Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

apr

25



Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 1. Was Jezus een echte persoon?

  
 
Download PDF

Zoektocht 1. Was Jezus een echte persoon?

Was Jezus een echte persoon?

Heeft Jezus Christus werkelijk bestaan of is het Christendom op een legende gebouwd? Weinigen stellen zich deze vraag, maar sommige vijanden van het Christendom doen er alles aan om het tegengestelde te bewijzen.

In een rechtszaak tegen het Vaticaan werd de Kerk er van beschuldigd het verhaal van Jezus’ bestaan te hebben verzonnen. Alhoewel de zaak werd verworpen in februari 2006, ging de aanklager, Luigi Casciolo, hiertegen in beroep, maar uiteindelijk werd de zaak gesloten.

Het argument tegen Jezus’ bestaan werd openbaar gemaakt in CNN toen Ellen Johnson, voorzitter van de Amerikaanse Vrijzinnigen, verklaarde: "De werkelijkheid is dat er geen enkel stukje werelds bewijs bestaat dat er ooit een Jezus Christus was. Jezus Christus en het Christendom is een hedendaagse godsdienst en een verzameling van andere goden, Osiris en Mithras, wiens verhaal sterk lijkt op dat van Jezus."

Johnson en een eersterangspanel van godsdienstige geleerden waren aan het praten over de vraag: "Wat gebeurt er als we sterven?", op een live uitzending van Larry King op CNN. De gewoonlijk niet van zijn stuk te brengen Larry King onderbrak nadenkend en antwoordde hierop: "U gelooft dus niet dat er ooit een Jezus Christus was?"

Met een overtuigende houding antwoordde Johnson: "Neen, er was geen Jezus Christus. Ik geloof het alleszins niet omdat er geen enkel werelds bewijs is dat JC, Jezus Christus, ooit heeft bestaan."

King kreeg geen repliek en er kwam een reclameonderbreking. Er kwam geen enkel bewijs voor of tegen Jezus voort uit het gesprek en de televisiekijker bleef verbaasd achter.

In zijn boek "Why I Am Not A Christian" gingen er 50 jaar eerder hevige emoties door de generatie van de atheïst Bertrand Russell. Hij stelde het bestaan van Christus in vraag en schreef: "Historisch gezien is het eerder twijfelachtig dat Christus in het geheel wel heeft bestaan, en als Hij al heeft bestaan, dan weten we niets over Hem, zodat ik deze geschiedkundige vraag, die heel moeilijk te beantwoorden is, durf te stellen."

Is het mogelijk dat Jezus, waarin zo velen oprecht geloven, nooit heeft bestaan? In "The Story of Civilization" stelt de vrijzinnige geschiedkundige Will Durant de vraag: "Heeft Christus bestaan?" Is het levensverhaal van de stichter van het Christendom het resultaat van menselijk verdriet, inbeelding en hoop, een fabel vergelijkbaar met de legenden van Krishna, Osiris, Attus, Adonis, Dionysus and Mithras? Durant wees er op hoe het verhaal van het Christendom "opvallend veel gelijkenis vertoont" met de legenden van de heidense goden. Later zullen we in dit artikel zien hoe deze toch wel grote geschiedkundige zo ongeveer zijn eigen antwoord had over het bestaan van Jezus.

Kunnen we nu zeker zijn dat deze man, die velen aanbidden en anderen vervloeken, echt heeft bestaan? Heeft Johnson gelijk als hij beweert dat Jezus Christus een "verzameling is van andere goden?" En heeft Russell gelijk als hij zegt dat Jezus’ bestaan "eerder twijfelachtig is?"

Verzinsels tegenover realiteit

Laat ons beginnen met een meer essentiële vraag. Wat onderscheiden verzinsels van de werkelijkheid? Hoe weten we, bijvoorbeeld, dat Alexander de Grote werkelijk heeft bestaan? Vermoedelijk werd Alexander de Grote op 20-jarige leeftijd, in 336 voor Christus, koning van Macedonië. Als een militair genie, slachtte deze knappe, arrogante leider zijn weg door dorpen, steden en koninkrijken zoals de Griekse en Perzische wereld, tot hij alles veroverd had. In minder dan acht jaar hadden zijn legers meer dan 40.000 km afgelegd.

Er wordt van Alexander gezegd dat hij begon te wenen als er niets meer te veroveren viel. In elk geval was het geen persoon om monopolie mee te spelen.

