Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

apr

20



Heilige Malachias' pausenprofetieën. Profetie 101-110

  
 
Download PDF

Heilige Malachias' pausenprofetieën. Profetie 101-110

Profetie 101: Crux de Cruce [Kruis van het Kruis]

Pius IX [1846-1878]

Echte naam: Giovanni Maria Mastai-Feretti [Sennigallia, 13 mei 1792 - Rome, 7 februari 1878]

Hij was paus van 21 juni 1846 tot aan zijn dood en is met bijna 32 jaar pausschap, op Petrus [35 jaar] na, het langst in functie geweest. In 1854 kondigde hij het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria af. Ook riep hij het Eerste Vaticaans Concilie [1870] bijeen, dat de onfeilbaarheid van de paus als dogma vastlegde.

Giovanni Maria Mastai-Feretti kwam uit het Italiaanse Senigallia. Hij groeide op in een adellijke familie in de omgeving van Volterra. Later ging hij in Rome filosofie studeren. Op 26-jarige leeftijd ontving hij zijn priesterwijding en ging hij werken als volksmissionaris. Hij werd door paus Pius VII benoemd tot pauselijk gezant in Chili. In 1827 werd hij benoemd tot aartsbisschop van Spoleto, en 6 jaar later, in 1833, werd hij aartsbisschop van Imola. In 1840 werd hij benoemd tot kardinaal.

Op 1 mei 1846 overleed paus Gregorius XVI, en kardinaal Mastai-Feretti werd op 21 juni van dat jaar in een conclaaf van één dag verkozen tot 255ste paus. Hij nam de naam Pius IX aan.

Met diverse landen sloot deze paus concordaten af: met Rusland [1847], Spanje [1851 en 1859], Oostenrijk [1855], Venezuela [1863], Ecuador en Haïti [1860], etc. In 1850 herstelde hij de bisschoppelijke hiërarchie in Engeland, en in 1853 volgde het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland door middel van de bul "Ex Qua Die." In totaal werden tijdens dit pontificaat 206 nieuwe bisdommen of vicariaten opgericht.

In het revolutiejaar 1848 brak ook in Rome een opstand uit. Pius IX moest vluchten naar Gaeta in het Koninkrijk der Beide Siciliën, en in Rome werd in 1849 de Romeinse Republiek uitgeroepen onder leiding van Giuseppe Mazzini en Giuseppe Garibaldi. De Franse president Bonaparte [de latere keizer Napoleon III] besloot echter tot een militaire interventie ten gunste van de paus, waardoor deze in 1850 naar Rome kon terugkeren. Dankzij deze bescherming door de Franse troepen zou de Kerkelijke Staat nog twintig jaar blijven bestaan.

In 1854 kondigde Pius IX, met de bul "Ineffabilis Deus," het dogma af van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Hierin werd als leer van de Kerk vastgelegd dat Maria al vanaf het ogenblik dat zij verwekt werd niet met de erfzonde bevlekt geweest is. Voorafgaande aan deze bul had Pius in 1849, met de encycliek "Ubi Primum" de meningen van de bisschoppen van de Katholieke Kerk met betrekking tot dit leerstuk geïnventariseerd.

In de encycliek "Gravissimas" [1862] veroordeelde hij de rationalistische beweging die het bovennatuurlijke ontkende en aan mysteries en mirakelen weigerde te geloven.

In 1864 verscheen van zijn hand de bekende encycliek Quanta Cura. Hierin sprak hij een scherpe veroordeling uit over moderne opvattingen als vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid. De encycliek ging vergezeld van de Syllabus Errorum ["Lijst van Dwalingen"], waarin onder meer godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting, de gedachte van scheiding van kerk en staat, protestantisme, socialisme en liberalisme uitdrukkelijk als "dwalingen" werden betiteld.

Tussen 1860 en 1870 deed hij oproepen aan katholieke jonge mannen in heel de wereld om de Kerkelijke Staat te komen verdedigen tegen de troepen van de Italiaanse koning, Victor Emmanuel II. Dit werden de zogeheten zouaven. Het Nederlandse contingent, dat zich verzamelde in Oudenbosch tussen 1864 en 1870, was met 3200 jongeren het grootste.

In 1869 riep Pius IX het Eerste Vaticaans Concilie bijeen, waarin de onfeilbaarheid van de paus als dogma werd vastgelegd. Door spanningen in het toen pas gevormde koninkrijk Italië werd dit concilie echter een jaar later al onderbroken.

Als gevolg van het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog in 1870 moest Frankrijk zijn beschermende troepen uit de Kerkelijke Staat terugtrekken. Het lot van deze pauselijke staat was toen snel beslecht. Na een korte oorlog werd dit gebied ingelijfd bij Italië, en had de paus dus geen eigen gebied meer. Hierna beschouwde Pius IX zichzelf als een gevangene binnen het Vaticaan.

Met het in 1871 tot stand gekomen Duitse Keizerrijk had Pius IX al direct een gespannen verhouding, doordat Bismarck vanaf 1872 de invloed van de Kerk in de katholieke gebieden, vooral in de Poolse en de Zuid-Duitse landen, wilde terugdringen tijdens de Kulturkampf. Pius wilde geen strobreed toegeven en pas zijn opvolger, de meer flexibele Leo XIII, normaliseerde de betrekkingen.

Pius IX overleed op 7 februari 1878. Hij was bijna 86 jaar oud. Meteen na zijn dood begonnen de kardinalen in Rome met het proces dat moest leiden tot zijn zaligverklaring. Dit heeft echter lang geduurd, want pas op 3 september 2000, ruim 122 jaar later, werd hij door paus Johannes Paulus II zalig verklaard.

Pius heeft een goede naam omdat hij voor belangrijke kerkelijke waardigheden alleen mensen aanwees die bekend stonden om, zowel hun vroomheid als om hun geleerdheid. Onder de grote kardinalen die hij koos waren er Wiseman en Manning voor Engeland, Cullen voor Ierland en McCloskey voor de VS. Op 29 september 1850 herstelde hij de Katholieke hiërarchie in Engeland door de oprichting van het aartsbisdom Westminster met twaalf suffragaanzetels.


