Medjugorje kerk

Medjugorje België en Nederland

Medjugorje Maria

apr

26



Medjugorje: een getuigenis uit Vlaanderen

  
 
Download PDF

Medjugorje: Een getuigenis uit Vlaanderen

Van 1 tot 5 april 2005 vertrokken wij op bedevaart naar Medjugorje, een tocht georganiseerd door Medjugorje West-Vlaanderen. Eenmaal terug thuis begon ons miraculeus verhaal dat tot op de dag van vandaag blijft voortduren. Omwille van begrijpelijke redenen wensen wij anoniem te blijven. Hier volgt onze getuigenis:

Op 4 april 2005 bevonden wij ons met onze bedevaartgroep van WVL-Medjugorje in een kapel. De naam ervan herinneren wij ons niet meer. Er bevond zich een mooi schilderij voor het altaar waarop Onze Lieve Vrouw de ongeboren kinderen naar de Hemel draagt. De afbeelding was overwegend geel en oranje. Onze groep was op dat moment in de kapel aanwezig voor het vrijwillig opleggen van het scapulier. Er werd uitleg gegeven over de oorsprong van het scapulier en over het vrijwillig aanvaarden ervan. Dit laatste betekent dat wij vrijwillig aanvaarden om onder de beschermende mantel van Onze Lieve Vrouw komen te staan. Vrijwillig, omdat het doopsel geschiedt op een leeftijd dat men nog niet vrijwillig kan kiezen.

Halverwege het gebed stroomde er plots een groep Italianen binnen en werd er opdracht gegeven om deze aangelegenheid te stoppen. Het was toen ongeveer 17.20 uur. Er werd ons medegedeeld dat een zienster er haar verschijning ging beleven. Afwisselend werd er gebeden in het Nederlands en in het Italiaans. Omdat de enige die een orgel kon bespelen zich bij onze groep bevond, waren alle liedjes in het Nederlands.

Hier werd pas écht de Rozenkrans gebeden. Wij, en zelfs de aanwezige priester die de Rozenkrans voorbad, werden hierdoor ten zeerste getroffen. Dit aangrijpen was zo intens dat mijn man, die longproblemen heeft, en ik, die hartkloppingen heb, ons moesten bedienen van een geneesmiddel om de spanningen te onderdrukken en niet te moeten hyperventileren.

Rond 18.15 uur kwam de zienster binnen met haar twee kleine kindjes en een oudere heer. Het kleinste kindje had een melkflesje bij. Rond 18.45 uur werd de manier van bidden intenser. Hierop werd het muisstil en ging haar hoofd omhoog. Wat er dan allemaal omgaat in uw hoofd. Men zit daar en ziet niets en toch beleef je alles intens mee en komen de vragen voor Onze Lieve Vrouw vanzelf in u op.



Verschijningsplaats

Na de verschijning draaide de zienster zich om en vertelde haar verhaal. Iemand zorgde voor de vertaling: Onze Lieve Vrouw had onze intenties aanhoord en wijzelf, onze familie en kennissen ontvingen haar Moederlijke zegen. Maria had ook de religieuze voorwerpen die wij bij ons hadden gezegend, maar Onze Lieve Vrouw had er duidelijk de nadruk op gelegd dat de zegen van een priester meer waarde heeft dan Haar zegen. Daarna groette de zienster onze groep en verliet de plaats. Ook de Italianen volgden.

Dokter Claes uit Waregem, die onze groep begeleidde, vertelde ons om gewoon verder te doen waar we mee bezig waren en alles wat netjes opgeruimd was, werd terug op zijn plaats gezet zoals vóór de verschijning. De priester wijdde nu de scapulieren en zij die het wensten konden tot bij de priester gaan om het scapulier vrijwillig te aanvaarden. Wij twijfelden geen moment.



Scapulier
 

Tegen negen uur 's avonds kwamen we terug in ons verblijf en werd er nog wat nagepraat. Iedereen van onze groep was onder de indruk van het gebeuren en wijzelf vonden het spijtig dat wij de voorwerpen van onze familieleden niet hadden meegenomen voor de zegen van Onze Lieve Vrouw. We wisten namelijk niet dat er een verschijning ging plaatsvinden. Toen konden we ook nog niet vermoeden dat Onze Lieve Vrouw iets bijzonders voor ons achterhield, waar we pas de dag 's anderendaags zouden op uit komen. Onze Lieve Vrouw had tijdens Haar verschijning in het bijzonder aan ons gedacht. Een van de aanwezige voorwerpen werd door Haar op een bijzonder wijze ingezegend. Alles zou ons de dag erop duidelijk worden.

De volgende dag waren we reeds thuis om 12 uur 's middags en er werd van alles uitgepakt en zo. Om 14 uur gingen ik bij een van onze dochters die een 400-tal meters verderop woont om snel mijn verhaal te doen. Ik nam de papieren zak mee met allerlei kleine dingen erin die ik in Medjugorje hadden gekregen. In de vlugte nam ik ook mijn man zijn scapulier mee dat, met de twee delen op elkaar en de koordjes errond, dat nog op tafel lag. Mijn scapulier had ik op het vliegtuig in een brillendoos gestoken en ik herinner mij nog dat de koordjes voortdurend verstrengeld raakten met het koordje van mijn bril.