Voor zijn dood, op 32-jarige leeftijd, had Alexander naar verluidt grotere militaire veroveringen volbracht dan niet alleen eender wie in de geschiedenis vóór hem, maar ook na hem, tot in deze tijd. Maar vandaag valt er, buiten een aantal steden die naar hem zijn genoemd, een vervelende film van Oliver Stone en een aantal boeken, maar weinig meer over zijn erfenis meer te merken.

Hoe dan ook geloven geschiedkundigen dat Alexander heeft bestaan omwille van drie hoofdzaken:

  • geschreven documenten door eerdere geschiedkundigen
  • de historische inslag
  • ander historisch en archeologisch bewijsmateriaal
Historische documenten over Jezus

De juistheid van het bestaan van Alexander de Grote en zijn militaire veroveringen komt uit vijf oude bronnen, waarvan er geen enkele ooggetuige was en alhoewel 400 jaar na de dood van Alexander geschreven, wordt Plutarchus’ biografie over zijn leven als de basisbron aangenomen.

Aangezien Plutarchus en andere schrijvers meerdere honderden jaren leefden na Alexander de Grote, moeten ze hun informatie gehaald hebben uit vorige bronnen. Van de twintigtal historische bronnen uit Alexanders tijd zelf, overleefde er geen enkel. Er bestaan latere vermeldingen, maar elke bron beschrijft een "andere" Alexander, waarbij veel aan onze verbeelding wordt overgelaten. Ondanks het tijdsverschil van verscheidene honderden jaren, zijn de geschiedkundigen er van overtuigd dat Alexander De Grote echt bestaan heeft en dat de hoofdzaken van wat we lezen over zijn leven, juist zijn.

Met Alexander als verwijzingspunt in ons achterhoofd, noteren wij dat er voor Jezus zowel religieuze als wereldlijke historische bronnen bestaan. Maar we moeten ons de vraag stellen of deze geschreven zijn door betrouwbare en objectieve geschiedkundigen. Bekijken we dit samengevat.

Het Nieuwe Testament

Van de 27 boeken uit het Nieuwe Testament wordt er beweerd dat ze komen van schrijvers die ofwel Jezus zelf hebben gekend of informatie van mensen hebben gekregen die Jezus hebben gekend. Al deze informatie is zeer nauwkeurig onderzocht door zowel christelijke als wereldlijke wetenschappers.


De geleerde John Dominic Crosson gelooft dat minder dan 20 procent van wat we lezen in het evangelie oorspronkelijke woorden van Jezus zijn. Zelfs een scepticus stelt hier niet in vraag of Jezus werkelijk heeft geleefd.

Ondanks de kijk van John D. Crosson en andere, minder belangrijke geleerden, heerst er onder de geschiedkundigen een algehele consensus dat de verhalen uit het Evangelie ons een duidelijk beeld geven van Jezus Christus. Of de verhalen betrouwbaar zijn is het onderwerp van een verdere bespreking waarbij ook wordt gekeken naar niet-christelijke bronnen in de zoektocht naar ons antwoord of Christus heeft bestaan.

Vroege niet-christelijke bronnen

Welke historici uit de eerste eeuw die over Jezus hebben geschreven hadden niets gemeen met hem? Laten we het eerst hebben over Jezus’ vijanden.

Zijn joodse tegenstanders hadden er het meeste bij te winnen om Jezus’ bestaan te ontkennen, maar het bewijs duidt op het tegengestelde. Diverse joodse bronnen hebben het ook over het vlees-en-bloed verhaal. Zowel Gemaras als de Tamoed verwijzen naar Jezus. Alhoewel deze bestaan uit een klein aantal bitsige verlopen die vooral tot bedoeling hebben om Jezus’ goddelijkheid er onderuit te halen, maken deze vroege joodse geschriften geen enkele allusie dat Jezus Christus geen geschiedkundig persoon zou zijn geweest.

Flavius Josephus was een beroemd joods geschiedschrijver die eerst in ongenade was gevallen bij de Romeinen, maar later gerehabiliteerd werd door hen. Voor vele joodse tijdgenoten was hij dan ook een verrader die met de Romeinen collaboreerde. Hij werd enkele jaren na Jezus’ dood geboren en begon te schrijven rond het jaar 67. In zijn bekende werk "Antiquitates Flavianum", dat dateert van 93 na Christus, schrijft Josephus of Jezus als een echte persoon: "In die tijd leefde Jezus, een wijs man, voorzover het geoorloofd is hem een man te noemen. Hij verrichtte namelijk daden die onmogelijk geacht werden, en hij was leermeester van mensen die met vreugde de waarheid tot zich namen. En veel Joden alsook velen van de Grieken bracht hij tot zich. Hij was de Messias." Alhoewel men zal blijven twisten, vooral in zijn verwijzing naar Jezus als Messias, omdat sceptici de Christenen ervan verdenken zelf deze zin te hebben ingevoegd, bevestigde Josephus zeker zijn bestaan.