Wapen van het Huis van Savoye

Het lijdt geen twijfel dat Pius IX het zwaarste kruis moest dragen dat tot dan toe het pausschap had getroffen. Hij verloor de pauselijke staten toen de Franse troepen er zich in 1870 terugtrokken naar aanleiding van de Franse nederlaag in de Frans-Duitse Oorlog, waarop Victor Emanuel II het gehele gebied veroverde. Italië erkende in 1871 de onschendbaarheid en soevereiniteit van de paus, maar wees deze geen territorium toe. De Heilige Stoel weigerde de positie en bevoegdheid van de nieuwe Italiaanse overheid wettelijk vast te stellen en paus Pius IX en zijn opvolgers tot Pius XI weigerden zich dan ook buiten het Vaticaan te begeven. Dit dispuut werd pas onder Benito Mussolini door de Verdragen van Lateranen in 1929 opgelost door erkenning van de soevereiniteit van Vaticaanstad. Het Franse Huis van Savoye heeft een kruis als embleem.

Profetie 102: Lumen in Coelo [Licht aan de Hemel]

Leo XIII [1878-1903]

Echte naam: Gioacchino Pecci [Carpineto Romano, 2 maart 1810 - Rome, 20 juli 1903]

Pecci werd geboren in Carpineto Romano, ten zuiden van Rome, als zesde kind in een familie van kleine landadel. Hij studeerde onder andere aan de Accademia dei Nobili te Rome.

Hij werd in 1837 tot priester gewijd. Ambitieus, eigenlijk te laag in rang voor de pauselijke academie voor de adel trad hij in dienst van de pausen waar zijn ster snel rees. In 1843 werd hij nuntius in België, waar de van oorsprong protestantse vorst Leopold I enige jaren tevoren de troon had bestegen. Met zijn hulp werd het Belgisch Pauselijk College in 1844 in Rome opgericht. Mgr. Pecci kwam in conflict met de liberalen en mengde zich in de Schoolstrijd. Omdat hij de bisschoppen hierbij steunde werd hij op verzoek van Leopold I echter in 1846 teruggeroepen.

Hij werd in 1846 benoemd tot aartsbisschop van Perugia. Hij werd er bekend door zijn bestrijding van de antiklerikale wetgeving in Italië en zijn bevordering van de studie van het neothomisme.

Tijdens het consistorie van 19 december 1853 werd hij verheven tot kardinaal. De Basiliek van San Crisogono in Trastevere werd zijn titelkerk.

Op 20 februari 1878 volgde hij Paus Pius IX op als paus en nam de naam Leo aan. Hij probeerde de Kerk en de moderne samenleving van de negentiende eeuw dichterbij elkaar te brengen, nadat de Syllabus Errorum van Pius IX deze twee uit elkaar had gedreven door vele gangbare Europese politieke of wetenschappelijke denkbeelden te veroordelen. Te midden van de democratiseringsgolf van de tweede helft van 19e eeuw hield Leo XIII wel stevig vast aan God en de Kerk, niet het volk of de natie, als bron van macht [Immortale Dei [1885], Sapientiae Christianae [1890], en bestreed hij opvattingen als vrijheid van woord en pers, en de gelijkheid onder de kerken. Hij droomde van het geestelijk leiderschap over alle christelijke volken en van de restauratie van de Pauselijke Staten. Samen met Mariano Rampolla, zijn staatssecretaris van 1887 tot 1903, maakte hij ook een eind aan de gespannen verhoudingen met Bismarck, die tijdens de Kulturkampf de invloed van de Katholieke Kerk in Duitsland wilde terugdringen. Leo XIII was de eerste paus die openlijk de Franse Republiek steunde [het "ralliement", "Au milieu des sollicitudes" van 1892], hetgeen vele Franse monarchisten tegen hem keerde. In Zuid-Amerika legde hij goede contacten met de nieuw ontstane republieken.

Intussen leefde hij de vrijwillige gevangenschap van de paus op het Vaticaanse grondgebied na, en riep hij Italiaanse katholieken op om niet te stemmen bij Italiaanse verkiezingen of zich verkiesbaar te stellen.

Paus Leo XIII schreef meerdere encyclieken, waarvan "Rerum Novarum" [Over nieuwe dingen] uit 1891 de bekendste is. Hierin legde hij zijn visie neer op werk en arbeid. In de encycliek "Aeterni Patris" [1879] beval hij de studie van het thomisme aan, waardoor hij een nieuwe impuls gaf aan de bestudering van de werken van de dominicaanse theoloog Thomas van Aquino. Meer in het algemeen pleitte hij voor een katholieke wetenschapsbeoefening, en met name ook voor een beoefening van de tot dan toe zo gewantrouwde natuurwetenschappen. Mede daarom werd hij gewantrouwd door de ultramontanen.

Leo XIII opende in 1883 de deuren van de Vaticaanse archieven voor alle wetenschappers zonder onderscheid naar hun geloof, waarbij documenten globaal pas na 75 jaar na hun ontstaan ingezien mogen worden.

Zijn toenadering tot de Anglicaanse Kerk mislukte: in zijn bul "Apostolicae Curae" van 1896 verklaarde hij haar priester- en bisschopswijdingen en apostolische successie ongeldig. De wijdingen van de orthodoxe Kerken werden wel als geldig bevestigd.

Leo XIII probeerde het verlies van de wereldlijke macht van de pauselijke staat in Italië te herstellen. Internationaal streefde hij concordaten na om de verhouding tussen Kerk en staat te verbeteren. Door zijn veelzijdige activiteit slaagde hij erin de pausen veel meer aanzien te geven dan in de eeuwen ervoor.

Leo XIII stierf op 20 juli 1903 [gedocumenteerd de oudste paus in de geschiedenis] en werd opgevolgd door Paus Pius X. Zijn grafmonument werd door Giulio Tadolini gemaakt en is te vinden in de St.-Jan-van-Lateranen, die hij liet restaureren.


Wapen van Leo XIII met een lichtende ster aan de hemel

De profetie van Malachias is duidelijk. Het wapen van Leo XIII bevat een lichtende ster aan de hemel.