Bij mijn dochter was ik onze belevenissen aan het vertellen. Ik wilde een prentkaart uit het papieren zakje nemen toen ik plots een kleine vochtige vlek van ongeveer 3 op 5 millimeter op de zak bemerkte. Het leek niet op een watervlek en onmiddellijk replikeerde mijn dochter: "Moeke, ik heb de tafel nochtans goed afgekuist...en de vlek zou zich anders aan de onderkant bevinden en niet aan de bovenkant."



Papieren zak

Toen kwam ik aan ons verhaal van het scapulier en toen ik het scapulier uit de papieren zak wilden neme, merkten ik op dat het anders aanvoelde dan toen het in het zakje was gedaan. Het rook ook naar kaarsolie. Men kan dit het best vergelijken met de geur van een noveenkaars die aan het branden is. Ik vroeg aan mijn dochter: "Zeg mij wat u voelt en ruikt." Zij antwoordde dat het klam aanvoelde en een soort kaarsgeur had. Ook mijn schoonzoon betastte het en rook, maar antwoordde: "Dit is niet moeilijk. Ze kunnen er van alles hebben opgedaan alvorens ze het u hebben overhandigd.". Ik reageerde hierop dat ik dit niet geloofde en het was ook niet zo vóór ik naar mijn dochter ging.

Terug thuis pakten we nog alles verder uit. U weet hoe dat gaat.

Toen wij nog een prentkaart in de papieren zak wilden steken [de zak lag ondertussen op de kast], bemerkten we dat de kleine vlek inmiddels reeds was uitgegroeid tot een vlek ter grootte van een stuk van 2 euro. We namen het scapulier uit het zakje en bemerkten verschillende vlekken met een laagje erop dat wazig aanvoelde. Mijn man en ik meteen van slag, ik nog het meeste. Ik begon van alles verkeerd te leggen en vond niets meer terug. We belden onze dochter opnieuw op met de vraag om langs te komen. Ze kon ook niets anders doen dan deze feiten vaststellen en wij konden ook niets anders doen dan proberen uit te leggen dat dit alles zomaar buiten onze wil gebeurde. Ik was zo verward dat ik het geld in de papiermand had gestoken en dat wat in de papiermand moest in mijn handtas had gestoken. Mijn dochter, die zag hoe verward ik was, nam mij het werk uit de handen.

Toen we rond 21 uur gingen slapen was de vlek nogmaals verdubbeld in grootte. De volgende ochtend was echter het scapulier opnieuw droog. Men kon wel de kaarsgeur nog ruiken, maar tegen rond 16 uur begonnen de feiten zich te herhalen: de vlek werd opnieuw groter en het scapulier vochtig. We besloten toen om dezelfde priester op te bellen, die met ons was meegereisd, en die de Rozenkrans had gebeden op de dag dat de verschijning in Medjugorje had plaatsgevonden. We konden bij hem thuis gaan. Ook hij kon niet anders dan de feiten vaststellen en gaf ons vertrouwen: "Dit is een persoonlijk teken."

Toen namen we een papier uit onze printer en legden er een foto op van ons gezin, genomen bij het vormsel van onze oudste dochter. Nog geen 24 uur later bemerkten wij hoe er zich vanuit het niets vlekken van vocht en vet op het papier hadden afgezet en hoe dit bleef toenemen. Ook onze drie kinderen waren hiervan getuige. We kwamen toen op de idee om alles tussen glas te steken en snel zagen we hoe het vet aan het glas bleef hangen. Dan staken we het scapulier in een kader tussen papieren waar gebeden op stonden die de mensen er hadden op geschreven, zeg dus maar gebeden uit het hart. Pas in mei daarop dachten we er aan om vanaf dan alle veranderingen die plaatsvonden te gaan inscannen.

Foto's van de evolutie van het afgeven van het vet van het Scapulier

In oktober van 2005 dachten we dat het hele proces ondertussen was gestopt. We staken het scapulier in een kader om het stofvrij te bewaren om tegen eind december 2005 op een dag vast te stellen dat het vet aan het glas kleefde en zo gaat het tot op vandaag nog steeds door. Meestal kleeft het vet aan het glas en zelden aan het papier dat onder het scapulier ligt.

Tijdens die ruim 3 jaar heeft het scapulier in totaal een zestiental weken niets afgegeven. Elke keer is alles anders. Er zijn momenten dat er op twee uur tijd evenveel vet aan het glas kleeft als op negen dagen tijd. Wanneer dit gaat stoppen weten we niet, en elke keer als we denken dat het is gestopt, herbegint alles opnieuw.

De Hemel is onvoorspelbaar. We leven in wondere tijden.