Wat over de wereldse historici, zij die in de oude tijden leefden maar niet religieus gemotiveerd waren? Er bestaat thans informatie over minstens 19 dergelijke schrijvers die hebben verwezen naar Jezus’ bestaan als een echte persoon.

Een van de grootste historici uit de oudheid, Cornelius Tacitus, bevestigde dat Jezus heeft geleden onder Pontius Pilatus. Tacitus werd zo’n 25 jaar na Jezus’ dood geboren en hij heeft de verspreiding van het vroegchristendom meegemaakt in Rome. Deze Romeinse geschiedkundige was niet bepaald een van zijn volgelingen. Hij omschreef deze in het jaar 115 zelfs als "een volk dat werd gehaat voor hun zondige praktijken, en chrestiani werden genoemd, een benaming die was afgeleid van Chrestus, die, onder Tiberius’ keizerschap, leed onder Pontius Pilatus, praefectus van Judea."

Onder meer de volgende feiten zijn door dergelijke bronnen vermeld:

  • Jezus was afkomstig uit Nazareth
  • Jezus leefde als een wijs en rechtschapen man
  • Door zijn volgelingen werd aangenomen dat Jezus drie dagen na zijn dood verrezen is [Pascha]
  • Jezus’ vijanden wisten dat hij wonderen kon verrichten, dat zij "tovenarij" noemden
  • Jezus’ kleine groep van leerlingen vermenigvuldigde zich snel tot zelfs zo ver als Rome
  • Jezus’ volgelingen ontkenden veelgoderij, leefden deugdzaam en vereerden Christus als God.
De theoloog Norman Geisler zei: "deze schetsen zijn volkomen gelijkvormig aan deze van het Nieuwe Testament."

Al deze onafhankelijke bronnen, godsdienstige en wereldse, spreken van een man die echt heeft bestaan en die duidelijk overeenstemt met de Jezus uit de Evangeliën. De Encyclopedia Britannica vermeldt diverse wereldse bronnen uit Jezus’ leven als een overtuigend bewijs van zijn bestaan en schrijft: "deze onafhankelijke bronnen bewijzen dat in de oudheid, zelfs de tegenstanders van Christus nooit hebben getwijfeld over het bestaan van Jezus."

Historische impact

Een belangrijk onderscheid tussen een verzonnen en een echte persoon is zijn historische impact. Zo zijn er bijvoorbeeld boeken geschreven en films geregisseerd over Koning Arthur en de Ridders van de Ronder Tafel. Deze karakters zijn inmiddels zo bekend geworden dat velen denken dat ze echt hebben bestaan. Maar geschiedkundigen die op zoek gingen naar de werkelijkheid van hun bestaan hebben geen enkel bestaan gevonden van hun impact die ze hadden op wetten, gedrag en godsdienst. Een koninkrijk met de grootsheid en pracht van Camelot zou zeker sporen hebben achtergelaten in de geschiedenis van die tijd. Het gebrek hieraan duidt aan dat Koning Arthur en zijn Ridders van de Ronde Tafel gewoonweg fabels zijn.

De geschiedkundige Thomas Carlyle zei: "Niemand leeft vergeefs. De geschiedenis van de wereld is enkel een biografie van grote mensen." Volgens Carlyle zijn het dus echte mensen en geen verzonnen personen die de geschiedenis maken. Zo heeft Alexander de grote, als een echte persoon, invloed gehad op zijn militaire veroveringen, landen, regeringen en wetten. Maar wat over Jezus Christus’ inslag op onze wereld?

De regering van Israël en Rome uit de eerste eeuw werden grotendeels niet beïnvloed door Jezus’ leven. De gemiddelde Romeinse burger hoorde slechts vele jaren na zijn dood van zijn bestaan. De Romeinse cultuur stond gedurende tientallen jaren ver van zijn onderrichtingen. De rest van de wereld had weinig of geen kennis van hem. Jezus leidde geen leger, schreef geen boeken en wijzigde geen wetten. De joodse leiders poogden zelfs zijn bestaan volledig uit te wissen en zij waren hier ook bijna in geslaagd.