Profetie 103: Ignis Ardens [Brandend Vuur]

Pius X [1903-1914]

Echte naam: Giuseppe Melchiorre Sarto [Riese Pio X, 2 juni 1835 - Rome, 20 augustus 1914]

Pius X Hij staat bekend als paus van de kindercommunie en als bestrijder van de modernistische dwalingen. Giuseppe Sarto werd geboren in Riese, in het achterland van Venetië, dat toen nog onder Oostenrijkse invloed stond. Hij kwam uit een zeer arme familie. De scholing die hem werd geboden ondervond hij als een groot privilege. Sarto werd op 18 september 1858 tot priester gewijd. Hij kreeg meteen hierna een aanstelling als kapelaan in Tombolo. Hij studeerde onderwijl zelf verder met name op het werk van Thomas van Aquino en op het canoniek recht, terwijl hij feitelijk al het werk deed van de pastoor van Tombolo, die ernstig ziek was. In 1867 werd hij benoemd tot aartspriester van de kathedraal in Salzano. In de vroege jaren zeventig van de negentiende eeuw werd hij benoemd tot kanunnik van het kathedraal kapittel in Treviso en rector van het seminarie aldaar. In 1880 werd hij door paus Leo XIII benoemd tot bisschop van Treviso. Tijdens het consistorie van 12 juni 1893 werd Sarto kardinaal gecreëerd. Hij kreeg de "San Bernardo alle Terme" as titelkerk. Drie dagen na dit consistorie volgde zijn benoeming tot Patriarch van Venetië.


Paus Pius X

Na een tamelijk kort conclaaf, werd Pius X op 4 augustus 1903 tot paus gekozen. In het verlengde van zijn strijd tegen het modernisme, bestreed Pius X op politiek vlak het verlichtingsfundamentalisme, het liberalisme en het opkomende communisme. Sociaal gezien was hij, als idealist, eerder een voorstander van de vrijwillige liefdadigheid, onder meer op religieuze grondslag, dan van staatsinmenging in sociale aangelegenheden. Tenslotte bestreed hij met succes de corruptie, simonie en baantjesjagerij binnen de kerk. Een bekend voorbeeld hiervan was zijn broer, die 'gewoon' postbode bleef. Met het motu proprio "Tra le sollecitudini" [1903] trachtte Pius het belang van het Gregoriaans binnen de kerkmuziek te herstellen.

Pius X is bekend geworden als de paus die het veelvuldig ter communie gaan bevorderde. Daartoe heeft hij ook de leeftijdsgrens verlaagd waarop kinderen toegelaten werden tot de Eerste Heilige Communie, namelijk wanneer ze tot "de jaren des onderscheids" waren gekomen: 7 jaar. Hij stierf in 1914, enkele weken na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

In zijn persoonlijk leven was Pius X een onbesproken; heilig man. Bij het katholieke volk was Pius X zeer geliefd, mede vanwege zijn eenvoudige komaf en Mariale vroomheid. Onder het pontificaat van Pius X groeide het aantal katholieken in kerkprovincies zoals Nederland en Ierland zeer sterk.

Pius XII verklaarde hem zowel zalig als heilig. Bij de heiligverklaring was het lichaam van Pius X te zien in de Sint-Pieter van Rome. Zijn lichaam was, hoewel niet gebalsemd, na veertig jaar nog altijd intact en onvergaan.

Malachias verwijst met zijn spreuk ongetwijfeld naar de geloofsijver van deze zeer vrome paus.

Profetie 104: Religio Depopulata [Ontvolkte Godsdienst]

Benedictus XV [1914-1922]

Echte naam: Giacomo Giambattista markies della Chiesa [Genua, 21 november 1854 - Vaticaanstad, 22 januari 1922]

Giacomo werd geboren als zesde kind van markies Giuseppe della Chiesa en diens vrouw Giovanni Migliorati. De familie Della Chiesa, wier enige bezit gelegen was in Pegli, een voorstad van Genua, behoorde tot de verarmde stadsadel.

Op 2 augustus 1875 studeerde Giacomo af als doctor in de rechten. In 1879-80 liepen zijn studies af, met een uiteindelijk doctoraat in het Kerkelijk Recht. In 1907 werd hij Aartsbisschop van Bologna en vervolgens op 25 mei 1914 kardinaal-priester met als titelkerk Santi Quattro Coronati. Op 3 september 1914 werd hij verkozen als Paus Benedictus XV. Op eigen verzoek vond de kroning plaats op 6 september 1914 in de Sixtijnse kapel. Gezien de oorlogssituatie achtte hij een grootse kroning in de Sint-Pietersbasiliek ongepast.

Hoewel hij zich tijdens zijn pontificaat inzette voor de totstandkoming van een snelle vredesoplossing tijdens de Eerste Wereldoorlog, zou Benedictus XV daarin niet slagen ten gevolge van zijn beperkte invloed en de onwil van de gevestigde machten om het Vaticaan te betrekken in vredesbesprekingen. Wel slaagde Benedictus XV erin om de diplomatieke banden van Vaticaanstad met andere landen aanzienlijk te verbeteren, waaronder die met Frankrijk. Door de verkiezing van kardinaal Joseph Ratzinger tot paus Benedictus XVI in 2005 ontstond weer belangstelling voor het pontificaat van een in de vergetelheid geraakte paus.

Benedictus XV overleed vrij onverwacht om 6 uur ’s morgens op 22 januari 1922 ten gevolge van griep, waarbij hij een longontsteking opliep. Benedictus’ stoffelijk overschot werd bijgezet in de Vaticaanse grotten.


De Russische oktoberrevolutie maakte een einde aan het bewind van de Romanovs

Religio Depopulata is jammerlijk genoeg letterlijk vervuld. Het jaar 1917 zag het begin van de Russische Revolutie, die een einde maakte aan het godsdienstige leven in dit eertijds zeer Christelijke land.

Profetie 105: Fides Intrepida [Onversaagd Geloof]

Pius XI [1922-1939]

Echte naam: Ambrogio Damiano Achille Ratti [Desio, 31 mei 1857 - Rome, 10 februari 1939]

Ratti werd op 31 mei 1857 geboren als vierde kind in een gezin van vijf. Zijn vader, Francesco Ratti [gestorven in 1881] was werkzaam in de zijde-industrie. Naast directeur werd hij later mede-eigenaar van verschillende zijdefabrieken in Noord-Italië. Achilles moeder was Teresa Galli, dochter van een hoteleigenaar.

De familie Ratti was een welgestelde familie, wat het voor de vader mogelijk maakte om zijn zonen een aanvullende opleiding te laten volgen na de lagere school. Dit gold ook voor Achille, die na het basisonderwijs, gevolgd in het huis van de lokale priester, les kreeg aan het seminarie van San Pietro Martire in Seveso. Naast lessen in talen, Engels, Frans en Latijn, werd hij onderwezen in diverse wetenschappen waaronder wiskunde en geologie. Laatstgenoemde speelde een belangrijke rol bij Achilles grootste hobby, bergbeklimmen.


