffertje dat toevallig passeerde en ja, die deed teken met een glimlach: "kom en volg mij." Het hoekske om, hooguit 50 meter en daar woonde Sonja, haar moeder, wiens naam op het briefje stond. ‘t Is toch wel wonderbaar.

Het eerste contact was wat terughoudend, maar daarna kwamen herkenpunten boven. Via de oudste zoon bestelden we pizza’s. Een spectaculaire maat en verduiveld lekker: 25 euro voor gans het gezin en voor ons. Ondanks haar eigen armoede gaf moeder Sonja ons elk twee haakwerkjes door haar gemaakt: "chique dingen."

Onze motorhome kreeg stroom tegenover hun huizeke en ... doderido, slaap zoetjes ... tot morgenvroeg als Sonja ons uitnodigde voor een tas koffie. Na een privé bezoekje aan de zieke gehandicapte vader, legden we een deftig stuk europapier onder de tas en gingen we naar onze motorhome.

De twaalfde dag

Aan de rand van de stad, op een parking van een Lidl hebben we ontbijt gehouden. Er werd weer proviand aangeschaft, de fietsers uitgewuifd, en ook weer op weg.

Kroatië toonde nog veel zwaar beschoten huizen. De ellende van een waanzinnige oorlog was nog duidelijk zichtbaar. Koningin van de Vrede, bij U komen wij ... om voor hen te bidden.

Nog 80 km. tot Trilj. Staf en Jos kenden deze "klassieke stopplaats" van busreizen Verhoeven. We mochten voor de pastorij parkeren, kregen er stroomaansluiting en sanitairgebruik.

Een zuster-moederoverste van de pastorijomgeving groeide in sympathie en hulpvaardigheid. Zij had lange jaren in België gewoond en gewerkt in Bergen [Mons]. Ze had er de Belgische nationaliteit gekregen ... en dus genoot ze van een belgisch pensioen. In vergelijking met de pensioenen in haar land was zij superrijk.
 


Zuster-Overste

Ze piloteerden ons nu naar de vroegmis en ze stak ons nog wat toe voor wij vertrokken. We beloofden haar om een mooie kaars mee te brengen uit Medjugorje.

De dertiende dag

De Heilige Mis werd opgedragen door de jonge pastoor van Trilj. Hij was sterk geïnteresseerd in onze bedevaart. Samen met de zuster nodigde hij ons uit voor de koffie en zelf gebakken koekjes. Er werd nog wel een half uur verteld en gesnoept van de koekjes en koffie. Dan werden er enkele foto’s genomen en ... op weg.
 


Deze dag zouden wij de grens tussen Kroatië en Bosnië en Herzegovina overschrijden. We reden rustig aan tot Tihalina met verblijfsmogelijkheid, sanitaire voorziening, elektriciteitsaansluiting: alles gratis.

Het relaas van onze tocht wekte grote verbazing bij de zusters. Daardoor brachten zij ons vers geplukte vijgen, pruimen en druiven. Dat was een heerlijke aanvulling bij de mooi ogende pudding die Frans op tafel had getoverd.

De dagafsluiting, buiten aan tafel, infiltreerde ons weer in mooie en sterke gedachten. Frans had daarvoor gezorgd. Het gezellige nababbelen duurde nog wel een uur.

De veertiende dag

Wij namen echt de tijd om het mooie Mariabeeld in de kerk te bewonderen. Dit beeld werd gemaakt op aanwijzing van de zieners in Medjugorje. Frans maakte nog een extra "dank U pudding" voor de zusters. Zij gaven ons een foto van het prachtige beeld.

Jos en de reisorganisator maakten goede afspraken voor "de blijde intrede" te Medjugorje: vanaf het oude postkantoor zouden de twee fietsers vóór de bus uitrijden tot aan het beeld, een triomftocht.
 


De blijde intrede


De fiere gieters zijn aangekomen te Medjugorje

Eens uitgestapt konden de drie vrouwen hun mannen op een ontroerende en pakkende wijze begroeten.

Staf sprak een gebed van dankbaarheid uit, in ons aller naam. Pol en Staf legden hiervoor bloemen neer aan de voet van het beeld. Jos dankte de aanwezigen voor de 2.000 weesgegroetjes die ze hadden gebeden voor de 2.000 km. lange tocht. Nog wat foto’s en dan naar het hotel ... opfrissen ... beneden komen ... bevraagd worden ... babbelen ... vertellen ... feliciteren. Tijdens de maaltijd, aan dezelfde tafel waar vorig jaar het plan groeide, duurde de uitvraging oneindig voort.

De vier volgende dagen namen we deel aan al de geplande gebedsmomenten van de bedevaart: de kers op de taart.

De motorhome kreeg een rustig plekje achter het hotel. Frans werd er nachtwaker.

De terugweg

Er werd besloten om de terugweg in twee dagen te doen. Louis uit Edegem, die we daar ontmoet hadden, reed nog zuidelijker en beloofde ons nog hulp voor de kruisweg.

De afwisseling gaf de chauffeurs de kans om wat langer en sneller door te rijden. Het was aanvankelijk "moeilijk" door de hevige regen en een sneeuwstorm. Zwaar moe en overgelukkig thuis gekomen en rappekes naar dromenland.

Eerste gevolgen

Wanneer vier personen, met verschillende karakters, zonder problemen, dergelijke reis kunnen doorbrengen ... en ze bovendien hun afgesproken taken met de glimlach volbrachten ... dan kan men rustig spreken van een bovennatuurlijke bescherming van onze Lieve Vrouw. Daarvoor blijven wij onze dankgebeden opdragen aan haar.

Dat deze reis een onverwoestbare vriendschap tot gevolg heeft is te danken aan het optimisme van elke deelnemer.

En als jullie, lezers, denken dat we er tot vervelens toe over vertellen ... denk dan: "waar het hart van vol is, loopt de mond van over!"

Laatste bericht

We hadden een kruisweg beloofd! En gemaakt!. We mochten hem nog niet plaatsen omdat de grond, in aankoop, nog niet afbetaald was. Een voorzichtig seintje bereikte ons: half april komt het klaar! Dat nieuws begint al te jeuken in ons. Daar moeten wij iets gaan doen.
 


Er wordt gewerkt aan de kruisweg

Einde

Verslag: Pastoor Frans, Vosselaar