Maar vandaag blijft er van het oude Rome enkel nog puin over. De machtige legers van Caesar en de praal van de Romeinse keizerlijke macht zijn naar de achtergrond verdrongen. Hoe wordt Jezus dan vandaag herinnerd? Wat is zijn duurzame invloed?

  • Er zijn meerdere boeken over Jezus geschreven dan over enige andere geschiedkundige persoon
  • Landen hebben zijn woorden als de basis voor hun wetten gebruikt. Volgens Durant was "de triomf van Christus, het begin van de democratie."
  • Zijn bergrede vestigde een nieuw paradigma in de ethiek en de moraal.
  • Scholen, ziekenhuizen en liefdadigheidsinstellingen werden opgericht in zijn naam.
  • De hogere inschatting van de rol van de vrouw in de Westerse cultuur vindt haar oorsprong bij Jezus. In Jezus’ tijd werden vrouwen als minderwaardig beschouwd. Virtueel bestonden zij niet, tot zijn leer werd gevolgd. Ook vandaag blijft in vele culturen de rol van de vrouw nog ondergeschikt.
  • De slavernij werd in het westen afgeschaft door Jezus’ onderricht dat elk menselijk leven gelijkwaardig is.
  • Vroegere verslaafden aan drugs en alcohol, prostituees en anderen die een doel zochten in het leven leggen de oorzaak voor de verandering van hun leven bij Hem.
  • Anderhalf miljard mensen noemen zichzelf Christen. Hiervan zijn er velen enkel Christen uit naam, maar anderen blijven Jezus' impact verder doordrukken door zijn leer te onderwijzen dat elk leven waardig is en wij elkaar moeten liefhebben.
Nog opmerkelijker is dat Jezus al dit heeft verwezenlijkt in slechts drie jaren van openbaar leven. Indien Jezus niet echt zou hebben bestaan, mag men zich inderdaad vragen stellen hoe een verzinsel zodanig de geschiedenis heeft doen wijzigen. Toen er aan H.G. Wells de vraag werd gesteld wie in de geschiedenis de grootste erfenis naliet, antwoordde hij onmiddellijk dat Jezus op de eerste plaats stond.

Historische documenten en inslag wijzen allen in de richting dat Jezus echt bestond. Als Jezus echt heeft bestaan, dan moeten we sporen ervan terugvinden in de geschiedenis. Verzinsels laten zo’n overeenstemmende sporen niet achter.


Een van de sleutels voor Durant en andere geschiedkundigen is de tijdsfactor. Fabels en legenden hebben gewoonlijk eeuwen nodig om zich te verspreiden [het gerucht dat er loopt dat de eerste Amerikaans president George Washington nooit loog, is meer dan waarschijnlijk een leugen, maar twee eeuwen later werd het een legende]. Het nieuws over het Christendom, verspreidde zich anderzijds te vlug, om het te kunnen toeschrijven aan een legende. Indien Jezus nooit had bestaan zouden de tegenstanders van het Christendom hem van bij de aanvang reeds als een mythe hebben beschouwd. Maar dat deden ze niet.

Zo’n bewijskracht, samen met de vroege schriften en de historische impact van Jezus Christus, overtuigen zelfs de grootste sceptici onder de geschiedkundigen ervan dat de stichter van het Christendom noch een fabel, noch een legende was. En toch blijven er kenners bestaan die het tegengestelde beweren.

Net zoals Muggeridhe, was de Oxfordse geleerde C.S. Lewis er aanvankelijk van overtuigd dan Jezus niet meer dan een verzinsel was. Ooit beweerde hij "Elke godsdienst, of wat ik noem, elke mythologie" zijn slechts het resultaat van de inventiviteit van de mensen, Christus evenzeer als Loki [Loki is de god van het vuur in de Noordse mythologie, zoals Thor, maar dan zonder paardenstaart].

Tien jaar na zijn verklaring was dezelfde Lewis ervan overtuigd dat historische gegevens, waaronder verklaringen van ooggetuigen, zijn bestaan bevestigen.

Jezus Christus heeft het historische landschap door elkaar geschud zoals een aardbeving. En deze aardbeving heeft diepere sporen nagelaten dan de Grand Canyon. Het is deze sliert aan bewijsmateriaal dat geleerden ervan overtuigt dat Jezus 2.000 jaar geleden werkelijk heeft bestaan.