Paus Pius XI

Via bezoeken aan zijn oom Damiano Ratti kreeg Achilles belangstelling voor een kerkelijke loopbaan. Damiano was parochiepriester in Asso. In zijn pastorie ontving hij vaak andere geestelijken, waaronder de aartsbisschop van Milaan Luigi Nazari di Calabiana [27 juli 1808 - 23 oktober 1893]. Tijdens gesprekken met Achille raakte de aartsbisschop onder de indruk van de jongen en op zijn voordracht begon Achille in 1875 aan het seminarie te Monza aan zijn studie theologie, die hij zou vervolgen aan het grootseminarie San Carlo in Milaan. In 1878 stuurde Nazari di Calabiana hem naar het "Collegio Lombardo" te Rome om zijn studie te vervolgen.

Op 20 december 1879 werd Achille Ratti in de Sint-Jan van Lateranen, in aanwezigheid van onder meer zijn vader en broer Fermo, gewijd tot priester. Hij bleef in Rome om zijn verschillende studies af te maken. In 1882 studeerde hij af in drie disciplines: filosofie [aan de Pauselijke Universiteit Sint Thomas van Aquino], kerkelijk recht [aan de Pauselijke Universiteit Gregoriana] en theologie [aan de Università degli studi di Roma].

Op verzoek van de aartsbisschop van Milaan keerde Achille in 1882 terug naar het aartsbisdom, waar hij aangesteld werd als parochiepriester in Barni, een kleine plaats aan het Comomeer. Tevens werd hij aangesteld als professor in de Dogmatische Theologie aan het grootseminarie te Milaan.

Hij werd prefect van de pauselijke bibliotheek in 1914, pauselijk nuntius voor Polen in 1917. Op 3 juli 1919 werd hij gekozen tot titulair aartsbisschop van Lepanto. In 1921 werd hij kardinaal-aartsbisschop van Milaan in 1921. Als titelkerk werd aan hem de Santi Silvestro e Martino ai Monte toegewezen.

Het pontificaat van Pius XI werd geheel beheerst door de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en de aanloop naar de Tweede. In navolging van zijn voorganger Benedictus XV trachtte Pius het vredesideaal uit te dragen en verzette hij zich in het bijzonder tegen de nieuwe politieke ordes, voortkomende uit revoluties, die zich ook richtten tegen de positie van de kerk. Door het afsluiten van concordaten met verschillende landen trachtte Pius XI naast diplomatieke betrekkingen ook de positie van de Rooms-katholieke Kerk te garanderen.

Deze paus werd blootgesteld aan een enorme druk door de dictators van Italië en Duitsland. Zijn moed, waarover Hitler spotte en raasde en waarvoor Mussolini ineenschrompelde, zijn onverbloemde kritiek op het fascisme en het communisme getuigen van zijn onverschrokken geloof. Malachias’ omschrijving is zeker van toepassing op Paus Pius XI.

Profetie 106: Pastor Angelicus [Engelachtige Herder]

Pius XII [1939-1958]

Echte naam: Eugenio Maria Giuseppe Giovanni Pacelli [Rome, 2 maart 1876 - Catsel Gandolfo, 9 oktober 1958]

Eugenio was de tweede zoon en het derde kind van Filippo Pacelli en Virginia Graziosi. De familie Pacelli was een van oorsprong eenvoudige familie afkomstig uit Onano. Aan hun betrokkenheid met het Vaticaan dankte zij echter de adellijke titels van markies, verleend door paus Pius IX aan Eugenio’s grootvader Marcantonio Pacelli. Zowel Eugenio’s grootvader als vader [en later ook zijn broer Francesco] waren als advocaat verbonden aan het Vaticaan. Ernesto Pacelli, een oom, zou financieel adviseur van de opeenvolgende pausen Leo XIII, Pius X en Benedictus XV worden.

Op 2 april 1899 [Eerste paasdag] werd Eugenio gewijd tot priester door hulpbisschop Cassetta van Rome en op 3 april ging hij zijn eerste mis voor in de Borghesekapel van de Santa Maria Maggiore. Na zijn wijding studeerde Eugenio canoniek recht aan het "Ateneo Pontifico di Sant’Apollinare."

Op 7 maart 1911 werd Eugenio benoemd tot proprefect van de "Sacra Congregatio pro Negotiis Ecclesiasticis Extraordinariis," gevolgd door zijn benoeming tot prefect van dezelfde congregatie op 1 februari 1914. In die hoedanigheid werd hem gevraagd een opzet te maken voor een af te sluiten concordaat met Servië, dat op 24 juni 1914 [vier dagen voor de moordaanslag op aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk] werd gesloten.

Op 20 april 1917 werd hij pauselijk nuntius van Duitsland en tevens titularis-aartsbisschop van Sardes. Op 16 december 1929 werd Eugenio Pacelli door paus Pius XI verheven tot kardinaal-priester met als titelkerk Santa Giovanni e Paolo. Zijn aanstelling tot staatssecretaris van het Vaticaan op 9 februari 1930 volgde op het aftreden van Pietro Gasparri op 7 februari.

Op 12 maart 1939 werd hij tot Paus gekroond op de buitenloggia van de Sint-Pietersbasiliek.

Over zijn rol als Paus tijdens de oorlog zal men nooit uitgesproken raken. Vooral de Joden hebben hem steeds een lakse houding aangewreven tijdens de Tweede wereldoorlog. Ongetwijfeld was het geen gemakkelijke opdracht om leider van de Katholieke Kerk te zijn tijdens de meest verwoestende oorlog.


Eugenio Pacelli op het hoofdkwartier van Wilhelm II

Pius XII was een mystieke Paus die bekend stond om zijn vele visioenen die hij kreeg. Zodus was hij in de volle zin van het woord een engelachtige herder voor de kudde die aan zijn zorg was toevertrouwd.

Profetie 107: Pastor et Nauta [Pastoor en Zeeman]

Johannes XXIII [1958-1963]

Echte naam: Angelo Giuseppe Roncalli [Sotto Il Monte Giovanni XXIII, Bergamo, 25 november 1981 - Vaticaanstad, 3 juni 1963]

Johannes XXIII riep tot algemene verrassing op 25 januari 1959 het Tweede Vaticaans Concilie bijeen, dat tot vele veranderingen in de Katholieke Kerk zou leiden. Johannes XXIII riep het concilie uit met de woorden "aggiornamento", wat "bij de tijd brengen" betekent. Zijn encycliek "Pacem in Terris" wordt beschouwd als een van de belangrijkste documenten uit onze tijd. In 1962 en 1963 werd onder zijn pontificaat de constitutie Sacrosanctum Concilium van het Tweede Vaticaans Concilie voorbereid. De constitutie zou later aanleiding geven tot aanzienlijke liturgische veranderingen.