Een andere scepticus die maar niet kon aanvaarden dat Jezus echt heeft bestaan was de Britse journalist Malcolm Muggeridge. Maar tijdens het maken van een televisieprogramma over Israël werd Muggeridge geconfronteerd met bewijsmateriaal over Jezus Christus, waar hij het bestaan niet van kende. Bij zijn onderzoek naar historische plaatsen zoals Nazareth, Bethlehem, de Calvarieberg en de lege graftombe trad er een gevoel van authenticiteit op de voorgrond. Later zei hij: "Het is tijdens mijn verblijf in het Heilige Land waar ik drie BBC programma’s maakte over het Nieuwe Testament dat een zekerheid van Jezus’ geboorte, onderricht en Kruisiging zich van mij meester maakte en dat ik er mij van bewust werd dat hij werkelijk een mens, Jezus, was geweest, die ook God was."

Ook diverse Duitse geleerden uit de 18de en de 19de eeuw hebben Jezus’ bestaan steeds in twijfel getrokken, waarbij zij vooral benadrukten dat het bestaan van sleutelfiguren zoals Pontius Pilatus en de Hogepriest Caifas, beschreven in het Nieuwe Testament, nooit werd bewezen. Hiertegen was geen weerlegging mogelijk tot halverwege de twintigste eeuw, toen archeologen in 1962 het bestaan van Pontius Pilatus bevestigden toen zij zijn naam ontdekten in een inscriptie van een blootgelegde steen. Ook over de bestaanszekerheid van Caifas was er twijfel tot 1990 toen er een ossuarium werd gevonden waarop zijn naam stond. Ook hebben archeologen intussen in alle waarschijnlijkheid het huis van Petrus gevonden en een kelder waar Johannes de Doper zijn doopsels verrichtte.

Uiteindelijk is misschien het meest overtuigende historische bewijs van Jezus’ bestaan de vlugge opkomst en verspreiding van het Christendom. Hoe kan dit worden uitgelegd zonder een Christus? Hoe kon deze groep van vissers en andere werklui Jezus hebben uitgevonden in enkele luttele jaren? Durant beantwoordde zijn eigen inleidingsvraag, "heeft Jezus bestaan?" met het volgende besluit:

"Dat een klein aantal mensen in één enkele generatie een zo machtige en interessante persoonlijkheid zouden hebben uitgevonden, zo hoogstaand in ethiek en met zo’n inspirerende kijk op de menslievendheid, zou een mirakel zijn dat boven alle mirakels uitsteekt die beschreven zijn in het Evangelie. Na twintig eeuwen van kritiek uit geleerde hoeken, blijven de schetsen van zijn leven, karakter, en onderricht duidelijk en bevestigen ze het bestaan van de meest bekorende persoonlijkheid in de geschiedenis."

Het oordeel van de geleerden

Clifford Herschel Moore, professor aan de Harvard University zei over Jezus’ historiciteit: "het Christendom kende zijn Redder en Bevrijder niet als een god wiens geschiedenis vervat was in een verzonnen geloof want Jezus was een echte figuur en geen verzinsel. Geen gedroomde of gekke fabelachtige figuur drong zich op aan zijn volgelingen: zijn geloof was gebaseerd op positieve, historische en aanvaardbare feiten."

Weinige zichzelf respecterende historici zijn het eens met Ellen Johnson’s en Bertrand Russells beweringen dat Jezus niet heeft bestaan. De uitgebreide documentatie over Jezus’ leven door schrijvers uit die tijd, zijn diepe historische impact en het bevestigende tastbare geschiedkundige bewijs hebben de geleerden ervan overtuigd dat Jezus werkelijk bestond. Kan een mythe dit allemaal verwezenlijken? Allen, op uitzondering van een paar extreme sceptici, beantwoordden deze laatste vraag met "neen".

Dr. Michael Grant uit Cambridge schreef: "Om het samen te vatten, slagen de huidige critici er niet in om Christus als fabel, voldoende te ondersteunen. Het wordt steeds opnieuw en opnieuw tegengesproken door de beste geleerden. Recentelijk heeft nog geen enkel ernstige geleerde zich gewaagd aan de uitspraak van de onjuistheid van Christus’ historisch bestaan."

De geschiedkundige Jaroslav Pelikan uit Yale verklaarde: "Onafgezien van wat sommigen persoonlijk denken of geloven over hem, is Jezus van Nazareth de hoofdfiguur in de geschiedenis van twintig eeuwen Westerse cultuur. De meesten schikten hun kalender naar Zijn geboorte en het is in zijn naam dat miljoenen vloeken en miljoenen bidden."

Bron: Y-Jesus: The Facts About Jesus Presented By Scholars