Hij kreeg dankzij zijn humor en spontaniteit al snel de bijnaam "de goede paus." Ondanks zijn korte pontificaat was hij uitermate geliefd.

Bij paus Johannes werd op 23 september 1962 door middel van röntgenfoto's een ver gevorderd stadium van maagkanker geconstateerd. Het publiek zou dus nog lange tijd onwetend blijven van Johannes' ziekte, waaraan hij in de laatste negen maanden van zijn leven erg heeft geleden. Hij had vaak verschrikkelijke maagkrampen en maagbloedingen en moest een aantal keren verplichtingen afzeggen. Ook werd opgemerkt dat hij er bij sommige publieke optredens moe en afgemat uitzag. Op 25 mei 1963 kreeg hij een maagbloeding. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis en kreeg bloedtransfusies. Pas toen werd een persbericht opgesteld, waarin duidelijk werd dat de paus terminaal ziek was. Enkele dagen daarna overleed hij.


De San Marcobasiliek is verbonden aan het patriarchaat van Venetië

Het nog geheel intacte lichaam van paus Johannes XXIII was op Pinksterzondag 2000 te zien in de Sint Pieter. Het lag 38 jaar na zijn dood opgebaard in een glazen sarcofaag. Het lichaam werd in januari van dat jaar onderzocht met het oog op verplaatsing van de ondergrondse pauselijke begraafplaats naar de Sint Pieter. De stoffelijke resten waren nog ongeschonden. Op 3 september van dat jaar volgde de officiële zaligverklaring door paus Johannes Paulus II.

De spreuk Pastor et Nauta van Malachias wijst rechtstreeks op de zijn zetel te Venetië, die hij bekleedde als patriarch en kardinaal-priester voordat hij paus werd.

Profetie 108: Flos Florum [Bloem der Bloemen]

Paulus VI [1963-1978]

Echte naam: Giovanni Battista Enrico Antonio Maria Montini [Concesio, 26 september 1897 - Castel Gandolfo, 6 augustus 1978]

Giovanni Battista Montini werd geboren als zoon van Giorgio Montini en Giudetta Alghisi. Zijn vader was lid van het Italiaanse parlement. Wegens gezondheidsproblemen moest hij zijn priesteropleiding thuis volgen. Hij volgde deze opleiding in Brexcia. Op 29 mei 1920 werd hij tot priester gewijd. Hij behaalde in hetzelfde jaar een doctoraat in het canoniek recht aan de Universiteit van Milaan en zette zijn studies voort in Rome aan de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit en aan de Pauselijke Ecclesiastische Academie, de diplomatenopleiding van de Heilige Stoel. In 1921 promoveerde hij aan het Gregorianum in de theologie. Vanaf 1922 was hij verbonden aan het Vaticaanse staatssecretariaat.

In 1954 benoemde Pius XII Montini tot aartsbisschop van Milaan. Johannes Paulus XXIII benoemde hij aldaar tot kardinaal-priester op 15 december 1958. De "Santi Silvestro e Martino ai Monti" werd zijn titelkerk.


Pauselijk wapen van Paulus VI

Hij zette het Tweede Vaticaans Concilie voort, dat door zijn voorganger, Johannes XXIII, begonnen was. Hij was de eerste paus die per vliegtuig rond de wereld reisde. Op 16 maart 1978 werd Paulus' vriend [en oud-premier van Italië], Aldo Moro door de Rode Brigades gegijzeld. Op 20 april van dat jaar ontving de paus een bericht van Moro zelf, die de paus vroeg hem te helpen om aan de eisen van de brigades tegemoet te komen. De paus schreef daarop een open brief aan de Rode Brigades. Toen Moro uiteindelijk vermoord was teruggevonden in de achterbak van een auto, was Paulus gebroken. Hij ging voor in de requiemmis die voor Moro in de Sint-Jan van Lateranen werd gehouden. Het zou een van de laatste publieke optredens zijn van deze paus, die op het moment van het Requiem voor Aldo Moro al ernstig ziek was. Paulus VI overleed aan de gevolgen van een hartaanval, die hij kreeg tijdens de Mis ter gelegenheid van de feestdag van de Transfiguratie van Onze Heer, in de kapel van het pauselijk buitenverblijf in Castel Gandolfo.

Bloem der Bloemen verwijst naar het wapen van Paulus VI, waarin zich drie lelies. De lelie staat symbool voor kuisheid en zuiverheid en zou vooruitwijzen naar Paulus' encycliek over geboortebeperking, Humanæ Vitæ.

Profetie 109: De Medietate Lunae [Van de halve Maan]

Johannes Paulus I [1978]

Echte naam: Albino Luciani [Forno di Canale, 17 oktober 1912 - Vaticaanstad, 28 september 1978]

lbino Luciani was paus van 26 augustus 1978 tot zijn dood. Zijn pontificaat duurde slechts 33 dagen en staat daarmee nog net binnen de tien kortste pontificaten.

Albino werd geboren als oudste zoon van Giovanni Luciani en Bartolomea Tancon. Albino groeide op in het Noord-Italiaanse Forno di Canale [het huidige Canale d’Agordo], een dorp in de Dolomieten waar grote armoede heerste. De leefomstandigheden van de familie Luciani waren moeilijk doordat het gebied zwaar gebukt ging onder de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. Omdat zijn vader vaak in het buitenland verbleef voor zijn werk werd Albino door zijn moeder ingeschakeld bij het zoeken van voedsel. Albino’s jongere broer Edoardo heeft gezegd dat, ondanks de grote armoede, de kinderen uit het gezin Luciani een gelukkige jeugd hadden gekend.

In 1923 ging Albino naar het kleinseminarie van Feltre. Hier verdiepte hij zich onder meer in het leven en werk van Franciscus van Sales zoals beschreven in een speciale kindereditie van het werk van de heilige, de Philothea, die hij van zijn moeder gekregen had. De levensbeschrijving zou een diepe indruk maken op de jonge Albino en ook op latere leeftijd bleef hij zich verdiepen in het leven en werk van Franciscus van Sales.

Na het kleinseminarie volgden vanaf oktober 1928 studies aan het grootseminarie Gregoriano in Belluno, waar Albino uitblonk in geschiedenis, exegese en Latijn. Hier las hij verhalen over het leven van Theresia van Lisieux, wier spiritualiteit geïnspireerd was door het werk van Franciscus van Sales. In preken tijdens zijn latere priesterschap zou Albino diverse malen naar de beide heiligen refereren.

Op 7 juli 1935 werd Albino in de San Pietro kerk te Belluno tot priester gewijd. Op 23 november 1946 promoveerde Albino tot doctor in de theologie. Op 2 februari 1948 werd Albino benoemd tot pro-vicaris-generaal van het bisdom Belluno-Feltre. Vanaf 6 februari 1954 was hij vicaris-generaal van hetzelfde bisdom. Op 27 december 1958 werd hij bisschop van Vittorio Veneto. Op 15 december 1969 werd hij tot patriarch van Venetië benoemd. Op werd Albino Luciani kardinaal-priester van Milaan, met als titelkerk de Basiliek van San Marco.

In de nacht van 28 op 29 september 1978 om kwart voor vijf trof zuster Vicenza, die al in dienst was van Albino Luciani sinds 1959, Johannes Paulus I dood aan in zijn bed met in zijn hand het boek: "in de navolging van God." Hierop informeerde zij onmiddellijk de particuliere secretaris van de paus, Diego Lorenzi. Volgens kardinaal Paul Poupard was het echter de secretaris van de paus, de Ier John Magee, die hem 's ochtends half zittend in zijn bed aantrof met De imitatione Christi van Thomas a Kempis in zijn hand [Dit boek staat volledig op ons blog Medjugorje en Nederland].

De dokter verbonden aan het Vaticaan, Renato Buzzonetti, onderzocht het lichaam en kwam tot de conclusie dat Johannes Paulus I overleden was aan een acute hartaanval rond 23.00 uur de avond daarvoor. Doordat Johannes Paulus I al zo vroeg na zijn verkiezing overleed, behoort zijn pausschap tot de tien kortste pontificaten in de geschiedenis van het paus. Op 4 oktober 1978 vond de begrafenis en bijzetting van Johannes Paulus I plaats. Er liepen al snel geruchten dat Johannes-Paulus I zou zijn vermoord, iets wat door Maria Simma wordt bevestigd in het boek "Get us out of here!!" van Nicky Eltz.

De spreuk van Malachias "De medietate Lunae" kan betrekking hebben op drie feiten. Een verwijzing naar Belluno, waar hij vicaris-generaal was en zijn studies liep aan het grootseminarie. Zijn pontificaat begon op 26 zugustus en duurde maar 33 dagen, tot 28 september: 'van de ene tot de andere halve maan'. Het kan evengoed een verwijzing zijn naar zijn familinaam Luciano, de helft van Luna.

Profetie 110: De Labore Solaris [Van het werk van de zon]

Johannes Paulus II [1978-2005]

Echte naam: Karol Jozef Wojtyla [Wadowice, Polen, 18 mei 1920 - Vaticaanstad, 2 april 2005]

Paus Joannes Paulus II werd als Karol Jozef Wojtyla geboren op 18 mei 1920 in Wadowice. Hij studeerde aan de universiteit van Krakau, waar hij later ook bisschop werd gewijd. In 1942, nog in volle oorlog, besloot hij priester te worden. Na een korte onderbreking van zijn studies onder de Duitse bezetting werd hij op 1 november 1946 in Krakau tot priester gewijd. In 1948 behaalde hij er een doctoraat in de theologie en hij belandde tijdens deze periode ook heel even in de pastoraal bij de vele Poolse immigranten in België, Frankrijk en Nederland. Zijn basiskennis van het Nederlands kwam hem later meermaals van pas.

In 1948 keerde hij terug naar Polen. Daar werd hij eerst onderpastoor en tot 1951 kapelaan van de universiteitsstudenten. In 1953 doctoreerde hij aan de Universiteit van Krakau met een thesis over ‘De evaluatie van de mogelijkheden om een katholieke ethiek uit te bouwen op basis van het ethisch systeem van Max Scheler’. Hij werd professor moraaltheologie en sociale ethiek aan het seminarie van Krakau en later ook aan de theologische faculteit van Lublin. Op 4 juli 1958 werd hij hulpbisschop van Krakau. Op 28 september 1958 werd hij in de Wawelkathedraal van Krakau door de Poolse aartsbisschop Baziak tot bisschop gewijd. Op 13 januari 1964 benoemde paus Paulus VI hem tot aartsbisschop van Krakau. Op 26 juni 1967 creëerde diezelfde paus hem tot kardinaal.

Op 16 oktober 1978 werd hij door 111 stemgerechtigde kardinalen tot paus gekozen. Hij was de eerste niet-Italiaanse paus sinds Adrianus VI [1522-1523]. Toen al waren de krachtlijnen van zijn pontificaat duidelijk: trouw aan het concilie, met bijzondere aandacht voor de verbreiding van het geloof en de oecumene, maar evenzeer voor kerkelijke discipline, de bescherming van de kern van het geloof, de eenheid van de Kerk, het respect voor de liturgische normen en de bevordering van de collegialiteit. Tegelijk wilde hij een bijdrage leveren tot de vrede, vooruitgang en rechtvaardigheid onder de volkeren.

De uitverkiezing van Wojtyla in het tweede conclaaf van 1978 betekent een grote schok. In de katholieke kerk, waar men al eeuwenlang gewoon was aan een Italiaanse of toch minstens een westerse paus. In de westerse publieke opinie die Joannes Paulus II vooral ziet als een conservatief kerkleider die het hedendaagse geseculariseerde leven niet zou doorgronden: een diepgeworteld misverstand dat maar moeilijk werd overwonnen. Het is een moeilijke poging om Johannes Paulus II te typeren: "Conservatief op het vlak van de seksuele moraal of bij benoemingen in de Romeinse Curie, progressief in de interreligieuze dialoog of wegens zijn onvoorspelbare openingen, een man van het Concilie en een paus van de traditie, een vriend van de armen en een bestrijder van het marxisme, een sportieveling en een anticonformist, een klassiek bisschop met lang gewaad, een fijnbesnaarde intellectueel en ook de paus van de volksdevotie, een paus die de soevereine stijl van het pausdom onderuit haalt en toch ook een strenge paus, een herder en geen politicus, maar misschien wel meer dan een politicus."


Van volledige tot hybride zonsverduistering [8 april 2005]

Maar de grootste schok veroorzaakt de pausverkiezing in de communistische wereld. Riccardi beschrijft gedocumenteerd hoe in de Sovjet-Unie en elders onmiddellijk tot op het hoogste niveau het gevaar wordt ingezien dat van een Poolse paus kan uitgaan. Het is die ongerustheid die via allerlei slinkse wegen leidt tot de aanslag op zijn leven op het Sint-Pietersplein op 13 mei 1981 door de Turk Ali Agca. Dat de paus die aanslag overleeft, betekent een keerpunt, voor hemzelf [zijn overtuiging dat getuigenis en martelaarschap samengaan wordt nog versterkt] voor de publieke opinie die meer sympathie voor hem gaat voelen, en vooral voor de ontmanteling van het communisme in Oost-Europa.

De paus had een ongekende devotie voor de Heilige Moeder Maria. [zijn eigen moeder verloor hij reeds op zeer jonge leeftijd]. Ook staat de letter M van Maria eveneens afgebeeld op zijn pauselijk wapen en stond de letter M ook op zijn doodskist. Hij dankte zijn leven aan de tussenkomst van de Heilgie Moeder. Het is Zij die de kogel op het laatste moment deed afwijken, zodat geen vitaal orgaan werd geraakt. Het is ook de Paus waarover de Heilige Moeder het in Haar profetie te Fatima het had. Om Onze Lieve Vrouw van Fatima te bedanken, gaat hij precies één jaar na de aanslag naar Fatima en plaatst de kogel van de aanslag in Haar kroon. Ook gaat hij Ali Agca in de gevangenis bezoeken om Hem vergiffenis te schenken voor zijn poging tot moord.

Op 12 mei 1982 werd in Fátima, Portugal, een tweede aanslag op Johannes Paulus II gepleegd. De 34-jarige, uit Spanje afkomstige priester, Juan María Fernández y Krohn probeerde hem met een bajonet neer te steken. Deze tweede aanslag op de paus is minder in de herinnering. Fernández y Krohn verklaarde tijdens zijn proces dat hij gelooft dat Johannes Paulus II een spion van de SB en de KGB is en de opdracht heeft het verzet van het Vaticaan tegen de Sovjet-Unie te stoppen. Deze aanslag werd vijfentwintig jaar verborgen gehouden. Men heeft slechts geopperd dat Johannes Paulus II door de Spaanse priester bedreigd werd. Maar kardinaal Stanislaw Dziwisz onthulde in de documentaire 'Testimonty' in 2008 dat de paus wel degelijk werd neergestoken. Waarom deze aanslag al die tijd verborgen gehouden is, weet niemand.

Johannes Paulus II was betrekkelijk jong, 58, toen hij tot paus verkozen werd. Zijn pontificaat zou dan ook het op twee na langste in de geschiedenis [na dat van Petrus en Pius IX] worden. Bij zijn aantreden was hij in een goede lichamelijke conditie en was een actief sporter. Hij wandelde, zwom en skiede. Na de aanslag op zijn leven ging zijn gezondheid echter steeds meer achteruit. In 1992 werd er een tumor verwijderd, in 1993 had hij een schouderoperatie, een jaar later brak zijn dijbeen en nog op hoge leeftijd kreeg hij een blindedarmontsteking en moest zijn blindedarm verwijderd worden in 1996.

In 2001 werd door een arts onthuld dat de paus aan de Ziekte van Parkinson leed, wat pas in 2003 door het Vaticaan bevestigd werd. Johannes Paulus II kreeg steeds meer moeite met zijn motoriek en spreken in het openbaar ging hem steeds slechter af. Johannes Paulus II begon door deze toenemende lichamelijke problemen een steeds meer fragiele indruk te geven bij openbare optredens en er gingen binnen en buiten de kerk stemmen op die hem adviseerden, om gezondheidsredenen, aftreden te overwegen. In theorie mag een zittende paus zijn ambt neerleggen als hij dat wenst, maar in de praktijk is dit zelden gebeurd. Volgens insiders heeft Johannes Paulus II inderdaad kort overwogen om af te treden, maar vanuit een sterk gevoel voor plichtsbesef besloot hij uiteindelijk om dit niet te doen. Een andere reden om niet af te treden zou zijn dat hij zijn opvolger niet in diens beleid wilde beïnvloeden als hij als 'ex-paus' nog aanwezig zou zijn. Maar de belangrijkste reden is dat Johannes Paulus II wilde laten zien dat lijden ook tot het leven behoort en niet 'weggemoffeld' moet worden maar met waardigheid gedragen kan worden. Vooral in de westerse wereld rustte tot voor kort een taboe op lijden en sterven.

In 2005 kreeg hij zware ademhalingsproblemen, waardoor hij op 24 februari een tracheotomie moest ondergaan.

Op 31 maart 2005 kreeg de paus een "zeer hoge koorts die door een urinebuisinfectie werd veroorzaakt", maar de paus werd niet naar het ziekenhuis gebracht, blijkbaar overeenkomstig zijn wens in het Vaticaan te sterven als zijn tijd gekomen was. Later die dag meldden bronnen in het Vaticaan dat de paus de laatste sacramenten van de Rooms-Katholieke Kerk had ontvangen. Op 1 april verergerde zijn toestand en kreeg hij orgaanuitval. De paus werd gevoed door middel van een neussonde en hij had hoge koorts. In een officieel communiqué van het Vaticaan werd gesproken van een "ernstige, maar stabiele toestand". Rapporten uit het Vaticaan vroeg in de ochtend berichtten dat de paus een hartaanval had gekregen, maar bij kennis was gebleven.

Op 2 april om ongeveer half één in de ochtend gaf een woordvoerder van het Vaticaan een verdere briefing over de gezondheid van de paus en bevestigde dat deze de laatste sacramenten had ontvangen. De daaropvolgende morgen was er om 11.30 uur een persconferentie waarin de woordvoerder van het Vaticaan, Joaquín Navarro-Valls, meldde dat de toestand van de paus zeer slecht was en dat hij ook steeds minder bij bewustzijn was. Navarro-Valls vertelde verder dat de paus de woorden "Ik denk aan jullie" had uitgesproken, waarschijnlijk refererend aan de jongeren die op het Sint-Pietersplein verzameld waren. Dezelfde dag schreef hij nog een afscheidsbriefje aan zijn naaste Poolse medewerkers [drie nonnen en twee secretarissen] met de tekst: "Ik ben gelukkig, laten jullie ook gelukkig zijn." Vroeg in de avond kondigde het Vaticaan aan dat zijn toestand "zeer ernstig" bleef. Uiteindelijk stierf paus Johannes Paulus II in zijn privé-appartement op 2 april om 21:37 uur op de leeftijd van 84 jaar aan de gevolgen van een sepsis en een aantal bijbehorende infecties, waardoor zijn nieren en andere vitale organen, waaronder uiteindelijk ook zijn hart, het lieten afweten.

Hiermee kwam na ruim 26 jaar een einde aan zijn leiderschap van de Rooms-katholieke Kerk. Zijn laatste zin, vlak voor het overlijden was: "Zabierz mnie do Domu Pana" [Breng me naar het Huis van de Heer]. Tijdens zijn laatste uren werd door een groot aantal mensen buiten zijn appartement in het Vaticaan voor hem gebeden. In zijn laatste bericht, specifiek aan de jeugd van de wereld, zei hij: "Ik kwam voor u, nu bent u naar mij gekomen. Ik dank u." Volgens aartsbisschop Stanisław Dziwisz, tevens zijn privésecretaris, was het laatste woord van de paus vóór zijn dood "Amen.”

De begrafenis op 8 april werd bijgewoond door de hoogste vertegenwoordigers van talloze landen. Alle Europese koningen of koninginnen waren aanwezig of zij hadden in een enkel geval een koninklijke afvaardiging gestuurd. Zo stuurde Groot-Brittannië Prins Charles en premier Tony Blair. De Verenigde Staten stuurde zelfs drie presidenten: de toenmalige en diens twee voorgangers. België werd vertegenwoordigd door koning Albert II en koningin Paola. Vanuit Nederland werd geen staatshoofd gestuurd net zoals bij voorgaande pauselijke overlijdens. Volgens de RVD was premier Balkenende genoeg. Dit regeringsstandpunt leidde in katholieke kringen tot verontwaardiging en protest, en ook oud-premier Dries van Agt liet zijn afkeuring blijken. [Het Vaticaan reageerde laconiek: "Wij hebben de Nederlandse koningin niet gemist."] Toen de inauguratie van zijn opvolger, Benedictus XVI, wél werd bijgewoond door kroonprins Willem Alexander, ontkende de Rijksvoorlichtingsdienst dat dit in reactie was op die kritiek.

De begrafenis van Johannes Paulus II werd zo één van de grootste rouwplechtigheden van de moderne geschiedenis genoemd, vanwege de honderden aanwezige hoogwaardigheidsbekleders en delegaties, de miljoenen pelgrims in Rome en de miljarden die wereldwijd via de media meekeken of meeluisterden. De uitzending werd rechtstreeks uitgezonden op veel televisie- en radiozenders.

Tijdens de begrafenis werd er door pelgrims gevraagd om Johannes Paulus II onmiddellijk heilig te verklaren. Op spandoeken was "Santo Subito!" te lezen. Veel gelovigen en clerici beseften dat Johannes Paulus II aanspraak kon maken op een zaligverklaring. Enige tijd na de begrafenis werd de procedure in ijltempo gestart zonder de gebruikelijke vijf jaar af te wachten. Er werd een oproep gelanceerd om mirakels op te sporen en te onderzoeken. Op 14 januari 2011 werd bekend dat de Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen door paus Benedictus XVI gemachtigd was om één aan Johannes Paulus II toegeschreven wonderen als zodanig te erkennen. Het betrof de wonderbaarlijke genezing van zuster Marie Simon-Pierre Normand, van het Institut des Petites Soeurs des Catholiques Maternités, die op voorspraak van de toen net overleden kerkvorst is genezen van de Ziekte van Parkinson. Vanuit medisch oogpunt kan de genezing als onverklaarbaar worden beschouwd en is ook als zodanig vastgesteld. Johannes Paulus II werd mede door dit feit op 1 mei 2011 zaligverklaard. Mgr. Mauro Parmeggiani bevestigde dat nog nooit in de 2000-jarige geschiedenis iemand zo'n spoedprocedure heeft gekregen. Na de zaligverklaring van de paus kreeg zijn graf een nieuwe bestemming: het grafmonument werd overgeplaatst naar de kapel van de San Sebastian in de Sint Pietersbasiliek.

Johannes Paulus II was een mystieke paus. Hij dacht veel na over Gods wonderen en dacht de hele tijd aan de Heilige Moeder Maria. Er werd niet alleen in de profetie van Fatima naar hem verwezen. Ook in het dagboek van de Heilige Zr. Faustina Kowalska wordt naar hem verwezen als de "vonk of de sprankel van Polen." De eer kwam aan hem toe om Faustina zowel zalig als heilig te verklaren en ook stelde Hij officieel het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid in, de week na Pasen.

De Wereldjongerendagen zijn op 20 december 1985 officieel ingesteld door paus Johannes Paulus II. Deze dag wordt ieder jaar gevierd op Palmzondag, maar om de twee of drie jaar komen op uitnodiging van de paus honderdduizenden jongeren uit heel de wereld samen voor een meerdaags programma met muziek, catechese, vieringen, gebed, dans en festival. Doel van het evenement is het versterken van het geloof, het stimuleren van het missionaire élan van de Kerk en jongeren ervan bewustmaken dat de Rooms-Katholieke Kerk een wereldwijde gemeenschap is. De Wereldjongerendagen [WJD] zijn het grootste jongerenevenement ter wereld. Het evenement vindt meestal in juli of augustus plaats. De wereldjongerendagen van 2011 gaan door te Madrid van 8 tot 22 augustus.

Wat de profetie van Malachias betreft, zijn er velen die de omschrijving "van het werk van de zon," toewijzen aan het grote aantal reizen die hij ondernam: 129 in totaal. Geen enkele paus heeft hem hierin geëvenaard. Toch slaat de profetie niet op zijn aantal reizen, maar verwijst ze naar zijn geboortedatum [op 18 mei 1920 was er een zonsverduistering] èn naar de datum van zijn begrafenis [Op 8 april 2005 was er een hybride zonsverduistering]. Een hybride zonsverduistering is totaal op bepaalde plaatsen, terwijl op andere plaatsen de ring van de maan net iets kleiner is, dan deze van de zon.

Chris De Bodt